Niveau 1 - CED groep

DOMEIN Spelontwikkeling
Uitlokactiviteit
Muziek met spel
 Materialen en voorbereiding
o
Kies een aantal vaste liedjes die u vaker in de groep gebruikt en waar u gebaren bij maakt.
o
Leg voorwerpen neer die met het liedje te maken hebben of die in het liedje voorkomen.

Variatie 1: Leg een aantal eenvoudige instrumenten neer waar leerlingen makkelijk geluiden mee kunnen maken.
Hoofdactiviteit
Activiteit
Voorbeelden van doelen
Ga met de leerlingen in een kring zitten om liedjes
Reageert wanneer een handeling van een ander stopt
te zingen. Zing een bekend liedje. Laat voorwerpen
(mimiek, spierspanning, geluid)
zien en voelen bij de liedjes. Laat leerlingen kiezen
Verkent een speeltje/voorwerp door het uitvoeren van
welk voorwerp ze bij zich willen houden tijdens een
handelingen die niets te maken hebben met de aard
liedje. Bied leerlingen verschillende voorwerpen aan
van het voorwerp (likken aan een bal)
en kijk of ze deze bij zich houden of dat ze een
afkeer laten zien. Maak duidelijke gebaren bij het
zingen. Stop soms middenin een zin en kijk of de
leerlingen reageren. Willen ze dat u doorzingt?
Kijkt/reikt verwachtingsvol naar een
Imiteert eenvoudige spelbewegingen (liedje met
beweging, klap-eens-in-je-handen)
Geeft op eigen initiatief een voorkeur aan voor
materialen/voorwerpen (bij vrij spel zelf de bal pakken)
Staat open voor geïntroduceerd nieuw
speelgoed/materiaal (kijkt naar, voelt)
persoon/materiaal/activiteit
Laat zijn afkeer zien voor voorwerpen/materialen
(afwenden, huilen)
Herhaal de activiteit met verschillende liedjes en
Imiteert bewust geluiden, eenvoudige gebaren en mimiek
verschillende voorwerpen.
Laat zijn voorkeur op dat moment zien voor
voorwerpen/materialen (kijken/reiken naar; voorkeur
kan per moment verschillen)
Variatie 1
Ga met de leerlingen in een kring zitten en laat de
instrumenten zien. Laat horen hoe de instrumenten
Reageert wanneer hij met een speeltje een geluid
veroorzaakt
Vraagt actief om een reactie uit de omgeving (geluiden,
gericht kijken)
klinken. Laat leerlingen een instrument kiezen of
Reageert wanneer een ander een handeling verricht
Accepteert spelinmenging door een volwassene
geef hen er één. Kijk of de leerlingen er geluid mee
Reageert wanneer een handeling van een ander stopt
Reageert op spelinmenging door een volwassene
proberen te maken. Maak samen geluid met de
instrumenten. Stop soms tijdens het maken van
(mimiek, spierspanning, geluid)
Brengt bewust twee voorwerpen/speeltjes met elkaar in
een geluid en kijk of de leerlingen reageren. Willen
contact (geluid maken door het tegen elkaar aan te
ze dat u doorgaat met geluid maken?
slaan)
Varieer in de instrumenten die u de leerlingen
aanbiedt (een trommel om op te slaan, een toeter
om op te blazen).
Herhaalt een handeling met een voorwerp die het ontdekt
heeft (op tafel slaan)
(meedoen)
Accepteert variatie in spel (ander materiaal en handeling;
pop in bed – auto rijden)
Speelt hetzelfde spel als de leerling naast hem