CyClus stoornissen - Jeroen Bosch Ziekenhuis

advertisement
Centrum Voortplantingsgeneeskunde
Cyclus stoornissen
U heeft een stoornis in uw menstruatiecyclus. Dit betekent dat uw cyclus te lang of
te kort is, of dat u geen goede eisprong heeft. Wanneer er geen goede eisprong is,
kan er ook geen zwangerschap ontstaan. Om de eicel beter te laten rijpen, krijgt u
medicijnen. Dit kunnen tabletten of injecties zijn. We noemen dit ovulatie-inductie.
We beginnen in de folder met informatie over ovulatie-inductie met tabletten.
Daarna volgt informatie over de injecties. Als laatste leest u informatie over het
verloop, de controles en de risico’s. Die informatie geldt voor zowel de tabletten als
de injecties.
Let op: Het kan zijn dat alleen het eerste (A) of tweede (B) gedeelte voor u van
toepassing is.
1. Tabletten
2. Injecties
3. Hoe verloopt het in de praktijk?
4. Hoe verlopen de echocontroles?
5. Bent u zwanger?
6. Risico’s
A. Tabletten
Clomid® (Clomifeen-tabletten)
Clomid® is vaak het eerste medicijn dat we gebruiken om de eisprong te verbeteren. Clomid® prikkelt de hersenen om meer follikel stimulerend hormoon (FSH) te
produceren. Hierdoor gaan de eierstokken krachtiger werken.
Clomid® schrijven we ook om andere redenen voor, zoals bij een:
• te hoog mannelijk hormoongehalte (testosteron);
• te korte tweede cyclushelft;
• te laag progesteron in de tweede cyclushelft;
• cyclus langer dan 35 dagen.
Deze informatie voor patienten is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft
algemene informatie. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.
© Jeroen Bosch Ziekenhuis / www.jeroenboschziekenhuis.nl
(GYN-158, uitgave december 2016)
Hoe gebruikt u Clomid®?
Clomid® neemt u slechts vijf dagen in. Van de 3e cyclusdag tot en met de 7e cyclusdag. U kunt het tablet op elk moment van de dag innemen. Kies hiervoor een vast tijdstip uit, hierdoor vergeet u het minder snel. U begint in principe met één tablet van 50
mg per dag of de arts heeft met u besproken een andere dosering te gebruiken. Door
regelmatige echocontroles volgen we de groei van de eiblaasjes. U kunt Clomid® een
langere tijd gebruiken als u een goede eisprong heeft en het baarmoederslijmvlies ook
goed is. Dit controleren we door één week na de eisprong progesteron in het bloed te
bepalen.
Treedt er geen eisprong op? Dan verhoogt de arts de dosering Clomid® met één
tablet per dag. In één cyclus gebruikt u dus steeds dezelfde dagelijkse hoeveelheid. Dit
kan tot maximaal drie tabletten per dag.
Wat zijn de bijwerkingen?
Clomid® kan de volgende bijwerkingen hebben:
• stemmingswisselingen;
• hoofdpijn;
• opvliegers;
• vermoeidheid;
• maag- en buikklachten.
Als u oogklachten krijgt (wazig zien, lichtflitsen) tijdens het gebruik dan moet u
onmiddelijk stoppen met de medicijnen. Neemt u dan contact op met het Centrum
Voortplantingsgeneeskunde.
Heeft u onvoldoende resultaat met Clomid®?
Treedt er wel een eisprong op, maar heeft u last van bijwerkingen? Is er onvoldoende
opbouw van het baarmoederslijmvlies? Dan kan de arts kiezen voor andere tabletten.
Nolvadex®-tabletten (Tamoxifen)
Nolvadex® gebruiken we als de opbouw van het baarmoederslijmvlies bij Clomidgebruik niet goed is. Ook kunt u dit krijgen als er bij het gebruik van Clomid® bijwerkingen optreden. Nolvadex® neemt u net als Clomid® op de 3e cyclusdag tot en met
de 7e cyclusdag in. Het werkt op dezelfde manier als Clomid®. De normale dosering
is één tablet van 20 mg per dag. Bij onvoldoende resultaat kan de arts de dosering
verhogen tot twee tabletten (40 mg) per dag. De meest voorkomende bijwerking van
Nolvadex-tabletten zijn maag- en darmklachten. In de bijsluiter leest u dat Nolvadex
ook gegeven wordt bij borstkanker. Dit is natuurlijk niet voor u van toepassing. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 2 van 5
B. Injecties
Wanneer krijgt u hormooninjecties?
Deze behandeling is een andere vorm van ovulatie-inductie. U spuit dan dagelijks zelf
de injecties. Het kan zijn dat u in de volgende gevallen begint met hormooninjecties. • Als er bij u geen eisprong optreedt na een maximale dosering van Clomid®.
• Wanneer u veel bijwerkingen van Clomid® heeft. • Wanneer u na een aantal behandelingen met Clomid® niet zwanger bent.
• Als de dikte van het baarmoederslijmvlies onvoldoende is op het moment van de
eisprong.
• Wanneer uit bloedonderzoek blijkt dat de hersenen te weinig hormonen maken die
nodig zijn voor een eisprong.
• In combinatie met intra uteriene inseminatie.
FSH injecties
In een normale cyclus zorgt het hormoon FSH voor de groei van eiblaasjes in de eierstokken. De hersenen maken FSH en geven het af aan het bloed. Het hormoon FSH
wordt via injecties in de buik gegeven. Hoe gebruikt u de injecties?
U begint vanaf de 3e cyclusdag met de injecties. Uw arts geeft aan welke dosering u
gaat gebruiken en wanneer u mag stoppen. Kies voor het dagelijks spuiten een vast
tijdstip uit, tussen 16.00 uur en 20.00 uur ‘s avonds!
Ovitrelle® voorgevulde spuit
Het Humaan Choriongonadotrofine (HCG) is een hormoon dat tijdens de zwangerschap door het lichaam wordt gemaakt. De arts kan een Ovitrelle injectie voorschrijven zodat het eitje zelf uit de eierstok vrijkomt. Het zorgt dus voor de laatste rijping en
eisprong. De injectie krijgt u één keer in een cyclus. De arts of verpleegkundige geeft
dat moment aan. Hoe leert u zelf spuiten?
Beide injecties kunt u zelf onder de huid inspuiten. De verpleegkundige Voortplantingsgeneeskunde geeft u hier uitleg over. Ook uw partner kan het leren. U zult zien
dat er weinig verkeerd kan gaan. U kunt een afspraak maken voor een spuitinstructie.
Wat zijn de bijwerkingen?
Er zijn weinig bijwerkingen van FSH en HCG bekend. Bijwerkingen die soms voorkomen zijn gezwollen borsten en een veranderd humeur. De injecties kunnen gevoelig
zijn en soms kan er huiduitslag voorkomen op de plaats van de injectie.
C. Hoe verloopt het in de praktijk?
De behandeling start bij het begin van uw menstruatie. Verwacht u geen spontane
menstruatie? Dan kunnen we deze opwekken met medicijnen. Hiervoor krijgt u een
aparte handleiding mee. Tijdens de voorbereiding krijgt u een recept en een behandelschema mee. Hierop wordt precies ingevuld op welke dagen u gaat starten met de
tabletten of de injecties. Ook vullen we in wanneer u een afspraak moet maken voor
de 1e echocontrole.
Het schema gaat uit van cyclusdagen. De eerste dag van de menstruatie noemen we
cyclusdag 1 (CD 1). U vult deze datum (boven ‘1’) op het schema in. Als u de rest van
de data invult, ziet u op welke datum u terug moet komen voor uw eerste controle.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 3 van 5
Aan het begin van uw cyclus belt u met de secretaresse om een afspraak te maken
voor deze echocontrole. Meestal begint u vanaf CD 3 met de afgesproken dosering
medicijnen. Bij de eerste echocontrole hoort u wanneer u weer terug moet komen.
Zodra een eiblaasje voldoende groot (rijp) is, hoort u wanneer u het beste gemeenschap kunt hebben of dat u de Ovitrelle injectie moet spuiten.
D. Echocontroles
De eerste cyclus dat u tabletten of injecties gebruikt, maken we regelmatig een vaginale echo. Door de echo’s controleren we de groei van eiblaasjes. Het is belangrijk om
te controleren óf er een eisprong optreedt. Maar het is ook belangrijk om te voorkomen dat er teveel eitjes tegelijk rijpen.
Een eicel zelf is niet zichtbaar op de echo, maar wel het blaasje waarin de eicel groeit.
We meten regelmatig het eiblaasje op. Zo kunnen we de groei en het moment van de
eisprong vaststellen.
Krijgt u FSH injecties? Dan hoort u bij de echocontrole met welke dosering u verder
moet spuiten. Meestal komt u na twee à drie dagen terug. Door deze controles kunnen we ook het juiste moment van de Ovitrelle injectie bepalen.
E. Afwachten
Als u een eisprong heeft, betekent dat niet dat u meteen zwanger bent. Na de
eisprong of Ovitrelle injectie moet u ongeveer twee weken wachten of u opnieuw
een menstruatie krijgt. Dit zijn meestal spannende weken. Uw eigen kansen hangen
met meerdere factoren samen. Houdt u er rekening mee dat bij ovulatie-inductie de
gemiddelde zwangerschapskans per cyclus ongeveer 15-20% is. De kans is dus groot
dat we u meerdere cycli moeten behandelen.
• Wordt u ongesteld, dan is deze poging helaas niet gelukt. Op deze dag begint u, als
u dat wenst, weer een nieuwe cyclus. U belt naar de polikliniek om een afspraak
voor een uitgangsecho te maken. De uitgangsecho moet uiterlijk op cyclusdag vijf
plaatsvinden. Krijgt u de echo op cyclusdag vier of vijf, dan begint u wel gewoon op
cyclusdag drie met de tabletten of injecties.
• Heeft u geen menstruatie gekregen? Dan kunt u thuis een zwangerschapstest
doen. Is deze positief? Dan is dat goed nieuws! U belt naar de polikliniek om een
echo af te spreken. Deze echo maken we wanneer u ongeveer zeven weken zwanger bent. Is alles goed? Dan zien we vanaf dat moment een klein vruchtje met een
kloppend hartje. Soms is er op dat moment nog geen vruchtje of kloppend hartje
te zien. Dan maken we deze echo een week later nog een keer. In dat geval kan een
volgende echo pas een antwoord geven of uw prille zwangerschap levensvatbaar is.
• Is de zwangerschapstest negatief, maar krijgt u toch geen menstruatie? Dan wacht
u nog een paar dagen en doet u nogmaals de zwangerschaptest. Is deze ook negatief? Dan belt u naar de polikliniek.
F. Wat zijn de Risico’s?
Meerlingzwangerschap
Er bestaat bij ovulatie-inductie een grotere kans op een meerlingzwangerschap dan
wanneer u een spontane cyclus heeft. Wanneer er meer rijpe eitjes zijn, bespreekt de
arts met u wat er gaat gebeuren. Als u nu gemeenschap heeft, dan kan het zijn dat u
een meerling krijgt. De arts bekijkt uw persoonlijke situatie en de zaadkwaliteit. Als het
risico te groot is, dan wordt deze cyclus mogelijk afgebroken. U krijgt dan het advies
om beschermd gemeenschap te hebben.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 4 van 5
Bij gebruik van Clomid® bestaat (meestal in de eerste cyclus) een kans van 7% op een
tweeling en een kans van 1% op drie- of meerlingen. Bij gebruik van FSH injecties in
combinatie met HCG is de kans op meerlingzwangerschap groter dan bij tabletten.
Door een goede controle probeert de arts dit risico zo klein mogelijk te houden.
Overstimulatie
Door de medicijnen kunnen de eierstokken te heftig reageren. Er ontstaan dan teveel
‘rijpe’ eicellen. Dit noemen we overstimulatie. Wanneer de overstimulatie serieuze
problemen gaat geven noemen we het ‘ovarieel hyperstimulatiesyndroom’(OHSS).
De gevolgen van OHSS kunnen ernstig zijn. Doordat er vocht in de buikholte komt,
kunnen de volgende klachten optreden: opgezette buik, buikpijn, misselijkheid, braken,
sterke gewichtstoename (>1 kg/dag), kortademigheid en verminderde urineproductie.
In ernstige gevallen kan het bloed worden ‘ingedikt’. Hierdoor kunnen doorbloedingproblemen ontstaan.
Het risico op OHSS is bij ovulatie-inductie klein. Krijgt u bovenstaande klachten?
Neemt u dan direct contact op met de polikliniek of met de dienstdoende arts.
Afwachten, rust houden en veel drinken is vaak voldoende. Een enkele keer is een
ziekenhuisopname nodig. Doordat u regelmatig de echocontrole heeft, proberen we
de overstimulatie te voorkomen. OHSS is zeldzaam bij het gebruik van Clomid® en
Nolvadex® tabletten.
Aangeboren afwijkingen
Voor zover bekend bestaat er géén verhoogd risico op aangeboren afwijkingen na gebruik van de tabletten en de injecties. Ook de geboorte en de eventuele borstvoeding
worden niet beïnvloed. De kans op een miskraam is bij vruchtbaarheidbehandelingen
wel iets vergroot.
Kanker aan de eierstok
In de media hoort u dat er mogelijk verband is tussen vruchtbaarheidsbevorderende
medicijnen en kanker van de eierstokken. Tot nu toe is er geen bewijs voor een relatie
tussen eierstokkanker en vruchtbaarheidsbevorderende medicijnen. Uit onderzoek is
bekend dat vrouwen een iets verhoogde kans op eierstokkanker hebben, die:
• geen kinderen hebben;
• altijd problemen hebben gehad met de cyclus;
• daarnaast vruchtbaarheidsbevorderende medicijnen hebben gebruikt.
Een verklaring hiervoor kan zijn dat niet de medicijnen, maar de stoornis aan de eierstokken zelf het verhoogde risico veroorzaakt. Een relatie tussen onvruchtbaarheid
en een licht verhoogde kans op kanker van de eierstokken was namelijk al bekend
voordat de betrokken geneesmiddelen werden gebruikt. Op dit moment wordt hier in
Nederland onderzoek naar gedaan.
Heeft u vragen?
Dan kunt u via de digitale kinderwenspoli uw vraag stellen aan de verpleegkundige.
Ook kunt u telefonisch contact opnemen tijdens het verpleegkundig spreekuur van:
11.00 uur tot 12.00 uur en van 13.30 uur tot 14.00 uur.
Telefoonnummer: (073) 553 27 29.
Voor een afspraak op de polikliniek, belt u telefoonnummer: (073) 553 86 60.
Voor meer informatie kijkt u op: www.jbz.nl/voortplantingsgeneeskunde.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 5 van 5
Download