LES 7 VWO GESCHIEDENIS GEMEENSCHAPPELIJK DEEL Antwoorden huiswerkopgaven 1. Met historische selectiviteit wordt bedoeld dat je je een (morele) mening aanmatigt op basis van bepaalde historische feiten, terwijl je onwelgevallige historische feiten weglaat. Dat risico wordt alleen maar groter naarmate men minder historische feiten kent. 2. Het feit dat de nazi’s de Joden verweten dat ze met de godsdienst spotten (‘Beschimpfung der Religion’) is extra navrant, omdat de nazi’s zelf de christelijke godsdienst aan het omturnen waren (zoals gezien in les 5). En de verweten verderfelijke moraal qua seks (‘Jüdische Geschlechtsmoral’) is extra bitter, omdat juist de nazi’s zelf de discriminerende/racistische Neurenberger rassenwetten oplegden voor wat huwelijk en seksualiteit van Joden met niet-Joden betreft. 3. Op basis van bron 3 ben ik geneigd te zeggen dat Gross (volgens Scheffer) evenwichtig omgaat met feiten en meningen. Hij zoekt via feitelijke informatie (‘verloedering’, ‘demoralisering’, ‘chantage’ - Scheffer vat samen, Gross zal feitelijker zijn geweest) naar verklaringen voor het gedrag van de niet-Joodse Polen tegen de Joden en velt op basis daarvan een oordeel (‘de geschiedenis moet herschreven worden’, ‘een collectieve leugen’). 4. Het besluit tot de Endlösung werd al eerder genomen, tijdens de Wannseeconferentie werd het plan ‘slechts’ uitgewerkt. 5. a. 1933 Invoering Schutzhaft b. © Copyright 1936 Invoering Gestapo-wet 1939 1941 Sicherheitshauptamt Opdracht Goering aan zelfstandiger Heydrich Het gevaar van zo’n oplopende trap, van zo’n vorm van continuïteit is, dat je er al snel een vooropgezet plan in denkt te herkennen. Terwijl dat niet het geval hoeft te zijn geweest. Er kan ook sprake zijn geweest van voortschrijdend inzicht, al klinkt dat in dit geval wel erg cynisch. V390S VWO Geschiedenis Gemeenschappelijk deel Les 7 Blz. 2 6. De tabel van de Anne Frank Stichting geeft alleen absolute cijfers van slachtoffers, want die cijfers moeten verontwaardiging wekken - gezien de doelstelling van de stichting: strijden tegen racisme en discriminatie. Van Doorn zou ongetwijfeld meer cijfers (meer feiten) wenselijk vinden, omdat men er dan meer uit zou kunnen afleiden. 7. Gellhorn vond dat omdat die hele kampengeschiedenis pas echt begonnen was met het SS-kamp in Dachau, omdat de SS daar voor het eerst haar typische kampmethoden toepaste. Dachau stond, voor Gellhorn, voor het nazi-regime. 8. Primo Levi zal in bron 8 die informatie in de noot pas in 1972 bijgevoegd hebben, omdat het toen pas relevant werd om te vermelden dat de geschiedenis over de dodenmarsen nog niet geschreven was. Toen ‘Is dit een mens’ in 1961 uitwam, was dat nog niet zo opvallend (om er al op te moeten attenderen). 9. Met de gekwetste trots in bron 9 bedoelt Von der Dunk de vernedering van de Shoah die het Joodse volk is aangedaan. 10. De Russen en de Polen, beiden nogal antisemitisch, wilden het aandeel van de Joden in het partizanenverzet het liefst verkleinen, omdat hun eigen aandeel dan groter zou lijken. De Duitsers wilden het aandeel van de Joden in dat verzet juist vergroten, want dat gaf hen een extra argument de Joden hard aan te pakken. 11. Wat de uitspraak uit bron 11 redelijk representatief maakt, is dat ze gedaan is door zowel het (niet-Joodse) Nationaal Front en in een illegaal Joods blad. Bovendien spreekt in haar voordeel dat in Frankrijk zoveel meer Joden de oorlog konden overleven dan in Nederland - de Fransen hebben in ieder geval de schijn mee dat ze zich meer verbonden hebben gevoeld met de Joden dan de Nederlanders. 12. Twee (historische) argumenten waarom de Amerikaanse en Britse regering het bericht in bron 12 best serieuzer hadden mogen nemen, zijn: eerder door Hitler gedane uitspraken over wat er met de Joden moest gebeuren; het steeds radicaler wordende beleid van de nazi’s in Duitsland tegen Joden. 13. a. b. 14. a. b. c. Volgens Hilberg in bron 13 lieten de Amerikaanse en Britse regering zich vooral leiden door eigenbelang en het belang van de Joden (hun overlevingskansen) en het algemeen belang (het respecteren van menselijke waarden en normen) waren daar duidelijk ondergeschikt aan voor hen. Het Amerikaanse en Britse beleid tegenover de Joden was niet principieel anders dan dat van de Sovjet-Unie, omdat dat land ook niets extra’s deed voor de Joden. Bron 14 is (nog) niet erg representatief omdat ze uitspraken betreft op basis van onderzoek van nieuw bronnenmateriaal, nog slechts door weinigen bestudeerd. Bron 14 heeft in ieder geval de schijn van betrouwbaarheid mee, want de kritiek op de zionisten wordt geleverd door een Joodse historicus. Bron 14 is een bruikbare bron, ze biedt mogelijkheden voor verder onderzoek. VWO Geschiedenis Gemeenschappelijk deel Les 7 Blz. 3 15. Een element van continuïteit tussen kaart I en kaart II van bron 15 is dat de meeste Palestijnse vluchtelingen terechtkwamen in gebieden waar in 1947 reeds aan de Arabieren terechtkwamen (echter ook de gebieden die vanaf 1967 weer door Israël bezet worden). 16. Achteraf gezien is die beperking van de Joodse immigratie naar Palestina extra pijnlijk, omdat deze bepaald werd voor een periode van 5 jaar, terwijl dat juist de 5 jaren werden waarin de Shoah zou plaatsvinden en dus niet meer Joden naar Palestina konden vluchten. (Hoewel de conservatieve Britse premier Chamberlain zich al in 1939 had laten ontvallen liever de Arabieren hun gelijk te geven dan de Joden.) 17. a. b. Stereotypen over Joden in de spotprent in bron 17 zijn: de relatief grote gebogen neus en de baard en lange haren; de traditionele klederdracht met hoed. Het cynische in de spotprent is dat de davidster, sinds de 17e eeuw een typisch joods embleem en in de 19e eeuw voor de zionisten het Joods-nationale symbool bij uitstek, hier gebruikt wordt als wurgwapen, zoals het ook cynisch was dat juist dat teken als schandeteken werd gekozen door de nazi’s. (De davidster is ook opgenomen in de vlag van Israël.) 18. Doordat het Neurenberg Tribunaal de berechting van de verliezers door de overwinnaars van de oorlog betekende en de overwinnaars hun eigen misdaden (Bijvoorbeeld Dresden en Tokio - zie les 6) buiten beeld hielden, hebben zij voeding gegeven aan ideeën als die van Bardèche - waarmee die ideeën overigens niet goed gepraat worden. 19. Als historische bron is bron 12 niet erg betrouwbaar vanwege de standplaatsgebondenheid (al heeft de geschiedenis al vaak aangetoond dat zelfs de meest cynische fantasieën steeds weer door de werkelijkheid overtroffen kunnen worden). 20. De uitspraak van Kornejev is zeker historisch gezien een cynische omkering van de werkelijkheid, omdat er waarschijnlijk minder Joden vermoord zouden zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog als de zionistische beweging sterker had gestaan tegenover het Britse bestuur in Palestina en de Britse regering in Londen. 21. Nee, het is zeker geen vergezochte vraag van de journalist in bron 21. De vraag ligt zelfs erg voor de hand. De politieke tegenpartij van de Joden, in dit geval vooral de Palestijnen en de Arabieren zelf, kunnen een historisch boek als dat van Morris makkelijk selectief gaan lezen en er alleen die feiten uithalen die in hun kraam te pas komen, wat een klassiek voorbeeld zou zijn van manipulatie met het verleden om het te misbruiken in het heden. 22. Scheffers argument in bron 22 (‘Verzet kan niet de norm zijn, geschipper ligt dichter bij de burger.’) lijkt, menselijk gesproken, een heel aannemelijk argument, maar is historisch gezien onzinnig. In de geschiedenis is het ideaal altijd de norm geweest, niet de werkelijkheid. Bijvoorbeeld het ideaal dat mensen elkaar niet moeten doden en niet de werkelijkheid dat ze er zo vaak en zo veel gedood werd.