MKB-Innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT-2016) HTSM/ICT 1-Semiconductor Equipment 2-Printing 3. Lighting 4. Solar 5-Healthcare 6-Security 7-Automotive 8-Aeronautics 9-Space 10-Advanced Instrumentation 11-Components and Circuits 12-Photonics 13-Smart Industry 14-Embedded Systems 15-Hightech Materials 16-Nanotechnologie 17-ICT Thema's topsectoren 2016 TUINBOUW EN UITGANGSMATERIALEN 1-Meer en beter met minder 2-Samenwerkende waardeketens 3-Gezondheid en welbevinden 4-Voedselveiligheid 5-Voedselzekerheid AGRI & FOOD 1.1-Meer met Minder-Robuuste plantaardige productie 1.2-Meer met Minder-Duurzame veehouderij 2.1-Hogere toegevoegde waarde-Hoogwaardige producten 2.2-Hogere toegevoegde waarde-Voeding & Gezondheid 2.3-Hogere toegevoegde waarde-Consument en ketens 2.4-Hogere toegevoegde waarde-Voedselveiligheid 3.1-Internationaal leiderschap-Internationalisering 4.1-Crossovers-Biobased Economy 4.2-Crossovers-Smart Agri&Food CREATIEVE INDUSTRIE deelsector 1-Gaming 2-Media en ICT (incl. film en popmuziek) 3-Mode 4-Design 5-Gebouwde omgeving 6-Cultureel erfgoed onderzoeksgebieden 1-Smart Society 2-Creative Futures 3-Redefining Innovation 4-User Impact 5-Business Transformation LIFE SCIENCES & HEALTH 1.1-Pillar I - Fundamentele LSH R&D 1.2-Pillar II - Toegepast en praktijkgericht gezondheids- en functioneren LSH R&D 1.3-Pillar III - Gebouwde omgeving, ICT Infrastructuur en concept- en systeem LSH R&D 2.1-Diensten en producten-Services 2.2-Diensten en producten-MedTech 2.3-Diensten en producten-(Bio)Pharma 3.1-Gezondheidsoplossingen-Preventie 3.2-Gezondheidsoplossingen-Cure 3.3-Gezondheidsoplossingen-Care WATER 1.1-Maritiem-Winnen op zee 1.2-Maritiem-Schone schepen 1.3-Maritiem-Slim en veilig varen 1.4-Maritiem-Effectieve Infrastructuur 2.1-Deltatechnologie-Waterveiligheid 2.2-Deltatechnologie-Duurzame deltasteden 2.3-Deltatechnologie-Natte infrastructuur 2.4-Deltatechnologie-Watermanagement 2.5-Deltatechnologie-Water en voedsel 2.6-Deltatechnologie-Water en energie 2.7-Deltatechnologie-Water en ICT 2.8-Deltatechnologie-Eco-engineering & nature based solutions 2.9-Deltatechnologie-Duurzaam functioneren watersystemen 2.10-Deltatechnologie-Duurzaam gebruik estuaria, zeeën, en oceanen 3.1-Watertechnologie-Resource Efficiency 3.2-Watertechnologie-Smart Water systems 3.3-Watertechnologie-Sustainable Cities; Urban Water Cycle LOGISTIEK 1-Bundelen en modaliteiten (Synchromodaal Transport) 2-(Inter)nationale handel (Trade compliance and control) 3-Samenwerken in en over de keten (Cross chain control centers) 4-Service logistiek (Service Logistiek) 5-Supply Chain Finance (Supply Chain Finance) CHEMIE 1-C - Advanced Materials - Biobased materialen 2-C - Advanced Materials - Superieure materialen 3-C - Advanced Materials - Sluiten van de keten 4-C - Chemical Conversion, Process technology & Synthesis - Energie-efficiëntie 5-C - Chemical Conversion, Process technology & Synthesis - Materiaalefficiëntie 6-C - Chemical Conversion, Process technology & Synthesis - Biobased economy 7-C - Chemical Conversion, Process technology & Synthesis - Katalysatoren & biomassa 8-C - Chemistry for life-Chemie van Leven 9-C - Chemical Nanotechnology & Devices-Chemische nanotechnologie 10-C - Chemical Nanotechnology & Devices - (Chemische) Analyse BIOBASED 11-B - Biobased - Raffinage en Thermische conversie van Biomassa 12-B - Biobased - Raffinage en Chemisch katalytische conversietechnologie 13-B - Biobased-Raffinage en Biotechnologische conversietechnologie 14-B -Zonne-energie-opslag in chemische bindingen & biomass production ENERGIE 15-E - Energie en industrie - Nieuwe generatie warmtegebruik systemen 16-E - Energie en industrie - Nieuwe generatie scheidingstechnologie 17-E - Energie en industrie - Betrouwbare, rendabele, energiezuinige droog- & ontwateringprocessen 18-E - Energie en industrie - Intensiveren van processen en optimaliseren van warmte- en stofoverdracht 19-E - Energie en industrie - Winnen van waardevolle componenten uit waterstromen,... 20-E - Energie en industrie - Energie-efficiënte manier van gasscheiding en gasbehandeling 21-E - Energie en industrie - Systeemintegratie: Elektrificatie en flexibilisering 22-E - Energie en industrie - Industriële symbiose 23-E - Urban Energy - Zonnestroom technologie (PV) 24-E - Urban Energy - Warmte en koude installaties 25-E - Urban Energy - Multifunctionele bouwdelen (MFB) 26-E - Urban Energy - Flexibele energie infrastructuur 27-E - Urban Energy - Energieregelsystemen en -diensten 28-E - Wind op Zee - Ondersteuningsconstructies 29-E - Wind op Zee - Windturbine en windcentrale 30-E - Wind op Zee - Intern elektrisch netwerk en aansluiting op het hoogspanningsnet 31-E - Wind op Zee - Transport, Installatie & Logistiek 32-E - Wind op Zee -Beheer en Onderhoud 33-E - Gas - Upstream Gas 34-E - Gas - Groen gas - vergisting 35-E - Gas - Groen gas - vergassing 36-E - Gas - Small scale: LNG 37-E - Gas - CCUS (Carbon Capture, Utilization & Storage) versie 24 feb (printed 25-2-2016) ‘MKB-innovatiestimuleringsplan 2016’ voor de topsector HTSM (en ICT) Utrecht, 5 februari 2016 MKB-Innovatiestimuleringsplan voor de topsector HTSM -1- Inleiding: De topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM) vormt een belangrijke motor en aanjager van de Nederlandse economie. Omdat de topsector HTSM zich vooral richt op business-to-business markten, zijn deze bedrijven veelal onderdeel van nationale en internationale waardeketens en netwerken. Veel producenten van apparaten en machines voor eindklanten zijn geëvolueerd tot ‘kop-staart’ bedrijven. Zij bepalen de productspecificaties maar leveren ook het integrale eindproduct aan de eindklant. De invulling van het traject daartussen is in belangrijke mate het terrein van toeleveranciers. De meeste hightech midden- en kleinbedrijven (MKB) in Nederland zijn toeleverancier. Een aantal MKB-bedrijven is ook actief in het maken van hightech eindproducten. Het zijn vaak de MKB-ers die nieuwe producten met nieuwe technologieën op de markt zetten. Naast een goed innovatieklimaat is een structurele verbinding tussen bedrijven en kennisinstellingen essentieel. Voor de topsector HTSM vormen de 16 roadmaps het hart; deze zijn gericht op 16 inhoudelijke thema's en beschrijven het ecosysteem van R&D en innovatie. ICT heeft een dwarsdoorsnijdende rol in, en voor de topsectoren, die door Team ICT is uitgewerkt als Kennis en Innovatie Agenda ICT (2016-2017). Deze richt zich op innovatieve en veilige toepassingen van data voor slim werken en nieuwe diensten. Het topteam HTSM en team ICT geven in dit plan aan hoe zij het MKB zal stimuleren tot innovatieactiviteiten binnen de roadmaps van deze topsector. 1. Doelstelling Met dit MKB-innovatiestimuleringsplan beoogt de topsector HTSM en ICT als cross-sectoraal thema, de volgende doelen te bereiken: betere aansluiting van het MKB op de innovatieagenda’s van de topsector, en in het bijzonder de 16 roadmaps waaruit deze innovatieagenda bestaat; betere aansluiting van het MKB op de Kennis en Innovatieagenda ICT; beschikbare kennis naar de markt brengen door de drempel naar kennisinstellingen te verlagen waardoor het MKB kennis gaat gebruiken; stimuleren van samen innoveren in ecosystemen en ketens; groter bereik van en zichtbaarheid naar het MKB. 2 Inhoudelijke inkadering 1 De 16 HTSM roadmaps van de topsector HTSM en de cross-sectorale ICT-roadmap van Team ICT vormen de inhoudelijke afbakening. Hierbij is een indeling te maken naar (1) toepassingen, (2) HTSM technologieën en (3) Cross-top sectorale technologieën. De toepassingsgerichte roadmaps zijn: Semiconductor Equipment, Printing, Lighting, Solar, Healthcare, Security, Automotive, Aeronautics, Space, Advanced Instrumentation. De HTSM technologiegerichte roadmaps zijn: Components and Circuits, Photonics, Smart Industry, Embedded Systems, Hightech Materials. De cross-topsectorale technologie-gerichte roadmaps zijn: Nanotechnologie en ICT. De topsectoren Agri&Food, Tuinbouw&Uitgangsmaterialen en High-tech Systemen & Materialen werken in samenwerking met het team ICT nauw samen op het gebied van High Tech to Feed the World. Technologische ontwikkelingen op gebied van data-analyse (‘big data’), robotisering, systeemarchitectuur en integratie maken agri & food en tuinbouw & uitgangsmaterialen, slimmer en preciezer. In deze sectoren 1 Kennis en Innovatie Agenda 2016-2019 d.d. 5 oktober 2015 MKB-Innovatiestimuleringsplan voor de topsector HTSM -2- kan meer op maat en gespecialiseerd worden behandeld en bewerkt. Hierdoor nemen welzijn van mens en dier, productkwaliteit, voedselveiligheid en productiviteit toe. Vooruitlopend op de presentatie van de roadmap High Tech to Feed the World worden MKB-bedrijven door de topsectoren A&F, T&U, HTSM en team ICT uitgenodigd om vanuit de bestaande roadmaps van deze topsectoren bij te dragen aan dit thema. In de bijlage is per roadmap een beknopte samenvatting opgenomen. Voor de toetsing van voorstellen geldt de uitgebreide versie van de genoemde roadmaps en de Kennis en Innovatie Agenda ICT (ref. www.dutchdigitaldelta.nl). MKB-Innovatiestimuleringsplan voor de topsector HTSM -3- Bijlage De topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM) heeft de Stichting Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI HTSM) opgericht om handen en voeten te kunnen geven aan de publiek-private samenwerking binnen deze topsector. De 16 HTSM roadmaps vormen het hart; deze zijn gericht op 16 inhoudelijke thema's en beschrijven het ecosysteem van R&D en innovatie en ook mogelijkheden voor publiek-private samenwerking. In deze bijlage wordt in het kort een beschrijvende samenvatting gegeven van de 16 HTSM roadmaps. Voor inhoudelijke toetsing wordt verwezen naar de volledige tekst van de roadmaps (ref. www.hollandhightech.nl) en de Kennis en Innovatie Agenda ICT (ref. www.dutchdigitaldelta.nl). 1. Semiconductor Equipment Innovatie voor productieapparatuur van geavanceerde geïntegreerde circuits rondom miniaturisering van componenten, vergroting van chips en substraten, en fabricagetechnieken. 2. Printing Printkoppen en functionele materialen, betrouwbaarheid en geavanceerde meet- en regeltechnieken, en architectuur van digitale printplatformen. 3. Lighting Verlichtingstechnologie van componenten, Solid State Lighting, systemen, mensgerichte verlichtingsoplossingen tot 'rijp maken' van de veelbelovende OLED technologie. 4. Solar Uitdagingen voor productiemiddelen en systemen voor de opwekking van zonne-energie op het gebied van photo-voltaics en (opslag van) solar fuels. 5. Healthcare Nano-elektronica, embedded systems en mechatronica gericht op gebruiker en patiënt: diagnostiek, interventie en therapie, nulde- en eerstelijnszorg, homecare en enabling technologies voor gezondheidszorg. 6. Security Bescherming van de veiligheid van personen, zowel geweld als crises en rampen, met technologie in de domeinen system-of-systems oplossingen, cybersecurity, en sensoren. 7. Automotive Oplossen van problemen zoals emissie, congestie en geluidsoverlast en bevorderen van veiligheid. Onderzoeksthema's: een duurzame aandrijflijn, slimme mobiliteit 8. Aeronautics Technologie en innovatie voor groener en veiliger vliegen: aerostructures, engine subsystems & components, maintenance repair & overhaul, aircraft systems, en nieuwe materialen. MKB-Innovatiestimuleringsplan voor de topsector HTSM -4- 9. Space Ontwikkeling van producten voor satellieten en lanceervoertuigen. Nieuwe producten en diensten op basis van satellietdata in landbouw, voeding, water, energie, en logistiek. 10. Advanced Instrumentation Optische instrumentatie, nieuwe sensoren en sensorsystemen, precisietechnologie voor onder andere satellieten en deeltjesversnellers, miniaturisering, en ICT-infrastructuur en datamanagement. 11. Components and Circuits Toepassingen voor alternatieve energie, elektrische auto’s, verkeer en logistiek, communicatie, veiligheid en privacy, gezondheidszorg, intelligente steden, en lucht- en ruimtevaart. 12. Photonics Vertaling van toepassingen naar componenten, en prestaties, technologieën voor onder andere photonicelectronic integration, en processen voor snel en slim ontwerpen en produceren. 13. Smart Industry Voorheen roadmap Manufacturing & Mechatronics: Productietechnologie, snelle en accurate sensing, integratie van micro- en nanotechnologie en slimme materialen, smart industry field labs in samenhang met ICT. 14. Embedded Systems Geïntegreerde hardware/software systemen die intelligentie, besluitvorming en actie toevoegen aan hightech producten, welke voorzien in economische bedrijvigheid en de maatschappelijke behoeften voor kwaliteit van leven. 15. Hightech Materials Begrijpen van materialen en hun eigenschappen tijdens productie, verwerking, gebruik en hergebruik, het reduceren van kosten en het veilig omgaan met nieuwe (nano) materialen. 16. Nanotechnologie Topsector overschrijdende technologieën in onder andere materialen, elektronica/optica en sensoren, voor toepassingen zoals lighting, energy, health en water. 17. ICT Topsector overschrijdende technologie met vier thema’s die belangrijk zijn voor meerdere topsectoren: veilige en betrouwbare ICT, ICT voor monitoring en controle, Big Data en ICT voor een verbonden wereld. MKB-Innovatiestimuleringsplan voor de topsector HTSM -5- MIT-programma Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (T&U), 2016 Er kan subsidie worden aangevraagd door het MKB voor MIT-projecten, MIT-haalbaarheidsstudies, MIT- R&D-samenwerkingsprojecten en MIT-kennisvouchers. TKI’s kunnen subsidie aanvragen voor netwerkactiviteiten en innovatiemakelaars. De aanvragen voor MIT-haalbaarheidsstudies, de MIT-R&D-samenwerkingsprojecten en de MITkennisvouchers, evenals de aanvraag voor netwerkactiviteiten en innovatiemakelaars door de TKI moeten passen binnen één van de vijf volgende thema’s van de topsectoragenda.( De innovatiethema’s zijn uitgewerkt in de Uitvoeringsagenda 2016-2019 van de topsector T&U). Thema 1. Meer en beter met minder Doel van het innovatiethema ‘Meer en beter met minder’ is efficiëntere productieketens realiseren met een minimum aan inputs (resource efficiency). Dat betekent weerbare productiesystemen hanteren die een hoge opbrengst en hoge kwaliteit leveren, met minder gebruik van schaarse middelen als ruimte, arbeid, energie, gewasbeschermingsmiddelen, voedingsstoffen en water. De emissie naar lucht, bodem en water is nihil. Door de hele keten functioneert een efficiënt en duurzaam logistiek- en ICT-systeem tot aan de consument. Thema 2. Samenwerkende waardeketens Doel van het innovatiethema ‘Samenwerkende waardeketens’ is meer producten realiseren met herkenbare toegevoegde waarde voor de markt/consument. Dat vertaalt zich in het versterken van markt- en ketenaspecten, zoals maatschappelijk verantwoord ondernemen, verdienmodellen in de bio-economie en internationale sectorbranding. Thema 3. Gezondheid en welbevinden Doel van het innovatiethema ‘Gezondheid en welbevinden’ is de wereld toegang geven tot gezonde voedingsproducten en sierteeltproducten voor een gezonde woon-, werk- en leefomgevingen. Binnen dit thema streeft de sector naar het combineren van de gezonde eigenschappen van groenten en fruit met consumentendrivers als prijs, smaak, gemak, houdbaarheid, lokaal en schoon. Daarnaast zet de sector met siergewassen in op innovatieve bijdragen aan welzijn en gezondheid. Thema 4. Voedselveiligheid Doel van het innovatiethema’ Voedselveiligheid’ is groenten, fruit en sierteeltproducten leveren die vrij zijn van gewasbeschermingsmiddelen en humane ziekteverwekkers. Hiervoor is ketenborging en borging van de plantgezondheid belangrijk. Bij ketenborging ligt de nadruk op risicoanalyse, risicoinventarisatie en risicobeoordeling door ketenpartners, gericht op het voorkomen van residuen van gewasbeschermingsmiddelen en schadelijke micro-organismen. Borging van plantgezondheid voorkomt schadelijke effecten voor humane consumptie door bijvoorbeeld aan plantenziekten gerelateerde toxines. Thema 5. Voedselzekerheid Doel van het innovatiethema’ Voedselzekerheid’ is verbetering van de opbrengst(zekerheid) en mondiale verwaarding van kennis en kunde van de T&U-sector. Door kennis te ontwikkelen en internationaal toe te passen kan T&U een groter deel van de wereldbevolking te voorzien van voldoende gezond voedsel. Fytosanitaire borging voorkomt blokkades van handelsstromen en concentreert zich op vrije internationale markttoegang en heldere, geharmoniseerde wet- en regelgeving. Omdat samenwerking tussen bedrijven uit verschillende schakels van de keten in het verleden geleid heeft tot succesvolle markt- en keteninnovaties, moeten de projecten bovendien gericht zijn op markt- en keteninnovatie binnen een van bovenstaande thema’s en op samenwerking van schakels in de sierteelt-, groenten- en fruitketens of op samenwerking met bedrijven buiten de keten. De projecten moeten versterkend of verbeterend werken voor tenminste twee schakels van de keten. Ze moeten bijdragen aan het creëren van meer toevoegde waarde voor de keten of voor de consument. De markt- en consumentenoriëntatie van de sector wordt versterkt. HighTech to Feed the World (HT2FtW) De topsectoren Agri&Food, Tuinbouw&Uitgangsmaterialen en High-tech Systemen&Materialen werken in samenwerking met het team ICT nauw samen op het gebied van High Tech to Feed the World. Technologische ontwikkelingen op gebied van data-analyse (‘big data’), robotisering, systeemarchitectuur en integratie maken agri & food en tuinbouw & uitgangsmaterialen, slimmer en preciezer. In deze sectoren kan meer op maat en gespecialiseerd worden behandeld en bewerkt. Hierdoor nemen welzijn van mens en dier, productkwaliteit, voedselveiligheid en productiviteit toe. Vooruitlopend op de presentatie van de roadmap High Tech to Feed the World worden MKBbedrijven door de topsectoren A&F, T&U, HTSM en team ICT uitgenodigd om vanuit de bestaande roadmaps van deze topsectoren bij te dragen aan dit thema. Netwerk en valorisatieactiviteiten Netwerk- en valorisatieactiviteiten dienen gericht te zijn op ondersteuning van het MKB en op de bovenstaande Innovatiethema’s. Dit kan b.v. door: - Het organiseren van PPS-en voor onderzoek en ontwikkeling; - Kennis uit innovatieprojecten te verspreiden binnen de sector T&U; - Kennis uit andere sectoren toepasbaar te maken in de bedrijven binnen T&U (cross-overs op de bedrijfsvloer stimuleren); - Innovatieprojecten van samenwerkende MKB-ers te ondersteunen; - Beantwoording van kennisvragen t.b.v. vernieuwing producten, productieprocessen en diensten; - Ondernemers kennis laten maken met grensverleggende innovatieve ideeën. - 2016 - MKB VERSTERKINGSPLAN TOPSECTOR LOGISTIEK MKB Innovatiestimuleringsregeling Topsectoren (MIT) Dit plan geeft de mogelijkheden aan voor het stimuleren van innovatieactiviteiten voor de MKB doelgroep in de logistieke sector. Het beschrijft voor het MKB onder meer de mogelijkheden voor het indienen van MKB projecten binnen een aantal inhoudelijke thema’s. Heeft u als MKB-er ideeën of oplossingen die aansluiten op 1 of meerdere thema’s, dan kunt u in aanmerking komen voor ondersteuning. Inhoudelijk kader: uitwerking thema’s Inhoudelijk is gekozen voor het uitvragen van projecten op de volgende thema’s: 1. Bundelen en modaliteiten (thema: Synchromodaal Transport) 2. (Inter)nationale handel (thema: Trade compliance and control) 3. Samenwerken in en over de keten (thema: Cross chain control centers) 4. Service logistiek (thema: Service Logistiek) 5. Supply Chain Finance (thema: Supply Chain Finance) De thema’s worden hieronder uitgewerkt. 1 Bundelen en modaliteiten: geïntegreerd vervoeren met verschillende modaliteiten Ontwikkelt u een geïntegreerde vervoersoplossing met verschillende modaliteiten? Of bent u bezig met een bundelingsproject met verschillende modaliteiten? Synchromodaliteit is het optimaal benutten van de verschillende modaliteiten in een geïntegreerde vervoersoplossing. Dat kan op corridors en in regio’s waar voldoende ladingaanbod is, zodat hoogfrequent vervoer via (alle) modaliteiten kan plaatsvinden. Verladers kunnen hun goederen synchromodaal laten transporteren door deze zonder voorkeur voor een modaliteit aan te bieden, dat wil zeggen, zonder dat de modaliteit van het transport vooraf wordt vastgelegd. Wel worden uiteraard prestatiecriteria vastgesteld (bijv. betrouwbaarheid) en kan het percentage dat minimaal via binnenvaart en/of spoor wordt getransporteerd onderdeel uitmaken van het Service Level Agreement (SLA). Ook kunnen verladers zelf, door het bundelen van hun goederenstroom met andere verladers, het transport synchromodaal organiseren. Een vereiste is dat minimaal sprake moet zijn van twee modaliteiten. Dus bijvoorbeeld naast wegtransport minimaal één andere modaliteit. Binnen het thema Synchromodaal transport worden projecten gevraagd, waarbij men het transport van lading (meestal containers) op synchromodale wijze wil laten afwikkelen, in tegenstelling tot hoe het transport nu wordt georganiseerd. 1 2 (Inter)nationale handel - Trade compliance and control Ondervindt u (veel) hinder van nationale en internationale regelgeving? En hebt u ideeën om hier op een slimme en efficiënte manier mee om te gaan? Of hebt u oplossingen die bestaande faciliteiten beter toegankelijk maken? Dit thema richt zich op het verder uitbouwen van de leidende positie van Nederland in het faciliteren van handelslogistiek door toepassing van vernieuwde toezichtsconcepten, stroomlijning en vereenvoudiging van procedures en betere integratie van toezicht in ongestoorde logistieke ketens. Handelsfacilitatie door vermindering van regeldruk is één van de belangrijkste redenen voor bedrijven om juist Nederland als toegangspoort naar Europa te gebruiken. Het succes van de handelsfacilitatie in Nederland is gebaseerd op een samenwerking tussen de inspectiediensten (douane) en het bedrijfsleven, die uniek is in Europa. In deze tijden van fundamentele verschuivingen in de wereldeconomie, is het essentieel om deze handelsfacilitatie nog verder te ontwikkelen en zodoende onze positie als toegangspoort naar Europa uit te bouwen. Om dat mogelijk te maken zijn technologische innovaties, procesinnovaties en bestuurlijke innovaties nodig. Het MKB vervult een belangrijke rol in internationale handelsfacilitatie. Niet alleen als importerende of exporterende partij, maar ook in de dienstverlening aan bedrijven om te helpen te voldoen aan alle regelgeving. Vanuit deze rol wordt MKB-ers gevraagd projecten in te dienen, waarin ze bijdragen aan betere integratie van toezicht in logistieke ketens. Dit kunnen ook meerdere partijen zijn, die bijvoorbeeld samen met een branche-organisatie een project willen starten. Tevens wordt MKB-ers gevraagd om projecten in te dienen die andere bedrijven in staat stelt om te beschikken over de voordelen van bepaalde vormen van handelsfacilitatie. Een aantal faciliteiten, zoals bijvoorbeeld de DOMPROC-regeling of vereenvoudigde procedures die gekoppeld zijn aan het AEO-certificaat, vereist een vergunning waarvan de investeringen voor MKB niet altijd opwegen tegen de voordelen die zo’n vergunning biedt. In deze projecten worden innovatieve business modellen ontwikkeld en beproefd, waarbij vergunninghouders deze faciliteiten aan meerdere MKB-ers kunnen aanbieden. Deze modellen moeten juridisch houdbaar zijn, en vereisen ook heldere afspraken over aansprakelijkheden. Ook wordt niet altijd gebruik gemaakt van de voordelen die bijvoorbeeld een AEO-certificering biedt. Zo kan bijvoorbeeld in de aangifte voor tijdelijke opslag (SAL) verwezen worden naar de Entry Summary Declaration, wat een hoop tijd en kosten kan besparen, maar wordt deze mogelijkheid onvoldoende benut. Kennisdelingsprojecten kunnen dit potentieel voor MKB vergroten. 3 Samenwerken in en over de keten - Cross chain control centers Hebt u slimme oplossingen om samenwerking en bundeling in uw keten of tussen verschillende ketens te verbeteren? Wilt u hiervoor de logistiek op een geïntegreerde manier aansturen? Een 4C (oftewel een Cross Chain Control Center) is een regiecentrum waar meerdere logistieke ketens en netwerken gecoördineerd en geregisseerd worden. Het gaat dan om bundeling en aansturing van fysieke goederenstromen en andere logistieke activiteiten (bijvoorbeeld 2 warehousing), de informatiestromen, eventuele financiële stromen en datamanagement. Het idee van 4C is het scheppen van schaalvoordelen en betere dienstverlening door een samenwerking die bedrijven en ketens overstijgt. Hierdoor kan een betere planning ontstaan met een betere afstemming en bundeling van activiteiten en besparingen in logistieke ketenkosten door het combineren van lading, betere voorspellingen van logistieke bewegingen, nieuwe business modellen, een lagere druk op het milieu, nieuwe bedrijvigheid met meer werkgelegenheid, et cetera. In aansluiting op het MKB is nauwe onderlinge samenwerking belangrijk om tot bundeling en aansturing te komen, zowel op internationale alsook op nationale en regionale schaal. Aanvragen voor ketensamenwerking om tot bundeling en geïntegreerde aansturing te komen, kunnen in de praktijk enerzijds in gang worden gezet door MKB-ers die in nauwe onderlinge samenwerking tot bundeling van transport- en andere activiteiten willen komen en anderzijds door: • MKB bedrijven die zelf een 4C willen ontwikkelen en exploiteren; • MKB bedrijven die tools / bouwstenen ontwikkelen om 4C door een samenwerking van MKB bedrijven mogelijk te maken. Uiteraard kunnen aanvragen combinaties van gebruikers en ontwikkelaars omvatten. MKB-bedrijven worden daarom uitgenodigd met (mogelijk gezamenlijke) aanvragen te komen voor 4C bundelingsprojecten (bundeling en delen van transport, warehousing etc.). Te denken valt aan (1 of meerdere) aspecten zoals: • partner selectie en matching (vinden van geschikte 4C partners); • juridische aspecten en contractafspraken (ACM-proof, voorheen NMA); • organisatiemodellen - verdienmodellen (waarde-creatie voor de partners); • transformatie - implementatie en veranderingsmanagement en andere relevante onderwerpen. Van belang hierbij is ook het toepassen van nieuwe of bewezen technologie, nieuwe of beschikbare oplossingen en concrete adviezen die als bouwstenen kunnen dienen voor een 4C (zoals hoe standaardiseren we de onderlinge data-uitwisseling, hoe kun je gezamenlijk plannen organiseren, hoe zetten we de IT-architectuur op en met welke technologie, welke contractvormen zijn nodig, hoe zetten we de samenwerking toekomstproof op en ook het uitwisselen van info, het afschermen van informatie. , het low-key faciliteren van bundeling). Ook worden projecten gevraagd, waarbij nieuwe 4C diensten worden ontwikkeld. Onderwerpen die aan bod komen kunnen variëren van innovatieve (ICT) platformen tot dashboards tot monitoring/tracking-tracing tot automatische en eenvoudige afhandeling van transportopdrachten (centraal versus decentraal), het delen van data en datamanagement (open versus gesloten oplossingen) etc. Tenslotte wordt opgemerkt dat het niet vooraf bepaald is in welke industrieën, sectoren of deelmarkten vraagstukken aan de orde kunnen worden gesteld. Wel zijn er specifieke thema’s waar projecten worden verwacht vanwege de noodzaak van oplossingen. Onder meer wordt hiermee stadslogistiek bedoeld en de gevolgen van toenemende e-commerce op logistieke ketens. 4 Service Logistiek Biedt u nieuwe creatieve oplossingen voor de organisatie en regie van after sales service? Bedenkt u nieuwe serviceconcepten? 3 Mede door veranderde duurzaamheids- en klanteisen leveren bedrijven steeds vaker een gewenste functionaliteit aan de klant in plaats van een product. Deze functionaliteit omvat de verkoop of het gebruik van een technologisch product, maar daarnaast programma’s gericht op instandhouding, upgrading en veilig gebruik van een product gedurende de hele levenscyclus tot en met uiteindelijke buitengebruikstelling, terugname en hergebruik van een product. Service Logistiek coördineert alle aspecten van deze ‘after-sales’ service. De uitdaging ligt in een samenhangende besturing van alle elementen: callcenters, (remote) diagnostiek, onderhoudsmonteurs, reserveonderdelen, tools, voorwaartse- en retourlogistiek, reparatie en hergebruik. Op het terrein van Service Logistiek kunt u projectvoorstellen indienen voor het: • Ontwikkelen en opzetten van innovatieve serviceconcepten waarmee een omslag wordt bewerkstelligd van traditionele productlevering naar levering van op producten gebaseerde diensten. Daarbij is het belangrijk inzicht te verkrijgen in: • o Geïnstalleerde producten o Levenscyclus van producten o Monitoring (sensoren, ‘sense & respond’) o Ontwerp van onderhoud (conditie-gestuurd door faalgedrag te voorspellen). o Benodigde servicemiddelen (technici, onderdelen, tools) o Gewenste responsetijd / gewenste ‘uptime’ Ontwikkelen van nieuwe business- en verdienmodellen op basis van dienstverlening, waarin service via een servicecontract (service level agreement) wordt geleverd. Belangrijk hierbij is mogelijke bundeling (‘pooling’) van service middelen van meerdere bedrijven. Bijvoorbeeld op het vlak van (inkoop van) reserveonderdelen, onderhoud, monteurs, voorraad(beheer), vraagvoorspelling, retourlogistiek en IT-infrastructuur. Daarbij is het belangrijk inzicht te verkrijgen in: • o Type klant (B2B of B2C) o (Individuele) service verwachtingen o Service partnerships (op basis van transparantie en toegevoegde waarde) o Toepassing van nieuwe technologie o Pooling van service middelen (hardware, software, technici, reservedelen) Ontwikkelen van ketenregieconcepten en opzetten van service logistieke Control Towers voor regie over service transacties. Binnen service business gedreven door ‘sense & respond’ is de Control Tower verantwoordelijk voor het monitoren, anticiperen en aansturen van service middelen op basis van actuele (real-time) informatie. Hierbij worden verschillende ketens (cross-chain) van service middelen (monteurs, tools, onderdelen) gecombineerd. Belangrijk hierbij is ICT-gerelateerde innovatie (CRM, ERP, ‘event tracking’), waarbij aandacht vooral uitgaat naar koppeling van gegevens, processen en systemen binnen en tussen bedrijven. 4 5 Supply Chain Finance Bent u bezig met het ontwikkelen en toepassen van nieuwe financieringsmogelijkheden in de logistieke keten om zo op een innovatieve manier kosten uit de keten te halen en/of risico's in de keten te reduceren en zoekt u hierin nieuwe samenwerkingsmogelijkheden? Voor uzelf of als dienstverlener voor anderen? Supply Chain Finance is een relatief nieuw onderwerp voor het MKB en richt zich op het optimaliseren van financiering en financieringskosten van de totale logistieke keten en de integratie van financiële processen tussen verladers, toeleveranciers, logistieke dienstverleners, financiële partners en andere relevante partners in en over de totale waardeketen(s). Belangrijk in Supply Chain Finance is dat er door samenwerking van ketenpartners nieuwe mogelijkheden ontstaan voor bedrijven op het gebied van het beheersen en verbeteren van werkkapitaal, assets, voorraden, risico’s en aansprakelijkheid, (reverse) factureringsprocessen en dergelijke. Het doel is het reduceren van kosten en risico's in de keten. Logistieke ketens bestaan uit de componenten: goederen, informatie en financiën. Optimalisatie in de logistieke keten richt zich tot nu toe overwegend op verbetering van goederenstromen of de integratie van goederen en informatiestromen. Financiële stromen in de logistieke keten zijn echter minstens zo belangrijk. Tot op heden heeft dit zich vooral beperkt tot het streven om bijvoorbeeld voorraden te verlagen in de keten met het kapitaalbeslag wat daarmee gemoeid gaat. Een verbeterde integrale harmonisatie van logistieke ketens en financiën biedt nieuwe kansen voor bedrijven. Aanvragen binnen het thema SCF kunnen zowel ingediend worden voor vernieuwing van de inrichting van de financiële processen in en over de eigen logistieke keten(s), als voor de ontwikkeling van die innovatieve financieringsconcepten voor de logistieke keten, instrumenten en arrangementen of het ontwikkelen van tools / bouwstenen om SCF door een samenwerking van MKB bedrijven mogelijk te maken. Uiteraard kunnen aanvragen combinaties van gebruikers en ontwikkelaars omvatten. Binnen het thema van SCF worden MKB-bedrijven uitgenodigd met aanvragen te komen voor het ontwikkelen en opzetten van: • Nieuwe financieringsvormen waardoor vervoerders sneller worden betaald. • Nieuwe alternatieve financieringsmogelijkheden, bijvoorbeeld in de diversificatie van financieringsbronnen (het niet afhankelijk zijn van 1 financiële instelling, maar bijvoorbeeld ook gebruik maken van de financieringsopties via grote klanten of leveranciers), orderfinanciering (grote order van klant in relatie tot de inkoopkosten). Loopt vaak stuk op financiering van werkkapitaal. • Nieuwe business development aan de hand van nieuwe financiële logistieke dienstverlening; • Oplossingen voor de financiële drempels in transportketens zoals bijvoorbeeld het automatiseren van borgstellingen, vrijmaken van containers door snellere vrachtbetaling als gevolg van betere informatievoorziening e.d. 5 • Methoden en aanpakken voor het betalingsgedrag van (grote) klanten en overheid (afgesproken termijnen, late betalingen, kortingen bij vroege betaling, voorfinanciering vordering, supplier financing programma’s, interne goedkeuringsprocessen van grote klanten) 6 INNOVATIEF MKB? MET MIT DOET U MEE! MIT-programma Topsector Life Sciences and Health (Health~Holland), 2016 en EFRO Innovatie Samenwerking tussen bedrijfsleven (MKB), kennis- en onderwijsinstellingen en overheden is de basis voor innovatiesucces en economische impact. Ook voor het MKB van de Topsector Life Sciences and Health (LSH; Branding name Health~Holland: H~H). Regionaal, nationaal en internationaal. En innovatief MKB is ook het gezondst1. Extra impulsen Het Bedrijfslevenbeleid van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft tot doel bedrijven, overheid en kennisinstellingen samen te laten werken aan innovatie. Het bedrijfslevenbeleid kent 9 topsectoren, waar de Topsector LSH er een van is, en 2 topsectoren-brede dwarsverbanden: ICT en Smart Industry. LSH geeft als voorheen ook in 2016 via de MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) regeling2 extra impulsen aan innovatie voor het MKB, geïnspireerd op de LSH Kennis en Innovatie Agenda 2016-2019 Pro~Motion3 en het LSH Innovatiecontact 2016-2017 In~Motion4. Instrumenten Verschillende instrumenten (“instrumentenkoffer” en “innovatiemakelaar en netwerkactiviteiten”) en stimuleringsmaatregelen (communicatie, financiering, logistiek en organisatorisch) worden het jaar door ingezet om het MKB te helpen de LSH-Agenda en het LSH-Contact uit te voeren. Deze instrumenten en stimuleringsmaatregelen bieden het LSH MKB als ook voorheen mooie kansen5. Een belangrijk element van de instrumenten is samenwerking: door met één of meer andere MKB R&Dsamenwerkingsprojecten op te pakken, komt extra subsidie beschikbaar - en dan hebben we het nog niet over de extra inspiratie die samenwerking met zich meebrengt! Maar er zijn ook andere instrumenten. Zo kunnen MKB-ers kennisvouchers aanvragen, die kunnen worden ingeruild voor advies en raadpleging van verscheidende relevante kennisinstellingen. Deze instrumenten kunnen de innovatieambities van deelnemende MKB-ers enorm versnellen. De MIT-regeling gaat weer open in 2016. Bij R&D- 1 Zie: http://panteia.nl/NieuwsoverzichtPanteia/~/media/7%20Panteia/Files/Gezondheid%20vier%20mkb%20typen%20in%202015.ashx en http://www.ondernemerschap.nl/sys/cftags/assetnow/design/widgets/site/ctm_getFile.cfm?file=A201448.pdf&perId=4767&utm_sour ce=e-mailnieuwsbrief&utm_medium=email&utm_campaign=AWTI+e-mail+alert 2 Zie de vooraankondiging: http://www.rvo.nl/actueel/nieuws/vooraankondiging-openstellingsdata-mit-regeling-2016 3 Zie: http://www.health-holland.com/public/downloads/useful-documents/knowledge-innovation-agenda-2016-2019-health-hollandpro-motion_final.pdf 4 Zie: http://www.health-holland.com/public/downloads/useful-documents/topsector-lsh-innovatiecontract_final.pdf 5 Zie voorbeelden van succesvol gebruik van de MIT regelingen door MKB-ers: http://www.ipo.nl/files/8614/5407/4710/7050_RVO_MKB_Innoveert_4.pdf LSH / H~H | Innovatief MKB? Met MIT doet u mee | MIT Regeling 2016 1 samenwerkingsprojecten krijgen de beste projecten subsidie. Alle overige MIT-instrumenten werken op volgorde van binnenkomst. Aanvragen Aanvragen van het MKB voor de instrumenten moeten passen binnen de ambities van de Topsector LSH zoals opgetekend binnen in de Kennis en Innovatie Agenda 2016-2019 en het LSH Innovatiecontact 2016-2017. LSH (H~H) gebruikte voorheen de taxonomie/indelingssystematiek van de 10 R&D Roadmaps uit het Innovatiecontract 2012 om haar ambities te omschrijven. Echter, deze systematiek heeft LSH verlaten. Met de inzet op ontwikkeling van duurzame Publiek-Private-Partnerships (PPP) introduceerde LSH namelijk drie taxonomieën aan de hand waarvan de ambities thans omschreven en ingedeeld worden: - Pillars, te weten6: o Pillar I: Fundamentele LSH R&D o Pillar II: Toegepast en praktijkgericht gezondheids- en functioneren LSH R&D o Pillar III: Gebouwde omgeving, ICT Infrastructuur en concept- en systeem LSH R&D - Diensten en producten, te weten7: o Services: innovatieve diagnostische, therapeutische en profylactische interventie(concepten) o MedTech: medische- en gezondheids-technologische innovaties, ook in de thuis en leefcontext o (Bio)Pharma: farmacie en farmacie-gerelateerde innovaties - Gezondheidsoplossingen, te weten8: o Preventie o Cure o Care Alle activiteiten en projecten van de Topsector Life Sciences and Health (LSH), zo ook diegene die het MKB ontwikkelt en uitvoert onder de MIT-regeling 2016 en de EFRO, worden geklasseerd aan de hand van deze drie taxonomieën om overzicht te houden en derden inzicht te bieden. Regionaal versus nationaal In 2016, net als in 2015, kent de MIT-regeling een regionaal en een nationaal deel. Ondernemers moeten eerst een beroep doen op de diverse MIT-instrumenten in hun eigen regio. Wanneer een aanvraag inhoudelijk niet past binnen de Regionale Innovatiestrategie of wanneer het MIT-instrument niet regionaal wordt aangeboden, dan kunnen zij een beroep doen op de landelijke MIT-instrumenten. De regionale MIT-instrumenten zijn: adviesprojecten, haalbaarheidsprojecten en R&Dsamenwerkingsprojecten. De landelijke MIT-instrumenten zijn de kennisvouchers en de twee TKIinstrumenten (Innovatiemakelaars en netwerkactiviteiten). Profiteren De MIT-regeling laat het innovatieve MKB dus profiteren via voornoemde instrumenten. In 2016 stelt het Ministerie van Economische Zaken 35 miljoen euro voor dit instrument beschikbaar en de provincies gezamenlijk 20 miljoen euro. Daarmee bevat de MIT-regeling 5 miljoen euro meer dan 2015. 6 Zie pagina 16-17 van: http://www.health-holland.com/public/downloads/useful-documents/knowledge-innovation-agenda-20162019-health-holland-pro-motion_final.pdf 7 Services: innovatieve diagnostische, therapeutische en profylactische interventie(concepten) en gezondheid(szorg) systeeminnovaties; MedTech: medische- en gezondheids-technologische innovaties, ook in de thuis en leefcontext; (Bio)Pharma: farmacie en farmaciegerelateerde innovaties 8 Zie pagina 12 van: http://www.health-holland.com/public/downloads/useful-documents/knowledge-innovation-agenda-2016-2019health-holland-pro-motion_final.pdf LSH / H~H | Innovatief MKB? Met MIT doet u mee | MIT Regeling 2016 2 EFRO De uitvoering van de EFRO9 programma's biedt een uitgelezen kans om de regionale samenwerking een extra impuls te geven. Wat betreft de meer ontwikkelde regio’s binnen de EU, zoals Nederland, richt het fonds zich onder meer op het versterken van de regionale concurrentiekracht en het vergroten van de werkgelegenheid. Het EFRO draagt in de periode 2014-2020 bij aan vier prioriteiten: 1. innovatie en onderzoek 2. digitale agenda 3. steun voor het mkb 4. de koolstofarme economie Met name ten aanzien van de punten 1 en 3 sluiten de prioriteiten van de Topsector LSH naadloos aan bij de Europese ambities voor de versterking van de regio’s. Instrumenten I. Kern van de MIT uitvoering vormt de instrumentenkoffer. Deze bestaat uit: A. Kennisvouchers (50%, max. € 3.750 ) Inwisselen bij publieke kennisinstelling voor eenvoudige kennisvraag B. Innovatie-adviesprojecten (50%, max. € 10.000) Externe (loon-)kosten voor advisering C. Haalbaarheidsprojecten (40%, max. € 50.000) Haalbaarheidsstudie, evt. in combinatie met beperkt industrieel/experimenteel onderzoek D. Kleine R&D-samenwerkingsprojecten (35%, € 50.000 - max. € 200.000, max. 100.000 per deelnemer) E. Grote R&D-samenwerkingsprojecten (35%, € 200.000 – max. € 350.000, max. € 175.000 per deelnemer) II. Voor de TKI komt voor netwerkactiviteiten en innovatiemakelaars activiteiten een extra bedrag van € 200.000 per topsector beschikbaar. Voor de netwerkactiviteiten mag maximaal € 100.000 worden besteed. Deze middelen zullen eventueel nog aangevuld met middelen vanuit de TKI 2014-2015 toeslag die worden ingezet via HollandBio en de TFHC, analoog aan voorgaande jaren (detailplan is reeds opgesteld en goedgekeurd door het LSH Topteam en in te zien via www.health-holland.com en het LSH TKI-bureau). LSH/H~H Den Haag, februari 2016 9 Zie: http://www.europa-nu.nl/id/vga3f1usj7zg/europees_fonds_voor_regionale LSH / H~H | Innovatief MKB? Met MIT doet u mee | MIT Regeling 2016 3 Bijlage Stimuleringsmaatregelen: - Communicatie: o Herhaald aankondigen en publiceren van de MIT-regeling 2016 en de instrumentenkoffer en publicatie en verspreiding “MKB Innoveert” over de successen van de MIT regeling; Februari-maart: • op de Health~Holland Website en via Twitter/Tweets van de Topsector LSH (Naomi Vorstermans); • Interviewfilmpje van een tevreden MIT gebruiker (Alzheimer Buddy) in het maartnummer van de LSH Newsletter/eMagazine (Naomi Vorstermans); • Bericht naar de regio’s en LSH-partners naar/via o www.zorginnovatie.nl, (Wilco Schuttelaar) o aanjagers van de Regionale Innovatiestrategieën (RIS; ***) o HollandBIO (Annemiek Verkamman) o MedTechPartners (Bart Blokhuis, Maarten van Gils en Bart Blokhuis) o FME (Edwin Dekker) o TTO-Directeuren UMCs/NFU (Carolien Bouma) o HBO Health (Luc de Witte, Daan Bultje, ***) o Ligature (Jorg Janssen) o TFHC netwerk (Peter Post) o TNO (Cyrille Krul) o Etc. Maart-augustus: • Actief ondersteunen MKB’ers middels webinars (Naomi Vorstermans) en seminars (Ernst Nagel, Chrétien Herben, Nico van Meeteren, Hanneke Bodewes) over de inzet van financieringsinstrumenten zoals de MIT-regeling; • Lancering van het MKB ondersteuningsprogramma (intensieve begeleiding van 20 geselecteerde MKB-ers bij hun export ambities) 10 maart i.s.m. Task Force HealthCareMatchmaking event i.s.m. Sports & Technology netwerk speciaal gericht op het MKB • Regiobijeenkomst 19, 20 of 26 april Doel van de Health~Holland regiodag met als doel informeren en uitluisteren van de regio’s om hen verder te betrekken bij de ontwikkelingen binnen topsector LSH en de onderlinge samenwerking en afstemming te versterken (alignment; organisatie LSH TKIBureau, HollandBIO en MedTechPartners) o Agenda: Update vanuit de topsector (oa. financiering en communicatie); Update over de gezamenlijke acquisitie, export, buitenlandbeleid en internationale agenda; Innovatieklimaat & datapositie en samenwerking regio’s (o.a. EFRO tot en met Eurostars en Erasmus). • Netwerkactiviteit/Seminar RVO-LSH medio april-mei 2016 (Jeroen Freriks en Nico van Meeteren) LSH / H~H | Innovatief MKB? Met MIT doet u mee | MIT Regeling 2016 4 • Matchmaking event voor het innovatieve MKB en de gezondheidsfondsen die met hun “nieuwe” TKI-middelen actief worden bijgestaan om het MKB te leren kennen als partner - Financiering o Het inzetten van TKI middelen voor ondersteunende Netwerk en Innovatie makelaars activiteiten - Logistiek en organisatie: o Optimalisatie MKB loket waarbij 'one stop shop' en 'no wrong door' leidende principes zijn. o Actief oppakken regionale samenwerking ter bevordering van goed functionerende, ondernemersvriendelijke ecosystemen in de regio o Supportplan MKB op basis van de voornoemde instrumentenkoffer o Helpdeskfunctie op LSH/H~H bureau voor vragen over de MIT regeling en indiening Medio Q2-3 2016 werken het TKI Bureau LSH en RVO de translationele opties voor de regiopartners uit om hen verder te helpen om van de MIT-regeling door te groeinen naar EU-programma’s als Eurostars, SME-Instrument, FTI en H2020 LSH / H~H | Innovatief MKB? Met MIT doet u mee | MIT Regeling 2016 5 Innovatiethema’s Water, tbv MIT 2016 De topsector Water kent drie deelgebieden: Maritiem; Deltatechnologie en Watertechnologie. Deze drie deelgebieden hebben alle tevens sterke relaties met andere sectoren, zoals agri & food, tuinbouw & uitgangsmaterialen, logistiek, energie en HTSM/ict. Daarnaast lopen er over de grenzen van de drie deelgebieden van de topsector Water crosssectorale verbindingen. De thema’s en de cross-sectorale thematiek sluiten goed aan bij de kansrijke thema’s die in regionale innovatiestrategieën voor de watersector en op het gebied van cross-overs worden benoemd en dragen sterk bij aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. De innovatiethema’s luiden als volgt: Maritiem De innovatiethema’s zijn: 1. Winnen op zee (grondstoffen- en energiewinning op zee) 2. Schone schepen (brandstoffen, brandstofbesparing, emissies, onderwatergeluid) 3. Slim en veilig varen (speciale schepen, slimme systemen, defensie, veiligheid) 4. Effectieve Infrastructuur (interactie schip en infrastructuur havens en vaarwegen) Cross-sectorale verbindingen Naast de eigen thema’s van het TKI Maritiem is er een aantal cross-sectorale verbindingen waar het TKI Maritiem op in wil zetten: • Smart Industry/ict • Energie op zee (Cross over met Energie / TKI Wind op zee en TKI Deltatechnologie) • • • • Zeewierkweek op zee (Crossover met Agri&Food) Composieten (Crossover met HTSM/M2I en Chemie/DPI) LNG als brandstof en op zee (Crossover met Energie/TKI Gas) Effectieve infrastructuur (TKI Logistiek) Koppeling met maatschappelijke thema’s De aanpak van de maritieme sector om maatschappelijke en economische uitdagingen aan elkaar te koppelen sluit goed aan bij de maatschappelijke uitdagingen zoals die zijn geformuleerd in Horizon 2020. De invulling daarvan ligt met name op de thema’s: Thema’s Horizon 2020 Thema 2: Voedselveiligheid, duurzame langbouw, marien en maritiem onderzoek en bio-economie Maritieme thema’s Innovatiethema ‘Winnen op zee’: verwijderen plastic uit de delta’s en de zee, (zeewier)kweek op zee; researchgebied ‘Impact op mariene omgeving’ Thema 3: Veilige, schone en efficiënte energie Innovatiethema ‘Winnen op zee’: veilige olie‐ en gasproductie op zee, duurzame energie op zee (offshore wind, getijdenenergie, golfenergie, Ocean thermal) Thema 4: Intelligent, groen, geïntegreerd vervoer Innovatiethema ‘Schone schepen’: brandstoffen, brandstofbesparing, emissies, onderwatergeluid Innovatiethema ‘Slim en veilig varen’: autonoom varen, slimme systemen Thema 5: Klimaatmaatregelen, milieu, Innovatiethema ‘Effectieve Infrastructuur’: optimale benutting havens en vaarwegen Innovatiethema ‘Winnen op zee’: verwijderen plastic 1 hulpbronefficiëntie en grondstoffen uit de delta’s en de zee, (zeewier)kweek op zee Thema 7: Veilige samenleving Innovatiethema ‘Winnen op zee’: verantwoorde deep sea mining Slim en veilig varen: veilige schepen (gevaarlijke lading, passagiersschepen) en effectieve marineschepen Deltatechnologie De innovatiethema’s zijn: 1. Waterveiligheid 2. Duurzame deltasteden 3. Natte infrastructuur 4. Watermanagement 5. Water en voedsel 6. Water en energie 7. Water en ICT 8. Eco-engineering & nature based solutions 9. Duurzaam functioneren watersystemen 10. Duurzaam gebruik estuaria, zeeën, en oceanen . Cross-sectorale verbindingen De belangrijkste cross-sectorale verbindingen lopen via de thema’s: • Water en Energie: met Topsector Energie, Getijdecentrales, Zoet/Zout energie. • Water en Voedsel: met Agri&Food, zoute landbouw, landbouw op water (zeewieren) Daarnaast zetten de TKI’s Deltatechnologie en Watertechnologie erop in om cross-sectorale verbindingen over de twee technologiegebieden heen actief te bevorderen. Zonder andere toepassingen te willen uitsluiten, liggen kansen op het gebied van de thema’s: • duurzame deltasteden/sustainable cities/resource efficiency. Denkbare praktische toepassingen zijn bijvoorbeeld modellen voor governance; planningsstudies; 3D-verbeeldingen van de samenhangen tbv circulaire economie in steden; • duurzaam gebruik estauari, zeeën en oceanen/resource eficiency/sustainable cities. Praktische toepassingen liggen bijvoorbeeld bij modellen voor anticiperend waterbeheer • water en voedsel/resource efficiency. Denkbare praktische toepassingen zijn bijvoorbeeld monitoringssystemen voor watergebruik; ondergrondse waterbergingsoplossingen; modellen voor optimale drainage. • Water en ict/smart water systems. Denkbare praktische toepassingen zijn onder meer klimaaten water diensten, datamodellen. Koppeling met maatschappelijke thema’s Onderstaande figuur illustreert de verbinding van de innovatiethema’s met de maatschappelijke uitdagingen uit de Horizon 2020-agenda. 2 Watertechnologie De innovatiethema’s zijn: 1. Resource Efficiency (het zo zuinig mogelijk omgaan met grondstoffen en sluiten van kringlopen) 2. Smart Water systems (het inzetten van een scala van aanpalende technologieën (mn ict) voor een zo efficiënt en effectief mogelijk gebruik van water(zuiverings)technologieën). 3. Sustainable Cities; Urban Water Cycle; innovatieve infrastructuur en slim assetmanagement voor een duurzame stad. Cross-sectorale verbindingen De bovenstaande thema’s krijgen vorm door uitwerking met partners uit de sectoren • Agri&food; • Tuinbouw & Uitgangsmaterialen; • Energie (olie en gas); • Chemie, • Life sciences (ziekenhuizen), • Biobased Economy, • HTSM en ict • en met decentrale (bijv. stedelijke) overheden en waterschappen. Koppeling met maatschappelijke thema’s Deze thema’s sluiten als volgt aan op de maatschappelijke uitdagingen die gedefinieerd zijn in het Horizon 2020 programma: Thema’s Horizon 2020 Thema 2: Voedselveiligheid, duurzame landbouw, marien en maritiem onderzoek en bio-economie Thema 3: Veilige, schone en efficiënte energie Thema 4: Intelligent, groen, geïntegreerd Resource efficiency Dominant Smart Water Systems Faciliterend Faciliterend Dominant Sustainable Cities Dominant 3 vervoer Thema 5: Klimaatmaatregelen, milieu, hulpbronefficiëntie en grondstoffen Thema 7: Veilige samenleving Faciliterend Dominant 4 MKB-Innovatiestimuleringsplan (MIT) 2016 Topsectoren Chemie en Energie (inclusief BBE) 2 februari 2016 Topsector Chemie/ Topsector Energie/ incl. Biobased Economy INHOUD 1. Inleiding ...................................................................................................................................... 3 2. Doelstelling ................................................................................................................................. 3 3. Inhoudelijke inkadering: uitwerking thema’s............................................................................. 3 4. De innovatiethema’s binnen de Topsector Chemie ................................................................... 4 5. De innovatiethema’s binnen Biobased Economy....................................................................... 7 6. De innovatiethema’s binnen de Topsector Energie ................................................................... 8 BIJLAGE A Pagina 2 van 15 VERDELING VAN DE BUDGETEN OVER DE SECTOREN: CHEMIE, BIO-BASED EN ENERGIE 1. Inleiding Via dit document dienen de beide Topsectoren Chemie en Energie (incl. Biobased Economy) één gezamenlijk plan in voor de MKB-stimuleringsregeling . Zij doen dit samen enerzijds vanwege de vele raakvlakken in hun programmering en anderzijds vanwege hun gedeelde visie over de aanpak richting MKB innovatie en valorisatie. 2. Doelstelling Onze invulling van de MIT regeling voor chemie en energie heeft als doel de innovatiekracht van het MKB en ondernemerschap in deze sectoren te versterken en te ondersteunen in het verlengde van de programmalijnen van de betrokken TKI’s uit deze twee topsectoren. Door deze regeling kan sneller en effectiever worden bijgedragen aan de noodzakelijke innovaties en aan het versterken van de industrie op het gebied van chemie en duurzame energie, energiebesparing en de Biobased Economy, zoals beschreven in de innovatiecontracten van de beide topsectoren. De innovaties, evenals het werkterrein van de betrokken MKB bedrijven, beperken zich veelal niet tot een enkele sector. Daarom willen beide topsectoren ook aandacht geven aan de voorstellen op de raakvlakken van de sectoren chemie, energie en de Biobased economy. Met de instrumenten uit de MIT regeling wordt MKB ondernemingen de mogelijkheid geboden om innovatieprojecten te starten binnen de reikwijdte van de actuele programmalijnen zoals deze oorspronkelijk zijn geformuleerd bij de totstandkoming van de innovatiecontracten. De regeling is bedoeld om MKB ondernemingen een faciliteit te bieden gericht op nieuwe marktkansen waarmee zij op basis van de innovaties hun positie in Nederland én daarbuiten kunnen versterken. Doelstellingen voor 2016: 1) MKB Ondernemingen te ondersteunen om technische haalbaarheidsstudies uit te voeren. Hieraan is in beide sectoren veel behoefte, mede gezien de vele technische ontwikkelingen. Tevens biedt deze haalbaarheidsstudie de mogelijkheid om de geziene kansen in de markt voor nieuwe producten, processen en diensten te toetsen door een stuk marktkennis op te bouwen. 2) Ondernemers te ondersteunen om R&D samenwerkingsprojecten te starten waarbij minimaal 2 MKB bedrijven betrokken zijn. 3) Ondernemers te ondersteunen door de mogelijkheid om hooggekwalificeerd (universitair of hbo-geschoold) personeel in te huren. 3. Inhoudelijke inkadering: uitwerking thema’s In de innovatiecontracten van de Topsectoren Chemie en Energie worden zogenaamde innovatiethema’s onderscheiden die hieronder verder worden beschreven. Binnen deze thema’s worden technische haalbaarheidsstudies, R&D samenwerkingsprojecten en vouchers, ondersteund. Ondersteuning vindt niet plaats voor projecten die al gestart zijn voordat de aanvraag om subsidie is ingediend. De onderwerpen die voor ondersteuning binnen de MIT Chemie, Energie en de Biobased economy in aanmerking komen moeten vallen binnen de hieronder genoemde programmalijnen van de verschillende TKI’s binnen de Topsectoren Chemie en Energie. Pagina 3 van 15 De verzamelde sectoren stellen de voorwaarde dat aanvragers van middelen uit MIT als deel van hun aanvrage een samenvatting ter beschikking stellen die bij honorering van het voorstel door RVO of door de TKI gepubliceerd kan worden. Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de programmalijnen en de inhoudelijke aspecten die in de aanvragen voor ondersteuning van de MIT regeling Chemie en Energie moeten worden geadresseerd ter toetsing door de beoordelingscommissie. Voor een uitgebreidere tekstuele versie wordt verwezen naar de beschrijvingen zoals deze in de innovatiecontracten zijn gehanteerd (let op dat niet alle thema’s uit de innovatiecontracten zijn meegenomen in onderstaand overzicht voor de MIT regeling, dit o.a. met het oog op relevantie voor het MKB). 4. De innovatiethema’s binnen de Topsector Chemie De topsector Chemie heeft vier programmatische hoofdlijnen gedefinieerd: “Chemistry of Advanced Materials”, “Chemistry of Life”, “Chemical Conversion, Process Technology & Synthesis” en “Chemical Nanotechnology and Devices”. Voor elk van deze hoofdlijnen volgt hieronder een aantal thema’s (10 in totaal). BBE heeft 4 thema’s gedefinieerd. Deze volgen na die van de Chemie. Chemistry of Advanced Materials Binnen dit thema gaat het om innovaties die gericht zijn op de productie van materialen (zoals kunststoffen of bioplastics), en/of de verwerkingsprocessen, en/of de toepassing in een breed scala van producten in diverse toepassingsgebieden en/of het hergebruik hiervan. Programmalijn 1 C- Biobased materials Deze programmalijn richt zich op innovatie met biobased polymere materialen, gemaakt van biobased grondstoffen. Biobased grondstoffen bieden kansen om onze afhankelijkheid van fossiele grondstoffen te verminderen en een bijdrage te leveren aan duurzaamheid. Belangrijke thema’s zijn: o inzet van groene bouwstenen/polymeren met betere/andere eigenschappen o inzet van biobased hulpstoffen, coatings en componenten van composieten o biologisch afbreekbare materialen (bijv. PLA, PHA) voor functionele materialen o biobased alternatieven voor vermeend toxische additieven o nieuwe of aangepaste verwerkingsprocessen die door de inzet van andere polymeren noodzakelijk worden Programmalijn 2 C- Superieure materialen Deze programmalijn is gericht op een viertal speerpunten: o Duurzamer: duurzame producten die resulteren in een lagere milieu-impact. o Slimmer: materialen die bijdragen aan nieuwe functionaliteiten of combinaties van bestaande functionaliteiten. o Effectiever/efficiënter: materialen die leiden tot minder materiaalgebruik met vergelijkbare prestaties of tot betere prestaties bij gelijkblijvend materiaal gebruik. Pagina 4 van 15 o Gezonder/veiliger: Inzet van inzet van nieuwe additieven en stabilisatoren. Programmalijn 3 C- Sluiten van de keten Door de toenemende schaarste van grondstoffen is afval een luxe die de wereld zich steeds minder kan veroorloven. Afval wordt en is grondstof. In eerste instantie is het sluiten van de keten gericht op hergebruik van materialen op basis van fossiele/conventionele grondstoffen, maar ook het sluiten van de keten voor niet-biodegradeerbare biobased materialen is van toenemend belang. Belangrijke thema’s zijn: o Recycling van kunststoffen o Verbetering van scheidingstechnieken. o Toepassen van recyclaat in hoogwaardige toepassingen. o Onderzoek gericht op optimalisatie van eigenschappen na recycling. o Verbetering van efficiency in de materiaalkringloop. Chemical Conversion, Process technology & Synthesis Programmalijn 4 C - Energie-efficiëntie Energie-efficiëntie in de Chemie betreft optimalisatie van de procesmatige verwerking van materialen in de breedste zin van het woord.Het programma Energie-efficiëntie betreft het ontwikkelen van processen en systemen die leiden tot besparing van energie in de procesindustrie, onder meer de chemie, olie & gas, voedingsmiddelen, farma en biotechnologie. Daarbij kan gedacht worden aan gebruikmaking van nieuwe grondstoffen, maar ook aan gebruik van andere energiebronnen. Daarnaast maken nieuwe snelle en goedkope sensoren en regelsystemen dynamische processturing mogelijk aan de hand van input van veel actuele procesdata. Ten behoeve van echt duurzame businessmodellen moeten nieuwe kosten- en risicoschema’s voor beoordeling van de doelmatigheid van nieuwe technologieën ontwikkeld worden. Zulke inspanningen kunnen deel van een project uitmaken. Programmalijn 5 C - Materiaalefficiëntie Materiaalefficiëntie richt zich op: o het ontwikkelen van processen waarin het direct rendement van de materiaalstromen hoog is o processen voor een hoge zuiverheid van (half)producten zodanig dat verder op in de keten efficiënter met het product kan worden omgegaan. o het gebruik van CO2 voor nieuwe productieroutes voor bulkmaterialen. o het winnen van mineralen uit zoute processtromen en proces water van shale gas o het selectief scheiden van waardevolle componenten uit complexe processtromen Hieronder vallen ook het verlengen van de Levensduur van installaties en ombouw van installaties voor hogere energie- en materiaalefficiëntie en voor het gebruik van CO2 in nieuwe productieroutes voor bulkmaterialen. Programmalijn 6 C - Biobased economy Binnen de Biobased economy ligt het werkveld op de processen voor het ontsluiten, verwerken, scheiden en zuiveren van biobased grondstoffen en producten voor de voeding, farma en chemie. Ontwikkelingen aan met name deze onderdelen gebeuren in nauwe band met de programmalijnen bioraffinage en conversietechnologieën van het TKI Biobased Economy onder meer voor complexe Pagina 5 van 15 moleculaire scheidingen en winnen van eiwitten, biobased productieprocessen, snelle routes van bio- tot bulkgrondstoffen en het procesmatig verwerken van algen en natte biomassa. Belangrijke onderdelen zijn het ontwikkelen van hygiënische condities voor raffinage en conversieprocessen en het opschalen van deze processen ten behoeve van bulkproductie. Programmalijn 7 C - Katalysatoren & biomassa De chemie heeft de ambitie om de koolstofketen te sluiten door vernieuwbare uitgangsmaterialen te gebruiken. Om deze ambitie te verwezenlijken is het van belang om nieuwe zeer actieve katalysatoren en processen te ontwikkelen voor stabiele en selectieve vorming van producten uit biomassa. Hierbij zal de nadruk liggen op zowel chemo- als biokatalytische routes en eventuele combinaties. Een belangrijk resultaatgebied is nieuwe bouwstenen voor de chemische en maakindustrie; een ander is "drop-in" van bestaande bouwstenen zodat ze direct ten behoeve van materialen gebruikt kunnen worden. Chemistry of Life Programmalijn 8 C - Chemie van Leven Binnen dit thema gaat het om innovaties die zijn gericht op: o Personalized Health – a) Analyse, diagnostiek, gerichte moleculaire behandeling en monitoring van ziekten. b) Het creëren en verbeteren van medische moleculen en probes. c) Ontwikkeling van biomedische materialen voor verbeterde functionaliteit in het menselijk lichaam. o Voeding – a) Verbetering van het inzicht in de biochemie van processen gedurende de productie van voedsel en voedingsingrediënten. b) Verbetering van het inzicht in de relatie tussen voeding en gezondheid door begrip van verteringsprocessen. c) Duurzame productie en consumptie. o Faciliterende (technologische) ontwikkeling ten behoeve van –a) begrip van cellulaire processen van molecuul tot organisme, b) constructie van moleculen en cellen. Chemical Nanotechnology & Devices Programmalijn 9 C - Chemische Nanotechnology Moderne nanotechnologieën maken het inmiddels mogelijk op atomair niveau slimme systemen te fabriceren. De steeds verdergaande miniaturisatie en integratie van elektronische systemen biedt nieuwe mogelijkheden voor sensoren en informatieverwerking en -opslag. De micro -en nanotechnologie biedt vooruitstrevende oplossingen op het gebied van medische diagnostiek, behandeling en drug delivery, energieconversie, transport, de opslag van gegevens en de ontwikkeling van duurzame processen en producten. Analytisch chemische inzichten en technieken spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van high-end sensing en meet- en analyseapparatuur. De integratie van nanomaterialen en systemen op nanoschaal met (gemodificeerde) biologische systemen kan helpen de levensverwachting van toekomstige generaties te verlengen. Vanuit de topsector chemie zullen nanotechnologie en devices cruciale bijdragen leveren aan oplossingen voor deze uitdagingen. Programmalijn 10 C - (Chemische) Analyse Pagina 6 van 15 (Chemische) Analyse wordt in vele economische sectoren gebruikt en is onmisbaar voor technologische innovatie. Het meten met hogere resoluties (chemisch, in tijd en spatieel) is daarin van groot belang. Tegelijkertijd bestaat er een behoefte om meer analyses ter plekke uit te voeren. Innovatie in (chemische) analyse wordt bereikt langs drie thema’s: o Breng het lab naar het monster [het gaat er hierbij om de analyse te doen waar die nodig is; in een reactor/proces/fabriek, in het milieu, naast het bed van een patiënt]; o Het analyseren van intacte systemen [het gaat hier om non-destructieve analyse, analyse op afstand etc.]; o Revoluties in resoluties [het verbeteren van plaats- tijds- en chemische resolutie. Miniaturisering van analytische technieken speelt bij deze thema’s een belangrijke rol. 5. De innovatiethema’s binnen Biobased Economy Biobased Economy (4 programmalijnen) Programmalijn 11 – B – Biobased – Raffinage en Thermische conversie van Biomassa De programmalijn 'Thermische conversie van biomassa’ richt zich op technologieën waarmee biomassa bij verhoogde temperatuur, al dan niet in aanwezigheid van zuurstof, wordt omgezet naar: - Elektriciteit en, of warmte. Hoogwaardige energiedragers die geschikt zijn voor de productie van elektriciteit en, of warmte. Dit omvat enerzijds voorbehandeling, torrefactie, pyrolyse en andere voorbehandelingstechnieken om laagwaardige biomassa geschikt te maken voor de opwekking van energie en warmte, en anderzijds Bij- en meestoken: het geschikt maken van installaties voor hogere percentages bij- en meestook biomassa. Programmalijn 12-B-Biobased - Raffinage en Chemisch katalytische conversietechnologie. 'Chemisch katalytische conversietechnologie' betreft de ontwikkeling van nieuwe geavanceerde technologieën voor de omzetting van -al dan niet voorbewerkte- biomassa naar groene materialen, chemicaliën en brandstoffen via chemokatalytische routes. Conversieprocessen worden bij voorkeur vooraf gegaan door bioraffinage. Bij bioraffinage worden plantaardige en dierlijke grondstoffen op efficiënte, ecologisch verantwoorde en economische wijze ontrafeld, zodat de volledige potentie van haar inhoudsstoffen benut kan worden. Het streven is daarbij om bestaande functionaliteiten en koolstofskeletstructuren in de moleculen zo veel mogelijk te behouden. Conversieprocessen worden gevolgd door energie-efficiënte scheidingstechnieken, alsook de ontwikkeling van processen voor eindproducten (e.g. polymerisatie en materiaalontwikkeling). Dit is inclusief verwerking lignocellulose, conversie van pyrolyse-olie naar biobrabndstof en chemicaliën, en productie biobrandstoffen en chemicaliën uit vaste biomassa via vergassing. Programmalijn 13-B-Biobased - Raffinage en Biotechnologische conversietechnologie. 'Biotechnologische conversietechnologie' betreft ontwikkeling van nieuwe geavanceerde technologieën voor de omzetting van -al dan niet voorbewerkte- tweede generatie biomassa naar groene materialen, chemicaliën en brandstoffen via biotechnologische routes (met aandacht voor Pagina 7 van 15 biotechnologie/genomics). Conversieprocessen worden bij voorkeur vooraf gegaan door bioraffinage. Bij bioraffinage worden plantaardige en dierlijke grondstoffen op efficiënte, ecologisch verantwoorde en economische wijze ontrafeld, zodat de volledige potentie van haar inhoudsstoffen benut kan worden. Het streven is daarbij om bestaande functionaliteiten en koolstofskeletstructuren in de moleculen zo veel mogelijk te behouden. Conversieprocessen worden gevolgd door energieefficiënte scheidingstechnieken, alsook de ontwikkeling van processen voor eindproducten (e.g. polymerisatie en materiaalontwikkeling). Programmalijn 14-B-Biobased – Zonne-energie-opslag in chemische bindingen & biomass production. Zonne-energie-opslag in chemische bindingen (Solar Capturing) & biomass production omvat teelt, veredeling en de directe omzetting van CO2 en zonlicht in een scala aan eindproducten, in microorganismen of via chemokatalytische processen. Bij Solar Capturing gaat het in essentie om het direct (met zonne-energie of warmte als input) of indirect (met op duurzame wijze opgewekte electiciteit als input) opslaan van zonne-energie in chemische bindingen van een, afhankelijk van de gekozen benadering, breed spectrum aan verbindingen met een koolstofskelet die interessant zijn vanuit economisch perspectief. Veelal starten de omzettingen met koolstofdioxide en water als input en dit draagt bij aan het sluiten van de koolstofcyclus. Het gaat hierbij om Biosolar cells, Aquatische plantaardige bronnen, en Genen en gewassen voor groene grondstoffen. 6. De innovatiethema’s binnen de Topsector Energie Zowel de Nationale Energieverkenning (NEV, hoofdstuk 6) als het advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rijk zonder CO2 – hoofdstuk 7.1) benadrukken het belang van innovatie voor onze energietoekomst. De Topsector Energie onderschrijft dit belang en draagt met de beschikbare middelen en netwerken bij aan die innovaties, die voor de energietransitie het verschil maken. Innovatie wordt vooral gestimuleerd door het verbinden van initiatieven en partijen: kennisinstellingen met bedrijven, internationale netwerken aan Nederlandse innovaties, verbinding met regionale initiatieven en MKB, innovators met financiers. Naast het koppelen van budget aan kansrijke initiatieven is het bieden van een netwerk een belangrijke activiteit van de Topsector Energie. Met de Kennis- en Innovatieagenda 2016-2019 hebben we een samenhangend portfolio van activiteiten voor de komende jaren opgesteld. Vanuit de kracht van de huidige organisatie kunnen we verder bouwen aan cross-overs met andere topsectoren en nieuwe onderwerpen oppakken die nodig zijn voor de energietransitie en het verdienvermogen. Pagina 8 van 15 TKI Energie en industrie ( 8 programmalijnen) Wij zijn van mening dat de industrie een essentiële rol zal spelen in de transitie naar een duurzame energiehuishouding. Deze transitie is een belangrijke maatschappelijke uitdaging voor de komende jaren. Zij biedt bovendien nieuwe kansen voor nieuwe business/verdien modellen Programmalijn: 15 – Nieuwe generatie warmtegebruik systemen Gezocht wordt naar: • technologieën voor efficiëntere en duurzamere productie van warmte; met name om de rol die industriële WKK’s nu hebben over te nemen en die het gebruik mogelijk maken van (diepe) geothermie; • technologieën die hergebruik van restwarmte op brede schaal mogelijk maken, innovatieve warmtepompsystemen en technologieën die restwarmte kunnen omzetten in proceswarmte, koude, elektriciteit of producten; • opslag van hoge temperatuurwarmte. Programmalijn: 16 – Nieuwe generatie scheidingstechnologie Scheidingsprocessen nemen een aanzienlijk deel van het industriële energieverbruik voor hun rekening. Het gaat hierbij vooral om bulk destillatie en verdamping Doelstelling is de ontwikkeling van nieuwe scheidingsconcepten en materialen gericht op een vermindering van het energieverbruik op termijn met veertig procent. Deze ontwikkeling zal evolueren via retrofitoplossingen naar integratie en hybridisatie van bestaande technologieën, en uiteindelijk resulteren in technologieën zonder energie-intensieve fasetransitie. In deze tender wordt met name gezocht naar retrofit mogelijkheden bij destillatie en hybride oplossingen. Programmalijn: 17 – Betrouwbare, rendabele, energiezuinige droog- & ontwateringprocessen Droogprocessen met 20-50% minder energieverbruik en gelijktijdig verbetering van productkwaliteit. Het gaat met nadruk om technologieën die droogstappen vermijden, dan wel sterk verkleinen. Programmalijn: 18 – Intensiveren van processen en optimaliseren van warmte- en stofoverdracht Procesintensivering (PI) betreft het vervangen van een aantal processtappen door één stap waarin de betreffende technologieën zijn geïntegreerd of vervangen door nieuwe technologieën, hetgeen leidt tot efficiëntere processen en/of procesvoering. Onder deze programmalijn vallen ook technieken die zich richten op optimalisatie van het procesontwerp (PSE: Process Systems Engineering) door integrale aanpak en procesbeheersing door geavanceerde procescontrole (APC: Advanced Process Control). Programmalijn: 19 – Winnen van waardevolle componenten uit waterstromen, en ontwikkelen van alternatieven voor huidige energie-intensieve behandelingsmethoden zoals verdamping Er wordt gezocht naar technologieën die resulteren in het doelgericht winnen c.q. terugwinnen en hergebruiken van waardevolle producten en energie uit waterstromen in de procesindustrie Pagina 9 van 15 (inclusief koelwater, ketelwater en proceswater). Tevens gaat het om efficiënter (her)gebruik van materialen, water en energie, het zoveel mogelijk sluiten van interne materiaal- en waterkringlopen en om schonere c.q. veel kleinere afval(water)stromen. Programmalijn: 20 – Energie-efficiënte manier van gasscheiding en gasbehandeling Ambitie is vermindering van het energieverbruik met 30% in geselecteerde processen met nieuwe gasscheidingstechnologieën. De nadruk ligt op fysische scheidingsmethoden, waarbij overall chemische reacties géén overwegende rol spelen. Binnen deze programmalijn wordt aan 3 thema’s gewerkt: • Methaanplatform: terugwinning van waardevolle bestanddelen uit bio- en stortgassen alsmede aardgas van fossiele oorsprong. Mogelijk neveneffect is de productie van pijplijn kwaliteit methaan. Bij aardgas speelt de verwijdering van zure gassen en van inerte bestanddelen een belangrijke rol; • H2 zuivering en synthesegas conditionering: productie van 'groene' H2 met een hoge zuiverheid en een lage CO2-uitstoot, en de samenstelling van een synthesegas geschikt maken voor verder gebruik. Het voorkomen van tussendoor afkoelen en weer opwarmen van de gasstromen dient de energie-efficiency te verhogen; • Waarde uit industriële gassen: terugwinning van waardevolle componenten uit lage druk gasstromen die nu slechts gebruikt worden voor de calorische waarde. Programmalijn: 21 – Systeemintegratie: Elektrificatie en flexibilisering Nieuwe technologieën, dan wel bestaande met nieuwe toepassing, die gebruik maken van hernieuwbare elektriciteit voor het opwekken van warmte (ter vervanging van fossiele brandstoffen) of koude (Power to Heat & Cold) en voor het produceren van grondstoffen en materialen (Power to Products) in de procesindustrie, op zichzelf staand of als onderdeel van een nieuwe proces. Bij integreren in bestaande processen mag het gebruik van hernieuwbare elektriciteit de procesvoering niet verstoren. Programmalijn: 22 – Industriële symbiose Nieuwe, dan wel aangepaste technologieën die de samenwerking tussen industrieën op het gebied van uitwisseling van grond- en reststoffen, tussenproducten, warmte en industriële gassen faciliteren. TKI Urban Energy (5 programmalijnen) Het TKI Urban Energy heeft in 2015 reeds een gezamenlijke programmering tussen de drie voormalige TKI’s (Solar Energy, EnerGO en Smart Grids ) gepresenteerd onder de naam iDEEGO. Dit jaar worden de vijf programmalijnen verder ingekleurd. Deze programmalijnen zijn: 1. Zonnestroom technologie (PV) 2. Warmte en koude installaties Pagina 10 van 15 3. Multifunctionele bouwdelen’ 4. Flexibele energie-infrastructuur 5. Energieregelsystemen en –diensten Programmalijn: 23 – E – Urban Energy - Zonnestroom technologie (PV) Deze programmalijn richt zich op de ontwikkeling en implementatie van Nederlandse kennis en kunde voor wat betreft de ontwikkeling en productie van zonnestroomproducten (d.w.z. cellen, halffabricaten, modules, etc.). Deze programmalijn zal succesvol zijn als er meer Nederlandse technologie, productieapparatuur en materialen van Nederlandse leveranciers wereldwijd in zonnestroomproducten worden verwerkt dan op het moment dat het programma begon. De programmalijn heeft tevens als ambitie om de kosten van zonnestroom te helpen verlagen en draagt daarmee (indirect) bij aan het versnellen van de implementatie van PV in Nederland. Programmalijn: 24 – E - Urban Energy – Warmte en koude installaties De doelstellingen van deze programmalijn zijn het verhogen van de efficiëntie van de conversie naar warmte en koude voor ruimtes en tapwater, het vervangen van de inzet van fossiele brandstof door duurzame thermische energie en het verhogen van de nuttige inzet van die duurzame bronnen door gebruik van thermische opslag. Conversie en Opslag maken samen de “warmtebatterij” mogelijk. Energiedragers “warmte” en “elektriciteit” worden in het nieuwe systeem beter verbonden. Energieopslag stelt ons in staat om aanbod en vraag te ontkoppelen wat onmisbaar is om: het fluctuerende aanbod en de fluctuerende vraag op elk moment op elkaar af te stemmen; te voorkomen dat energienetten in onbalans raken; verdere groei van hernieuwbare energie mogelijk te maken. Programmalijn: 25 – E- Urban Energy - Multifunctionele bouwdelen (MFB) De belangrijkste doelstelling van deze programmalijn is het energieneutraal maken van de gebouwde omgeving in Nederland, door grootschalige implementatie van duurzame energiesystemen (zonnestroom, warmte en koude) én energiebesparing door middel van slimme energierenovatie van gebouwen en civiele infrastructuur (constructies in of aan wegen, spoorwegen etc). Door het toepassen van multifunctionele bouwdelen hiervoor, wordt tevens de installatiebranche en de bouwsector economisch versterkt. Programmalijn: 26 – E - - Urban Energy - Flexibele energie infrastructuur De bedoeling van de programmalijn is om de bijdrage van de energie infrastructuur aan een duurzame energievoorziening te verhogen, met een grotere flexibiliteit van deze infrastructuur. Het gaat om de fysieke infrastructuur (elektriciteit, gas, warmte, koude) voor het transport en de distributie van energie, energienetten en ondergrondse thermische systemen. De te onderzoeken en te ontwikkelen producten en diensten richten zich op de beheerders van de energie infrastructuur. Programmalijn: 27– E - Urban Energy - Energieregelsystemen en -diensten Pagina 11 van 15 Eigenaren van energieregelsystemen kunnen opwekking, opslag en gebruik van energie beter beheren en de uitwisseling van energie via energiehandel optimaliseren. De bedoeling van de programmalijn is om met deze systemen de waarde van lokaal opgewekte duurzame energie te verhogen. En de waarde van flexibiliteit te verhogen: de mate waarin het energiesysteem opwekking en gebruik aanpast in reactie op (on)verwachte fluctuaties. De energieregelsystemen dragen ook bij aan minstens 15% energiebesparing en een gezond binnenklimaat. TKI Wind op Zee (5 programmalijnen) De vijf TKI Wind op Zee innovatiethema’s of programmalijnen zijn: 1. Ondersteuningsconstructies 2. Windturbine en windcentrale 3. Intern elektrisch netwerk en aansluiting op het hoogspanningsnet 4. Transport, Installatie en Logistiek 5. Beheer en Onderhoud Binnen de vijf thema's is een gebalanceerd portfolio van activiteiten gedefinieerd, die ieder bijdragen aan één of meerdere van de schakels discovery, development en deployment van de innovatieketen. Voor een deel van de activiteiten is een proeftuin of demonstratieomgeving essentieel om de innovaties daadwerkelijk te realiseren. Programmalijn: 28 – E – Wind - Ondersteuningsconstructies Nederland heeft sterke spelers met innovatieve productielijnen voor ondersteuningsconstructies van windturbines. Deze bedrijven zijn marktleider, en willen deze positie borgen en verder uitbouwen. Naast het optimaliseren van bestaande ondersteuningsconstructies door middel van de juiste ontwerpmethoden en toepassing van integrale ontwerp- en optimalisatie tools, is kostendaling mogelijk door het ontwerpen van geheel nieuwe typen ondersteuningsconstructies en op het gebied van optimale fabricage door middel van bouwresearch. Programmalijn: 29 – E – Wind - Windturbine en windcentrale Een offshore wind park is nog steeds geen wind power station, maar een gecoördineerde samenbouw van componenten met een verschillende achtergrond. Het geïntegreerd ontwerpen op basis van de laagste cost of energy van het geheel in plaats van de ‘eigen’ component staat nog in de kinderschoenen, maar wordt steeds noodzakelijker gezien de toenemende omvang van de centrale en de turbines. De belangrijkste (technische) aspecten hierbij zijn – innovaties gericht op verhoging van de betrouwbaarheid en levensduur van (componenten van) het windpark, -geïntegreerd ontwerpen van turbine plus ondersteuningsconstructie plus netwerk, - optimalisatie van de windcentrale. Dit laatste steunt onder andere op een hogere mate van regelbaarheid van iedere turbine en de afstemming van de turbines op elkaar. Deze ontwerpaspecten zullen ondersteund worden door een geïntegreerde toepassing van meteorologische, aerodynamische, materialen en control-kennis. De programmalijn windturbine en windcentrale zal zich steeds meer richten op Nederlandse toeleveranciers van onderdelen van turbines (bladen, lagers, generatoren, transmissie) en op het windpark als energiecentrale (integrale optimalisatie). Pagina 12 van 15 Programmalijn: 30 – E – Wind - Intern elektrisch netwerk en aansluiting op het hoogspanningsnet Offshore onderstations zijn groot en zwaar en daardoor duur en moeilijk te transporteren en installeren. Qua technologie zijn er allerlei uitdagingen die liggen op het gebied van HVDC, geavanceerde blindstroomcompensatie-apparatuur, DC-schakelapparatuur & vermogenselektronica en elektrotechnische beveiliging en besturing. Beheerders van onderstations en kabels kunnen niet terugvallen op voldoende statistische gegevens waaruit een onderhoudsbeleid en -strategie kan worden afgeleid. Het ontstaan van een offshore netwerk met e-hubs zorgt voor koppeling van offshore windparken en van de Europese markten. Het fluctuerende gedrag van wind wordt steeds meer bepalend voor de energiestromen in het Europese net. Een oplossing hiervoor is het smart transmission grid (of smart super grid), een net waarin op transmissieniveau slimme besturings- en regelmogelijkheden van energiestromen zijn ingebouwd. Programmalijn: 31 – E – Wind - Transport, Installatie & Logistiek Nieuwe schepen en equipment zijn nodig die grotere turbines en fundaties sneller en bij hogere zeegang installeren. Standaardfundaties zoals monopalen kunnen sneller geïnstalleerd worden, heigeluid moet gereduceerd worden. Ontgronding (scour) moet gecontroleerd plaatsvinden zodat geen steenstorting meer nodig is. Aansluiting van elektriciteitskabels op fundatie / windturbines en het offshore onderstation blijkt regelmatig een uitdaging te zijn. Kabels moeten doeltreffender worden gelegd en ingegraven. Afstemming tussen en vermindering van de componenten die offshore geïnstalleerd moeten worden, en het ontwerp zodanig aanpassen dat de assemblage zoveel mogelijk onshore kan plaatsvinden. Havens moeten worden vergroot en/of nieuw gebouwd. Wellicht is het rendabel extra havens midden in zee te bouwen, ook voor de operationele fase. Een goede infrastructuur en een optimale "supply-chain" dragen bij in kostenreductie. Havens moeten worden vergroot en/of nieuw gebouwd. Programmalijn 32 – E – Wind - Beheer en Onderhoud Circa een kwart van de kosten van offshore windenergie zijn gerelateerd aan het beheer en onderhoud van windparken. Beheer en onderhoud staat nog in de kinderschoenen. Dit vormt een belangrijk aangrijpingspunt in het verlagen van de kosten. Veel grote en kleine Nederlandse MKB bedrijven zijn actief op dit gebied, of willen dat worden. Ook de Nederlandse kennisinstellingen zijn actief op dit gebied en hebben een goede kennispositie. Ook kan door effectief onderhoud de beschikbaarheid van windturbines verder worden opgevoerd wat direct leidt tot hogere productie en lagere Cost of Energy. Design for maintenance (redundantie, betrouwbaarheid) maar ook control strategies die partiële operatie van een turbine toestaan verhogen de productie van een park. TKI Gas (5 programmalijnen / hoofdlijnen) Programmalijn: 33 – E –Upstream Gas De programmalijn ‘upstream gas’ beoogt de productie in kleine velden te optimaliseren langs de randvoorwaarden ‘veilig’ en ‘minimale milieu-impact’. Thema’s zijn: (1) Mature fields: In een ‘mature field’ is de druk in het reservoir teruggegaan tot niveaus waarbij aanvullende druk nodig is om het gas te exporteren. (2) New fields; Exploratie zoals gebruik van ‘subsurface’ bronnen. (3) Tough gas en stranded fields, zoals shale gas, tight gas en coalbed methane; nieuwe technieken. Programmalijn: 34 – E – groen gas - vergisting Pagina 13 van 15 De programmalijnen ‘groen gas’ (vergisting en vergassing) richten zich op agrarische en industriële vergisting (waaronder rioolwater zuivering) en op superkritische en thermochemische vergassing met een rendement >70%. Thema’s zijn: (1) Agrarische vergisters; binnen de energieketen de grondstoffen volgens cascade inzetten, zonder afvalstoffen (‘Cradle to Cradle’). (2) Industriële vergisters; Vergisting van organische afvalstromen op industriële schaal (voedings- en zuivelsectoren, afvalbranche (GFT) en waterzuivering (RWZI)). Innovatie gericht op verbetering van het conversieproces , raffinage van afvalstromen en waardecreatie in de keten. Programmalijn: 35 – E – Groen gas - vergassing Thema’s zijn Vergassing / SNG route; Vergassing van biomassa. Programmalijn:36 – E – Small scale: LNG ‘Small scale LNG’ richt zich primair op de waardeketen van LNG (opslag, veiligheid, instrumentatie, meetstandaarden), maar ook op technologieverbetering. Thema’s zijn: (1) Technologieontwikkeling: is gericht op optimalisatie van de gehele LNG supply chain, met name opslag, distributie en gebruik van LNG als transportbrandstof. Ook kleinschaligere liquefactie technologieën. Daarnaast aandacht voor metrologie en normering. (2) Veiligheid: veiligheidsaspecten vertaald binnen het juridisch kader. (3) Marktintroductie: aandacht aan alle aspecten om LNG als transportbrandstof te implementeren. (4) Maatschappelijke acceptatie: een kritische succesfactor voor de marktintroductie is de acceptatie van deze technologie in de maatschappij. Programmalijn: 37 – E – Gas - CCUS (Carbon Capture, Utilization & Storage) De programmering binnen de lijn over CCUS is op dit moment gericht op het in stand houden van de Nederlandse kennisbasis omtrent CCUS Het programma richt zich op de innovaties die nodig zijn om CCUS gereed te maken voor demonstratie (nu) en implementatie (omstreeks 2025). Thema’s zijn (1) CO2-afvang, (2) Toepassing/hergebruik van CO2, (3) Opslag, verificatie, monitoring en veiligheid, (4) Transport en CCUS-ketenintegratie, (5) Beleidsmatige, juridische en regulatoire kaders, en (6) Maatschappelijk draagvlak, communicatie en bewustwording. Pagina 14 van 15 Bijlage A: Overzicht van de verschillende programmalijnen Programmalijn 1 – C – Polymeren - - Biobased materials 2 – C – Polymeren - Superieure materialen 3 – C – Procestechnologie - Sluiten van de keten 4 – C – Procestechnologie –Energie-efficiëntie 5 – C – Procestechnologie - Materiaalefficiëntie 6 – C – Chemische innovaties - Biobased economy 7 – C – Chemische innovaties Katalysatoren & biomassa 8 – C – Chemie van Leven 9 – C – Chemische Nanotechnologie 10 – C - (Chemische) Analyse 11 – B – Raffinage en Chemisch katalytische conversietechnologie 12 – B – Raffinage en Chemisch katalytische conversietechnologie 13 – B – Raffinage en Biotechnologische conversietechnologie 14 – B – Solar capturing & biomass production 15 – E ---- ISPT --Nieuwe generatie warmtegebruik systemen 16 – E ---- ISPT --Nieuwe generatie scheidingstechnologie 17 – E ---- ISPT --Betrouwbare, rendabele, energiezuinige droog- & ontwateringprocessen 18 – E ---- ISPT --Intensiveren van processen en optimaliseren van warmte- en stofoverdracht 19 – E ---- ISPT --Winnen van waardevolle componenten uit waterstromen, en ontwikkelen van alternatieven voor huidige energie-intensieve behandelingsmethoden zoals verdamping 20 – E ---- ISPT --Energie-efficiënte manier van gasscheiding en gasbehandeling 21 – E ---- ISPT --Systeemintegratie: Elektrificatie en flexibilisering 22 – E ---- ISPT --Industriële symbiose 23 – E – --Urban Energy - Zonnestroom technologie (PV) 24 – E ---Urban Energy – Warmte en koude installaties 25 – E----Urban Energy - Multifunctionele bouwdelen (MFB) 26 – E ---Urban Energy - Flexibele energie infrastructuur 27– E - Urban Energy - Energieregelsystemen en -diensten 28 – E – Wind - Ondersteuningsconstructies 29 – E – Wind - Windturbine en windcentrale 30 – E – Wind - Intern elektrisch netwerk en aansluiting op het hoogspanningsnet 31 – E – Wind - Transport, Installatie & Logistiek 32 – E – Wind - Beheer en Onderhoud 33 – E –Gas - Upstream Gas 34 – E – Gas - Groen gas - vergisting 35 – E – Gas - Groen gas - vergassing 36 – E – Gas - Small scale: LNG 37 – E – Gas - CCUS (Carbon Capture, Utilization & Storage) Pagina 15 van 15 MIT-MKB-plan Creatieve Industrie, 2016 De MIT aanvragen moeten passen binnen de hieronder beschreven thema’s. Deze worden nader beschreven in de Kennis- en Innovatie Agenda van CLICKNL 2016-2019 zie www.clicknl.nl/wpcontent/uploads/2015/06/Okt-2015-CLICKNL_KIA-3.pdf CLICKNL daagt Nederlandse creatieve industrie uit om grensverleggende innovaties te realiseren, die de nationale en internationale concurrentiekracht van de sector versterkt. Het zwaartepunt binnen de sector ligt bij de het innovatiever en concurrerender maken van de zes deelsectoren: 1. Gaming 2. Media en ICT (incl. film en popmuziek) 3. Mode 4. Design 5. Gebouwde omgeving 6. Cultureel erfgoed Voorstellen moeten duidelijk beschrijven hoe zij verbonden zijn aan deze deelsectoren en de door hen geformuleerde deelagenda’s voor de eigen sector. De voorstellen moeten bovendien duidelijk maken hoe ze leiden tot een versterking van de kennisen innovatiebasis van de creatieve industrie door in te spelen op één of meerdere van de volgende onderzoeksgebieden (‘creative research areas’) van CLICKNL: 1. Smart Society betreft het “slim” maken van de wereld om ons heen op basis van uiteenlopende technologische toepassingen, het gebruiken van sensoren, de data die zij genereren en het vertalen daarvan naar nieuwe gebruiksopties en exploitatiekansen. 2. Creative Futures betreft het ontwikkelen en toepassen van creatieve ontwerpmethoden om producten, diensten en complexe systemen te realiseren. Deze doen een beroep op de creatieve industrie om informatie en ideeën te verbeelden, in verhalen om te zetten en te prototypen, 3. Redefining Innovation betreft het belang om creativiteit toe te voegen aan de traditionele, technologisch gedreven, innovatiebenadering en zo creatieve, scheppende competenties, esthetiek, gebruikservaring, perceptie en motivatie centraal te stellen (naast nut, functionaliteit en doelmatigheid) in iteratieve ontwerpmethoden. 4. User Impact richt zich op de (beoogde) gebruikers in het innovatie- en ontwerpproces, spreekt de expertise van gebruikers aan, mobiliseerten fascineer ze. Het beoogt impact op hun gedrag te realiseren, alsmede de impact van de gebruikers als groep te benutten. 5. Business Transformation betreft de wijze waarop de creatieve industrie waarde creëert en verzilvert, hoe digitale revolutie en disruptie worden omgebogen naar nieuwe businessmodellen en andere exploitatie van immateriële producten, diensten en intellectueel eigendom. Bijlage: Kennis en Innovatieagenda Creatieve Industrie 2016-2019, 28 mei 2015 Regeling nationale EZ-subsidies, bijlage als bedoeld in artikel 3.4.2 eerste lid, Bijlage 8 MIT-programma Agri&Food, 2016 Aanvragen dienen te passen in één van de hieronder genoemde roadmaps 1 t/m 9. De topsector Agri&Food wil de ambities realiseren door in de periode 2016–2019 het vraaggestuurde onderzoek & innovatie te versterken en te investeren in excellente kennis & innovatie op drie strategische kansen voor economische en maatschappelijke groei: 1. Meer met minder door duurzame, innovatieve voedselsystemen. Verduurzaming en ondersteunende technologische innovatie zijn een ’must’ om toekomstige voedseltekorten en aantasting van de leefomgeving te voorkomen. In Nederlandse context vertaalt dit zich naar het realiseren van twee maal de toegevoegde waarde met de helft minder input. Een aanpak waarbij mens, dier en natuur centraal staan. 2. Hogere toegevoegde waarde door focus op gezondheid, duurzaamheid, smaak en gemak. De Agri&Food sector zorgt voor gezond, veilig en lekker eten. Daarmee voorziet zij in de dagelijkse behoeften van ieder mens. Het vervullen van deze behoeften leidt tot een hogere bijdrage aan de economie en de volksgezondheid. 3. Internationaal leiderschap door bevorderen van export en veiligstellen import grondstoffen binnen de topsector Agri&Food en daarnaast geïntegreerde systeemoplossingen te exporteren. Binnen het innovatiecontract Agri&Food worden diverse roadmaps onderscheiden. Alle aanvragen voor activiteiten onder dit programma dienen te vallen onder één van deze roadmaps. Een uitgebreidere toelichting per roadmap is te vinden in het Innovatiecontract 20162019, zie het bijgevoegde document. 1. Meer met Minder Roadmap: Robuuste plantaardige productie · Robuuste plantaardige teelt- en bedrijfssystemen · Duurzaam bodembeheer · Duurzame grondstoffen veevoer – eiwitvoorziening Roadmap: Duurzame veehouderij · Diergezondheid en antibiotica · Dierenwelzijn en ingrepen · Genetisch potentieel benutten · Integrale houderijsystemen · Energie en klimaat · Mest en ammoniak · Beheersen zoönosen 2. Hogere toegevoegde waarde Roadmap: Hoogwaardige producten · Sensoriek en Voorkeuren · Textuur en Smaak · Structureren · Actieve componenten · · · · · Grondstof-flexibiliteit Procestechnologie Logistiek Verpak- en bewaarmethoden Ontwater- en droogmethoden Roadmap: Voeding & Gezondheid · Betaalbare en non-invasieve methodologiën om eetgedrag en gezondheid te meten · Voeding en gezonde ontwikkeling · Gezond ouder worden · Gastro-Intestinale gezondheid · Gezondheidseffecten van veranderende grondstofstromen Roadmap: Consument en ketens · Interventies en ontwikkelingen gericht op duurzaam en gezond · Co-creatie, consumentgestuurde innovatie en ontwikkeling · Consumentenverbinding en –vertrouwen · Market Intelligence · Ontwikkeling vraaggestuurde duurzame ketens · Competentie-ontwikkeling Roadmap: Voedselveiligheid · Risico's chemische bestanddelen · Risico's allergeniciteit · Risico's micro-organismen · Risicomanagement en crisispreventie 3. Internationaal leiderschap Roadmap: Internationalisering 4. Crossovers Roadmap: Biobased Economy Deze roadmaps staan beschreven in de Onderzoeksagenda 2015-2017 van het TKI-BBE (http://edepot.wur.nl/338385). · · · · · · · · · Nieuwe en aangepaste grondstoffen Lignocellulose als grondstof Eiwitvalorisatie Koolhydraatvalorisatie Valorisatie oliën en vetten Valorisatie overige biobased componenten Grootschalige centrale bioraffinageconcepten Lokale, decentrale kleinschalige bioraffinage Sociaal-economische aspecten (duurzaamheid en economische duurzaamheid) Roadmap: Smart Agri&Food De topsectoren Agri&Food, Tuinbouw&Uitgangsmaterialen en High-tech Systemen & Materialen werken in samenwerking met het team ICT nauw samen op het gebied van High Tech to Feed the World. Technologische ontwikkelingen op gebied van data-analyse (‘big data’), robotisering, systeemarchitectuur en integratie maken agri & food en tuinbouw & uitgangsmaterialen, slimmer en preciezer. In deze sectoren kan meer op maat en gespecialiseerd worden behandeld en bewerkt. Hierdoor nemen welzijn van mens en dier, productkwaliteit, voedselveiligheid en productiviteit toe. Vooruitlopend op de presentatie van de roadmap High Tech to Feed the World worden MKB-bedrijven door de topsectoren A&F, T&U, HTSM en team ICT uitgenodigd om vanuit de bestaande roadmaps van deze topsectoren bij te dragen aan dit thema.