18 verbonden. Terwijl deze sculpturale landmarks plaatsen markeren die ver uit elkaar liggen, heeft Rückriem de stèles voor Landgoed Baasdam op regelmatige en korte onderlinge afstanden neergezet, zodat de eerstvolgende sculptuur in de reeks nooit uit zicht is. De Zeven stèles doen denken aan markeringstenen of grenspalen die, omdat ze zo dicht bij elkaar staan, de beschouwer in staat stellen het verdelingsprincipe van de reeks sculpturen te doorgronden. Ursprung 2014 Hoogte 200 cm (110 + 90) Breedte 296 cm Zeven stèles Diepte 2014 200 >152 cm Een groot, onbewerkt steenblok staat midden op een veld in een kring van bomen. Dit op het oog kunstmatig aangelegde Ronde Bosje maakt deel uit van de inrichting van de landerijen van Baasdam die naar analogie van de Engelse landschapsparken in de eerste helft van de twintigste eeuw door de landschapsarchitect Pieter Wattez is ontworpen. De buitenste rand van het bos bestaat uit beuken, die het kunstwerk nu de beslotenheid van een huis bieden. De naaldbomen die binnenin het bosje stonden waren sowieso aan het einde van hun levensduur en maakten op die manier op natuurlijke wijze ruimte voor de steen. Het blok heeft twee ruitvormige zijvlakken, zodat het onderste en bovenste begrenzingsvlak evenwijdig ten opzichte van elkaar zijn verschoven. Het werd in deze vorm uit de steengroeve gehaald en zonder verdere bewerking naar zijn nieuwe locatie gebracht. De op sommige plaatsen zichtbare boorsporen zijn ontstaan doordat het blok uit een steenlaag moest worden gehaald. De zes onregelmatige delen waaruit het blok bestaat zijn door de natuur gevormd. Het materiaal van de sculptuur is zogeheten Anröchter dolomiet. Dit type gesteente – geologisch correct een kalksteensoort met kleine Ursprung in het Ronde Bosje › 20 21 Steengroeve in Anröchte Assistent Alfred Karner begeleidt het transport naar Tubbergen en plaatst eerste deel van Ursprung hoeveelheden kwarts – is genoemd naar de plaats in Westfalen waar het wordt gevonden. De steenlagen in de groeven kunnen wel twee meter dik zijn. Kenmerkend is de verdeling in twee lagen, waarvan de onderste naar groen en de bovenste naar blauw neigt. Deze verdeling is zichtbaar in Ursprung, Ulrich Rückriems tweede werk voor Baasdam. Bovendien zie je aan het oppervlak en de beige– bruine verweringssporen aan één van de zijden welke delen van het blok in de groeve lange tijd aan het oppervlak hebben gelegen en dus aan weersinvloeden waren blootgesteld. Bovenaanzicht Ronde Bosje in het Wattez–landschap op Baasdam Een wat afmetingen betreft vergelijkbaar werk heeft de kunstenaar in 2011 op het plein voor het Leopold–Hoesch– Museum in Düren gerealiseerd. Het onbewerkte gesteente uit Anröchte vormt een indrukwekkend contrast met de neobarokke gevel van het museum. Rückriem had trouwens al eerder complete steenlagen uit de Westfaalse steengroeve in een stedelijke omgeving geplaatst – bijvoorbeeld in 1987 voor het Aalto–Musiktheater in Essen en in 1989 in het Zwitserse Vevey. Voor het terrein in Essen rond het complex van de Finse architect Alvar Aalto creëerde Rückriem een sculpturenensemble, bestaande uit een ongeveer zeven meter hoge, gegroefde granieten zuil en twee steenlagen van een paar honderd meter lang uit de Anröchter steengroeve die het gebied voor de opera structureren en bezoekers naar de ingang leiden. Hoewel Rückriem met zijn sculptuur voor het museum in Düren terugkeerde naar de plek van zijn eerste museale solo–expositie uit 1994, is de ‘oorspronkelijkheid’ van zijn werk in Essen en op Landgoed Baasdam elementairder. De beeldhouwer refereert hier aan zijn favoriete materialen en de geologische fundamenten van zijn kunst. Voor het Leopold–Hoesch– Museum in Düren Bij klooster Frenswegen De beide werken van Ulrich Rückriem vormen de opmaat tot een initiatief waarbij ook andere kunstenaars worden uitgenodigd om voor Landgoed Baasdam en omstreken tijdelijke of permanente werken te maken en deze met al bestaande kunstwerken in de publieke ruimte met elkaar te verbinden, zodat een cultuurroute ontstaat. Zo vind je in de omgeving al land art–projecten zoals de Mandercirkels van Paul de Kort, die verwijzen naar een historisch experiment om de landbouw te verbeteren door een cirkelvormige aanleg van akkers. herman de vries (die zijn naam met kleine letters spelt) heeft op diverse plaatsen het landschap door middel van meidoornheuvels artistiek naar zijn hand gezet, en een sculptuur van Adam Colton verwijst naar een voor deze regio typische sport – klootschieten. De plaatsing van nog meer kwalitatief hoogwaardige kunstwerken betekent een aanvulling op het sinds 2000 bestaande, grensoverschrijdende initiatief Kunstwegen, een beeldenroute die van Nordhorn in Niedersachsen langs de Vecht naar Zwolle loopt. Meer dan zestig kunstwerken weerspiegelen langs het 132 kilometer lange traject de ontwikkelingen van twintig jaar kunst in de publieke ruimte. De impuls voor dit Duits – Nederlandse project kwam van de Städtische Galerie Nordhorn. Vanaf 1999 werden reeds bestaande sculpturenensembles aan weerszijden van de grens aangevuld met talrijke op de betreffende locatie toegesneden opdrachten van internationaal gerenommeerde kunstenaars. Werken in regionale Bentheimer zandsteen die in het kader van drie symposia over beeldhouwers rond klooster Frenswegen zijn ontstaan maken eveneens deel uit van de route. In deze context heeft ook Ulrich Rückriem in 1982 een tweeledige sculptuur gemaakt – in een voor zijn werk typische vorm als zogenaamde staande schijven die, twee keer horizontaal en twee keer verticaal gesplitst, eenmaal samengevoegd weer tegenover elkaar staan. De onlangs op Landgoed Baasdam opgestelde sculptuur Ursprung zou weleens een van de laatste werken in steen van de kunstenaar kunnen zijn, want hij legt zich de laatste jaren steeds meer toe op het medium van de tekening. Hier keert hij nog eenmaal terug naar het begin van zijn beeldhouwkunst: ‘Als je wilt werken, ga je naar een steengroeve. Als je als steenhouwer bijvoorbeeld vier traptreden van 20 x 40 x 100 cm wilt maken, zoek je een ruw blok uit dat groot genoeg is, meet je het op en verdeel je het in stukken – ofwel door het te kloven, zoals vroeger werd gedaan, ofwel met een machine, zoals nu gebeurt. Ik ken de vele mogelijkheden om uit de steen te halen wat ik wil. Als je het ambacht beheerst, is het makkelijk. Maar het uitzoeken van de steen is erg belangrijk, net zo belangrijk als de bewerking ervan. Met het uitzoeken begint het proces waarin het selecteren, de bewerking, het idee en het eindresultaat een eenheid vormen.’* * (Ulrich Rückriem in een interview met Paul Hefting in Museumjournaal, 1, Amsterdam 1977, Duitse vertaling in: Texte über Ulrich Rückriem 1964 –1987, onder red. v. Hannelore Kersting, Düsseldorf, Kunstsammlung NRW e.a., 1987)