Lisa Cardoen 1 BaOa ICT en bronnenonderzoek De invloed van dementie op pijn: een vergeten gebied. 1. Referentie Scherder E. ‘De invloed van dementie op pijn: een vergeten gebied.’ In: Pijn Info, 20041 2. Het artikel komt uit het tijdschrift: ‘Pijn Info’ (oktober 2004), p.17-28. Om een goed inzicht te krijgen in de huidige, actuele opvattingen op het gebied van pijnbestrijding en de behandelingsmogelijkheden, is er nu Pijn info. Pijn info is een serie waarin steeds nieuwe katernen verschijnen, die telkens op één specifiek onderwerp ingaan. Elk onderwerp wordt hierbij benaderd vanuit verschillende invalshoeken van de betrokken disciplines. Zo krijgt u als huisarts, medisch specialist, fysiotherapeut, klinisch psycholoog of verpleegkundige op een toegankelijke manier de meest recente visies en therapieën over een breed scala aan onderwerpen in handzaam formaat in huis. Pijn info is de geheel vernieuwde opvolger van het bekende Pijn-Informatorium. 3. Het artikel werd geschreven door Erik Scherder. In het artikel wordt er geen uitleg gegeven over de heer Scherder. Scherder is : Hoogleraar Bewegingswetenschappen Rijksuniversiteit Groningen met als specialisatie dementie. Hoogleraar Klinische Neuropsychologie Vrije Universiteit Amsterdam Fysiotherapeut Pionier in de begeleiding van ouderen met dementie Hij heeft twee passies: pijnbestrijding en het belang van bewegen bij mensen met dementie. Hij hoopt dat ouderen ‘geen wegkwijnende oude dag hebben.’ Scherder won in 2009 de VU – onderwijsprijs. Volgens de jury ‘weet de heer Scherder zijn passie voor het onderwijs over te brengen op studenten. Onderwijs is voor hem 'een avontuur dat je met elkaar aangaat'’. Hij onderzocht de relatie tussen de ziekte van Alzheimer en bewegen. Hoe fysiek actiever op jonge leeftijd hoe minder dementie op latere leeftijd Ook als men pas op hun 65ste pas sport Bewegen verrijkt de hersenen Cognitie en gedrag zijn gebouwd op de motoriek, ze hebben hetzelfde neurale systeem. In een vroeg stadium van Alzheimer gaat de sociale cognitie achteruit omdat de hersenfuncties achteruit gaan. Scherder: “Biedt een constructief programma aan. Passiviteit leidt tot gedragsstoornissen.” Zijn motto: “Use it or lose it” 1 Stimuleren van de hersenen van dementerende ouderen Geestelijke achteruitgang remmen Hersengymnastiek, nieuwe taal leren of puzzelen, helpt Scherder = actief bewegen bestrijdt de achteruitgang. P. 17 - 28 Lisa Cardoen 1 BaOa ICT en bronnenonderzoek Een stevige wandeling bevordert de doorbloeding van de hersenen en werkt dus heilzaam. Andere werken van Erik Scherder: Scherder E & Eggermont L. Stilstaan is achteruitgaan : De invloed van bewegen op cognitie en gedrag bij ouderen met dementie, ongepubliceerd verslag, zp, zd, zp. Scherder E. Lichamelijke inactiviteit bij dementie : de rol van pijn en voedin, ongepubliceerd verslag, zp, zd, zp. Scherder E. Neurorevalidatie bij Dementie: realiteit of utopie? Medische Faculteit Vrije Universiteit, Amsterdam, p. 12 Scherder E. De invloed van dementie op pijnbeleving, publicatie in eigen beheer, zp, zd, zp Scherder E. De invloed van dementie op pijn: een vergeten gebied, publicatie in eigen beheer, zp, zd, zp Scherder E. Veroudering en de ziekte van Alzheimer: inleiding in de klinische en neuropsychologische overeenkomsten en verschillen, Van Gorcum, zp, 2001, 220p. 4. De structuur. In de tekst zijn er ondertitels aangebracht. Deze luiden als volt: - Inleiding Het mediale en en laterale pijnsysteem De invloed van subtypen dementie op het mediale en laterale pijnsysteem De ziekte van Alzheimer Vasculaire dementie Frontotemporale dementie - Discussie De structuur is mooi en logisch opgebouwd. De paragrafen die op elkaar volgen, werken ook verder op elkaar. In het artikel komen er niet zo veel voet - en eindnoten aan bod. In de volledige tekst vind ik slechts één voetnoot terug. Deze geeft weer hoe het tabelletje op p.3 in elkaar zit. De voetnoot is handig voor mensen die geïnteresseerd zijn in het medisch ontleden van de tabel. In mijn geval is de voetnoot dus minder van belang. 5. Zie tekst 6. Lijstje met… A. De bronnen die vermeld staan zal ik niet meer opzoeken vermits die te medisch getint zijn. Ik en ook de groep zijn eerder geïnteresseerd in het effect van de subtypen dementie op het gedrag. B. Bij het thema worden geen organisaties vermeld die verbonden zijn met de problematiek van dementie. C. Willis en Westlund, Rainero en medewerkers, Bathgate en medewerkers D. Woordenlijst: de neuropathologie = Pathologie is een synoniem voor ziekteleer. Neuropathologie beschrijft aandoeningen van het centraal zenuwstelsel. Lisa Cardoen 1 BaOa ICT en bronnenonderzoek Vasculaire dementie = wordt veroorzaakt door afsluiting van de bloedvaten in de hersenen. Hierdoor krijgen de hersenen te weinig zuurstof waardoor ze beschadigd raken. Mediaal = Het Latijnse `medius` betekent midden. Het lichaamsonderdeel ligt aan de binnenzijde, naar de mediaanlijn toe. Lateraal = Het Latijnse `latus` betekent zijde/zijkant. Het lichaamsonderdeel ligt aan de buitenzijde, van de mediaanlijn af. Vasculair = Met betrekking tot de bloedvaten. Frontotemporale dementie = synoniemen zijn 'de ziekte van Pick' en 'frontaalkwabdementie'. Bij deze aandoening wordt vooral het voorste gedeelte van de hersenen, de frontaal- of voorhoofdskwab en de temporaal- of slaap aangetast. De aandoening begint meestal tussen het 50e en 60e levensjaar, maar kan ook eerder tot uiting komen. De FTD-patiënt maakt in het begin van de ziekte een normale indruk. Naarmate de ziekte vordert, veroorzaakt de aantasting van de hersenen veranderingen in het gedrag en in het contact met anderen. Atrofie = Verschrompeling van een orgaan door het afsterven van de cellen waaruit het orgaan bestaat. Het afsterven wordt veroorzaakt door een tekort of juist een overmaat van stoffen die de cel nodig heeft om te blijven leven. Laesie = beschadiging of verwonding Consistent = innerlijk samenhangend en niet tegenstrijdig Klinisch onderzoek = Elk onderzoek dat wordt uitgevoerd met vrijwillige medewerking van menselijke proefpersonen en dat als doel heeft de werkzaamheid en veiligheid na te gaan van het product dat onderzocht wordt. Subcorticaal = onder de schors van een orgaan gelegen Corticaal = -de hersenschors betreffend. Reticulaire formatie = netwerk van zenuwcellen in de hersenstam, dat het bewustzijnsniveau en het waak- en slaapritme regelt. Mesencephalon = de middenhersenen is het deel van de hersenen dat zit in het bovenste deel van de hersenstam. Nociceptieve = pijngevoelig Peptide= een molecuul dat bestaat uit een kleine keten van aminozuren Antalgisch = ongevoelig voor pijn; pijnverlagend Desinhibitie = ontremming Inhibitie = remming en ontdrukking Plaques = aangroeisels van vetten en macrofagen aan de binnenkant van de slagader Tangles = Knoop, onoplosbare samengestrengelde vezels die in de hersencellen te vinden zijn. Neuronaal = met betrekking tot een zenuwcel. Degeneratief = afnemen of vermindering van orgaan of functie. Cerebraal = De grote hersenen (= cerebrum) betreffende. Lisa Cardoen 1 BaOa ICT en bronnenonderzoek Synthese In het artikel spreekt men over de onderzoeken die er gedaan geweest zijn over de invloed van de neuropathologie van verschillende subtypen dementie op het mediale en laterale pijnsysteem en de daaraan gerelateerde aspecten van pijn. Belangrijk is wel te vermelden dat het mediale en laterale pijnsysteem niet erg veel contact met elkaar hebben. Er is enkel contact tussen de laterale en mediale thalamus. Om de complexiteit van pijn weer te geven heeft men een verscheidenheid aan pijnaspecten: - Sensorische / discriminatieve aspecten Motivationele / affectieve aspecten Cognitieve/evaluatieve aspecten Geheugen voor pijn Autonome reacties op pijn De verschillende subtypen hebben invloed op het mediale en laterale pijnsysteem. Bij de ziekte van Alzheimer zien we dat de meeste gebieden van het mediale pijnsysteem zijn aangedaan. Wanneer het over het laterale pijnsysteem gaat zien we enkel degeneratieve veranderingen in de nucleus reticularis2 in een eindstadium van Alzheimer. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat patiënten met de ziekt e van Alzheimer, in vergelijking met ouderen zonder dementie, aangeven minder last te hebben van de motivationele/affectieve aspecten van pijn. De gemiddelde pijnbeleving van de Alzheimer – patiënten is opmerkelijk lager dan die van ouderen zonder dementie, toch leek het geheugen voor pijn geen grote invloed te hebben op de diagnostiek van pijn. Maar bij een pijnprikkel met een hoge intensiteit komen de autonome reacties van de Alzheimer – patiënten echter wel overeen met die van de niet – demente ouderen. 3 De overige aspecten zijn, voor zover bekend, niet eerder onderzocht bij de ziekte van Alzheimer. Bij vasculaire dementie gaven de patiënten aan méér pijn te ervaren dat niet – demente ouderen met een gelijkwaardige pijnconditie. Dit wordt onderzocht op vlak van de motivationele/affectieve aspecten van pijn. De invloed van vasculaire dementie op de overige pijnaspecten is (nog) niet onderzocht. Het pijnpatroon van vasculaire dementie is tegengesteld aan dat van de ziekte van Alzheimer: bij vasculaire dementie ligt een toename in de pijnbeleving voor de hand waarbij een afname in pijnbeleving wel mogelijk is. Patiënten met een frontotemporale dementie vertonen, in tegenstelling tot bij Alzheimer en vasculaire dementie, de meeste atrofie in de frontale, laterale temporale en pariëtale gebieden. De neuropathologie bij deze patiënten wordt ook gekenmerkt door witte-stoflaesies, wel in mindere mate dan bij vasculaire dementie. 2 Vormt een onderdeel van de non-specifieke kernen in de thalamus. Als enige kern in de thalamus heeft zij geen rechtstreekse projecties naar de cortex. 3 Onderzoek van Rainero en medewerkers Lisa Cardoen 1 BaOa ICT en bronnenonderzoek In een studie werd gevonden dat de locus coerulus intact blijft bij frontotemperale dementie. Net als bij vasculaire dementie, werd de relatie tussen frontotemperale dementie en het laterale pijnsysteem tot nu toe niet onderzocht. In slechts één onderzoek werden gedragsstoornissen, waaronder ook pijn bij patiënten met frontotemporale dementie, Alzheimer en vasculaire dementie, met elkaar vergeleken. De pijnbeleving bij patiënten met een frontotemporale dementie is lager dan de andere twee subtypes. De patiënten met een frontotemporale dementie anticiperen minder goed op gevaar en minder goed in staat zijn zich op tijd van het gevaar weg te trekken. Atrofie en witte – stoflaesies zijn kenmerkende neuropathologische afwijkingen voor zowel de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie als frontotemporale dementie. De witte – stoflaesies kunnen bij patiënten met Alzheimer en frontotemporale patiënten een toename in pijn kunnen veroorzaken. Patiënten met een vasculaire dementie kunnen juist een vermindering in pijnbeleving ervaren. Volgens dit artikel is er meer nood aan klinische onderzoeken en neuropathologisch onderzoek, dit zal voor het inzicht in mogelijke veranderingen in pijnbeleving van demente ouderen betekenen.