DONKERE MATERIE Peter Hoyng SRON UTRECHT SRONHOVO 14-02-05 1 SRONHOVO 14-02-05 2 Waaruit bestaat het heelal ? - van de ‘atomen’ is slechts 1/10 zichtbaar (0.5%) rest is donker (d.w.z. optisch donker) - donkere materie donkere atomen ! - hoe weten we dit en wat betekent het? SRONHOVO 14-02-05 3 Gewone materie electron (een van de 6 leptonen) p + n (1 tot 250) proton, neutron 6 quarks SRONHOVO 14-02-05 4 4 natuurkrachten 6 leptonen (e,, ..) - zwaartekracht - electromagnetisme - zwakke kernkracht (radioactief verval) - sterke kernkracht 6 quarks wimps(?) + + + + + + + ? + - + - (houdt p,n & kern bijeen) gewone materie (‘atomen of baryonen’) donkere materie donkere energie: eigenschap van vacuum (kosmologische constante Λ) SRONHOVO 14-02-05 5 Inhoud college afstanden, helderheden en spectra van sterren en stelsels massa die we zien (ML) snelheden, baanberekekeningen, grav. lenzen,.. massa die zwaartekracht uitoefent (MG) kosmologie - uitdijing - kernreacties - stelselvorming - 3K achtergrond er is donkere energie (Λ) hoeveel gewone materie er is donkere materie hoeveel gewone materie, donkere materie en energie + zoekpogingen naar DM SRONHOVO 14-02-05 6 1. massabepaling: een stukje klassieke sterrenkunde 30 000 K zon 6000 K Hertzsprung-Russel diagram SRONHOVO 14-02-05 3000 K 7 nabije sterren: - parallax → afstand D - spectrum → temperatuur T - dubbelsterren → massa’s M M1 M2 - flux = lichtkracht L / (4πD2) uit gemeten helderheid + kleurcorrectie - verificatie o.a. door simulaties - veronderstel HR diagram overal geldig SRONHOVO 14-02-05 8 parallax α = 1 boogsec (1/ 3600 graad) * * ** ** α “parallax van 1 boogsec” * dan D = 1 parsec (pc) D (1 pc = 3.3 lichtjaar) bruikbaar tot 30 pc, paar 100 geschikte sterren Hipparcos: 106 sterren SRONHOVO 14-02-05 9 verre sterren: redenering omdraaien gegeven helderheidsklasse en T: L, M, D bekend tot 104 pc (ons melkwegstelsel) nu kan je zichtbare M van ander stelsel schatten (ML) p.m. afstanden stelsels: - standaard lichtbronnen (cepheiden; tot 15 Mpc) - Tully-Fisher methode (tot 200 Mpc) - redshift z SRONHOVO 14-02-05 10 2. verdeling v┴ van naburige sterren (Oort 1932) d↨ meet - ρL (ongeveer 25 M☼ per pc2), - dikte d en f(v┴) voor gegeven f(v┴) wordt d kleiner als ρG toeneemt ρG 50 M☼ per pc2 NGC 4565 in 1989 (gevoeliger apparatuur): ρL ↑ 50 M☼ per pc2 SRONHOVO 14-02-05 11 3. rotatiecurven spiraalstelsels - sinds 1970 ook radio: veel gevoeliger ! G M(r) m / r2 . 2 = m vrot / r M(r) zwaartekracht = centrifug. kracht vrot = const → M(r) r → ρ 1 / r2 mogelijk 10 - 100 x de zichtbare straal ! - ons stelsel: MG 10 x ML - wat kan het zijn? Halo met gas, bruine dwergen, oude witte dwergen, iets onbekends? SRONHOVO 14-02-05 12 rotatiecurven SRONHOVO 14-02-05 13 NGC 6946 SRONHOVO 14-02-05 wit: sterren (optisch licht) blauw: waterstofgas (radio straling) 14 4. de staaf-instabiliteit numerieke simulaties tonen aan dat - schijfstelsel → staafinstabiliteit - een min of meer sferische halo kan dit verhinderen NGC 1300 M74 spiralen algemeen → dus (DM) halo’s ook ? SRONHOVO 14-02-05 15 5. donkere materie in clusters (Zwicky 1933) ☺ als cluster gebonden is dan: 2R (Δv)2 = G MG / R breedte snelheidsverdeling cluster massa - MG 400 x som ML stelsels ! SRONHOVO 14-02-05 16 Hercules cluster SRONHOVO 14-02-05 17 6. gravitatielenzen ☺ CL 0024+1654 Clusters: MG = paar 100 x Σ ML SRONHOVO 14-02-05 18 Abell 2218 SRONHOVO 14-02-05 19 7. microlenzen LMC melkweg LMC ☺ MACHO ster in LMC MACHO = massive compact halo object monitor veld van 106 sterren → 15 microlenzen in 7 jaar → helft van DM halo bestaat uit 0.5 M☼ macho’s SRONHOVO 14-02-05 20 herkennen: - eenmalig en kleuronafhankelijk - karakteristiek symmetrisch profiel SRONHOVO 14-02-05 21 8. grootschalige snelheidsvelden v = H0D + vp - vp ontstaat door inhomogeniteiten - analyse bevestigt eerder gevonden MG clusters SRONHOVO 14-02-05 22 Tussenbalans 1. ρL / ρcrit 0.005 is (onderdeel van) gewone materie 2. ρG / ρcrit 0.3 - 1 alle materie (gewone + donkere) (ρcrit komt nog ter sprake) SRONHOVO 14-02-05 23 9. uitdijing heelal v = H0D ρcrit = 3H02 / 8πG λ0 Ω = ρ / ρcrit * * roodverschuiving z = (λ0 – λ) / λ λ hoeveelheid (donkere) materie (ΩG) en donkere energie (ΩΛ) beinvloedt verloop expansie in de tijd. SRONHOVO 14-02-05 24 gegeven z → verlopen tijd → afstand ; vergelijk deze afstand met de gemeten afstand van standaard lichtbronnen, i.e. bronnen met bekende L (bijv. cepheiden, SN 1a, helderste lid cluster): flux = lichtkracht L / (4πD2) → D Hieruit: H0 = 72 ± 8 km/s/Mpc ΩΛ > 0 SRONHOVO 14-02-05 25 10. kernreacties tijdens oerknal - in den beginne iets meer materie dan antimaterie; na annihilatie bestaat het heelal uit p, n, e + straling (+ DM,DE) - als T < 109 K begint kernfusie, en is n / (n + p) 0.13 14 p op 2 n = 12 p op 1 He (want 1 He = 2p+2n) deze voorspelde He abondantie klopt goed met de waarnemingen SRONHOVO 14-02-05 26 de (kleine) hoeveelheid D, 3He en 7Li hangt af van ( dichtheid n + p toen = ( dichtheid straling dichtheid n + p ( ( dichtheid straling nu hieruit Ωn+p = ρn+p / ρcrit = 0.03 ± 0.015 atomen terwijl ΩL = ρL / ρcrit 0.005 - conclusie: er zijn bijna 10 x zoveel atomen in het heelal als we zien ! - wat is het?? bruine dwergen, oude witte dwergen, koud gas, zwarte gaten, .. ?? SRONHOVO 14-02-05 27 11. vorming van stelsels - kies ΩG (0.3, voorn. CDM) ΩΛ (0.7, kosm. const.) - kies δρ van atomen en CDM δρ / ρ = (δT / T)CMB 10-5 - CDM → atomen: stelselvorming komt niet op gang; CDM is onmisbaar kubus met L = 340 Mpc - CDM → HDM: te weinig kleine structuren CDM in plak van L / 10 , nú SRONHOVO 14-02-05 28 12. de hoekcorrelaties in de CMB gemiddelde aftrekken: ‹› δT = T - T dan de ‘voorgronden’ ‹δT(1) δT(2)› middelen over alle richtingen 1,2 die hoek θ insluiten SRONHOVO 14-02-05 29 v d p+e+straling (snelle golven) koude DM (langzame golven) recombinatie na 400.000 jaar, als T = 3000 K δT = - + - straling vertrekt in alle richtingen; T-modulatie maximaal als d = v x 400.000 jaar = λ / 2 piek bij θ 0.60; uit hoogten en posities pieken volgen Ω’s SRONHOVO 14-02-05 30 Huidige situatie ΩG 0.04 hiervan zien we 0.005 (ΩL) rest: zoeken! (ijl gas, macho’s, ..) DM 0.23 onbekende materievorm ‘koud’ (WIMPs, ..) DE 0.73 kosmologische constante (quantum-zwaartekracht) p, n , e (atomen) (Ωm) ΩΛ n.b. gevolgen voor de kosmologie SRONHOVO 14-02-05 31 12. zoeken naar gewone donkere materie NGC 6946 CDM simulatie + macho’s RDCS 1252.9-2927 SRONHOVO 14-02-05 32 13. zoeken naar wimps - stel melkweghalo bestaat uit neutralino’s, het lichtste supersymmetrische deeltje, massa 50 mp (?) - 5000 wimps per m3; snelheid tussen 250 en 600 km/s - neutralino voelt alleen zwakke kernkracht (+ zwaartekr.) wimp terugstoot (warmte, licht, lading) - ongeveer 1 – 10-5 events per kg per dag; jaarlijkse en dagelijkse modulatie - nodig: zeer lage achtergrond en grote detectormassa SRONHOVO 14-02-05 33 - zo’n 20 groepen aktief; bijv. CRESST in Gran Sasso SRONHOVO 14-02-05 34