Schouder: impingement - Zaans Medisch Centrum

advertisement
Schouder: impingement
Schouder: Impingement. Decompressie. Sub-acromiaal = Neer plastiek. Acromioclaviculair = laterale clavicula resectie.
Inleiding
Binnenkort wordt u geopereerd aan uw schouder, waarbij de orthopedisch chirurg de te
krappe ruimte tussen de schoudertop en de schouderkop wijder zal maken; mogelijk
worden ook de gescheurde rotatoren manchet pezen gehecht. Deze folder geeft u
informatie over wat de orthopeed in het Zaans Medisch Centrum met u hebt besproken,
zodat u na het gesprek alles nog eens rustig kunt lezen en zich voor kunt bereiden op de
opname en de behandeling. We raden u aan om deze brochure goed te bewaren en bij
elk bezoek aan het ziekenhuis mee te nemen. Er staat informatie in waar u ook tijdens
uw opname wat aan heeft. Bovendien bevat de brochure adviezen voor als u weer thuis
bent. De informatie is bedoeld als aanvulling op het gesprek met uw arts en kan daarom
niet altijd recht doen aan iedere individuele situatie. Wanneer u nog vragen heeft, of als
er onduidelijkheden zijn, kunt u contact opnemen met uw arts, schouderfysiotherapeut of
verpleegkundige. Mocht u medicijnen gebruiken, neemt u deze dan mee naar het
ziekenhuis. Laat ons ook weten waar u eventueel overgevoelig voor bent. Het verblijf in
het ziekenhuis is als een dagopname of een korte opname (1 of 2 dagen), afhankelijk van
uw herstel. U wordt op de dag van de ingreep opgenomen. U krijgt bericht hoe laat u in
het ziekenhuis wordt verwacht.
Anatomie van de schouder
Om beter te begrijpen hoe sommige schouderproblemen ontstaan, is het belangrijk om te
weten hoe de bouw van de schouder is. Gewrichten in het lichaam vormen de
beweeglijke verbindingen tussen twee beenstukken. Een gewricht bestaat uit twee
botdelen. Deze botdelen zijn zo gevormd dat ze precies tegen elkaar aan kunnen liggen
of precies in elkaar passen. Om de boteinden van beide botdelen (de gewrichtsvlakken)
gemakkelijk over elkaar te laten glijden, zijn ze bekleed met een laagje kraakbeen. Dat
gewrichtskraakbeen is glad en veerkrachtig en wordt gevoed door gewrichtsvocht. De
botdelen van een gewricht worden op hun plaats gehouden door een stevig kapsel. Om
dit kapsel heen bevinden zich pezen en spieren. De spieren zorgen voor de
beweeglijkheid van een gewricht, de benige gedeelten van een gewricht zorgen voor de
stevigheid. In de schouder komen drie botdelen bij elkaar: de bovenarm, het
schouderblad en het sleutelbeen. Er zijn twee verbindingen (gewrichten) tussen deze
botten: het sleutelbeengewricht en het schoudergewricht. Door de beweeglijkheid van
deze twee gewrichten en het glijsysteem waarmee het schouderblad over de borstkas
kan bewegen, is het mogelijk onze armen en handen zo breed mogelijk in de ruimte
Versie
9/2015
1 van 26
rondom het lichaam te bewegen. Het schoudergewricht wordt gevormd door een
verbinding van bovenarm en schouderblad. Aan de bovenkant wordt het gewricht
begrensd door de schoudertop (acromion). Rondom het gewricht zit het kapsel dat,
samen met spieren, pezen en banden voor stabiliteit zorgt. Tussen de verschillende
pezen die de botdelen laten scharnieren, bevinden zich slijmbeurzen, voor te stellen als
dunne, platte zakjes, gevuld met gel. Deze slijmbeurzen dienen als glijvlakken voor
botdelen. Het schoudergewricht zelf wordt gevormd door een kom, die een deel van het
schouderblad is, en de kop van de bovenarm.
De skeletdelen van de schouder van achter naar voren
Versie
9/2015
2 van 26
De gewrichten, kapsel, banden en van labrum (kraakbeenring), zijaanzicht rechter
schouder.
De rotatormanchet spieren en pezen.
Versie
9/2015
3 van 26
De slijmbeurs, schoudertop en ravenbeksuitsteeksel (coracoid).
Om het gewricht bevindt zich een gewrichtskapsel. Daar omheen lopen spieren en
pezen. De spieren en pezen vormen samen de rotatorencuff. Deze spieren liggen als een
soort manchet om de kom van het schoudergewricht. De spieren monden uit in pezen,
waarvan de uiteinden aan de bovenarm vastzitten. Om de bovenarm soepel te laten
bewegen functioneren slijmbeurzen rondom de pezen als een soort stootkussen.
Normaal glijden zo de pezen gladjes tussen het schouderdak en bovenarm. Wanneer de
rotatorspieren aanspannen kan de schouder verschillende kanten op bewogen worden.
Door de vorm van het schouderblad is de ruimte die de spieren en pezen hebben om te
bewegen heel klein.
Samenvattend: de schouder wordt gevormd door 3 botstukken: de bovenarm (humerus),
het schouderblad (scapula) en het sleutelbeen(clavicula). De schouderkom en het dak
van de schouder (acromion) zijn beide een deel van het schouderblad. Een complex van
4 spieren (rotatorcuff; rotatormanchet) waaronder de musculus supraspinatus,
infraspinatus, subscapularis en teres minor zorgen voor de bewegingen van de
bovenarm ten opzichte van het schouderblad. Om deze bewegingen soepel te laten
verlopen, bevindt er zich een slijmbeurs (bursa subacromialis) tussen het acromion en de
rotatorcuff.
Oorzaak en klachten
Impingement Subacromiaal, Subacromiaal Impingement Syndroom (SIS).
De beknelde spieren en pezen en de ontstoken slijmbeurs veroorzaken pijnklachten bij
het optillen van de arm. De pijn wordt vooral gevoeld bij voorwaartse tilbewegingen, zoals
het ophangen van een jas en het gooien van een bal. Ook het aantrekken van een hemd,
werken boven het hoofd en op de schouder liggen worden pijnlijker. Wanneer er sprake
is van een scheur in de cuff pezen als gevolg van een val, is het soms niet meer mogelijk
om de arm op te heffen. Uw klachten ontstaan dus door inklemming van de rotatorcuff
tussen de kop van de bovenarm en het dak van de schouder (het acromion). Het heffen
Versie
9/2015
4 van 26
van de bovenarm veroorzaakt het inklemmen van de rotatorcuff onder het dak van de
schouder. Meestal gaat het dan om de supraspinatuspees. De spieren van de rotatorcuff
kunnen bekneld zitten tussen de kop van de bovenarm en het acromion. Er treden dan
vooral pijnklachten op bij het heffen van de arm. We spreken van een cuff-syndroom
(syndroom is overigens een dure naam voor alles wat wij niet precies weten) of een
inklemmings-syndroom of een Subacromiaal Impingement Syndroom (SIS). De
oorzaak hiervan kan zijn dat er een botpunt aan de voorzijde of onderzijde van het
acromion zit die in de rotatorcuff drukt. Als deze situatie langer bestaat kan er zich ook
kalk afzetten in de rotatorcuff. Als deze kalk vrijkomt in de slijmbeurs is er sprake van een
slijmbeursontsteking.
Normaal functionerend zijwaarts heffen van de arm.
Versie
9/2015
5 van 26
Verstoord zijwaarts heffen van de arm. De slijmbeurs en de rotatorcuff pezen
komen in de knel tussen de schoudertop (acromion) en de schouderkop. Dit is het
Subacromiaal Impingement Syndroom (SIS).
Impingement Acromio Claviculair, Acromio Claviculair Impingement Syndroom
(ACIS).
De bovenzijde van de schouder wordt gevormd door het schouderdak (acromion) en het
sleutelbeen (clavicula). Deze twee delen vormen het acromioclaviculaire (AC) gewricht.
Het acromioclaviculaire gewricht kan door verschillende oorzaken worden beschadigd,
bv. door een ongeval, of versleten raken (artrose). Ook kan er door overbelasting
chronische ontsteking van het slijmvlies van het gewricht ontstaan. U ondervindt dan
pijnklachten bij het opheffen van de arm. De pijn kan uitstralen naar de nek of bovenarm.
Door deze aandoeningen van het gewricht tussen het sleutelbeen en acromion kan de
daarmee gepaard gaande botwoekering ook in de rotatorcuff drukken. We spreken dan
van een Acromio Claviculair Impingement Syndroom (ACIS).
Versie
9/2015
6 van 26
Normaal functionerend zijwaarts heffen van de arm.
Verstoord zijwaarts heffen van de arm. De slijmbeurs en de rotatoren
cuff pezen komen in de knel tussen het ac (acromio-claviculair) gewricht en de
schouderkop. Dit is het Acromio Claviculair Impingement Syndroom (ACIS).
Impingement Sub Coracoidaal (SC), Sub Coracoidaal Impingement Syndroom
(SCIS).
Deze komt zeer zelden voor. Er is een beknelling onder het ravenbekuitsteeksel.
In de schouder kan een beknelling = impingement op drie mogelijke plaatsen ontstaan,
nl. subacromiaal, acromioclaviculair, en subcoracoideaal.
Versie
9/2015
7 van 26
Waarom een decompressie operatie
Door een slijtageproces, het ouder worden, overbelasting, een trauma of het verrichten
van ongewone, zware arbeid, kunnen spieren en pezen van structuur veranderen. Er
kunnen peesletsels ontstaan op plaatsen waar grote druk en wrijving ontstaat tussen
pees en bot, vooral bij de schoudertop. Zeker als het bot van de schoudertop sterk is
gekromd ontstaat er meer druk op de pees eronder. Er ontstaat een ontsteking van de
pees, een tendinitis, die zich kan uitbreiden tot de slijmbeurzen, een slijmbeursontsteking. Bij het heffen en laten zakken van de arm, komen de pezen en slijmbeurzen
meer onder druk en raken dan als het ware ingeklemd tussen de schoudertop en de
schouderkop, het impingement syndroom. Dit geeft pijnklachten. Wanneer dit langer blijft
bestaan, kan ook het gewrichtskapsel en de rotatorcuff inscheuren en zelfs afscheuren.
Na verloop van tijd kan er krachtverlies optreden en is het soms niet meer mogelijk de
arm op te tillen. Als rust, fysiotherapie of injecties met ontstekingsremmers niet meer
helpen, kan de arts, in overleg met u, besluiten tot een decompressie operatie, Sub
Acromiale Decompressie, SAD. De operatie werd door een Amerikaanse orthopeed,
dr. Charles Neer, in de jaren zeventig beschreven en wordt in de orthopedie vaak ook de
Neerplastiek genoemd. De schouderdecompressie kan zowel arthroscopisch (mbv. een
kijkbuis) als open (via een incisie in de huid) geschieden. De bewegingsruimte voor de
spieren en pezen én voor de slijmbeurs is na de ingreep vergroot, zodat zij niet meer
bekneld raken en de irritaties kunnen verdwijnen. De pijnklachten kunnen daardoor
verminderen. Over het algemeen kan men stellen dat twee van de drie mensen die een
dergelijke ingreep ondergaan er beter van worden dan wel klachtenvrij worden.
Dit geldt ook voor de decompressie van het ac= acromio claviculaire impingement. Een
soortgelijke decompressie ingreep, arthroscopisch of open, staat bekend als Laterale
clavicula resectie, AC-nettoyage, decompressie AC Arthrose, AC-gewricht
debridement.
Voor de operatie
Voor de operatie wordt u poliklinisch gezien door een anesthesist. Er wordt wellicht bloed
en urine onderzoek gedaan. Mogelijk worden er een hartfilm (ECG) en een röntgenfoto
gemaakt (afhankelijk van uw leeftijd en medische voorgeschiedenis). Afhankelijk van uw
leeftijd en gezondheid kan het voorkomen dat u ook door een internist, cardioloog of een
andere specialist pre operatief gezien wordt. Na goedkeuring door de anesthesist kan de
operatie uitgevoerd worden. Laat ons ook weten waarvoor u eventueel overgevoelig
bent.
Allergie
Wanneer u weet dat u voor bepaalde stoffen allergisch (overgevoelig) bent, is het
belangrijk dit te melden. Hiermee wordt dan rekening gehouden bij uw behandeling en
Versie
9/2015
8 van 26
verpleging. Laat ons dus weten of u eventueel overgevoelig bent voor bepaalde
medicijnen of andere stoffen.
Medicijnen
De medicijnen die u tijdens uw verblijf nodig heeft, ontvangt u van de ziekenhuis
apotheek. Neem geen medicijnen in zonder hierover overleg te plegen. Een combinatie
van geneesmiddelen kan namelijk bij ondeskundig gebruik gevaarlijk zijn. Omdat het van
belang is te weten welke medicijnen u tot de opnamedag heeft gebruikt, verzoeken wij u
deze medicijnen, in de originele verpakking, bij opname mee te nemen.
Bloedverdunners
Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (antistollingsmiddelen zoals Marcoumar,
Sintrommitis, Aspirine, Ascal, Acetylsalicylzuur, NOACS), of medicijnen die
bloedverdunning als bijwerking hebben (zoals medicijnen uit de groep NSAID), is het
belangrijk om hierover voor de operatie duidelijke afspraken te maken met de
anesthesist. Tijdens het preoperatieve anesthesiespreekuur bepaalt de anesthesist in
overleg met u wat het beste is met betrekking tot de planning van de ingreep: doorgaan
met uw huidige bloedverdunners, of tijdelijk een aantal dagen voor de operatie stoppen,
of tijdelijk vervangen door een ander soort bloedverdunner. Stop nooit op eigen initiatief
met het gebruik van bloedverdunners.
Fysiotherapie vóór de operatie
Het is de bedoeling dat uw eigen schouderfysiotherapeut vóór de operatie de instructies
en het nabehandelingschema (zie hier onder) met u doorneemt. Tijdens uw opname voor
de schouderoperatie krijgt u begeleiding van een ziekenhuis fysiotherapeut. Het is
belangrijk dat u na uw ontslag uit het ziekenhuis doorgaat met fysiotherapie. Dit kan bij
een goede schouder fysiotherapeut bij u in de buurt.
Anesthesie
De anesthesie die bij deze ingreep wordt gebruikt is algehele anesthesie. Bij deze vorm
van verdoving slaapt u en merkt u niets van de operatie. Bij sommige schouderoperaties
is het mogelijk om voor de algehele anesthesie een verdovingsinjectie in de hals te
krijgen, waardoor de zenuwen naar de schouder verdoofd raken, dit wordt een zenuw
blok genoemd. Na de operatie heeft u hierdoor minder pijn. Als er een indicatie bestaat
voor deze soort verdoving zal de anesthesioloog u voor de operatie hierover uitleg geven
en deze verdoving plaatsen. Voor de operatie start u met de pijnmedicatie. Dit heeft als
doel een spiegel in uw bloed op te bouwen zodat na de operatie de pijnmedicatie meer
effect heeft.
Het is belangrijk dat u voor de operatie goed uitgeslapen bent. U krijgt daarom op de
avond voor de operatie een slaapmiddel, zodat u goed uitgerust bent op de dag van de
Versie
9/2015
9 van 26
operatie. Tevens krijgt u op de dag van operatie nogmaals een slaaptablet ter
voorbereiding. Wordt u op de dag van de operatie nuchter opgenomen, dan geldt dit niet
voor u. U krijgt een injectie met een bloedverdunnend middel toegediend. Dit om te
voorkomen dat er zich bloedstolsels in de aderen kunnen vormen (trombose). Deze
injectie wordt door middel van een klein naaldje in de buik toegediend. Op voorschrift van
de anesthesist krijgt u medicijnen (de premedicatie) als voorbereiding op de narcose en
pijnstilling na de operatie toegediend. Deze medicijnen kunnen uit tabletten en/of
injecties bestaan.
Opname
U verblijft een nacht op de afdeling orthopedie. Bij het ontslag krijgt u een controle
afspraak mee voor de poli orthopedie. Indien de behandeling in dagopname afgesproken
is, gaat u dezelfde dag weer terug naar huis. Op de verpleegafdeling wordt u verwelkomd
door een verpleegkundige. Natuurlijk kunt u vragen stellen of onduidelijkheden
bespreken. De verpleegkundige legt daarna uit wat het programma voor die dag is.
Verder zal de verpleegkundige enkele voorbereidingen met u treffen en worden er, als
dat nodig is, nog enkele onderzoeken gedaan. Zo wordt uw temperatuur, bloeddruk en
hartslag gemeten.
Gebruik geen crèmes en geen lotions. Het is dan niet mogelijk om uw huid doeltreffend te
desinfecteren. U loopt de kans dat de geplande operatie daardoor niet kan plaats vinden.
De operatie:
Opheffen van de beknelling/Impingement door het scheppen van ruimte =
Decompressie
Slechts een klein deel van de patiënten met dit soort schouderklachten komt uiteindelijk
bij een orthopeed terecht. Meestal lukt het met rust, fysiotherapie en/of verdovingsinjecties, al of niet in combinatie met de bijnierschorshormoon cortison, de klachten te
verhelpen, zodat een operatie niet nodig is. Als deze conservatieve maatregelen
onvoldoende helpen kan een zogenaamde decompressie operatie uitkomst bieden. De
subacromiale of ac decompressie operatie kan hetzij arthroscopisch via een kijkbuis,
hetzij open via een incisie = snede. Beide hebben hun voordelen en beperkingen.
De ingreep is, onafhankelijk of hij scopisch of open uitgevoerd wordt, dezelfde: er wordt
geprobeerd zoveel mogelijk ruimte in het gewricht tussen de schoudertop en de
schouderkop resp. ac gewricht te maken. Dit gebeurt door aan de onder- en voorkant van
de schoudertop een deel van het acromion/sleutelbeen weg te halen. Er ontstaat meer
bewegingsruimte voor de rotatorpezen en de slijmbeurs. Hierdoor zullen de irritaties
normaal gesproken verdwijnen. Hierdoor hebt u minder pijn en minder kans op
ontstekingen. Ook heeft uw arm weer meer bewegingsmogelijkheden. De resultaten zijn
dus ook in beide gevallen hetzelfde. In beide gevallen kan ook een kalkdepot, calcificatie,
verkalking in de rotatorpezen eventueel worden verwijderd (barbotage) en een scheur in
Versie
9/2015
10 van 26
de rotatorcuff gehecht. Als er artrose bestaat tussen sleutelbeen en acromion wordt dit
tevens gedecomprimeerd. De wond wordt gesloten met een oplosbare hechtdraad.
Arthroscopische decompressie subacromiaal = SAD = Neerplastiek
Hierbij wordt een buisje in de ruimte tussen de schoudertop en de schouder kom
gebracht, waardoor de chirurg de operatie kan uitvoeren zonder het gewricht open te
maken. Middels een aantal kleine gaatjes wordt een arthroscoop (kijker) en instrumenten
ingebracht waarmee de vooronderrand van het acromion en de vaak ontstoken
slijmbeurs worden weggeschaafd totdat er voldoende ruimte is voor de cuff. Tevens
wordt het schoudergewricht zelf geïnspecteerd.
Een benige richel van het schouderdak wordt arthroscopisch weggefreesd.
Versie
9/2015
11 van 26
Een calcificatie in de rotatorpees wordt arthroscopisch verwijderd.
Open decompressie subacromiaal = SAD = Neerplastiek
Middels een 5 cm grote snee aan de voorzijde of zijkant van de schouder wordt de
vooronderzijde van het acromion (schoudertop) en de geïrriteerde slijmbeurs verwijderd
zodat er weer voldoende ruimte is voor de rotatorcuff.
Versie
9/2015
12 van 26
Tijdens de open Neerplastiek blijkt hoe weinig ruimte er is tussen de schouder top
boven en de schouderkop onder. Een pincet kan er niet eens tussen. Onder pincet
de rotator cuff zichtbaar.
Versie
9/2015
13 van 26
Na de decompressie is er genoeg ruimte voor een wijsvinger. Boven is de
uitgedunde schoudertop, onder de top de wijsvinger, linker schouder. Onder de
vinger cuff pezen, onder cuff de eveneens niet zichtbare kop.
Arthroscopische decompressie acromio claviculair = AC decompressie = laterale
½ cm clavicula resectie = nettoyage/debridement van ac gewricht/arthrose
Tijdens de arthroscopische methode worden in uw schouder enkele mini sneetjes
gemaakt. Door één sneetje wordt een dun buisje met daarin een kleine camera en een
lichtsnoer geleid. Het lichtsnoer verlicht de binnenkant van uw schouder. De camera is
verbonden met een beeldscherm, waarop exact te zien is hoe het binnen eruit ziet en wat
er aan de hand is. Door het buisje spoelt ook een zoutoplossing om de schouder schoon
te houden en het zicht te verbeteren. Via de andere sneetjes worden verschillende
instrumenten in de schouder gebracht die tijdens de operatie nodig zijn om het ac
gewricht te decomprimeren, te nettoyeren, te debrideren.
Open decompressie acromio claviculair = AC decompressie = laterale ½ cm
clavicula resectie = nettoyage/debridement ac gewricht/arthrose
De orthopedisch chirurg maakt een huidsnede over de bovenzijde van de schouder.
Vervolgens wordt het AC-gewricht vrij gelegd van de omliggende weefsels. De chirurg
verwijdert een stukje van ongeveer enkele tot 5 millimeters van het buitenste uiteinde van
Versie
9/2015
14 van 26
het sleutelbeen, waardoor het gewricht wijder wordt en daardoor de acromio claviculaire
beknelling (impingement) opgeheven wordt.
Na de operatie
Na de operatie kunt u een gevoelige keel hebben doordat er tijdens de operatie een tube
(buisje) in uw keel is geplaatst om u tijdens de operatie van voldoende zuurstof te kunnen
voorzien. U verblijft op de recovery (uitslaapkamer) totdat uw toestand gestabiliseerd is
en het verantwoord is dat u weer naar de verpleegafdeling teruggaat. U wordt door de
verpleegkundigen van uw afdeling naar uw eigen kamer terug gebracht. Het is goed
mogelijk dat u bij aankomst op de verpleegafdeling nog erg slaperig bent. De
verpleegkundige informeert hierna uw contactpersoon over het verloop van de operatie.
De verpleegkundige op de afdeling controleert regelmatig uw bloeddruk en polsslag. Dit
geldt ook voor het operatiegebied, de drain en het infuus.
Anesthesie complicaties
Risico’s van de verdoving: deze bespreekt U het beste met de anesthesist.
Algemene complicaties
Gelukkig treden er na een schouderoperatie zelden complicaties op. Over het algemeen
valt het bloedverlies mee. Er zijn echter altijd risico’s verbonden aan een operatieve
behandeling. Dit betreft algemene complicaties en complicaties die specifiek bij deze
operatie horen.
 Huidzenuwbeschadiging. Omdat er sneden in de huid worden gemaakt, kan een
huidzenuw beschadigd raken. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid.
Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd vanzelf. Soms zijn ze echter
blijvend.
 Er kan een bloeding of een nabloeding optreden.
 Een wondinfectie is een vervelende complicatie. De kans hierop is echter klein.
 Omdat u tijdens en vlak na de operatie veel stil ligt in bed en dus minder loopt, kan er
een verstopping van een bloedvat in het been (trombose) ontstaan. Wanneer dit niet
behandeld wordt, kan er een stolsel naar de longvaten of hersenvaten schieten. Dit
kan zeer ernstige gevolgen hebben. In het ziekenhuis krijgt u injecties ter voorkoming
van trombose. Trombose is herkenbaar aan een dikke en pijnlijke kuit.
 Herseninfarct, hersenbloeding, CVA.
 Hartinfarct, hartritmestoornissen.
 Overlijden. Zoals bij iedere operatie, en zelfs zonder een operatie, is er een kans dat u
komt te overlijden.
De lijst is zeker niet volledig, wel betreft dit de meest frequente complicaties.
Versie
9/2015
15 van 26
Specifieke schouder complicaties
 Frozen shoulder: de schouder kan in enkele gevallen als gevolg van bindweefsel- en
littekenvorming stijf worden. Het is dus erg belangrijk de oefeninstructies die u krijgt
van uw fysiotherapeut goed op te volgen en actief te revalideren. Indien u last krijgt
van een frozen shoulder en dit door intensieve fysiotherapie niet verbetert, kan het zijn
dat uw schouder onder narcose moet worden doorbewogen. Mocht u hierover nog
vragen hebben dan kunt u dit altijd met uw arts bespreken.
 Infectie.
 Bloeding of nabloeding.
 Sudeckse of posttraumatische dystrofie.
 Functiebeperking van de schouder; door het ontstaan van littekenweefsel bestaat er
een kans op functiebeperking van de schouder.
Pijnbestrijding
De anesthesist heeft pijnstillers voorgeschreven die u, indien gewenst, op vastgestelde
tijden door de verpleegkundige krijgt toegediend. In de eerste 24 uur in de vorm van een
injectie, vaak in combinatie met zetpillen. Daarna ongeveer een week pijnmedicatie in
tabletvorm. Geef duidelijk het verloop van pijnklachten aan; de verpleegkundige neemt
indien noodzakelijk contact op met de arts.
De wond
De steekwondjes worden gehecht met oplosbare hechtingen, deze hoeven dus niet
verwijderd te worden. De eerste tijd na de operatie zal uw schouder en het gebied
rondom de wond dik en warm aanvoelen, en de kracht kan nog tijdelijk minder zijn, ten
gevolge van het geplaatste schouder pijnblok. Dit wordt geleidelijk minder. Ook hebt u
mogelijk bloeduitstortingen (blauwe plekken) bij de wond, maar deze verdwijnen vanzelf.
Zolang er nog wondvocht of bloed uit de wond komt, dient de wond door middel van een
steriel gaasverband beschermd te worden. Doorgaans is dit maar even nodig. Wanneer
de wondjes niet meer lekken, mag u zonder verdere bescherming douchen. Gebruik
geen zeep rondom het wondgebied. Gebruik geen bodylotion, tenzij de huid geheel
gesloten is (na circa 3 weken). Pas op met het blootstellen van het litteken aan de zon.
Nabehandeling
Direct na de operatie heeft u een immobilisatie verband gekregen (sling). Het is de
bedoeling dat u deze slechts zo nodig de eerste 1 á 2 weken draagt. Pendulum
bewegingen zoals koffiemalen en lichte onderhandse activiteiten zoals schrijven,
computeren en eten houden de schouder mobiel. Bij licht lichamelijk werk zoals
kantoorbaan, computeren en telefoneren kunt u waarschijnlijk binnen korte tijd weer gaan
werken. Bij zwaar werk zal dit langer duren. Voor elke patiënt is de situatie verschillend.
Bespreek dit met uw bedrijfsarts.
Versie
9/2015
16 van 26
Ontslag
Als uw operatie goed is verlopen kunt u in principe de dag na de operatie naar huis.
Voordat u met ontslag gaat, komt de fysiotherapeut(e) bij u langs. Hij of zij heeft het
operatieverslag gelezen en zal informatie geven over wat u wel of niet met uw arm mag
doen. Ook neemt een verpleegkundige van de afdeling een aantal zaken met u door:
 de ontslagpapieren die u mee krijgt
 recepten voor medicijnen.
 Douchen mag wanneer de wond(en) droog zijn, meestal na 3 tot 5 dagen. Na 3 dagen
verband(en) zelf af (laten) halen voor wond inspectie. Indien de wond(en) droog is
(zijn), geen verband meer om, droog aan de lucht laten verder genezen. Wanneer er
nog vocht of bloed lekkage is, weer verbinden tot dat de wond(en) droog is (zijn)
geworden.
Resultaten
Na een schouder decompressie operatie is ongeveer 2/3 van de patiënten uiteindelijk
klachtenvrij of sterk verbeterd, indien de rotatorcuff manchet intact is. Het uiteindelijke
resultaat is meestal bereikt 3 tot 6 maanden na de operatie. Eén op de drie patiënten
blijft, ondanks de operatie, toch klachten houden. Het is vooralsnog onmogelijk om van te
voren te bepalen bij wie de ingreep slaagt en bij wie niet.
Hulp in huis
Als u thuis komt, hebt u (enige) hulp nodig, zowel voor het huishouden als voor uw
persoonlijke verzorging. We adviseren deze hulp tijdig te regelen, in ieder geval vóór de
opname. Zo hebt u mogelijk verpleeg technische hulp nodig, zoals hulp bij het wassen,
wondverzorging en dergelijke. Dit wordt indien nodig vanuit de afdeling orthopedie
geregeld. Ook voor de huishouding bent u in het begin aangewezen op hulp. Misschien
kunt u zelf iemand uit uw directe omgeving vragen u te helpen (mantelzorg), of is het
beter huishoudelijke hulp (thuiszorg) aan te vragen bij het CIZ (Centrum Indicatiestelling
Zorg).
Adviezen voor thuis
Afhankelijk van de operatie en individuele factoren, ondervindt u na de operatie nog
enige tijd hinder van het operatiegebied. Er volgen nog enkele adviezen:
 Als de wond droog is mag u douchen, zeep vermijden in het wondgebied. De geopereerde arm bij uw lichaam houden en niet naar buiten draaien. In bad gaan mag niet.
 Voor uw veiligheid is het beter om zittend te douchen. U kunt hiervoor een
douchestoel of douchekruk lenen bij een thuiszorgwinkel.
 Wanneer u pijn heeft kunt u dit het beste bestrijden met paracetamol (500 mg). U mag
viermaal daags twee tabletten innemen. Wanneer de pijn minder wordt kunt u dit
langzaam weer afbouwen.
Versie
9/2015
17 van 26
 Slaap eventueel de eerste 6 weken met een kussen onder uw arm. Na 6 weken mag u
weer op de geopereerde schouder gaan liggen.
Vragen
Het is van belang dat u juiste en duidelijke informatie heeft gekregen. Aan de hand van
deze informatie beslist u, samen met uw arts, of u de behandeling ondergaat. Hebt u na
het gesprek met uw arts en na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan
gerust. Noteer eventueel uw vragen van tevoren, zodat u niets vergeet.
Problemen
Ontstaan er ondanks de goede voorbereidingen toch nog problemen, neem dan overdag
contact op met de polikliniek Orthopedie of de Dagopname van ons ziekenhuis. Buiten
kantooruren en in het weekend kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende
Hulp.
Telefoonnummers
Dagcentrum 075 650 74 19
Spoedeisende hulp 075 26 00
Verpleegafdeling 075 650 23 17
Polikliniek orthopedie 075 650 21 05
Bel in ieder geval bij de volgende problemen:
 als de huid rondom de wond rood wordt, gezwollen is, warm aanvoelt of verhardingen
optreden
 als u hoge koorts of rillingen krijgt
 als u plotselinge heftige pijn krijgt
 als er pus uit de wond komt
Aanvullende internetsites
www.zorgvoorbeweging.nl
www.orthopeden.nl
www.zaansmedischcentrum.nl
www.schoudernetwerk.nl
www.orthopedie.nl
www.scopie.info
www.zorgvoorbeweging.nl
www.werkendlichaam.nl
www.kernpraktijken.nl
www.schouderchirurgie.nl
www.kiesbeter.nl
Versie
9/2015
18 van 26
www.sportzorg.nl
www.npcf.nl
www.blessurevrij.nl
www.gezondheidsplein.nl
www.ortho-care.eu
www.orthoinfo.aaos.org
www.shoulderinstitute.co.za
www.eorthopod.com
www.readingshoulderunit.com
www.orthop.washington.edu
www.herefordhospital.nhs.uk
www.hopkinsortho.org
www.orthoteers.org
www.shoulder.com
YouTube: Shoulder Impingement
Richtlijnen voor de Fysiotherapeut
Samenvatting van de prognose betreffende herstel van functies en activiteiten.
Wanneer Functionele Function Werk onder
Werk boven Sporten
Sporten
kan ik
beweeglijkh ele
schouderho
schouderho onderhan bovenha
verwacht eid
kracht
ogte
ogte
ds
nds
en
0-3
weken
3-6
weken
Ja
Ja
6-12
weken
3-4
maande
n
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
(Ja)
Ja
(Ja)
5-6
maande
n
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Kenmerken
- Een distale (of laterale) clavicula resectie is geïndiceerd indien een stabiel AC gewricht
chronische pijn veroorzaakt die niet minder wordt met conservatieve behandeling; de
resectie vindt plaats open ( door Mumford beschreven) of via artroscopie.
Versie
9/2015
19 van 26
- Bij de open ingreep worden de deltoïd en de trapezius van het bot van de clavicula
losgemaakt en later weer vastgezet.
- Meestal wordt tussen 0,3 en 0,5 mm van de laterale clavicula verwijderd.
- Omdat het AC gewricht meebeweegt indien de arm meer dan 90º wordt geheven, wordt
dat de eerste 3 weken niet uitgevoerd.
Pre operatief
- Vaststellen actieve en passieve ROM.
- Vaststellen kracht abductie en exorotatie (handdynamometer).
- Scoren van de SST (eventueel SPADI) en de CMS.
- Welke AC tests zijn + (horizontale adductie, O’Brien, horizontale retro tegen R, Paxinos
test, lokale palpatie).
- Geven van uitleg aan de patiënt over te verwachten post operatief beloop.
Procesmatige stappen in het herstel van de ROM na de ingreep.
Passieve
Passieve exo
Passieve exo
scaptie
elleboog zij
hoera positie
3 weken
120° - 150°
30° - 60°
50°
6 weken
Normaal
Normaal
75°
9 weken
Normaal
Normaal
Normaal
12 weken
Normaal
Normaal
Normaal
Actieve scaptie
60° - 90°
>90°
Normaal
Normaal
0 – 6 weken na de ingreep
In deze fase ligt de nadruk op respecteren van de gevolgen In deze fase ligt de nadruk
op respecteren van de gevolgen van de operatie.
Doelen: het verminderen van pijn en inflammatie en op het conditie behoud van
omliggende orgaansystemen (CWK, TWK, elleboog, pols, hand). Verbeteren revalidatie
inzicht van patiënt. Daarna: realiseren van procesmatig herstel van de ROM en op
aangepast functioneren in ADL.
□ Acties 0-3 weken na de operatie
- In week 1: score SST-PO (eventueel SPADI).
- Oefenen elleboog-, pols- en handfunctie
- Passief oefenen aangedane schouder m.b.v. andere gezonde arm
- Slinger- en pendeloefeningen
- Indirect mobiliseren door vanuit h+k stand met de heupen naar achteren te bewegen
(eerst in de scaptie); ook mogelijk m.b.v. PVC buis
- Mobiliseren / stabiliseren cervicale wervelkolom
- Voorzichtig actief oefenen is toegestaan, als het maar niet pijnlijk is
- Scapula positionering mobiliteit stabiliserende oefeningen
- Isometrisch oefenen RC spieren
Versie
9/2015
20 van 26
- Schouder sling afbouwen op geleide van pijn
□ Acties 3-6 weken na de operatie
- Doorgaan met acties 0 – 3 weken na ingreep: slinger- en pendeloefeningen
- U mag alle bewegingen van de arm weer zelf maken: actief oefenen alle richtingen
binnen pijngrens
- Isometrisch oefenen rotator cuff (= spier activatie) met weerstand andere arm of
theraband; daarna: oefenen duurkracht bijvoorbeeld m.b.v. pulley / halters (3 series van
12-20 herhalingen per serie dienen op juiste wijze te worden uitgevoerd)
- Oefeningen voor een goede positie van het schouderblad op de romp
- Opnieuw aanleren van het bewegingsgevoel van de schouder; controle en eventueel
correctie bewegingspatronen
- Indien nodig: start rekking posterieure kapsel
- Rond week 6: score SST-PO (eventueel SPADI) en CMS; verslag aan orthopeed
□ Groene vlaggen voor overgang naar de volgende fase
- Ontstekingsverschijnselen / pijn in rust zijn afwezig
- De operatiewond op de huid is goed genezen
- Voldoen aan de criteria voor herstel ROM (dus: goede actieve ROM)
- Actief bewegen wordt kwalitatief goed uitgevoerd met napijn VAS ≤ 3 en verminderen
van de napijn
< 2 uur na de actie
- Actief bewegen wordt kwalitatief goed uitgevoerd met napijn VAS ≤ 3
- Scores op SST-PO en CMS (> 60 punten) zijn toegenomen
7-12 weken na de ingreep
In deze fase ligt het accent op het vervolmaken van de optimale ROM, het herstel van de
spierfunctie, coördinatie en stabiliteit. Daarna wordt gestart met functionele ADL en werk
activiteiten. Hervatten van licht werk en onderhands sport (joggen) is mogelijk.
□ Acties:
- Versterken van de RC en schouderspieren (van duur >> absolute kracht); 2 series van
8 – 12 herhalingen dienen te leiden tot vermoeidheid naast local stabilisers ook deltoïd
training m.b.v. pulley of halters
- Eerst onder schouderhoogte; 2 weken later: boven schouderhoogte
- PNF patronen
- Oefenen van ADL / werk situaties; dus trainen in ketens; uitval passen met gewichten,
halterstang gebruiken
□ Groene vlaggen voor overgang naar fase 3
- Volledige passieve en actieve ROM
Versie
9/2015
21 van 26
- Goede kracht RC / schouder spieren
- Goede coördinatie
3 – 6 maanden na de ingreep
In deze fase ligt de focus op herstel van participatie in werk en sport.
□ Acties:
- Voortzetten en uitbreiden van acties uit fase 1 en 2
- In week 12 -14: score SST-PO
- Starten met snelkracht
- 2 weken later: plyometrie (hoge snelheid, met voorrek, lage weerstand < 15%); voor
schouder: start met werptraining
- Indien gewenst: sport specifieke training
- Na 6 maand afronding met verslag orthopeed en score CMS of SST
□ Groene vlaggen voor hervatten werk of sport
- goede grond motorische eigenschappen
- negatieve provocatie tests (horizontale adductie, O’Brien, retroflexie tegen R)
- voldoende vertrouwen patiënt
Richtlijnen voor de Patiënt
Inleiding
Deze ingreep wordt meestal open gedaan met een kleine snede bovenop de schouder
ter plekke van het sleutelbeen – schouderdak gewricht (deze procedure wordt wel de
Mumford operatie genoemd). Soms wordt het buitenste deel van het sleutelbeen ook
verwijderd via een artroscopie en betreft het wegnemen van het bot meestal een deel
van de operatie. Om de stabiliteit van het gewricht te waarborgen wil de orthopedisch
chirurg niet een te groot stuk van het sleutelbeen verwijderen terwijl ook niet te weinig bot
weggehaald dient te worden omdat anders de pijnvermindering niet voldoende optreedt.
Meestal wordt tussen de 0,3 en 0,5 mm bot verwijderd. De ingreep is geïndiceerd bij
slijtage van het sleutelbeengewricht die aanleiding geeft tot een continue pijn op de
schouder die toeneemt bij activiteiten boven schouderhoogte en bij falen van nietoperatieve therapie.
Tijdens uw opname voor de schouderoperatie krijgt u begeleiding van een fysiotherapeut
van het ziekenhuis. Het is belangrijk dat u na uw ontslag uit het ziekenhuis doorgaat met
fysiotherapie. Dit kan bij een goede schouder fysiotherapeut bij u in de buurt. Onder
leiding van uw fysiotherapeut gaat u oefeningen doen om de functies van de schouder
terug te krijgen en te optimaliseren. Hieronder staat per fase welke oefeningen u kunt
verwachten. Het is echter wel zo dat de fysiotherapeut samen met u beslist welke
Versie
9/2015
22 van 26
oefeningen u wel of niet mag doen en dit kan dus eventueel afwijken van de genoemde
oefeningen.
Doelen en leefregels
Hoofddoelstelling van de therapie
Het realiseren van een goed functionerende en zo veel mogelijk pijnvrije schouder na het
verwijderen van het buitenste deel van het sleutelbeen en, indien van toepassing,
terugkeer op het gewenste niveau in werk en/of sport.
Subdoelstellingen van de therapie
1. Respecteren van de operatieve wond en daaropvolgende herstelprocessen
2. Verminderen van pijn en zwelling
3. Terugwinnen en bevorderen van de beweeglijkheid van uw schouder
4. Terugwinnen en bevorderen van de kracht in uw arm
5. Verbeteren van de coördinatie in uw arm
6. Goed kunnen uitvoeren van de normale dagelijkse handelingen
7. Op het gewenste niveau hervatten van werk en sport
Leefregels
1. U draagt aanvankelijk een sling ter preventie / vermindering van pijn, maar u moet er
naar streven de sling na 4 weken niet meer te gebruiken.
2. De eerste 6 weken mag u niet op uw geopereerde schouder slapen. De fysiotherapeut
leert u de goede slaaphouding aan.
3. U mag de eerste 4 weken uw arm niet heffen boven schouderhoogte
4. U mag de eerste 4 weken niet autorijden.
5. U mag de eerste 6 weken niet sporten of tillen.
Revalidatieschema
0 – 6 weken na de ingreep
- 0-3 weken na de operatie
De wond is nog vers en het operatiegebied kwetsbaar. Voorzichtigheid is op zijn plaats,
maar u moet proberen de arm zo snel mogelijk weer normaal te gaan gebruiken.
- Oefenen elleboog-, pols- en handfunctie
- Slinger- en pendeloefeningen
- Oefeningen voor de beweeglijkheid van de nek
- Oefeningen voor de beweeglijkheid van uw arm
- Oefeningen voor een goede positie van het schouderblad op de romp
- Instructie en oefenen slaaphouding
- Arm niet heffen boven schouderhoogte
- Geen kracht- en belaste steunoefeningen.
Versie
9/2015
23 van 26
U mag de sling vanaf 2 weken afbouwen op geleide van de pijn.
- 3-6 weken na de operatie
De wond is aan het herstellen en er is meer belasting mogelijk.
- Slinger- en pendeloefeningen
- U mag alle bewegingen van de arm weer zelf maken
- Oefeningen voor kracht in uw arm
- Oefeningen voor een goede positie van het schouderblad op de romp
7-12 weken na de ingreep
In deze fase ligt het accent op het opbouwen van de kracht in uw arm en wordt er een
begin gemaakt met sport specifieke en werk specifieke oefeningen.
- Realiseren van de maximale actieve beweeglijkheid
- Versterken van de schouderspieren
- Oefeningen voor een goede positie van het schouderblad op de romp
- Oefenen van werksituaties, hervatten werk
- Sport specifieke oefeningen, hervatten sport onder schouderhoogte
3 – 6 maanden na de ingreep
Indien nodig wordt de kracht verder verbeterd, wordt intensiever bovenhands getraind en
wordt snelheid verder verhoogd.
De meeste patiënten zijn grotendeels pijnvrij na 4 tot 6 weken.
Kort samengevat betekent dit het volgende:
Wanneer
kan ik
verwacht
en
0-3
weken
3-6
weken
6-12
weken
3-4
maande
n
5-6
maande
n
Functionele
beweeglijkh
eid
Function
ele
kracht
Werk onder
schouderho
ogte
Werk boven
schouderho
ogte
Sporten
Sporten
onderhan bovenha
ds
nds
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
(Ja)
Ja
(Ja)
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Versie
9/2015
24 van 26
Aanvullende internetsites
Nederlands
www.zaansmedischcentrum.nl
www.schoudernetwerk.nl
www.orthopedie.nl
www.scopie.info
www.zorgvoorbeweging.nl
www.werkendlichaam.nl
www.kernpraktijken.nl
www.schouderchirurgie.nl
www.kiesbeter.nl
www.sportzorg.nl
www.npcf.nl
www.blessurevrij.nl
www.gezondheidsplein.nl
www.ortho-care.eu
Engels
www.orthoinfo.aaos.org
www.shoulderinstitute.co.za
www.eorthopod.com
www.readingshoulderunit.com
www.orthop.washington.edu
www.herefordhospital.nhs.uk
www.hopkinsortho.org
www.orthoteers.org
www.shoulder.com
YouTube: Shoulder Impingement Decompression
Versie
9/2015
25 van 26
Ondergetekende verklaart hierbij de mondelinge informatie in het kader van de
informed consent te hebben begrepen en de aanvullende schriftelijke informatie te
hebben ontvangen.
Naam en handtekening patiënt:
Datum van tekenen:
Deze brochure betreft een algemene voorlichting en is bedoeld als extra informatie naast
het gesprek met uw behandelend arts. Bijzondere omstandigheden kunnen tot
wijzigingen aanleiding geven. Dit wordt altijd door de arts aan u kenbaar gemaakt.
Kijkt u ook op internet naar:
www.zorgvoorbeweging.nl
www.orthopeden.nl
Versie
9/2015
26 van 26
Download