Twee opdrachten over grammatica.

advertisement
Grammatica:
Wat versta je onder grammatica, is het belangrijk om een vreemde taal te
leren, hoe heb je het zelf geleerd en hoe zou jij het onderwijzen?
Waar vocabulaire de bouwstenen levert, is grammatica als het ware het
raamwerk, het frame van een taal. Als zodanig is grammatica uitermate
belangrijk bij het leren van een vreemde taal, vooral voor mensen die niet
gezegend zijn met een zogenoemd “papagaaien-talent”. Daarmee bedoel
ik te zeggen dat je mensen die een taal leren ruwweg kunt onderverdelen
in twee groepen: degenen die vrijuit durven spreken zonder te letten op
de eventuele fouten die ze daarbij maken, en degenen die eerst alles wat
ze willen gaan zeggen in hun hoofd analyseren op fouten en die weinig
zeggen, maar daarbij ook weinig fouten maken. Mensen uit de eerste
groep kun je in een groep native speakers plaatsen en zij zullen binnen de
kortste keren een gesprek kunnen voeren (het al genoemde papagaaientalent). Mensen uit de tweede groep vragen veel uitleg van onder andere
grammatica voordat zij de nieuw te leren taal zullen gaan gebruiken.
Zelf heb ik, vooral op de middelbare school, meestal grammaticale regels
gekregen die ik domweg uit mijn hoofd moest leren, vooral deductief dus.
Ik heb echter vaak het idee gehad dat grammaticaregels kennen iets
anders is dan ze kunnen toepassen in spontaan taalgebruik, wat toch het
doel
zou
moeten
zijn
van
grammatica-onderwijs.
Ik
denk
dat
grammaticaregels wel kunnen doordringen tot die tweede laag in het
onderbewustzijn waar alles opgeslagen is wat nodig is om spontaan
taalgebruik goed te laten verlopen, maar dan wel door veel oefenen, zodat
uiteindelijk tijdens spontaan taalgebruik de grammaticaregels op gevoel of
intuïtief kunnen worden toegepast.
In mijn eigen onderwijs zou ik een combinatie van inductieve en
deductieve lessen willen geven, met veel oefeningen op verschillende
niveaus (volgens het ABCD-model) omdat niet iedere leerling even veel
gebaat is bij een bepaalde manier van onderwijzen en omdat ik van
mening ben dat door oefeningen op verschillende niveaus de verwerving
en automatische toepassing van de regels sneller zal verlopen. Ook
bevordert een afwisselende manier van lesgeven de aantrekkelijkheid van
de lessen.
Veel voorkomende grammaticale problemen
Grammaticale problemen die veel voorkomen bij mensen die een vreemde
taal leren, kun je naar mijn mening het beste ondervangen door
grammatica in kleine stapjes te onderwijzen en door veelvuldig oefenen.
Voor de meeste mensen die Spaans leren, is het eerste grammaticale
probleem dat zij tegenkomen het onderscheid tussen mannelijke en
vrouwelijke woorden.
Een tweede probleem dat vaak gesignaleerd wordt, is het gebruik van de
verschillende onvoltooid verleden tijden, waar het Nederlands slechts één
vorm voor heeft, en het Spaans twee. Een mogelijke aanvullende
oplossing is beginnen met slechts één van die twee vormen tegelijk te
onderwijzen.
Een derde probleem is het gebruik van diverse werkwoorden in het
Spaans die in het Nederlands allemaal met ‘zijn’ vertaald worden. Een
mogelijke oplossing die ik op een middelbare school tegenkwam, is het
uitdelen van een schema waarin al die werkwoorden duidelijk geplaatst
zijn en dan de leerlingen de opdracht geven aan de hand van dat schema
het gebruik van de werkwoorden aan elkaar uit te leggen. Argument
hierachter is dat wat de leerling zelf uit kan leggen, beter blijft hangen.
Een vierde probleem is het gebruik van de subjuntivo in het Spaans, een
vorm die wij in het Nederlands niet of nauwelijks gebruiken. De oplossing
hiervoor is het nemen van minuscuul kleine stapjes bij het introduceren
van de subjuntivo en heel veel oefenen.
Download