NL E-005543/2016 Antwoord van de heer Andriukaitis namens de Commissie (24.8.2016) Hoewel de EU-regels1 wettelijke grenswaarden voor de aanwezigheid van enkele mariene biotoxines in levende tweekleppige weekdieren (LTW) bevatten2, behoren tetrodotoxines (TTX) niet tot de stoffen waarop getest moet worden. Ook op internationaal niveau zijn in de Codex Alimentarius3 geen grenswaarden voor TTX in LTW vastgesteld. Nederland maakt daarom gebruik van de mogelijkheid die de lidstaten hebben om op basis van artikel 14 van Verordening (EG) nr. 178/20024 beperkingen op te leggen voor het in de handel brengen van een product. De Commissie volgt dit vraagstuk met belangstelling. Nadat de Commissie in mei de deskundigen van de lidstaten bijeen heeft geroepen om dit vraagstuk te bespreken en Nederland heeft verzocht zijn maatregelen in juni te presenteren in de afdeling biologische veiligheid van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, heeft zij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid verzocht een risicobeoordeling van TTX in LTW te maken. Van andere lidstaten zijn geen meldingen betreffende de aanwezigheid van TTX in mosselen of andere producten ontvangen. 1 2 3 4 Sectie VII, hoofdstuk V, punt 2, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004. a) voor PSP („Paralytic Shellfish Poison”), 800 microgram per kilogram; b) voor ASP („Amnesic Shellfish Poison”), 20 milligram „domoïnezuur” per kilogram; c) voor „okadaic acid”, dinophysistoxines en pectenotoxines tezamen, 160 microgram „okadaic acid”-equivalent per kilogram; d) voor yessotoxines, 3,75 milligram yessotoxine-equivalent per kilogram, en e) voor azaspiracides, 160 microgram azaspiracideequivalent per kilogram. Deze grenswaarden zijn uitgedrukt in totale hoeveelheden (gemeten in het hele dier of elk afzonderlijk eetbaar deel). Voor levende en rauwe tweekleppige weekdieren (CODEX STAN 292-2008). PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.