Exceptionele toename niet-Nederlandse kinderen o.b.s. de Wateringe schooljaar 2000-2001 Inleiding Elk jaar komen er niet-Nederlandse leerlingen van buiten Nederland die zich op Hellevoetse (basis) scholen als laten inschrijven. ook obs De Wateringe heeft met dit fenomeen te maken. Het gaat daarbij om gezinshereniging, maar ook nieuwe vestiging. Het probleem met deze leerlingen is dat zij geen woord Nederlands spreken en dat het veel aandacht en tijd van de leerkracht vergt om een enkele leerling tussendoor, Nederlands te leren. Wanneer het aantal niet-Nederlandssprekende leerlingen te groot is, dan is het niet meer doenlijk om van de groepsleraar te vragen om èn normaal zijn lessen te draaien èn om daarbij ook die niet-Nederlandse leerlingen de Nederlandse taal te leren. Met ingang van het schooljaar 2000-2001 staan er bij obs De Wateringe een groep van 13 niet-Nederlandse leerlingen ingeschreven. Dit is geen homogene groep, maar zij bestaat uit verschillende nationaliteiten en leeftijdscategorieën. Dit betekent dat vrijwel de gehele school betrokken is met de opvang van deze groep, in bijna elke klas zitten wel een of meerdere niet-Nederlandse leerlingen, dus vrijwel alle leraren moeten nu hun aandacht zien te verdelen over deze leerlingen en de rest van hun groep. Het gevaar dreigt nu dat zowel deze nieuwe leerlingen als de rest van de groep te weinig aandacht krijgen met als gevolg dat voor hen allen de studieresultaten teleur zullen stellen. Dat mag niet gebeuren en daarom moet er snel een oplossing worden gevonden. Voorstel aanpak probleem Door de school wordt tijdelijk een leerkracht aangetrokken voor 3 dagen per week gedurende het schooljaar 2000-2001. deze leerkracht heeft als enige taak de nietNederlandse nieuwe leerlingen gedurende het schooljaar Nederlands te leren. Daarbij houdt hij rekening met het niveau van de groep waarin zij terecht zijn gekomen en de lessen die zij gedurende dat schooljaar in die groep zullen krijgen. De groepsleerkracht kan zijn aandacht dus vrijer besteden aan zijn groep, al zullen deze leerlingen toch extra aandacht blijven vragen een en ander afhankelijk van het niveau waarop zij instromen. Kosten Benodigd is een ruimte waarin de leerkracht de leerlingen onderricht kan geven. Omdat alle ruimten in de school al intensief in gebruik zijn moet naar een andere oplossing worden gekeken. Wanneer een voormalig fietsenhok bij de school wordt betrokken dan kan met minimale kosten een extra ruimte worden gecreëerd. Daarnaast moeten kosten worden gemaakt voor de aanschaf en kopiekosten van leermiddelen. Schatting kosten: Kosten aantrekken leerkracht (0,7 fte) f 70.000,00 Kosten gereedmaken ruimte, leermiddelen etc 12.500,00 Totale kosten f 82.500,00 1 Te verwachten resultaten Belangrijkste effecten zullen zijn dat de groepsleerkracht zijn aandacht meer kan richten op het lesgeven aan de groep en dat de niet-Nederlandse leerlingen zelf ook extra aandacht krijgen. Ondanks de extra formatieve inzet zullen de niet-Nederlandse leerlingen (uitzonderingen daargelaten) de achterstand die zij aan het begin van het jaar hadden niet meer inlopen: behalve taal speelt ook het cultuurverschil een rol. Dit zal merkbaar zijn in het vervolg van hun schoolloopbaan; voor de meeste zal het VMBO het hoogste haalbare zijn. Toch is het absoluut noodzakelijk dat er extra ondersteuning komt, omdat de groepsleerkrachten niet bij machte zijn om de opvang van de grote groep nietNederlandse leerlingen alleen te verzorgen. De hoge werkdruk zal alleen maar toenemen en zowel de bestaande groepen als de nieuwe leerlingen zullen daarvan de negatieve gevolgen ervaren. En wanneer een of meerdere leerkrachten onder de druk bezwijken, dan is het leed helemaal niet meer te overzien. De investering in de tijdelijk, extra formatie zal aan de andere kant de leerkrachten een hart onder de riem steken en hen laten zien dat zij er niet alleen voor staan. Conclusie Basisscholen hebben altijd wel te maken gehad met de komst van niet-Nederlandse leerlingen die geen Nederlands spreken als zij zich op school laten inschrijven. Dat is een belasting voor de groepsleerkracht die moet zien dat hij voldoende tijd vrij kan maken om zich met de nieuwe leerling te kunnen bemoeien. De tijd en aandacht die een niet-Nederlandse leerling vraagt van de leerkracht moet niet worden onderschat. Vanaf een aantal van vijf of meer leerlingen wordt het probleem te groot om nog door de school te kunnen worden opgelost; reguliere middelen schieten dan te kort. Door extra formatie in te zetten die zich voornamelijk zal inspannen om deze groep leerlingen tijdens de reguliere schooluren de Nederlandse taal te leren, wordt bereikt dat èn deze leerlingen voldoende aandacht krijgen èn dat de rest van de groep door hun komst geen aandacht te kort komt. De kosten zijn weliswaar hoog, maar onvermijdelijk gezien de alternatieven. 2