Raapzaad & Koolzaad Raapzaad-Brassica rapa oleifera en koolzaad-Brassica napus oleifera, twee zaadsoorten die lastig uit elkaar te houden zijn. Het voornaamste verschil is de grootte en de kleur van de korrel. Zo is koolzaad meer grof en donker, bijna zwart van kleur. Raapzaad is weer wat kleiner van korrel en donkerbruin tot roodbruin van kleur. Raapzaad uit Canada is behoorlijk wat lichter van kleur dan het raapzaad uit Scandinavië, dit raapzaad is wat aan de donkere kant. Raapzaad heeft een wat zoetige walnootachtige smaak, terwijl koolzaad wat ‘scherp’ en soms wat bitter van nasmaak is. Van beide soorten is de zaadkern geel, dit wordt veroorzaakt door het vrij hoge luteïnegehalte. Raapzaad en koolzaad zijn rijk aan vet, vandaar de van oudsher toegekende waarde als vogelvoeder, speciaal voor kanaries. De uit kool- en raapzaad gewonnen olie wordt raap- of boterolie genoemd. Een enkele keer wordt raapzaad, het zogenaamde zomerraapzaad ‘boterzaad’ genoemd. In verband met de walnootachtige zoetige smaak staat raapzaad ook wel bekend als nootzoetraapzaad. Het gehalte aan calcium, fosfor en het aminozurenpatroon laat eveneens geen verschillen zien. Voedertechnisch maakt het niet uit of de vogel raapzaad of koolzaad krijgt. Desondanks heeft koolzaad bij vele kanarieliefhebbers een slechte reputatie. Zo zouden vogels door het voederen van koolzaad uit conditie raken en darmstoornissen krijgen. Dit kan inderdaad gebeuren maar alleen wanneer er een plotselinge overschakeling van raap- naar koolzaad plaatsvindt. Raapzaad heeft diverse classificaties, namelijk nr. 1 tot en met nr. 3. Deze classificaties zijn te merken in het verschil enk komen uiteraard in de prijs tot uitdrukking. Een goede mengeling voor kanaries bevat circa 40 procent raapzaad nummer 1. Koolzaad Brssica napus Raapzaad Brassica rapa Koolzaad is een in Nederland vrij algemene, verwilderde een- of tweejarige plant. Die houdt van zon en een vochtige voedselrijke bodem. Koolzaad wordt tot ongeveer ruim een meter hoog en bloeit van april t/m augustus. De gele bloemen zijn tot 2,5 cm in diameter en bestaan uit 4 kroonbladen. De kelkbladen staan schuin af. Na de bloei vormen zich tot 10 cm lange hauwtjes. De geveerde onderste bladen hebben eivormige zijslippen en een grote eindlob. De bladeren hoger in de plant zijn half stengelomvattend. De bladeren zijn blauwgroen van kleur, inclusief het onderste. Ze zijn kaal of hebben alleen aan de onderzijde wat haren bij de middennerf. Koolzaad wordt gerekend tot de kruisbloemenfamilie ( Cruciferae Brassicaceae.) Koolzaad is een kruising van koolzaad en raapzaad en wordt vaak verward met Raapzaad. Bij Raapzaad blijven de bloemknoppen onder de bloemen, bij Koolzaad steken ze boven de bloemen uit. De bloeiwijze van koolzaad is ook langgerekter. Bij Raapzaad zijn de onderste bladen heldergroen en meer behaard dan die van koolzaad blauwgroen en kaal met hooguit wat haar langs de middennerf aan de onderzijde. Bladeren van Raapzaad omvatten de stengel, die van Koolzaad omvatten de stengel hooguit half. Verschillen tussen koolzaad en raapzaad In de tabel heb ik een samenvatting gemaakt van de kenmerken waar je op moet letten om koolzaad en raapzaad te determineren (volledige tabel met illustraties op www. floron.nl). koolzaad Rozet- onderste bladeren Bovenste stengelbladeren Raapzaad Grasgroen en behaard met stugge haren Blauwgroen en kaal (soms lichtbehaard, aan beide zijden (onderzijde alleen op onderzijde alleen op nerven behaard) nerven behaard) Half-stengelomvattend (50% of minder) Geheel-stengelomvattend (75% of meer) Bloemen vruchten Kelkstand tijdens bloei Positie bloemknoppen Kroonbladeren meestal overlappend, Kroonbladeren nauwelijks overlappend, niet tot nauwelijks geurend zoetig geurend (kleiner dan koolzaad, (groter dan raapzaad, diameter 18-26 diameter 12-19 mm) mm) Verhouding snavel/vruchtklep 1:5 Zaden Verhouding snavel/vruchtklep 1:3 Zaden ter grootte anijszaad (2-2,5 mm) ter grootte maanzaad (1-1,5 mm) De vier kelkbladeren meestal in dezelfde Kelkstand vaak variabel stand Bloemknoppen boven de bloemen, Bloemknoppen meestal onder de bloeiwijze dan uitgerekt (soms knoppen bloemen, bloeiwijze compact (soms tussen de bloemen) knoppen tussen de bloemen) Het is vaak zinvol om meerdere kenmerken van een plant te bekijken. De nieuwe tabel is naar mijn idee een aardig hulpmiddel om koolzaad en raapzaad van elkaar te onderscheiden. Desondanks zullen er ongetwijfeld individuele planten zijn die zich hardnekkig verzetten tegen determinatie, bijvoorbeeld door bovenste stengelbladen te produceren die 60% stengelomvattend zijn. Dat houdt plantenliefhebbers alert! Aanvullende informatie over kool en aanverwanten Uit de ecologische flora zijn nog wat interessante, aanvullende informatie overgenomen over het kruisbloemengeslacht kool (Brassica), dat vier soorten telt: kool (Brassica oleracea), raapzaad (Brassica rapa), koolzaad (Brassica napus) en zwarte mosterd (Brassica nigra). De Brassica-soorten die in Nederland in het wild voorkomen zijn allemaal verwilderde cultuurgewassen. Als wilde plant is kool in ons land schaars en vooral bekend uit de zeereep. De overige drie Brassica-soorten kunnen heel talrijk zijn, vooral in omgewerkte grond aan wegranden en in open bermen. Uit wilde kool (B. oleracea) zijn vele cultuurgewassen voortgekomen, die in ons land volop worden gekweekt en gegeten. Raapzaad heeft groenterassen als raapsteeltjes, meiraapjes en Chinese kool opgeleverd. Koolzaad is ontstaan als een bastaard van kool en raapzaad. Het feit dat koolzaad gedeeltelijk dezelfde genetische achtergrond heeft als raapzaad zal ongetwijfeld bijdragen aan de uiterlijke overeenkomsten tussen deze soorten. Koolzaad is vooral in cultuur als oliezaad. Zwarte mosterd wordt gebruikt als bodembedekker. De zaden van deze soort zijn Rechtsonder in bovenstaande driehoek ziet U raapzaad met haar erfelijke eigenschappen. Door veredeling ( knutselen aan de erfelijke eigenschappen) kunnen andere soorten ontstaan. Gelukkig is er een verschil in chromosoomaantal! Raapzaad Kool zaad Kool Op bovenstaande afbeelding is dat mooi weergegeven. Je kunt daar zien dat koolzaad een product is waar de erfelijke eigenschappen van kool en raapzaad in een nieuwe zijn samengebracht. Bij een publicatie “Elf nieuwe trucs van de hormoonmaffia” wordt vermeld dat sommige plantaardige extracten, die van koolsoorten voorop, zwavelhoudende oxazolidine-2thiones bevatten. Raapzaad bevat bijvoorbeeld veel 5-vinyl-oxazolidine-2-thione of 5VTO. Zeker nu raapzaad – beter bekend als canola – als goedkopen eiwitbron steeds vaker opduikt al diervoeder, stijgt de kans dat steeds meer melk meer 5-VTO gaat bevatten dan gezond is. De conclusie van onderzoekers is, dat deze stof door de sterke oestrogene werking schadelijke verstoring van de het hormonale evenwicht kan veroorzaken. Deze publicatie is gericht op de gezondheid van de mens, maar gelet op de geluiden dat bijvoorbeeld plotselinge overgang van lijnzaad naar raapzaad bij kanaries problemen veroorzaakt. Conclusie: Raapzaad is populair bij kanariehouders, maar bevat veel zwavelhoudende aminozuren. Een te veel daarvan kan de hormoonstofwisseling in de war brengen door een teveel aan oestrogene werking die daardoor kan worden veroorzaakt. Dan is het met de kweek afgelopen en zullen er niet veel jonge kanaries meer op stok komen. Oppassen is dus verstandig. Sommige kanariezaad mengsels bevatten al raapzaad. Het lijkt niet verstandig om het raapzaadpercentage extreem op te voeren. Of deze (theoretische) conclusie in de praktijk klopt zou interessant onderwerp van bespreking kunnen zijn. Henk Verburg Secr. AVES