Men spreekt van een adenocarcinoom van de

advertisement
Naam: Joyce Stuijt
Studentnr: 500635116
Docent: M. Wolf
Stageplek: De Omring Koggenland
Dr. Lohmanstraat 21
1713 TG Obdam
Stagebegeleider: Tineke Langenberg
Telefoonnummer: 0641453324
Werkbegeleider: Joan Munster
Stageperiode: 05-09-‘12-02-02-‘13
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Oesophaguscarcinoom
3
Casus
5
FGP
5
Clusteren
5
Hypothetisch diagnose
6
Definitieve diagnose
6
Prognose
7
Resultaatsklasse
7
Beoogd resultaat
7
Verpleegkundige interventies
7
Evaluatie
8
Literatuurlijst
8
Bijlage 1: verpleegplan stage
10
2
Inleiding
Om een geschikte cliënt voor het verpleegplan te vinden moet deze aan een
aantal eisen voldoen. Dus heb ik uiteindelijk in overleg met mijn
werkbegeleider deze cliënt gekozen. Omdat deze cliënt aan de meeste eisen
voldoet. Ik heb de intake van deze cliënt samen met mijn werkbegeleider
gedaan.
Ik ga eerst wat dieper in op de ziekte die deze cliënt heeft daarna volgt het
verpleegplan volgens school en als bijlage het verpleegplan van mijn stage.
Oesophagus carcinoom
Een adenocarcinoom van de oesophagus is als de tumor in de slokdarm
grenst aan Barrett-epitheel (= plaveiselepitheel vervangen door metaplastisch
cilinderepitheel) en/of als meer dan 50% van her adenocarcinoom (kanker
ontstaan in klierweefsel zich in de slokdarm bevindt.
Anatomie
1. Cervicale slokdarm: vanaf de distale rand van het cricoidkraakbeen (zit
bij het strottenhoofd) tot de proximale rand van het bovenste deel van
het borstbeen.
2. Bovenste thoracale slokdarm: van manubrium sterni (bovenste deel
borstbeen) tot aan de tacheale bifuratie(tot aan de splitsing van de 2
longen).
3. Onderste thoracale slokdarm: van de thoracale bifuratie (splitsing van
de twee longen) tot de gastro-oesophageale overgang. 3
De z-lijn is de overgang tussen normaal plaveiselepitheel en het cilindrische
maagepitheel in de slokdarm. 2
3
Risicofactoren







Alcohol en roken = 2 belangrijkste risicofactoren voor de ontwikkeling
van plaveiselcelcarcinoom.
Chronische gastro-oesofageale refluxoesophagitis
Voeding factoren (te kort aan vitamine A, B, C en D)
Slokdarmverbranding
Achalasie (= een zelfdzame ziekte waarbij de zenuwvoorziening van de
slokdarm beschadigd is.)
Oesofageale webben (zelfdzame ziekte waarbij een netwerk van
dunne draden vanuit het slokdarm- slijmvlies de slokdarm holte
doorkruist.)
Plummer-Vinson-syndroom ( syndroom met dysfagie (slikstoornis),
oesofagus webben, atrofische glossitis (glade tong, onsteking van de
tong)en ernstige ijzergebreksanemie 2
Diagnostiek



Bij toeval ontdekken
Symptomen: dysfagie (moeilijkheden bij slikken), retrosternale pijn (pijn
achter het borstbeen), pijn bij het eten (odynofagie) en anemie.
Onderzoek van keuze: flexibele endoscopie + histologisch weefsel
onderzoek mbv kleurstoffen (lugol, toluidine- en methyleenblauw) 2
Stadiumbepaling


De beste techniek om preoperatief het T- en N-stadium (T= grote N=
uitzaaiingen in lympfe) vast te stellen is de endoscopische
ultrasonografie (EUS)
CT van thorax en abdomen en uitwendige echografie van de hals
worden gebruikt om het preoperatieve M-stadium te bepalen.
Chirugische behandelingen





Bij de standaard resectie (verwijderen) worden oesophagus en cardia
via een transthoracale oesophagusresectie (TTE) dan wel via een
transhiatale oesophagusresectie (THE) samen met de primaire tumor
en de aangrenzende ‘regionale’ lymfeklieren verwijderd.
Radicale ‘en bloc’- resectie = uitbereiding van de
standaardbehandeling en bestaat uit een zo ruim mogelijke
transthoracale resectie van de primaire tumor, met een radicale
lymfklierdissectie.
Tweeveldslymfeklierdissectie: naast een ruime lokale excisie van de
primaire tumor, tevens een lymfeklierdissectie uitgevoerd.
Drieveldslymfklierdissectie
Transhiatale oesophagusresectie: bij deze resectie wordt een
verbinding in de hals gemaakt tussen de oesophagus en het orgaan ter
reconstructie. 2
4
Postoperatieve complicaties



Bij een hoog-thoracale verbinding is de kans op lekkage klein, maar
het opengaan van de intrathoracale naad heeft vaak
levensbedreigende gevolgen.
Cervicale anastomose (verbinding): stemparese (verlamming van de
stembanden) als gevolg van laesie van de n.laryngeus recurrens,
vernauwing van de anastomose.
Letsel van de borstbuis: cyclusverlies resulteert in te kort aan
voedingstoffen en afname van de immunologische functie. 3
Palliatieve behandeling


Patiënten met lymfeklier uitzaaiingen op afstand en een redelijk tot
goede conditie komen in aanmerking voor palliatieve chemotherapie.
Palliatieve behandelingsmethoden van vernauwende (stenose)
tumorprocessen in de oesophagus: endoscopisch (stent,
brachytherapie) en niet endoscopisch (uitwendige radiotherapie). 2
Casus
Dhr. woont samen met zijn vrouw in een vrijstaand huis en is 72 jaar. Hij is
getrouwd en heeft 4 kinderen. Dhr. is de laatste tijd veel afgevallen, namelijk
20 kilo. Dhr. kon niet meer eten omdat meneer moeite had met zijn eten door
slikken. Na onderzoek bleek dat dhr. een oesophaguscarcinoom heeft. Deze
is goed te behandelen. Dhr. wordt over ongeveer 5 weken geopereerd aan de
slokdarm. Voor nu krijgt dhr. 2 pakjes nutridrink per dag. En 1000 ml
sondevoeding wat ´s nachts inloopt. Dhr. heeft nog nooit eerder
sondevoeding gehad. Dus dhr. weet niet hoe de sondevoeding pomp werkt en
wil dit wel graag zelf leren. De sonde voeding heeft dhr. gekregen om aan te
sterken voor de operatie. De dhr. geeft aan dat hij gelukkig geen pijn van het
carcinoom heeft. Met het ontlastingspatroon heeft dhr. geen problemen. Als er
wel obstipatie plaats vindt heeft meneer daar movicolon voor.
Door dit alles kan de heer niet meer tuinieren. En zit daarom nu de hele dag
binnen op de bank, dit vindt dhr. erg jammer. En hoopt dit snel weer te
kunnen doen. Dhr. denkt positief en wil zelfstandig en onafhankelijk zijn.
FGP (functioneel gezondheidspatroon)
Gezondheidsbeleving en instandhouding
Man, 72 jaar, oesophaguscarcinoom, 20 kilo afgevallen in een korte tijd.
Voedings- en stofwisselingspatroon
Drinkt 2 pakjes nutridrink p.d. en 1000 ml sondevoeding ’s nachts ingelopen,
eetlust begint weer te komen. Allergisch voor penicilline
Uitscheidingspatroon
Geen problemen bij ontlasting, heeft meneer wel problemen dan heeft
meneer movicolon
5
Activiteitenpatroon
houdt van tuinieren, heeft over 5 weken operatie van de slokdarm.
Slaap- en rustpatroon
Slaapt goed, wordt af en toe wakker door sonde en door gepiep
sondevoedingspomp.
Cognitie- en waarnemingspatroon
Heeft geen pijn van carcinoom, heeft kennis te kort over toedienen
sondevoeding via sondevoedingspomp.
Zelfbelevingspatroon
Nuchter, het over komt je. Heeft zich er bij neergelegd. In het begin moeilijk.
Denkt nu positief. Wil zo snel mogelijk de sondevoeding zelf toedienen. Hoopt
snel weer te kunnen tuinieren. Wil zelfstandig en onafhankelijk zijn.
Rollen- en relatiepatroon
Is getrouwd, heeft een vrouw. En heeft 4 kinderen.
Seksualiteits- en voortplantingspatroon
Stressverwerkingspatroon
Meneer past zich makkelijk aan de situatie aan
Waarde- en levensovertuiging
Rooms- katholiek
Clusteren
Voeding
20 kilo afgevallen in korte tijd
Krijgt nu sondevoeding via Sondevoedingspomp
1000 ml sondevoeding ´s nachts inlopen
Eetlust begint weer te komen
Cognitie
Heeft kennis te kort over sondevoeding toedienen via sondevoedingspomp
Hoop het zo snel mogelijk zelf te doen
Hoop snel van de sondevoeding af te zijn
Denkt positief
Wil zelfstandig zijn
Hypothetische diagnose 1
diagnose
machteloosheid
Kennis te kort
definitie
Komt niet
helemaal
overheen
Komt overeen
verschijnselen
overeenkomst %
Weet niet hoe het 70%
werkt. Niet
genoeg kennis
Verwoordt
98%
onvoldoende
kennis of
vaardigheden te
hebben.
6
Definitieve diagnosen
Kennis te kort, omdat meneer een carcinoom in de slokdarm heeft kan
meneer zijn eten niet normaal doorslikken daarom is hij afgevallen en krijgt hij
nu sondevoeding. Maar meneer weet niet hoe hij sondevoeding moet
toedienen via de sondevoedingspomp.
P
E
S
kennis te kort
meneer heeft geen ervaring met sonde voeding of sondevoedingspomp
meneer geeft aan dit zelf te willen leren, denkt positief, wil zelfstandig
zijn. 1
Prognose
Meneer heeft kennis te kort over de sondevoeding aan en afkoppelen.
Ziekte, stoornis, beperking, participatieprobleem
- dhr. heeft een oesophaguscarcinoom,
- meneer zit de hele dag in huis.
gezondheidsrisico´s
- dhr. kan niet normaal eten, heeft sonde door neus. En
krijgt sondevoeding ’s nachts ( 1000 ml) en drinkt 2
nutridrink
- afgevallen 20 kilo in korte tijd.
Omgevingsfactoren
- Dhr. kan niet meer tuinieren door dat meneer verzwakt is.
- Door in korte tijd 20 kilo af te zijn gevallen en door zijn
sonde in de neus voelt de meneer zich beperkter.
- Woont vrijstaand samen met zijn vrouw.
Hulpmiddelen/ hulpbronnen
- de sondevoedingspomp en sonde.
- Z.n. movicolon
Resultaatsklasse
Oplossen van het gezondheidsprobleem
Dit omdat meneer het graag zelf wil leren. En meneer niet afhankelijk wil zijn
van anderen.
Beoogd resultaat
Meneer kan na 2 weken zelfstandig sondevoeding toedienen via
sondevoedingspomp door middel van aan en afkoppelen sonde.
Verpleegkundige Interventies
Hypothetische verpleegkundige interventie 1
Domein 3 gedrag
7
Klasse S patiënt voorlichting
Interventie 5612 voorlichting: voorgeschreven activiteit/ oefening
Hypothetische verpleegkundige interventie 2
Domein 3 gedrag
Klasse S patiënt voorlichting
Interventie 5620 voorlichting: psychomotorische vaardigheid
Hypothetische verpleegkundige interventie 3
Domein 3 gedrag
Klasse P Cognitieve therapie
Interventie 5540 bevordering van het leervermogen
Definitieve verpleegkundige interventie
Domein 3 gedrag
Klasse S patiënt voorlichting
Interventie 5620 voorlichting: psychomotorische vaardigheid
Activiteiten
- Doe de vaardigheden voor de patiënt voor.
- Geeft duidelijk stap voor stap instructies.
- Leg de patiënt uit waarom hij de activiteit op de
beschreven manier dient uit te voeren.
- Observeer hoe de patiënt de vaardigheid nadoet.
Toelichting voor deze gekozen interventie. Dhr. Gaf aan het zelf te willen
leren. Maar dhr. had geen genoeg kennis over de sondevoedingpomp. Maar
dhr. wil het wel graag zelf leren met deze interventie, die ik heb gekozen kan
dhr. het zelf leren. 4
Evaluatie
Evaluatie tijdens zorgafsluiten.
Product: meneer kan binnen 2 weken de sondevoedingspomp aan en
afkoppelen.
Proces: de handeling zijn door dhr. zelf uitgevoerd.
Structuur: alle voorzieningen waren aanwezig. Dhr. wilde heel snel geen
deskundige hulp meer. Omdat dhr. aan gaf het zelf te kunnen.
Literatuurlijst:
1. Carpenito-Moyet LJ. Zakboek verpleegkundige diagnosen.
Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. (3e druk). Geraadpleegd op
19 oktober 2012
2. Geegee Ryan. geneeskunde samenvatting uit Oncologie; hoofdstuk 16.
(7de druk). 22 juni 2012. medicinestuds.blogspot.nl. Geraadpleegd op
19 oktober 2012.
3. Jochems AAF, Joosten FWMG. Zakwoordenboek der geneeskunde.
Valerie de Bie. (29ste druk). Geraadpleegd op 19 oktober 2012.
8
4. McCloskey J.C., Bulechek, G.M. Verpleegkundige interventies.
Maarssen: Elsevier Gezondheidzorg. (3e druk). Geraadpleegd op 19
oktober 2012
9
Download