RADIOTHERAPIE THV BORST EN KLIERSTREKEN Borstkanker kan behandeld worden met een operatie (chirurgie), met medicijnen (chemotherapie, hormonale behandeling) en/of bestraling. De behandelende arts zal meestal een combinatie van deze verschillende methoden toepassen, afhankelijk van de grootte van de tumor, uw leeftijd en algemene conditie. Algemene nuttige informatie over radiotherapie vindt u in de brochure “Meer weten over radiotherapie” te verkrijgen in het ziekenhuis of op de website van het Iridium Kankernetwerk. Nevenwerkingen • Huidreacties: Het is heel normaal dat uw huid reageert op bestraling. De huidreacties treden gewoonlijk op rond de 3de week van de behandeling. Daarna verergeren ze geleidelijk. De mate waarin uw huid reageert, hangt af van een aantal factoren: het soort stralen, de toegediende dosis en de plaats van bestraling. Op de bestralingsplaats kan uw huid er rood uitzien. Ze is droog en lichtjes opgezwollen. Achteraf schilfert ze af. De huid op de bestraalde plaats jeukt en is erg gevoelig. Heel zelden kan de huid donkerrood worden. Dan is ze ook glimmend en pijnlijk. Er kunnen zich blaasjes vormen, die opengaan en waaruit vocht kan komen. Deze klachten treden vaak op in de huidplooien. Bijvoorbeeld : thv de oksels, onder de borsten,.. De tepel zal naar het einde toe donker verkleuren met vorming van kleine korstjes die nadien langzaam verdwijnen over een periode van verschillende weken tot enkele maanden. De huid begint zich weer te herstellen 1 à 2 weken na de laatste bestraling. Lichte huidreacties genezen binnen 2 tot 4 weken na de behandeling. Hevige huidreacties genezen pas 4 tot 8 weken na de behandeling. De donkerrode of bruine huidverkleuring verbleekt geleidelijk na weken of maanden. De verpleegkundigen van de bestralingsafdeling zullen met u overlopen hoe u uw huid het best kunt verzorgen en behandelen bij reacties. Een aantal vuistregels: o Was uw huid, zonder te wrijven op de bestralingsplaats met zuiver water of met een neutrale, niet-geparfumeerde zeep. o Gebruik bij voorkeur lauw water. U mag gerust een douche nemen. Neem liever geen bad, want zo zouden de huidmarkeringen (de veldaftekeningen voor de bestraling) gemakkelijk verdwijnen. Breng nooit zelf opnieuw de tekeningen aan, als ze minder duidelijk geworden zijn. o Was u heel voorzichtig. De bestraalde plaatsen moet u zachtjes deppen en u mag er niet over wrijven. o Droog de huid heel voorzichtig en deppend. o Houd de huidplooien zeer droog, want op die plaatsen gaat de huid gemakkelijker open. o Bescherm uw huid op de bestraalde plaats tegen te hoge en te lage temperaturen. o Vermijd deodorants op de plaats waar u bestraald wordt. o Scheer u niet op de bestralingsplaats, bijvoorbeeld in de oksels. o Vermijd kleding die over de bestraalde huid schuurt. o Doe indien mogelijk 100% katoenen kleding aan, als die kleding rechtstreeks in aanraking komt met de bestraalde huid. Dames: Draag bijvoorbeeld geen strak zittende beha, Als u toch een beha draagt kunt u uw huid met een zacht doekje beschermen. Soms is het aangewezen dat u onder uw beha een katoenen hemdje draagt. • Zonneprotectie: Bescherm de bestraalde huid tegen rechtstreekse zon, koude, wind en regen. Zonneproducten houden de zon niet volledig tegen en bovendien kunnen ze irritatie veroorzaken. Bedek liever de bestraalde huid. • Sliklast door irritatie slijmvliezen thv de slokdarm en keel: Radiotherapie kan prikkelend zijn voor de slijmvliezen. Hierdoor kan u last krijgen bij het slikken, waardoor voedselinname en slikken wordt bemoeilijkt. De arts zal u dan geneesmiddelen voorschrijven om de slokdarm te beschermen en/of zuurremmers. Wanneer er sprake is van een schimmelinfectie zal u ook hiervoor een behandeling voorgeschreven krijgen. • Verminderde eetlust: Komt zelden voor. Deze klachten kunnen optreden vanaf de derde week van de bestraling. Probeer voldoende te drinken en eet vaak tussendoortjes. Kies calorierijke maaltijden. • Vochtopstapeling (oedeemvorming) thv armen en borst: Uw borst zal de eerste maanden eerder gezwollen zijn door oedeemvorming. Later wordt de borst meestal terug kleiner door fibrosevorming (inwendige littekenvorming) Lymfevocht bevindt zich in en rond de weefsels van ons lichaam en wordt vervoerd via lymfebanen of lymfewegen. De lymfevaten en de lymfewegen vormen het lymfestelsel. Indien de lymfedrainage in het gedrang komt, dan kan lymfevocht zich opstapelen op een bepaalde plaats en ontstaat er lymfoedeem of een plaatselijke zwelling. Dit kan gebeuren door wegnamen van lymfeklieren in de oksel, waardoor de lymfe moeilijker wordt afgevoerd. Bijkomende radiotherapie op een lymfeklierstation werkt dit nog in de hand. Lymfoedeem kan ook laattijdig ontstaan,ook jaren na de ingreep. Voor meer informatie hierover en nuttige tips raadpleeg “de gezwollen arm”. • Hoesten kan soms laattijdig voorkomen maar is eerder zelden: Bestraling van de luchtwegen of de longen irriteert de cellen, waardoor u last kan krijgen van hoesten. Die hoest kan zowel droog zijn als gepaard gaan met een productie van slijmen en fluimen. Als u reeds voor de bestraling hoestte, is het mogelijk dat u tijdens de behandeling nog meer last krijgt van hoesten. Contacteer uw arts bij deze klachten. - Radiotherapie thv borst en klierstreek 2 • Vermoeidheid: Radiotherapie veroorzaakt in wisselende mate toegenomen moeheid en verminderde uithouding. In de verschillende ziekenhuizen binnen het Iridium Kankernetwerk worden regelmatig informatiesessies over vermoeidheid georganiseerd waarbij nog heel wat praktische tips worden gegeven om energie te besparen. U kunt hiervoor op de website kijken of de data navragen bij de verpleegkundigen. - Radiotherapie thv borst en klierstreek 3