OET223 2 Herfst 2009 H Q6.qxd 03-08-2009 14:40 Pagina 36 Aan de namen van planten valt vaak al af te lezen hoe het met hun relatie tot de mens is gesteld. Zonnekruid, madeliefje, boterbloem, daarbij is geen vuiltje aan de lucht. Hoe anders klinken namen als dolle kervel, wildemanskruid, of nog erger, duivelsklauw. Soms zijn de namen een ongefundeerde aanval op de reputatie van de betreffende plant, meestal is er meer aan de hand en blijkt de gegeven naam de lading aardig te dekken. Flora Diabolica BRIAN KABBES Vooral in oude plantennamen komt het onderscheid tussen goede (bruikbare) en slechte (onbruikbare en gevaarlijke) planten sterk naar voren. Nutsplanten kregen vaak een naam die het positieve benadrukte, zoals suikerwortel, hemelsleutel of brave hendrik. Het tegenovergestelde deed men met gevaarlijke planten. Wat we nu kennen als bilzekruid (Hyoscyamus) werd vroeger vanwege de roesopwekkende werking dolkruid genoemd. De plant is zo giftig dat doseren een heel precies werkje is. De scheidslijn tussen roes en dolle waanzin is ragfijn. Met recht een plant om gek van te worden. De gele monnikskap (Aconitum vulparia) stond bekend als doodskruid en ook als duivelsknol vanwege de gevaarlijk giftige, knolvormige wortel. Erger kwaad dan de duivel was niet denkbaar, de afschuw van dergelijke planten was groot. FOTO’S: AUTEUR Des duivels De duivel komt in tal van plantennamen prominent naar voren. En zoals te verwachten valt nooit in een neutrale, laat staan positieve context. De duivelse naam wordt bijvoorbeeld recht gedaan door duivelsnaaigaren (Cuscuta europaea). Dit is een plantje dat zelf maar bar weinig voor de kost doet. Alles wat nodig is om te kunnen groeien pikt deze plant van de gastheer waar ze doorheen woekert. Overal waar de roze ranken een blad of stengel van de waardplant raken, prikt een klein worteltje zich vast en zuigt de sappen met suikers en mineralen op voor eigen gebruik. Een echte parasiet, maar wel een domme. Een slimme parasiet knijpt de keel van de gastheer niet helemaal dicht, maar juist zover dat deze nog net niet de geest geeft. Het duivelsnaaigaren is zo gulzig dat het de gastheer helemaal uitzuigt waardoor uiteindelijk niet alleen deze sterft, maar ook de parasiet zelf. De prijs voor de meest duivelse plant gaat wat mij betreft naar de duivelsklauw (Ibicella lutea). Deze woestijnplant groeit in grote delen van Amerika in het wild en heeft een bijzonder akelige manier gevonden om zijn zaden te verspreiden. De zaaddozen zien er uit als een zwarte klauw die ligt te wachten in de woestijn tot er een dier (hert, koe, ezel) zo onfortuinlijk is erin te trappen. Dan slaan de twee klingen zich vast in de poot en laten niet meer los. De punten zijn messcherp en net zo taai als ijzerdraad. Na enige tijd raakt het getroffen dier kreupel, kan niet meer meekomen met de rest van de kudde en sterft uiteindelijk door uitputting of infectie van de diepe wond. En dat is het moment waarop het zaad al die tijd gewacht heeft, want het kadaver geeft vocht en voedsel om te kunnen kiemen. In de ongastvrijheid van de barre woestijn gelden meedogenloze wetten, maar dit is toch wel een heel onaardige manier van je zaad Boven: Duivelsdrek, Ferula assa-foetida Onder: Duivelsklauw, Ibicella lutea 36 OnzeEigenTuin/Herfst 2009 Dracula vlad-tepes OET223 2 Herfst 2009 H Q6.qxd 03-08-2009 14:40 Pagina 37 verspreiden. Door ons uit Mexico meegebrachte zaden kiemen overigens zonder lugubere kunstgrepen prima en leveren een leuke eenjarige plant op met gele klokjes, verwant aan sesam. Onaangename verschijning De verschijningsvorm kan ook aanleiding geven de duivel of andere nare persoonlijkheden in de naam van planten te betrekken. De geur van het keukenkruid Asafoetida is zo penetrant dat de wetenschappelijke naam Ferula assa-foetida letterlijk stinkende ezel betekent. In het Nederlands kennen we deze schermbloemige plant onder de weinig poëtische naam duivelsdrek. In volle bloei verspreiden de goudgele schermen een zwavelachtige geur die het midden houdt tussen rotte eieren en dito uien. Vooral in de Indiase keuken is het een gewaardeerd kruid dat verrassend genoeg een milde preismaak geeft aan linzen en rijstgerechten. Wellicht het bekendste voorbeeld van diabolische naamgeving is de duivelswandelstok (Aralia elata). Deze heester of kleine boom vormt weinig vertakte stekelige bezemstelen die laat in het jaar roomwitte bloemen dragen. Deze dunne stammen zouden volgens sommige mensen door de duivel gebruikt worden als wandelstok, waarbij de in het vlees prikkende stekels doorlopend herinneren aan de slechtheid van de duivelse wandelaar. Het is een plant die echter lang niet zo kwaadaardig is als zijn naamgeving doet vermoeden. Het meest duivelse trekje vertoont hij pas als hij, zoals zo vaak gebeurt, naast de vijver wordt geplant. De woekerende wortel prikt dan vaak met satanisch genoegen het folie lek. Een nieuwkomer is de donkerbladige sierheester Physocarpus opulifolius 'Diabolo', al is mij niet helemaal duidelijk wat nu het duivelse aan deze verder vriendelijke bladplant is. Heksen en addergebroed Niet alleen de duivel heeft als inspiratie gediend voor tal van plantennamen, ook andere duistere lieden zijn benoemd. Heksenkruid (Circaea lutetiana) groeit graag in vochtige loofbossen en zou volgens legenden door zwarte heksen gezaaid zijn om argeloze wandelaars te laten verdwalen. Met enige fantasie kan men in de bloemen van een groep aardorchideeën uit de Andes een heuse vleermuis herkennen. Een deel van deze groep bloeit met duistere bruine en zwarte bloemen en is voorzien van de wetenschappelijke naam Dracula. Letterlijk betekent dat draakje, maar soortnamen als Dracula nosferatu en Dracula vlad-tepes laten geen twijfel bestaan dat hier de bloeddorstige vampier uit Transsylvanië bedoeld wordt. Nosferatu is Roemeens voor vampier; Vlad Tepes is de naam van de historische figuur die model gestaan heeft voor de zo in dameshalzen geïnteresseerde Graaf Dracula. De gruweldaden van deze historische Vlad de Spietser (1431 – 1467) zijn te bloederig en te akelig om hier op te sommen. Door de eeuwen heen heeft men planten voorzien van namen als paddelelie, drakenkop, doodsbloem en trollenplant, namen die goed waren voor huivering en afschuw. Er is gelukkig een prettige uitzondering bij het vernoemen naar figuren uit de diepste en donkerste krochten, dat is het witte dwergroosje 'Casper'. Genoemd naar het vriendelijke witte tekenfilmspookje. Dolkruid, Hyoscyamus aureus Duivelsnaaigaren, Cuscuta europaea Brian Kabbes is kweker en selecteur te Suameer, Friesland. Samen met zijn vrouw Simone kweekt hij een bijzonder sortiment vaste planten. www.kabbes.nl OnzeEigenTuin/Herfst 2009 37