De volgende symbolen worden gebruikt op etiketten: 1. De doodskop. Het symbool voor giftige stoffen. Giftige stoffen kunnen bij inademen, inslikken of opname door de huid ernstige schade aan de gezondheid veroorzaken. Voorbeelden zijn landbouw bestrijdingsmiddel en gifgas. 2. Een zwart kruis. Het symbool voor schadelijke en irriterende stoffen. Deze stoffen kunnen bij inademen, inslikken of opname door de huid schade opleveren. Er is echter meer voor nodig dan bij giftige stoffen. Voorbeelden zijn verfproducten en lijm. 3. Een druppel op een hand en op een plaat. Het symbool voor bijtende stoffen. Deze stoffen kunnen materiaal aantasten. In sommige gevallen kunnen hierbij giftige of brandbare gassen vrijkomen. Voorbeelden zijn accuzuur en ammonia. 4. Een dode boom en vis. Het symbool voor milieugevaarlijke stoffen. Deze stoffen hebben een vernietigende invloed op het planten- en dierenleven. Voorbeelden zijn stookolie en oplosmiddelen. 5. Een uit elkaar springende bol. Het symbool voor explosieve stoffen. Explosieven kunnen bij contact met een vlam, bij verwarmen en bij stoten of wrijving ontploffen. Voorbeelden zijn munitie en vuurwerk. 6. Een brandend streepje. Het symbool voor brandbare stoffen. Deze stoffen zijn zeer brandbaar. Voorbeelden zijn benzine, aardgas en steenkool. 7. Een brandende “O”. Het symbool voor oxiderende stoffen. Het gevaar van deze stoffen is dat ze zuurstof bevatten dat bepaalde omstandigheden zal vrijkomen. Dit kan er voor zorgen dat alles wat een beetje brandbaar is extreem gaat branden. Voorbeelden zijn peroxiden en harders. 8. Symbool voor al het klein chemisch afval. 9. Voorzichtig, dit product bevat asbest.