Vaste planten opbinden

Vaste planten opbinden
Doel
Na deze opdracht kun je vaste planten opbinden.
Benodigdheden
Bij deze opdracht heb je nodig:
– tonkinstokken van verschillende lengte en dikte;
– bindmateriaal (raffia en/of touw);
– een mes;
– een (houten) hamer.
Oriëntatie
Vaste planten opbinden
Sommige vaste planten vallen om als je ze niet vastbindt. Vooral na een regenbui kunnen
planten topzwaar worden.
Meestal bind je de vaste planten tijdens het groeiseizoen aan.
Planten kun je aanbinden met tonkinstokken, touw en/of raffia. Je kunt ook plastic
plantensteunen gebruiken.
Er zijn verschillende manieren van opbinden. Bijvoorbeeld:
– stokken achter de plant plaatsen;
– stokken in de plant plaatsen;
– stokken om de plant plaatsen.
Zo kun je vaste planten
ondersteunen.
a Loop naar een border met vaste planten. Welke vaste planten moeten ondersteund
worden? Noteer twee planten.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Hoe hoog moeten de tonkinstokken staan als je gaat aanbinden?
Streep door wat niet goed is.
Net boven de grond / net zo hoog als de plant wordt / op de helft van de maximale hoogte
c Als je gaat aanbinden, kun je uit verschillende materialen kiezen.
Kies een materiaal uit de onderstaande mogelijkheden. Leg uit waarom jij hiervoor kiest.
• Plastic touw
• Henneptouw
• Raffia
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d Bekijk de volgende figuren. Schrijf onder elk figuur op welke
manier de planten zijn aangebonden.
................................................
................................................
................................................
................................................
................................................
.................................................
.................................................
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . …… . . . . .
................................................
.................................................
.................................................
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . …… . . . . .
Uitvoering
Je gaat een plant aanbinden.
1 Verzamel de benodigdheden.
2 Zoek een vaste plant uit die aangebonden moet worden.
3 Op welke manier ga jij aanbinden? Maak een keuze en bind de plant aan op de goede
manier.
Stokken
Stokken achter de plant
– Let op de groeirichting van de plant.
– Gebruik per plant één stok.
– Steek de stok diep in de grond, zodat hij vast staat.
Stokken in de plant
– Gebruik per plant één stok.
– Plaats de stok in het midden van de plant. Zorg dat de plant als een toefje om de stok zit.
– Steek de stok diep in de grond, zodat hij vast staat.
Stokken op hoeken van de plant
– Gebruik drie stokken voor elke plant.
– Plaats de stokken op de windhoeken van de plant.
– Steek de stokken diep in de grond, zodat ze vast staan.
4 Maak van de raffia een ruime lus om de plant.
5 Knoop de raffia om de stok. Houd rekening met de natuurlijke vorm van de plant. Trek de
raffia dus niet te strak aan!
6 Snijd de eindjes touw af.
7 Ruim het afval op.
8 Maak het gereedschap schoon en ruim het op.
Afsluiting
Hoe heb je het gedaan?
a Vul het beoordelingschema in.
b Bespreek het schema met je docent. Noteer de opmerkingen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .