HERBOREN UIT WATER EN GEEST KEUZEMAP VOOR OUDERS OM EEN DOOPVIERING SAMEN TE STELLEN 3 DE DOOPVIERING OPMERKINGEN IN DE KERK VOORAF Deze map is een hulpmiddel om de doopviering voor jullie kind zo goed mogelijk samen te stellen. In deze map gaan we uit van een doopviering met meerdere kinderen. Als er toch maar één kind wordt gedoopt, moeten jullie de teksten aanpassen voor individueel gebruik. In deze map staat netjes achter elkaar hoe een doopsel in de katholieke Kerk verloopt. Er zijn gedeelten die zonder meer vast liggen. Dat staat steeds duidelijk aangegeven. Door met deze map te werken krijgen jullie vanzelf inzicht in de opbouw van de viering . Er zijn ook gedeelten die weliswaar vast liggen, maar waarvoor je uit bepaalde teksten mag kiezen. Lees de teksten eerst rustig door, en praat er ook maar eens over met elkaar. Maak dan zelf je keuze. Op een goede manier bezig zijn met de viering, kan ook iets betekenen voor je verdere eigen voorbereiding! De teksten in deze map zijn allemaal genummerd. Knippen en plakken om er een mooi boekje van te maken! BELANGRIJK: Wees alsjeblieft zuinig op de map. De parochie wil hem graag in dezelfde staat terughebben als waarin hij hem aan jullie geeft. Dan kunnen na jullie ook anderen hem weer gebruiken. Lever hem a.u.b. in tezamen met jullie keuze. De priester of diaken is natuurlijk bereikbaar voor evt. suggesties. Binnen de gegeven mogelijkheden, maken we er dan ook samen een mooie viering van. Succes! 4 DE LITURGIE VAN HET DOOPSEL 1. De ontvangst van het kind De priester/diaken gaat naar de ingang van de kerk waar de ouders, peter en meter met de dopelingen en de overige familieleden wachten. Hij heet hen welkom en samen gaan ze naar de doopkapel, of de plaats waar de doopvont staat, waar iedereen een plaats zoekt. 2. Begroeting in inleiding op de viering Pr/Di: In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Allen: Amen. De priester/diaken houdt een kort woord van welkom, en een inleiding op de viering. 3. Openingsgedicht Als iemand van de familie een eigen openingstekst wil uitspreken in de vorm van een kort gedicht of vers, is daarvoor op dit moment gelegenheid.Er kan ook een tekst worden uitgekozen uit de bijlage achterin deze map. 4. Openingsgebed Allen samen kunnen één van de onderstaande gebeden naar keuze bidden. 4.1. Gebed God, U hebt ons hier samen geroepen rond Christus en deze pasgeboren kinderen die staan aan het begin van hun levensweg, die doortocht van duisternis en licht, van vallen en opstaan, van dood en leven. Vandaag nemen wij deze kinderen op in de Kerk. Wees voor hen een goede God, in de naam van Jezus uw Zoon die als een licht in deze wereld is gekomen; die door de dood is heengegaan en nu bij U leeft in de eeuwen der eeuwen. Amen. 4.2 Gebed Goede God, wij danken U voor de gave van dit nieuwe leven. In verwondering zien wij naar U; vóór deze kinderen geboren werden, was hen al door U gekend en hebt U hen lief. Wij vragen U: bewaar deze pasgeboren kinderen in uw liefde, neem hen op in uw uitverkoren volk en geef hen de genade om eens de vruchten van de belofte te ontvangen: leven in overvloed, in eeuwigheid. Wij vragen U dit door Jezus Christus, uw Zoon en Heer van alle leven. Amen. 5 4.3 Gebed God, onze Vader, Gij zijt de oorsprong van ons leven, de bron waaruit ons bestaan ontspringt. Wij danken U, omdat gij ook deze kinderen uit uw liefde geboren laat worden en hen aan ons toevertrouwt. Wij danken U, omdat Gij uw mensen zegent met nieuw leven en ons zo aanmoedigt om op U te blijven vertrouwen, vandaag en alle dagen van ons leven, door Jezus uw Zoon en onze Heer. Amen. 5. Naamgeving Een kind krijgt doopnamen mee, waarin niet alleen de liefde van de ouders, maar ook de zorg en liefde van de heiligen weerspiegeld wordt. Een kostbaar geschenk voor het leven, op aarde en in de eeuwigheid. Aan het begin van de viering wordt aan de ouders de naam van het kind gevraagd. Als er meerdere kinderen tegelijk worden gedoopt, is naamgeving nr.5.1 het meest voor de hand liggend. De zegenspreuk wordt door de priester of diaken dan over alle kinderen gezamenlijk uitgesproken. 5.1 Naamgeving Pr./Di.: Welke naam hebben jullie aan jullie kind gegeven? De ouders noemen de naam van het kind. Pr./Di.: Moge deze naam geschreven staan in het boek des levens en gegrift in de palm van Gods hand. Wat vragen jullie voor .... van de Kerk van God? Ouders: Het geloof, de genade van Christus, de opneming in de Kerk en het eeuwig leven. 5.2 Naamgeving Pr./Di.: Uit de verhalen van God die ons werden doorverteld hebben wij God leren kennen als een God voor mensen met een naam: “ik zal er zijn voor jou”. Voor Hem is niemand een naamloze. Hij wil ook jullie kind met zijn eigen naam aanspreken. Daarom vraag ik jullie.... en.... Met welke naam willen jullie dat je kind bekend is bij God en de mensen ? Ouders : Wij noemen hem/haar:.... Pr./Di.:.... zo zul je heten. Moge je met deze naam altijd met liefde en eerbied worden aangesproken. Zo zul je ook bekend zijn bij God, die gezegd heeft : 'Ik schrijf je naam in de palm van Mijn hand; Ik zal je nooit vergeten.' Wat vragen jullie voor .... van de Kerk van God? 6 Ouders: Aan de Kerk van God vragen wij dat ons kind gedoopt wordt om te leven als kind van God. 5.3 Naamgeving Pr./Di.: Ouders, hoe willen jullie dat je kind in deze gemeenschap van Jezus Christus genoemd zal worden? De ouders noemen de naam van de dopeling en vertellen waarom zij voor deze naam gekozen hebben. Pr./Di.:Moge deze naam geschreven staan in de palm van Gods hand. Moge .... ook iemand worden, die in onze gemeenschap naam heeft en die men kent. Wat vraagt u voor .... van de Kerk van God? Ouders: Aan de Kerk van God vragen wij dat ons kind gedoopt wordt om te leven als kind van God. 6. Belofte van ouders en peetouders Het kind kan uiteraard nog niet zelf een keuze maken voor het doopsel. Daarom staan de ouders daarvoor garant, met de hulp van de peetouders, en zij beloven de dopeling in de geest van het evangelie een kerkelijke opvoeding te geven. Als er veel dopelingen tegelijk zijn, worden de beloften gezamenlijk door de aanwezige ouders en peetouders uitgesproken. Als er meerdere kinderen worden gedoopt, worden de namen van alle kinderen niet ingevuld in de tekst. 6.1 Belofte Pr./Di.: Ouders, jullie vragen het doopsel voor uw kind. Van jullie wordt verwacht, dat jullie … opvoeden in het geloof en leert leven naar Gods geboden volgens de woorden van Christus: bemint God en de naasten. Zijn jullie je bewust van de taak, die jullie hiermee op jullie nemen? Ouders: Ja, dat beseffen we. Pr./Di.: Ouders, door jullie zijn peetouders gekozen om je te helpen bij de geloofsopvoeding van… Mede namens de kerk zullen zij jullie bijstaan en in voorkomende omstandigheden kunnen jullie rekenen op hun steun. Daarom vraag ik jullie, peetouders, zijn jullie bereid de ouders in hun taak bij te staan? Peetouders: Ja, daartoe zijn wij bereid. 7 Pr./Di.: De gemeenschap van Jezus Christus neemt jou, ...., graag in haar midden op. Daarom geef ik je in naam van de Kerk het kruisteken, het teken van onze Verlosser. Ouders (peetouders), geef ook na mij dit teken van Jezus Christus aan uw kind. De priester/diaken, en na hem de ouders en de peter en de meter, geven het kind een kruisteken op het voorhoofd. Als er veel dopelingen zijn,maakt hij over allen tegelijk een kruisteken en laat de ouders/peetouders vervolgens een kruisteken geven. 6.2 Belofte Pr./Di.: Ouders, jullie herinneren je de dag, dat je elkaar voor het altaar je woord van trouw hebt gegeven. Je hebt toen ook beloofd, goed te zijn voor de kinderen die God jullie zou toevertrouwen. Daarom wil ik jullie vragen: Beloven jullie voor.... een goede vader en moeder te zijn? Ouders: Ja, dat beloven wij. Pr./Di.: Beloven jullie.... steeds de hand boven het hoofd te houden en hem/haar trouw te blijven, wat de toekomst ook brengen zal? Ouders: Ja, dat beloven wij. Pr./Di.: Niet alleen de ouders hebben een taak tegenover dit kind. Ook jullie, peter en meter, willen meewerken aan het geluk van jullie petekind. Jullie vertegenwoordigen de Kerk en de vele mensen die een rol zullen spelen in het leven van .... Antwoorden jullie daarom op deze vraag: beloven jullie een bijzondere belangstelling en zorg te schenken aan jullie petekind en mee te werken aan zijn/haar geluk en de groei in het geloof? Peetouders: Ja, dat beloven wij. 6.3 Belofte Ouders: Wij beloven ons kind op te voeden in de geest van Jezus Christus, in vertrouwen in de medemens, in geloof in de God van bevrijding en liefde. Wij beloven, waar mogelijk, kwaad van ons kind af te houden. Wij beloven ons kind de weg van het goede te leren en het toe te rusten, om later zelf te kunnen kiezen. Voorganger: Namens onze geloofsgemeenschap, waar u lid van bent en vanaf vandaag ook dit kind/deze kinderen, beloof ik dat wij een geestelijk thuis, een veilige omgeving, een christelijke kring zullen proberen te zijn. Pr./Di.: Peter en meter van...., belooft u bijzondere zorg en aandacht aan jullie petekind te besteden? Peetouders: Ja, dat beloven wij. 8 Pr./Di.: Belooft u mee te werken aan het levensgeluk van uw petekind, in het bijzonder om het te leren hopen, te leren geloven, te leren liefhebben en dit alles in de geest van Jezus Christus? Peetouders: Ja, dat beloven wij. DIENST VAN HET WOORD 7.1 Bij de viering van een sacrament wordt altijd gelezen uit de Bijbel, het Woord van God. De lezing uit de Bijbel is een verplicht onderdeel van de viering, maar er mag uit elk bijbelboek worden gekozen. Wij geven hier alleen enkele gedeelten uit het evangelie weer. Lezing Mc.10, 13-16 In die tijd brachten de mensen kinderen bij Jezus met de bedoeling dat Hij ze zou aanraken. Maar bars wezen de leerlingen ze af. Toen Jezus dat zag, zei Hij verontwaardigd: "Laat die kinderen toch bij Mij komen en houdt ze niet tegen. Want aan hen die zijn zoals zij behoort het Koninkrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk Gods niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnengaan." Daarop omarmde Hij ze en zegende hen, terwijl Hij hun de handen oplegde. 7.2 Lezing Mt.28, 18-20 Jezus trad nader en sprak tot hen: “Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.” 7.3 Lezing Mc.1, 9-11 In die tijd vertrok Jezus uit Nazaret in Galilea en liet zich in de Jordaan door Johannes dopen. En op hetzelfde ogenblik dat Hij uit het water opsteeg, zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen. En er kwam een stem uit de hemel: “Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde; in U heb Ik welbehagen.” 7.4 Lezing Mt.22,35-40 In die tijd vroeg een wetgeleerde aan Jezus, om Hem op de proef te stellen: “Meester, wat is het voornaamste gebod in de Wet?” Hij antwoordde hem: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten.” 9 7.5 Lezing Joh.3,1-6 Er was onder de Farizeeën iemand die Nikodemus heette. Hij behoorde tot de voornaamsten van de Joden. Eens kwam deze in de nacht bij Hem en zei: “Meester, wij weten dat Gij van Godswege als leraar gekomen zijt, want niemand kan die tekenen doen die Gij verricht, als God niet met hem is.” Jezus gaf hem ten antwoord: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand niet wedergeboren wordt kan hij het Rijk Gods niet zien.” Nikodemus zei tot Hem: “Hoe kan een mens geboren worden als hij al oud is? Kan hij soms in de schoot van zijn moeder terugkeren en opnieuw geboren worden?” Jezus antwoordde: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg U; als iemand niet geboren wordt uit water en geest, kan hij het Rijk Gods niet binnengaan. Wat geboren is uit het vlees is vlees, en wat geboren is uit de Geest is geest.” 8. Voorbede 8.1 In de doopviering wordt gebeden voor de dopeling en de familie, om zegen van God. Er is keuze uit de volgende varianten, maar men kan ook zelf in dezelfde geest gebeden formuleren. De beden van de voorbeden kunnen heel goed door iemand van de familie worden uitgesproken. Als er meerdere kinderen worden gedoopt, zijn voorbede 8.2 en 8.3 meer geschikt. Voorbede Pr./Di.: Broeders en zusters, laten wij samen bidden voor ... die gedoopt gaat worden, voor de ouders en peetouders en voor alle mensen die zich christen noemen. God, bron van alle leven, laat ... door het doopsel delen in uw scheppende liefde. Schenk hem/haar goedheid en wijsheid voor het leven en laat zijn/haar blijdschap uitstralen over ons allen. Laat ons bidden. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. God, licht dat in de wereld schijnt, open de ogen van ... voor uw vriendelijk licht. Dat hij/zij de weg moge vinden en volgen die Jezus Christus ons is voorgegaan en die leidt tot het eeuwig geluk. Laat ons bidden: Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. God, laat de dauw van uw zegen neerdalen over ... Dat zijn/haar gaven zich mogen ontvouwen tot volle pracht en rijpheid om vruchten voort te brengen van liefde en gerechtigheid. Laat ons bidden: Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. God, Vader van alle mensen, geef de ouders en peetouders van ... het vermogen hem/haar te helpen als volgeling van Jezus, de Christus, te leven. Laat ons bidden: Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. 10 God, die ons verlost en bevrijdt, vernieuw en versterk in alle gedoopten het geloof, de hoop en de liefde en breng hen bijeen in uw koninkrijk. Laat ons bidden: Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. God die ons met uw Geest bezielt en kracht tot leven schenkt, zegen .. en heel zijn/haar familie met een goede gezondheid en vooral met een vast vertrouwen op uw bemoedigende aanwezigheid in ons midden. Laat ons bidden: Allen: 8.2 Heer, wij bidden U: verhoor ons. Voorbede Pr./Di.: Laten wij samen bidden en ons beroepen op de barmhartigheid van Jezus Christus voor deze kleinen die de genade van het doopsel gaan ontvangen, voor hun ouders, hun peters en meters en voor allen die gedoopt zijn. Heer, geef deze kinderen door het doopsel het nieuwe leven en neem hem op in uw heilige Kerk; laat hen delen in het mysterie van uw dood en verrijzenis. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. Maak deze kinderen door het doopsel en vormsel tot trouwe volgelingen en getuigen van uw Blijde Boodschap. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. Heilig hun leven en leid hen naar de vreugde van het rijk van God. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. Geef, dat de ouders en peetouders voor deze kinderen een lichtend voorbeeld mogen zijn in het geloof. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. Bewaar de gezinnen in uw liefde. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. Vernieuw in ons allen de genade van het doopsel. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. 11 8.3 Voorbede Pr./Di.: Bidden wij tot Christus, voor deze kinderen, hun ouders, hun peters en meters en voor allen die gedoopt zijn. Dat zij herboren mogen worden tot eeuwig leven uit het water en de heilige Geest. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. Dat zij overtuigde leden van uw Kerk worden. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. Dat zij luisteren naar het evangelie, het bewaren in hun hart en er naar leven. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. Dat zij mogen naderen tot uw altaar, en deelnemen aan het offer dat wij daar gedenken. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. Dat zij God en de medemens liefhebben, zoals Gij ons allen hebt geleerd. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. Dat zij mogen groeien in heiligheid, en in de wijsheid van de heilige Geest, door het woord en het voorbeeld van ons allen. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. Dat uw volgelingen één mogen zijn in geloof; één in liefde. Allen: 8.4 Heer, wij bidden U: verhoor ons. Voorbede Goede God, wij bidden tot U voor ons kind. Laat het groot en krachtig worden in onze soms harde wereld. Bescherm het tegen verkeerde invloeden en laat het proeven en ervaren dat Gij uw reddende hand nooit terug trekt. Geef dat wij die deze wereld maken .... voor mogen gaan in alles wat zuiver is en waar. Laat.... opgroeien als uw kind, onbezorgd en blij, het kwade overwinnend door het goede. Wij danken U, dat Gij.... handen hebt gegeven. Wij bidden U: Geef dat.... zijn/haar handen gebruiken mag om met anderen te delen. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. God, wij danken U, dat Gij.... ogen hebt gegeven. 12 Wij bidden U: geef dat zijn/haar ogen mogen zien wat mensen nodig hebben. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. God, wij danken U, dat Gij.... oren hebt gegeven. Wij bidden U: open zijn/haar oren, laat hem/haar bereid zijn te luisteren naar anderen en naar U. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. God, wij danken U, omdat Gij.... een mond hebt gegeven. Wij bidden U: dat hij/zij zijn/haar mond gebruiken mag om anderen moed in te spreken. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. God, wij danken U, omdat Gij.... schouders hebt gegeven. Wij bidden U: dat hij/zij ze gebruiken mag om de zorg en de pijn van anderen mee te dragen. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. God , wij danken U, omdat Gij.... voeten hebt gegeven. Wij bidden U: geef dat hij/zij ze gebruiken mag om naar mensen te gaan die eenzaam zijn. Allen: Heer, wij bidden U: verhoor ons. God, wij danken U, dat Gij.... een hart hebt gegeven. Wij bidden U: geef dat hij/zij zijn/haar leven lang blijft luisteren naar dat hart. Dat hij/zij van God en van de mensen houden mag. Allen: 9. Heer, wij bidden U: verhoor ons. Aanroeping van de heiligen Heilige Maria, Moeder van God, Allen: Bid voor ons. Heilige Johannes de Doper, Bid voor ons. Heilige Jozef, Bid voor ons. Heilige Petrus en Paulus, Bid voor ons. Heilige ...... Bid voor ons. Alle heiligen van God, Bid voor ons. 10 Exorcismegebed en zalving In elke doopviering wordt een gebed uitgesproken en een zalving gegeven om het kind te beschermen tegen het kwaad in de wereld. Het woord ‘exorcisme’ gaat dus niet over een duiveluitdrijving, maar om een bede om bescherming. 13 10.1 Exorcismegebed en zalving Pr./Di.: Barmhartige God, Gij hebt uw Zoon naar de wereld gezonden om de macht van de duivel te breken, de duisternis van de zonde te verdrijven en bevrijding te brengen van Adams schuld. Door de verlossing kunnen wij weer nieuwe en vrije mensen worden om te leven als kinderen van het licht. Geef ook deze kinderen deel aan die vrijheid en neem hen blijvend onder uw hoede om U, God, trouw te kunnen blijven in de bekoringen van het kwaad. Geef hen kracht en sterkte door uw Geest van liefde en heiligheid. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Allen: Amen. Pr./Di.: De kracht van Christus, de Heiland, moge jullie sterken. Als teken daarvan zalven we jullie met de olie in de naam van onze Heer, de Gezalfde, die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Allen: Amen. 10.2 De priester of diaken zalft het kind met de olie van de geloofsleerlingen. Exorcismegebed en zalving Heer, almachtige God, Gij hebt uw enige Zoon gezonden om de mens te bevrijden uit de zonde, de slavernij, en hem te roepen tot de ware vrijheid. Wij bidden U voor deze kinderen die de verleiding van deze wereld zullen ondervinden en moeten vechten tegen het kwaad: bevrijd hen van de smet van de eerste zonde door de kracht van het lijden, sterven en verrijzen van uw Zoon; geef hun de genade van uw Gezalfde en blijf hen op hun levensweg begeleiden. Door Christus onze Heer. Allen: Amen. Pr./Di.: De kracht van Christus, de Heiland, moge jullie sterken. Als teken daarvan zalven we jullie met de olie in de naam van onze Heer, de Gezalfde, die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Allen: Amen. De priester of diaken zalft het kind met de olie van de geloofsleerlingen. DE VIERING VAN HET DOOPSEL 11 Zegening van het water Het water in de doopvont wordt gezegend, behalve in de paastijd, waar het water in de paaswake al is gezegend. 14 11.1 Zegening van het water Pr./Di.: Door het teken van het water schenkt God aan de gelovigen zijn leven. Verlevendigen wij ons geloof en bidden wij samen, dat deze kinderen herboren worden uit het water en de heilige Geest. Goede Vader, uit de doopvont hebt Gij levend water naar ons laten stromen en ons leven vernieuwd. Allen: Gezegend zijt Gij, God. Pr./Di.: Gij laat allen die uit water en geest zijn gedoopt, samenkomen als één volk in Jezus Christus uw Zoon. Allen: Gezegend zijt Gij, God. Pr./Di.: Gij bevrijdt ons door uw Geest van liefde die in ons woont, en schenkt ons uw vrede. Allen: Gezegend zijt Gij, God. Pr./Di.: Gij kiest U een volk om in de wereld en voor alle naties te getuigen van de blijde boodschap van uw Gezalfde, Jezus, onze Heer. Allen: Gezegend zijt Gij, God. o Buiten de paastijd: Pr./Di.: Wil dit water zegenen, waaruit deze kinderen herboren zullen opstaan en schenk het eeuwig leven aan hen allen die Gij geroepen hebt in het geloof van de Kerk tot het bad van de wedergeboorte. Door Christus onze Heer. Allen: Amen. o In de paastijd: Pr./Di.: Heer, Gij hebt deze kinderen geroepen in het geloof van de Kerk tot het bad van de wedergeboorte; geef het door het mysterie van dit gezegende water het nieuwe en eeuwige leven. Door Christus onze Heer. Allen: 11.2 Amen. Zegening van het water Pr./Di.: Broeders en zusters, u weet hoe goed God is: Hij wil aan allen die geloven door het teken van het water leven schenken in overvloed. Richten wij ons tot Hem en bidden we eensgezind dat Hij uit deze bron zijn genade uitstort over deze uitverkoren kinderen. 15 Gezegend zijt Gij, God almachtige Vader, die het water hebt geschapen om te reinigen en leven te schenken. Allen: Gezegend zijt Gij, God. Pr./Di.: Gezegend zijt Gij, God, eniggeboren Zoon, Jezus Christus: uit uw zijde vloeide water en bloed en door uw dood en verrijzenis werd de kerk geboren. Allen: Gezegend zijt Gij, God. Pr./Di.: Gezegend zijt Gij, God, heilige Geest: Gij hebt Christus gezalfd bij zijn doop in de Jordaan, in U worden ook wij gedoopt. Allen: Gezegend zijt Gij, God. o Buiten de paastijd: Pr./Di.: Kom, Heer God, onze Vader en heilig dit water, reinig allen die er in worden gedoopt, van de zonde en neem hen aan als uw kinderen. Allen: Wij bidden U: verhoor ons, Heer. Pr./Di.: Heilig dit water, en laat hen die hierdoor delen in de dood en verrijzenis van Christus, gelijk worden aan het beeld van uw Zoon. Allen: Wij bidden U: verhoor ons, Heer. Pr./Di.: Heilig dit water, en laat hen die Gijzelf kiest, herboren worden uit de heilige Geest en voeg hen bij uw volk. Allen: Wij bidden U: verhoor ons, Heer. o In de paastijd: Pr./Di.: Heer, Gij hebt deze kinderen geroepen in het geloof van de Kerk tot het bad van de wedergeboorte; geef hen door het mysterie van dit gezegende water het nieuwe en eeuwige leven. Door Christus onze Heer. Allen: 12. Amen. Afzwering Alvorens de kinderen te dopen, kiezen de ouders voor hun kind. Allereerst zweren zij de macht van het kwaad af (nr.12) en daarna belijden zij positief het geloof (nr.13). De tekst van deze afwijzing kan men kiezen uit de twee volgende varianten; een andere tekst mag men niet kiezen. 16 12.1 Afzwering Pr./Di.: Willen jullie bijgelovige en magische praktijken afwijzen, die jullie en jullie kinderen afhouden van God? Steeds worden de antwoorden gezegd door de ouders en peetouders samen: Ja, dat willen wij. Pr./Di.: Willen jullie onrecht en geweld afwijzen, en iedere vorm van verslaving, die jullie overleveren aan de macht van het kwaad? Ja, dat willen wij. Pr./Di.: Willen jullie de boze afwijzen, die ons verleidt tot de zonde? Ja, dat willen wij. 12.2 Afzwering Pr./Di.: Willen jullie kwaad en onrecht afwijzen om te leven in de vrijheid van Gods kinderen? Steeds worden de antwoorden gezegd door de ouders en peetouders samen: Ja, dat willen wij. Pr./Di.: Willen jullie de bekoringen van de zonde afwijzen om niet in de greep van het kwaad te komen? Ja, dat willen wij. Pr./Di.: Willen jullie de satan afwijzen, de aanstichter van alle zonde? Ja, dat willen wij. 13. Geloofsbelijdenis De geloofsbelijdenis van de Kerk is altijd hetzelfde en mag door geen andere tekst worden vervangen. Pr./Di.: Geloven jullie in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde? Steeds worden de antwoorden gezegd door de ouders en peetouders samen: Ik geloof. 17 Pr./Di.: Geloven jullie in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Heer, die geboren is uit de maagd Maria, die geleden heeft, gestorven en begraven is, die uit de dood is opgestaan en zit aan God rechterhand? Ik geloof. Pr./Di.: Geloven jullie in de heilige Geest, de heilige Katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven? Ik geloof. Pr./Di.: Dit is ons geloof, dit is het geloof van de Kerk, dat wij met overtuiging belijden in Jezus Christus onze Heer. Allen: 14. Amen. Doopsel Pr./Di.: ...., ik doop je in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. VERKLARENDE RITEN 15. De verklarende riten leggen iets uit van wat er bij het doopsel is gebeurd: een zalving, het doopkleed, de doopkaars en de effata-ritus. Op sommige plaatsen wordt ook zout gebruikt. Daarvoor kan de variant nr.17 worden gebruikt. De teksten van de verklarende riten zijn altijd hetzelfde. Zalving na het doopsel Pr./Di.: De almachtige God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, die jullie heeft bevrijd uit de zonde en het nieuwe leven heeft gegeven uit het water en de heilige Geest, heeft jullie opgenomen in zijn volk. Hij zalft jullie nu met het heilzame chrisma. Zoals Christus is gezalfd tot priester, koning en profeet, zo moge jullie als lidmaat van zijn Lichaam voor altijd delen in het eeuwig leven. Allen: Amen. De priester of diaken zalft nu de gedoopten op de kruin met chrisma. 18 16. Overdracht van het doopkleed Pr./Di.: ...., je bent bekleed met Jezus Christus en een nieuwe mens geworden. Moge dit witte kleed het teken zijn van wat je bent geworden; houd je verdere leven vrij van de besmetting van het kwaad tot in het eeuwig leven. Wij wensen je toe, dat je hierin wordt geholpen door het woord en het voorbeeld van je ouders, familie en bekenden. (17 Zout) Als deze ritus, die niet meer verplicht is, maar wel op veel plaatsen gebruik is, kan de priester of diaken een beetje zout op de tong van de kinderen leggen, en daarbij zeggen: Pr./Di.: …, ontvang dit zout. De Heer Jezus Christus heeft gezegd: “Gij zijt het zout der aarde”. Moge deze kinderen bewaard blijven tegen alle kwaad en bederf, en in hun leven beantwoorden aan de opdracht van de Heer om in deze wereld het evangelie zichtbaar te maken in woord en daad. 18 Overreiking van de doopkaars Pr./Di.: Ontvang het Licht van Christus. De vader of de peter steekt de doopkaars aan aan de paaskaars. Pr./Di.: Beste ouders en peetouders, Jezus heeft gezegd dat Hij als een licht in de wereld is gekomen, opdat al wie in Hem gelooft niet in duisternis blijft. Gelooft in dit licht en houdt het brandend, zodat jullie kinderen de glans en de warmte uitstraalt van een vaste levensovertuiging en een sterk geloof. 19 Effeta De priester of diaken raakt de oren en de mond van het kind aan en bidt: Pr./Di.: Onze Heer Jezus gaf aan doven het gehoor terug en stommen liet Hij spreken; moge Hij jullie geven, dat jullie spoedig zijn woord kunnen verstaan en jullie geloof kunnen belijden tot eer van God onze Vader. Allen: Amen. 19 DE SLOTRITUS 20 Gebed des Heren Allen: Onze Vader, die in de hemel zijt; uw Naam worde geheiligd; uw Rijk kome; uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven; en leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. 21 Slotgedicht 22 Als iemand van de familie een eigen tekst wil uitspreken in de vorm van een kort gedicht of vers, is daarvoor op dit moment gelegenheid. Er kan ook een tekst worden uitgekozen uit de bijlage achterin deze map. Zegen 22.1 Bij doopvieringen van meerdere kinderen, kiest men 21.2; bij individuele doopvieringen is 21.1 de aangewezen variant. Zegen Pr./Di.: De Heer, de almachtige God, heeft ons zijn Zoon geschonken: die geboren is uit de maagd Maria; door Hem geeft Hij troost en vreugde aan alle moeders, omdat zij weten dat voor hun kinderen het eeuwig leven is weggelegd. Hij moge deze moeder met haar kind zegenen: dat zij zo dankbaar en gelukkig mag blijven als op dit ogenblik, in Christus Jezus, onze Heer. Allen: Amen. Pr./Di.: De Heer, de almachtige God, is de gever van het leven hier op aarde, en van het leven in de hemel. Hij moge deze vader zegenen: dat hij samen met zijn echtgenote door woord en voorbeeld laat zien dat hij gelooft in het woord van Jezus Christus onze Heer. Allen: Amen. Pr./Di.: De Heer, de almachtige God, heeft ons door de heilige Geest nieuw leven gegeven en heeft ons uit het water doen opstaan tot het eeuwig leven; Hij moge alle gelovigen vervullen met zijn rijke zegen: dat zij als waarachtige leden altijd en overal behoren bij zijn volk. Hij schenke allen, hier aanwezig, zijn vrede, in Christus Jezus, onze Heer. 20 Allen: Pr./Di.: Allen: 22.2 Amen. Zegene u de almachtige God : Vader, Zoon en heilige Geest. Amen. Zegen Pr./Di.: God, de oorsprong van het leven, moge uw gezinnen vreugde en dankbaarheid schenken vanwege de geboorte van uw kinderen. Moge Hij uw geloof versterken en U nabij zijn in de liefde voor elkaar. Door Christus, onze Heer. Allen: Pr./Di.: Allen: 23 Amen. Zegene u de almachtige God : Vader, Zoon en heilige Geest. Amen. Opdracht aan Maria Bij het doopsel van meerdere kinderen wordt de tekst door één van de moeders uitgesproken of de priester of diaken: Heilige Maagd Maria, wees gegroet. Gij zijt de moeder van God. Uit u is geboren de zon van de gerechtigheid, het waarachtige licht, onze Heer Jezus Christus; Hem hebt Gij gevoed en in uw armen gedragen, in vreugde en verdriet hebt Gij Hem grootgebracht. Zo wilt ook gij onze moeder zijn en zijt gij onze voorspreekster bij uw Zoon. Gij staat ons bij in alle nood, gij, de troost en de steun van allen die u zoeken. Wij vragen u: wees ook een moeder voor deze kinderen, zodat zij kunnen opgroeien in goede gezondheid en in de gemeenschap met uw Zoon, waartoe het in het doopsel geheiligd is. Laat deze kinderen in hun leven langs veilige wegen gaan, beschermd tegen alle gevaren, zodat ze ongeschonden het zegel van Gods Geest mogen bewaren. Moge deze kinderen blijmoedig de mensen dienen en zich inzetten voor de komst van het koninkrijk van God, die leeft in de eeuwen der eeuwen. Allen: Amen. Bij het doopsel van één kind wordt de volgende tekst door de moeder uitgesproken: Heilige Maagd Maria, wees gegroet. Gij zijt de moeder van God. Uit u is geboren de zon van de gerechtigheid, het waarachtige licht, onze Heer Jezus Christus; Hem hebt Gij gevoed en in uw armen gedragen, in vreugde en verdriet hebt Gij Hem grootgebracht. Zo wilt ook gij onze moeder zijn en zijt gij onze voorspreekster bij uw Zoon. Gij staat ons bij in alle nood, gij, de troost en de steun van allen die u zoeken. 21 Wij vragen u: wees ook een moeder voor ... zodat dit mensenkind kan opgroeien in goede gezondheid en in de gemeenschap met uw Zoon, waartoe het in het doopsel geheiligd is. Laat dit kind in zijn leven langs veilige wegen gaan, beschermd tegen alle gevaren, zodat het ongeschonden het zegel van Gods Geest mag bewaren. Moge dit kind blijmoedig de mensen dienen en zich inzetten voor de komst van het koninkrijk van God, die leeft in de eeuwen der eeuwen. Allen: Amen. Allen: Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met U. Gij zijt de gezegende onder de vrouwen, en gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God; bid voor ons, zondaars, nu en in het uur van onze dood. Amen. 22 BIJLAGE: GEDICHTEN EN OVERWEGINGSTEKSTEN 24.1 Gedicht “Ik mag leven, dank U wel” (uit: Ouderbrochure Samenspel) Ik besta! Ik leef! Ik kreeg het leven, boordevol mogelijkheden, mijn mogelijkheden! Dank U wel God en Vader van het leven Ik kreeg mijn ogen Ik kan snoepen van kleuren Ik kan mensen toekijken Dank U wel Ik kreeg mijn oren Ik kan genieten van muziek Ik kan naar iemand luisteren Dank U wel Ik kreeg mijn lippen Ik kan spreken en zingen Ik kan lachen en zoenen Dank U wel Ik kreeg mijn handen Ik kan arbeiden en scheppen Ik kan geven en ontvangen Dank U wel Ik kreeg mijn voeten Ik kan mijn eigen weg gaan Ik kan een ander tegemoet treden Dank U wel Ik kreeg mijn lichaam Het is mijn huis Mijn ritme en mijn taal Dank U wel Ik kreeg mijn leven Als een gave Als een uitdaging Ik mag leven! Ik kan leven! Dank U wel God en Vader van mijn leven 23 24.2 Gedicht voor ons kind (uit: Tijd en Teken van G. Bogaard) Je bent gekomen om verlost te worden Gekomen om te gaan De streng die je bond aan het lichaam van je moeder Moest verbroken worden om je te laten leven Dit mogen wij nooit vergeten Je bent geen bezit Wij hebben jou niet Jij hebt ons Om je te leiden, te beschermen, te bewaren voor angst Om je te zeggen dat we niet bang zijn als het onweert En met je te zingen in de nacht Wij zijn toeschouwers aan de rand van je leven We mogen je gadeslaan, terwijl je speelt En naar je lachen, terwijl je verloren bent in wat je ziet en doet We zien je langzaam worden wat je bent We houden de weg open naar je geluk en trachten te verhinderen dat je wordt wat je niet zijn kunt Je hebt veel te vragen Als je naar God vraagt, vertellen we van Jezus Als je naar de dood vraagt, vertellen we van het leven Vraag je waar je vandaan komt, dan zullen we zeggen: uit de wereld der liefde Je mag ons eenmaal verlaten Je bent er om dat te doen Je mag je heengaan voleindigen Al wat wij voor je doen is voorlopig Je moet ons niet worden Je moet jezelf worden Je moet worden waarheen je wijst Je eigen wonder We hopen voor je, altijd Je verschijnt in onze gebeden We hopen dat je blij zult worden, levend in de schepping Man en vrouw Wandelen in licht van vergeving en wachtend op het Rijk Je mag gaan Je zult het Het is een gebod, een belofte Ga heen in vrede 24 24.3 Gedicht Mensenkind (J. Duin) Mensenkind Je bent zo onbeschreven En nog geen groot verhaal Jij blaakt alleen van leven Dat in jou ademhaalt Mensenkind Jij lacht naar alle kanten En alles vind je goed Want er is niet veel anders Dan liefde in je bloed Mensenkind Jij kunt geen mensen haten En doet geen ander zeer Misschien ben jij het wapen Waarmee ik liefde leer Mensenkind Jij bent alleen maar iemand Omdat je wordt bemind En niemand is je vijand En alleman je vrind Mensenkind Jij hebt nog kleine handen En die zijn gauw gevuld Je zoekt geen grote landen Geen huizen en geen geld Mensenkind Wie is toch zo vermogend Dat hij jou heeft bedacht? En dat door jouw twee ogen God naar de wereld lacht Mensenkind Wij wachten op het wonder Als God schrijft Zijn verhaal Dan kan ook Hij niet zonder Jouw rijke tekentaal 24.4 Gedicht van J.W. Schulte-Nordholt O kleine vreemdeling, mijn zoon Zoals je van de heuvel holt Met wind en zonlicht in het haar Alsof je uit de hemel komt Zoals het trouwens is Lichtjaren ver van hier vandaan 25 God, voor dit ene ogenblik Heb ik misschien mijn leven lang bestaan Ik steek mijn armen uit Wat houdt een mens nog over van Het licht waaruit hij is ontstaan? Pas op, je valt Het doet geen zeer Een kind is zoveel dichterbij de aarde dan de grote mensen En bij de hemel zo dichtbij Hij komt er nog maar net vandaan 24.5 Gedicht Hoor nu, mijn kind; God zoekt en vindt schapen, verdwaald en verloren. Houdt het gezicht op Hem gericht open je hart en je oren als jij gedoopt op Christus hoopt heb jij voortaan een nieuw bestaan dan ben je in Hem herboren ! Al dwaal je af met stok en staf zoekt onze herder die dwalen. Ben je gewond Hij maakt gezond schapen met allerlei kwalen luister naar Hem hoor naar zijn stem Hij brengt terug hoog op Zijn rug al wie de kooi niet meer halen. Nu dan, mijn kind leef zo bemind Christus draagt jou in erbarmen. Achter het dal daar ligt de stal Zijn lichaam zal je verwarmen Hij is zo groot dat zelfs de dood als duister zwicht voor Hem, het licht ja, Hij draagt jou in Zijn armen ! 26 24.5 Gedicht Hem / Haar leren wat liefde is. Hem / Haar oefenen in hoop. Hem / Haar wennen aan zijn / haar God. Hij / Zij heeft er recht op is erop gebouwd. Hij / Zij is er mens voor. 24.6 Gedicht Wat God in hem / haar ziet ? zijn beeld zijn gelijkenis iemand die lief kan hebben.