de atlantikwall in het nationaal park zuid-kennemerland

advertisement
C
C U LT U U R L A N D S C H A P
D.M. PURMER
D E AT L A N T I K W A L L I N H E T N AT I O N A A L PA R K Z U I D - K E N N E M E R L A N D
BUNKE
R
S
in het duin
FOTO: M. PURMER
In het Nationaal Park Zuid-Kennemerland liggen belangrijke restanten van de Atlantikwall, de Duitse linie uit de
Tweede Wereldoorlog. In samenhang zijn hier diverse elementen en structuren als bunkers, wegen en tankgrachten
bewaard gebleven. Belangrijke natuurwaarden hebben zich inmiddels op en rond deze linie ontwikkeld.
De tijd lijkt rijp om zowel wat betreft bescherming als beleving stappen te nemen. Bescherming van delen van
de Atlantikwall kan helpen keuzes te maken in het gebied. De RACM zou hierbij het initiatief kunnen nemen.
Daarnaast zou erkenning van de monumentale waarden van de Atlantikwall kunnen helpen in het
ontwikkelen van meer belevingsmogelijkheden rondom deze unieke restanten uit de Tweede Wereldoorlog.
ver Zuid-Kennemerland, het
duingebied ten westen van
Haarlem, wordt wel verteld
dat de Duitsers er meer overhoop gehaald hebben tijdens
de Tweede Wereldoorlog dan de mens in alle
eeuwen daarvoor. Feit is in ieder geval wel,
dat in een klein aantal jaren het duingebied
een ongekende bouwactiviteit heeft gezien.
Maar dat is inmiddels als ruim zestig jaar
geschiedenis. Hoe staat het nu met de overblijfselen van de Atlantikwall? En hoe passen
deze in een natuurgebied?
O
In dit artikel wordt eerst kort de historische
achtergrond van de Atlantikwall in de duinen
van Zuid-Kennemerland geschetst. Vervolgens
wordt ingegaan op de nog overgebleven
restanten in samenhang met het omringende
landschap. Tenslotte wordt gekeken naar het
samengaan van behoud van dit erfgoed met
natuurbeheer en mogelijkheden voor de
toekomst.
Historische achtergrond van de Atlantikwall
Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de
Duitse bezetter een verdedigingslinie aangelegd langs de West-Europese kust, van ZuidFrankrijk tot Noorwegen. Deze linie diende
een geallieerde invasie te voorkomen. Ook de
Nederlandse kust werd onderdeel van deze
zogenaamde Atlantikwall. Orders tot aanleg
van deze linie stammen uit december 1941,
maar vanaf het voorjaar van 1942 tot mei
1945 zou aan deze verdedigingslinie gebouwd
worden.
20
De Atlantikwall was niet opgezet als een aaneengesloten linie, maar als een keten van
onafhankelijk te verdedigen steunpunten. De
kleinste verdedigbare kern bestond uit een
Widerstandsnest. Twee of meerdere Widerstandsnester vormden een Stützpunkt. Deze
vormden de bouwstenen van de Atlantikwall.
Combinaties van onafhankelijke Widerstandsnester en Stützpunkte vormden de
verdediging van een kustdeel. Kustdelen
kenden één van de drie verdedigingsstatussen (van minder belangrijk tot hoogst belangrijk): Freie Kuste, Stützpunktgruppen en
Verteidigungsbereiche. Beide laatstgenoemde
typen bestonden uit diverse met lichte en
zware wapens uitgeruste bunkers, omgeven
door een aanééngesloten anti-tanklinie.
Hierbij verdedigden Verteidigungsbereiche
VITRUVIUS
strategisch zeer belangrijke plekken, namelijk de havens waar een geallieerde invasie
plaats zou kunnen vinden. Stützpunktgruppen verdedigden locaties van kleiner
strategisch belang. Langs de Nederlandse
kust lagen van Breskens tot Delfzijl 19
Stützpunktgruppen en vier Verteidigungsbereiche: Den Helder, IJmuiden, Hoek van
Holland en Vlissingen. In 1944 werden
IJmuiden en Hoek van Holland tot Festung
verklaard: dit waren de lokaties die in ieder
geval behouden moesten blijven. Vlisssingen
zou later in 1944 worden opgenomen in de
Festung Walcheren (Rolf, 2005).
In het huidige duingebied van het Nationaal
Park Zuid-Kennemerland ligt zowel de
noordgrens van het Stützpunktgruppe Zandvoort als het zuidfront van de Festung
IJmuiden.
Al sinds voorjaar 1942 was de Nederlandse
kust verboden gebied. Ook kwam een verhuis- en vestigingsverbod voor Bloemendaal,
Zandvoort en Velsen. In november 1942 werd
in dit gebied ook daadwerkelijk met de bouw
van de verdedigingswerken begonnen. Het
betekende evacuatie van bewoners die direct
achter de duinrand woonden. Naarmate de
oorlog vorderde moesten steeds grote groepen mensen hun huizen verlaten. In Zandvoort werden 848 huizen en 13 hotels
gesloopt voor de bouw van de Atlantikwall.
NUMMER 6
JANUARI 2009
In Velsen ging het zelfs om 4.000 huizen
(Nationaal Park Zuid-Kennemerland, 2002).
Het daadwerkelijke bouwen van de Atlantikwall had zich voor een groot deel buiten het
blikveld van de bewoners afgespeeld, maar na
de bevrijding bleken de duinen veranderd in
een compleet militair landschap: ooggetuigen
vertelden van prikkeldraadversperringen,
wachtposten, zoeklichten en bunkers voorzien van kanonnen. Het strand zelf stond vol
palen, hekken en obstakels. Ook lagen er
mijnenvelden (Scheffer, 2004).
Na de oorlog werden de meest in de weg
liggende onderdelen al spoedig gesloopt.
Vooral de ‘obstakels’ op het strand en werken
op en langs de doorgaande wegen zullen snel
opgeruimd zijn. Duitse krijgsgevangenen
werden hierbij ingezet. Zo moesten strandgangers zomer 1947 regelmatig van het
strand als er weer mijnen of bunkers tot ontploffing werden gebracht (Scheffer, 2004).
Men wilde de sporen van de Duitse bezetters
zo snel mogelijk uitwissen en de meest in het
oog lopende bunkers verdwenen dan ook
letterlijk uit het zicht, soms door ze gewoon
met zand te bedekken. Vooral de aan het
strand liggende bunkers voor de kustverdediging verdwenen in hoog tempo. Een enkel
element van de Atlantikwall werd op bijna
moderne manier hergebruikt. Zo werd een
cluster bunkers vanaf de jaren vijftig
gebruikt als vakantiewoningen. Dit zogenaamde ‘Bunkerdorp’ is helaas in 1989
gesloopt (Van Oostrom, 2004). Een Duitse
observatiepost in Bloemendaal werd door het
gemeentebestuur verbouwd tot uitkijktoren
(Scheffer, 2004).
Dat er toch nog veel van het zuidfront van de
Festung IJmuiden is overgebleven, danken
S A M E N VAT T I N G
In het Nationaal Park Zuid-Kennemerland
liggen belangrijke restanten van de Atlantikwall, de Duitse linie uit de Tweede Wereldoorlog. In samenhang zijn hier diverse
elementen en structuren als bunkers,
wegen en tankgrachten bewaard gebleven.
Belangrijke natuurwaarden hebben zich
inmiddels op en rond deze linie ontwikkeld.
De tijd lijkt rijp om zowel wat betreft bescherming als beleving stappen te nemen.
Bescherming van delen van de Atlantikwall
kan helpen keuzes te maken in het gebied.
De RACM zou hierbij het initiatief kunnen
nemen. Daarnaast zou erkenning van de
monumentale waarden van de Atlantikwall
kunnen helpen in het ontwikkelen van meer
belevingsmogelijkheden rondom deze unieke
restanten uit de Tweede Wereldoorlog.
2 EEN BUNKER IN GEBRUIK ALS VAKANTIEWONING IN HET ZOGENAAMDE BUNKERDORP. DIT VAKANTIECOMPLEX WAS GEVESTIGD IN BUNKERS DIE DEEL UIT MAAKTEN
VAN DE FESTUNG IJMUIDEN. VANAF DE JAREN '50 HEBBEN DIVERSE BUNKERS ZO
TIENTALLEN JAREN EEN NIEUWE FUNCTIE GEHAD ALS VAKANTIEVERBLIJF. IN 1989
ZIJN DE BUNKERS GESLOOPT.
FOTO : U I T O N S B LO E M E N DA A L , A R C H I E F D I E N S T K E N N E M E R L A N D
IJMUIDEN. DE HAVENS VAN IJMUIDEN ZIJN OMGEVEN DOOR DIVERSE BUN1 FESTUNG
KERCOMPLEXEN (ZWARTE PUNTEN, DE NUMMERS VERWIJZEN NAAR DE ZOGENAAMDE BAUPUNKTE). EEN STELSEL VAN TANKGRACHTEN, DRAKETANDHINDERNISSEN EN
TANKMUREN (DUBBELE LIJN, DIKKE LIJN EN DUNNE LIJN) OMSLUITEN DE FESTUNG.
HET ZUIDELIJK GEDEELTE HIERVAN LIGT GROTENDEELS IN NATIONAAL PARK ZUIDKENNEMERLAND.
21
BRON: RUDI ROLF EN HANS SAKKERS DUITSE BUNKERS IN NEDERLAND, MIDDELBURG, 2005
C
VITRUVIUS
NUMMER 6
JANUARI 2009
OP DE ZEEWEG, NAAR BLOEMENDAAL AAN ZEE. DE TWEE STAANDE BETONNEN BLOKKEN KONDEN OVER DE WEG GEKANTELD
3 WALZKÖRPERSPERRE
WORDEN. DE WEGVERSPERRING SLOOT AAN OP TANKMUREN.
BRON: NOORD-HOLLANDS ARCHIEF
4
WALZKÖRPERSPERRE
IN HET ZUIDFRONT
VAN DE FESTUNG
IJMUIDEN. DE HELFT
IS TE ZIEN, IN GEOPENDE
TOESTAND. DE LIGGING
IN EEN OPEN GEBIED
(ZIE HIERBOVEN) IS
INMIDDELS BEHOORLIJK
VERANDERD DOOR DE
BEGROEIING. AAN
BEIDE KANTEN SLUIT
EEN TANKMUUR AAN
OP DE WALZKÖRPERSPERRE.
FOTO : M . P U R M E R
we waarschijnlijk aan het particuliere eigendom van dit deel van de duinen. Delen van
dit gebied kwamen in de jaren zestig en
zeventig aan Natuurmonumenten (Gorter,
1986). Het is aannemelijk dat na de oorlog de
prioriteit van de toenmalige eigenaar niet
heeft gelegen bij het slopen van de diverse
bunkers en andere betonwerken. Ze lagen
hier immers minder in de weg. Ook de
kosten zullen hierbij een rol hebben gespeeld.
Restanten van de Atlantikwall in het
Nationaal Park Zuid-Kennemerland
In dit artikel wordt voornamelijk ingegaan
op de restanten van het zuidfront van de
Festung IJmuiden. Binnen de Atlantikwall
was IJmuiden van groot strategisch belang:
de haven was een mogelijk bruggehoofd voor
de geallieerde invasie. Ook lagen hier de
belangrijke sluizen in het Noordzeekanaal,
het begin van de route naar Amsterdam. De
hoogovens waren strategisch voor de Duitse
oorlogsindustrie. Daarnaast was de haven
van IJmuiden al sinds 1940 een uitvalsbasis
voor torpedoboten. De status als Festung gaf
aan dat behoud van IJmuiden voor de
Duitsers van het grootste belang was.
De bunkercomplexen zijn veel in het oog
springende restanten van de Atlantikwall,
22
maar er is meer. Juist het zuidfront van de
Festung IJmuiden illustreert dit goed. Dit
was een gesloten, verdedigbare linie. Bunkers
maakten hier maar een beperkt deel van uit.
Het daadwerkelijke front was een combinatie
van verschillende anti-tankversperringen.
Deels een betonnen muur, deels een antitankgracht en deels bestaande uit andere
tankversperringen zoals de zogenaamde
‘Höckerhindernissen’ bestaande uit pyramidevormige betonblokken.
Doorgangen in dit front werden voorzien van
kantelbare wegversperringen. Geschutsopstellingen verdedigden de linie.
Daarnaast waren achter de linie bunkers
en gebouwen met verschillende functies te
vinden, variërend van munitieopslag tot
manschappenverblijven en toiletgebouwtjes.
Voor bouw van het complex en snelle verbinding tussen de diverse onderdelen van de
Festung werden wegen aangelegd, bestaande
uit betonplaten. Ook kwamen er diverse
loopgraven die bunkers met elkaar verbonden. Al met al is het zuidfront een samenhangend complex van gebouwen en structuren geweest.
In de tijd dat de Atlantikwall actief was
waren prikkeldraadversperringen, ‘Spaanse
ruiters’ en andere hindernissen op en rond de
betonwerken aangebracht. Tenslotte hebben
de Duitsers enerzijds schootsvelden vrij
gemaakt, maar anderzijds ook beplanting ter
camouflage aangebracht. Bekend is dat
balsempopulieren voor dit doel gebruikt
VITRUVIUS
NUMMER 6
JANUARI 2009
werden (Hengel, 1985). Daarnaast is voor de
bouw van de diverse bunkers flink gegraven
in het gebied. Duinen werden soms zelfs
‘versteild’ om als extra hindernis te dienen.
De invloed op het landschap ter plaatse was
dus erg groot.
Wat is van al deze verdedigingswerken nog
over, zestig jaar na dato? Zoals eerder vermeld is een aantal zaken verdwenen. In ieder
geval zijn de verdedigingswerken in het
landschap minder zichtbaar geworden. Lag
de linie in 1945 vooral in het open veld,
inmiddels is deze grotendeels aan het oog
onttrokken. Deels omdat bunkers bewust
onder het zand zijn gewerkt, maar ook zijn
veel bouwwerken overwoekerd door bomen
en struiken.
Toch resteert nog genoeg. Atlantikwallkenners Rudi Rolf en Hans Sakkers noemen
de Festung IJmuiden ‘de meest intacte vesting
van West-Europa, waarin nog een grote diversiteit aan duurzame verdedigingswerken op een
relatief klein oppervlak terug te vinden is. (…)
Het zuidelijke Landfront is door samenhang van
bunkers en tankhindernissen interessant’ (Rolf,
2005).
Inderdaad is de ononderbroken lijn van verschillende tankhindernissen nog gaaf aanwezig. In verschillende vormen: tankgrachten,
tankmuren en drakentanden komen allen
aansluitend voor. In deze linie zit ook de – op
Europees niveau – nu zeldzame wegversperring (Walzkörpersperre) met kantelbare
betonblokken die de doorgang konden
blokkeren. Zeldzaam, want juist deze werken
verdwenen snel omdat ze letterlijk in de weg
lagen.
Daarnaast zijn rond de anti-tanklinie nog
diverse bunkers te vinden. Sommige zijn
door aanzanden aan het zicht ontrokken,
andere liggen nog duidelijk zichtbaar in het
landschap. Ook zijn er nog, voor wie goed
kijkt, restanten over van het loopgravenstelsel in de vorm van zigzag lopende
greppels in het bos. Op (korte) afstand van
de anti-tankversperringen lagen de manschappenbunkers en opslagbunkers. Hiervan
is ook nog een aantal bewaard gebleven,
alhoewel de beroemde opslagbunker ‘De
Moriaan’ recentelijk nog door brand verwoest is en daarna gesloopt.De diverse
onderdelen van het zuidfront waren verbonden door wegen bestaande uit betonplaten.
Stukken van deze weg bestaan nog, maar ook
nog zeer recent zijn delen verdwenen. Voor
de aanleg van een nieuw fietspad moesten de
betonplaten wijken voor klinkers, alhoewel
het tracé in ieder geval gehandhaafd is.
5 TANKMUUR, OOIT GELEGEN IN EEN OPEN LANDSCHAP, INMIDDELS OVERWOEKERD.
Al met al is er nog behoorlijk wat aanwezig.
De samenhang met het daadwerkelijke zuidfront, de anti-tanklinie, is groot. Door
begroeiing en sloop is een aantal onderdelen
wel verdwenen of moeilijker in samenhang
met de overige onderdelen te beleven.
Een gevaarlijke erfenis uit de Tweede Wereldoorlog vormt de grote hoeveelheid onontplofte munitie in het gebied. Niet alleen
lagen er mijnenvelden, maar er waren ook de
nodige munitie-opslagplaatsen. Deze voorraden zijn door de geallieerden na de oorlog
vernietigd. Deels is dit onvolledig gebeurd,
met als gevolg onontplofte munitie zoals
handgranaten die ook zestig jaar na dato nog
gevaarlijk kunnen zijn. Zelf heb ik eens de
vondst van een handgranaat meegemaakt, die
bovenkwam bij een stuifvlakte.
Geallieerden hebben de Atlantikwall ook
regelmatig bestookt, met bomkraters als
gevolg. Omdat de duinen ook als oefengebied
voor Duitse vliegers dienstdeden, zijn er ook
grote aantallen oefenbommen teruggevonden.
Dit zijn betonnen projectielen met de precieze
afmeting van de echte munitie. Bij bezoekers-
23
FOTO : M . P U R M E R
centrum ‘De Zandwaaier’ zijn enkele van
deze volstrekt ongevaarlijke bommen te
bezichtigen.
Natuur en cultuurhistorie verweven
Zuid-Kennemerland is een Nationaal Park
vanwege de grote natuurwaarden en wordt
beheerd door Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het Waterleidingbedrijf NoordHolland. De laatste jaren worden de beheerders zich steeds sterker bewust van de
cultuurhistorische waarden die zich in het
gebied bevinden.
Die aandacht is terecht: het idee dat de duinen in het verleden ‘woest en ledig’ waren is
inmiddels achterhaald. Al eeuwen zijn de
duinen door de mens in gebruik geweest.
De duinen zelf waren in gebruik als jachtgebied, oefenterrein maar ook als (veelal
kleinschalig) landbouwgebied. Archeologisch
belangrijke vondsten zijn in 2006 gedaan
toen in de duinen een vroeg-middeleeuwse
nederzetting is opgegraven (Flach, 2006).
Langs de binnenduinrand is een strook landgoederen te vinden.
C
VITRUVIUS
De sporen uit de Tweede Wereldoorlog
maken ook deel uit van de cultuurhistorie
van dit gebied. De resten van de Atlantikwall
zijn een relatief jong, maar wel zeer bepalend
voor het huidige landschap.
Natuurwaarden kennen de diverse onderdelen
van de Atlantikwall inmiddels ook. Bekend
voorbeeld zijn de overwinterende vleermuizen.
Vleermuizen maken voor hun winterslaap
graag gebruik van de constante temperatuur
en luchtvochtigheid in de bunkers. Honderden vleermuizen van diverse soorten zijn ’s
winters te gast in de Atlantikwall. Een minder
bekend voorbeeld van natuur op de bunkers
vormen wellicht de mossen. Het door de
Duitsers gebruikte beton blijkt een prima
ondergrond voor diverse mossoorten, die zich
op dit beton al decennia lang ongestoord
kunnen ontwikkelen. Dat ‘ongestoord’ is
belangrijk: waar in Nederland krijgen mossen
die kans op een betonoppervlak? Ook de tankgrachten in het gebied hebben een nieuwe
functie gekregen: dodaars broeden er, er zitten
veel kikkers en salamanders en de gewone pad
maakt er dankbaar gebruik van als kraamkamer (Wijkhuisen, 1992). De verwevenheid
van natuur en cultuurhistorie is dus groot.
Daarnaast heeft het samenspel tussen natuur
en cultuurhistorie ook een heel eigen land-
NUMMER 6
JANUARI 2009
schap gecreëerd. De deels overwoekerde
tankmuren en bunkers vormen een bijna
romantisch aandoend ruïnelandschap. Nederland is behoorlijk arm als het gaat om ruïnes.
Waar bij middeleeuws muurwerk woekerende
planten de nodige schade kunnen aanrichten, tast de begroeiing van de bunkers hooguit de zichtbaarheid aan. In dat opzicht is de
ontstane symbiose cultuur-natuur ook waardevol. Voor het beheer in de toekomst schept
het wel vragen: wanneer komen de cultuurhistorische waarden in gevaar? Voorlopig
echter lijkt het gevoerde beheer de restanten
van de Atlantikwall niet te schaden.
Bedreiging is vooral vandalisme. En het in de
weg liggen van onderdelen van de Atlantikwall bij (natuur-)ontwikkelingen in het
gebied. Plannen om een kerf in de zeereep te
maken en zo overstuivingen in de duinen te
ontwikkelen bijvoorbeeld. Gaan deze plannen
door, zal dat niet alleen resulteren in sloop
van bunkers in de zeereep, maar zullen ook
andere elementen zoals betonweg en andere
bunkers op zijn minst onder het zand verdwijnen, of zodanig door stuivend zand ondermijnd worden dat sloop de enige optie is.
De vraag is dan ook gerechtvaardigd welke
onderdelen van de Atlantikwall in dit gebied
beschermd dienen te worden. Tweede vraag is
dan: hoe moet die bescherming vorm krijgen.
6 OVERGANG VAN EEN TANKMUUR IN EEN TANKGRACHT.
FOTO : M . P U R M E R
24
Beschermen van zeldzame
bunkertypes of complexen?
Op 2 november 2006 vond in bezoekerscentrum ‘De Zandwaaier’ een symposium
plaats over de (mogelijke) bescherming van
de Atlantikwall. Hierbij waren belangengroepen, experts, terreineigenaren en bestuurders
van diverse overheidslagen op initiatief van
de RACM en Natuurmonumenten bij elkaar.
Voorafgaand was in kleiner comité een selectie gemaakt van de meest waardevolle onderdelen van de Atlantikwall in Nederland. Een
moeilijke opgave, want de benadering van
deze grote linie was vaak niet eenduidig: kies
je voor nationaal of internationaal perspectief? Typologisch zeldzame of bijzondere
bouwwerken of samenhangende onderdelen
in een complex? De uiteindelijke selectie is
een mix geworden, waarbij enkele belangrijke
concentraties zoals de onderdelen van de
Festung IJmuiden van werken zijn afgewisseld met bijzondere puntlocaties zoals hoofdkwartierbunkers (De Vries, 2007).
Voor het zuidfront van de Festung IJmuiden
zou zowel een typologische benadering als
een complexbenadering gebruikt kunnen
worden. Enkele onderdelen, zoals de eerder
genoemde Walzkörpersperre, zijn typologisch zeer zeldzaam. Maar juist de genoemde
VITRUVIUS
samenhang van de onderdelen hier maakt het
complex zo waardevol. Vraag is dan vooral
wat complexbescherming in een natuurgebied als Kennemerland inhoudt: is dat het
minutieus behoud van elk afzonderlijk
onderdeel? Of kunnen er nog veranderingen
in het gebied plaatsvinden? De veel gehoorde
kreet 'behoud door ontwikkeling' lijkt ook
hier van toepassing als het gaat om behoud
van de Atlantikwall bij het ontwikkelen van
de natuur. Hier ligt echter wel een grens die
nog niet duidelijk opgezocht is. Het eerder
genoemde fietspad-voorbeeld, maar de eveneens aangehaalde plannen voor verstuivingen
lijken steeds ten koste te gaan van Atlantikwall-onderdelen. Wat dat betreft zou ergens
ook een harde contour moeten worden
getrokken om elementen en structuren die
niet mogen verdwijnen omdat deze de waarde van het complex als geheel aantasten of
typologisch zeer zeldzaam zijn. Het kan best
zijn dat andere onderdelen, indien noodzakelijk bij natuurontwikkeling, wel kunnen verdwijnen zonder de waarden van het geheel
aan te tasten. Op deze manier is er binnen het
Nationaal Park nog niet naar de restanten
van de Atlantikwall gekeken. Is dit een
opdracht voor de gezamenlijke terreinbeheerders? Of zou de RACM hier een rol hebben? Helaas liggen de ontwikkelingen op dit
vlak sinds het symposium stil. Een beschermingsvoorstel van het Rijk voor deze en
andere waardevolle onderdelen van de
Atlantikwall kan een welkome hulp zijn bij
het maken van dit soort afwegingen.
Hiermee kan ook de negatieve bijsmaak van
dit erfgoed verder verdwijnen. Tot zeer
recent werd Duits erfgoed in Nederland
gezien als herinnering aan een moeilijke tijd
dat maar beter kon worden gesloopt. Draagvlak voor bescherming was er dan ook nauwelijks. Door diverse publicaties en publieke
aandacht begint dit beeld te kantelen.
Inmiddels komen bunkers hier en daar op de
gemeentelijke monumentenlijst en ontstaan
er fiets- en wandelroutes langs bunkers, bijvoorbeeld in Zeeland bij Vlissingen. Toch is
het meeste Duitse erfgoed de facto nog vogelvrij. Benoeming tot rijksmonument zou de
definitieve erkenning voor dit erfgoed betekenen.
NUMMER 6
JANUARI 2009
De lezer wordt uitgenodigd wandelend of
fietsend plekken te bezoeken waar de
geschiedenis beleefbaar is (Nationaal Park
Zuid-Kennemerland, 2002).
Maar zou het niet mogelijk zijn de relicten
van de Atlantikwall in een breder kader te
plaatsen? Gerelateerd aan de Tweede Wereldoorlog zijn er nog meer plekken te vinden
in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland.
In de duinen zijn hier door de Duitsers 422
verzetsmensen gefusilleerd en begraven,
verspreid over 45 plekken in het gebied. De
meeste verzetsstrijders zijn herbegraven op
de Erebegraafplaats. Deze begraafplaats,
ontworpen door de Haarlemse architecten
Holt en Komter, werd november 1945 in
gebruik genomen met de herbegrafenis van
bekende verzetsstrijdster Hannie Schaft. Op
een aantal vindplaatsen van de stoffelijke
resten werden in 1949 gedenkstenen
geplaatst (Nationaal Park Zuid-Kennemerland, 2002).
Hiermee zijn de duinen van Zuid-Kennemerland dus al sinds 1945 ook in gebruik als
herdenkingsplek. Het is natuurlijk goed
denkbaar om met eventuele aandacht voor
de Atlantikwall hierbij aan te sluiten.
De kwetsbaarheid van zowel natuur- als cultuurwaarden rondom de Atlantikwall zijn
reeds genoemd. Niet overal is het wenselijk
hordes wandelaars en fietsers langs de bunkers en tankmuren te voeren. Wel is het
mogelijk bijvoorbeeld direct aan paden grenzende delen van de tankgracht, de betonweg
of bunkers van informatiepanelen te voorzien of op te nemen in beschrijvingen van
wandelroutes. Ook in het bezoekerscentrum
De Zandwaaier zou meer aandacht aan de
Atlantikwall besteed kunnen worden. Daarnaast is het nu al mogelijk voor ‘fijnproevers’
met gespecialiseerde gidsen onderdelen van
de Atlantikwall bezoeken, in samenwerking
met locale verenigingen uit de buurt.
Wellicht zou er nog meer mogelijk zijn als de
Atlantikwall meer als herdenkingsplek met
monumentale waarden aan de Tweede Wereldoorlog wordt gekoppeld. Maar dan zonder
het kind met het badwater weg te gooien en
de unieke sfeer van het gebied aan te tasten.
de heldere waarderingskader voor de nog
bestaande onderdelen van de Atlantikwall
zou kunnen helpen hierbij de juiste keuzes te
maken. Rijksbescherming is een mogelijkheid en zou een steun in de rug kunnen betekenen. Een breder beleefbaar maken van
bepaalde plekken van de Atlantikwall binnen
het Nationaal Park zou kunnen helpen ook
het publieksdraagvlak te vergroten.
Hierbij moeten we niet vergeten dat delen
van de linie inmiddels een zeldzaam, maar
kwetsbaar ruïnelandschap vormen waar
natuur en cultuur sterk verweven zijn
geraakt. Het is ook goed te proberen deze
landschappelijke waarde te behouden. De
beheerders van het Nationaal Park zullen
zich hier dan ook terdege bewust van moeten
zijn.
Literatuurlijst
– Flach, H. (2006) Zoiets is in NoordHolland nog nooit eerder gevonden Artikel in
het Haarlems Dagblad, 11 oktober 2006.
– Gorter, H.P. (1986) Ruimte voor natuur.
80 jaar bezig voor de natuur van de toekomst.
Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten
in Nederland, ’s-Graveland.
– Hengel, S.J.H. van (samenstelling) (1985)
Kennemer Kroniek 1910-1985. 75 jaar
Kennemer Golf & Countryclub. Aerdenhout
– Nationaal Park Zuid-Kennemerland
(2002) Tekens van toen. Lopend of fietsend
langs de cultuurhistorie van het Nationaal
Park Zuid-Kennemerland. Enkhuizen.
– Oostrom, C. van (2004) De duinen
van Zuid-Kennemerland in ’40-’45. In:
Ons Bloemendaal 3/2004 pp 12-13.
– Rolf, R. en H. Sakkers (2005) Duitse
bunkers in Nederland. Inventarisatie van de
gebouwde en nog aanwezige duurzame verdedigingswerken. PRAK publishing, Middelburg.
– Scheffer, H. (2004) De Atlantikwall,
een muur die geslecht werd.
In: Ons Bloemendaal 3/2004 pp 7-11.
– Vries, B. de (2007) Bescherming van
de Atlantikwall, een kwestie van kiezen.
In: Nieuwsbrief van de Rijksdienst
voor Archeologie, Cultuurlandschap en
Monumenten, Amersfoort 1/2007 pp 22-23.
– Wijkhuisen, H. (1992) Duitsers in
het duin. In: Duin, 1/92 pp 6-7.
Conclusie
Mogelijkheden voor beleving:
Atlantikwall als ‘Lieu de Memoire?’
De beleving van de Atlantikwall zou meer
aandacht kunnen krijgen in het Nationaal
Park. Er is overigens wel een mooi begin
gemaakt toen het boekje ‘Tekens van toen’
uitkwam. Hierin krijgen cultuurhistorische
waarden uit verschillende periodes aandacht.
De cultuurhistorische waarde van de restanten van de Atlantikwall in het Nationaal Park
Zuid-Kennemerland zijn zo langzamerhand
zowel door beheerders als door publiek
erkend. Wat betreft beheer lijken er weinig
knelpunten te zijn voor het behoud van de
waarden, hoewel sommige ontwikkelingen
onderdelen bedreigen. Het nu nog missen-
25
D RS . D.M. (M ICHIEL ) P URMER
is Senior Beleidsmedewerker
Cultuurhistorie en Landschap bij
Vereniging Natuurmonumenten.
Download