Longoperatie

advertisement
Longoperatie
Longoperatie
Op het moment dat u dit boekje krijgt, heeft u waarschijnlijk een periode
achter de rug van onderzoeken, wachten op uitslagen en onzekerheid. De
onderzoeksresultaten zijn inmiddels bekend. Uw longarts heeft ze bestudeerd
en met de longchirurg en eventuele andere artsen besproken. Gezamenlijk
zijn zij tot de conclusie gekomen dat een longoperatie in uw geval de beste
behandeling is. De longarts heeft dit advies, de mogelijkheden en de risico’s
met u en uw naasten besproken. Nu u ingestemd hebt met de operatie, kan
deze plaats vinden. Deze folder geeft u informatie over de gebruikelijke gang
van zaken rondom een longoperatie. Het is goed u te realiseren dat de
situatie voor iedereen anders kan zijn. Deze folder bevat veel informatie.
Lees het op uw gemak door en aarzel niet de verpleegkundige of arts om
uitleg te vragen als er onduidelijkheden zijn.
Omtrent de operatie (niet voor iedere patiënt van belang)
Zoals u waarschijnlijk al is verteld vindt een longoperatie alleen maar plaats
in het Twee Steden Ziekenhuis. De thoraxchirurgie is gelokaliseerd om
kwaliteit te waarborgen en te optimaliseren. De leden van de maatschap
longgeneeskunde en chirurgie werken in beide ziekenhuizen. Dit houd in dat
u tijdens de opname verblijft in het Twee Steden Ziekenhuis en dat u onder
de verantwoording valt van de artsen uit dat ziekenhuis. Zij zullen de
artsenvisite en eventuele familiegesprekken met u voeren. Zodra het ontslag
in zicht komt krijgt u een poliklinische afspraak bij u eigen longarts. Tevens
wordt er een afspraak gemaakt op de poli bij de chirurg.
De lucht via de neus of de mond ingeademd wordt, bereikt via de keelholte
de luchtpijp (trachea). De luchtpijp splitst zich in twee grote vertakkingen.
Elke vertakking (bronchus), gaat naar een long en splitst zich in steeds
kleinere luchtkanalen. Deze monden uit in de longblaasjes. De functie van de
longen is het ademproces. Uit de ingeademde lucht wordt zuurstof in het
lichaam opgenomen. Met de uitgeademde lucht verdwijnt koolzuurgas uit het
lichaam.
Ligging en functie van de longen
De rechter- en linkerlong bevinden zich in de borstkas, aan weerszijden van
het hart. Het gebied tussen de beide longen wordt het mediastinum
genoemd. Hierin liggen behalve het hart, ook de luchtpijp, de slokdarm,
bloedvaten (onder andere de grote lichaamsslagader), zenuwen, lymfeklieren
en lymfevaten. De rechterlong bestaat uit drie longkwabben en de
linkerlong uit twee kwabben (zie tekening). De long is omgeven door een
longvlies. De lucht die via de neus of mond ingeademd wordt, bereikt via
de keelholde de luchtpijp (trachea). De luchtpijp splits zich in twee grote
vertakkingen. Elke vertakking (bronchus), gaat naar een long en splitst
zich in steeds kleinere kanalen. Deze monden zich uit in de longblaasjes.
De functie van de longen is het ademproces. Uit de ingeademde lucht
wordt zuurstof in het lichaam opgenomen. Met de uitgeademde lucht
verdwijnt koolzuurgas uit het lichaam.
De opname en wat u voor de operatie nog moet weten
U wordt voor de operatie opgenomen op afdeling longgeneeskunde van het
Twee Steden Ziekenhuis. Op de eerste dag van opname hebt u een
opnamegesprek met de verpleegkundige. Zij zal u vertellen wat u allemaal te
wachten staat tijdens uw verblijf op de afdeling. Het is belangrijk dat voor u
alles duidelijk is omtrent de operatie. U kunt ook uw verwachtingen en
wensen kenbaar maken, zodat de verpleegkundige daar in tegemoet kan
komen als dit mogelijk is. Het feit dat er een afwijking is geconstateerd en
het vooruitzicht op een longoperatie kunnen ook tijdens opname gevoelens
oproepen van angst, onzekerheid en verdriet. U kunt met deze gevoelens
altijd terecht bij de verpleegkundige. Zij kan u daarin begeleiden en zonodig
een arts, maatschappelijk werker, psycholoog of pastor inschakelen.
Meestal staat het operatieschema van te voren vast. Soms echter blijkt pas
tijdens de operatie, dat;
• de diagnose niet vastgesteld kan worden;
• er meer longweefsel moet worden verwijderd dan eerst werd gedacht;
• verwijdering van longweefsel niet goed mogelijk is;
• operatieve verwijdering van het longweefsel geen goede behandeling
van de aandoening lijkt.
Wanneer de diagnose tijdens de operatie niet kan worden vastgesteld, wordt
een 'vriescoupe' onderzoek gedaan. Er wordt dan een stukje weefsel
uitgenomen en ingevroren. De patholoog (de arts die weefselonderzoek
doet) onderzoekt dit weefsel tijdens de operatie onder de microscoop. Hij
beoordeelt dan om wat voor weefsel het gaat. Dan nog kan het zijn, dat pas
zekerheid kan worden verkregen nadat de hele longkwab, waar de afwijking
inzit, is verwijderd en onderzocht. Ondanks alle onderzoeken zijn
bovenstaande situaties mogelijk. Na de operatie wordt u verteld wat er
precies gedaan is.
De dag(en) voor de operatie
Op de dag(en) voor de operatie zullen er nog een aantal dingen gedaan
worden. Uw bloedgroep wordt bepaald zodat u, indien nodig, bloed
toegediend kunt krijgen. Ook gaat u naar de anesthesist. Omdat de operatie
in het Twee Steden Ziekenhuis plaatsvindt wordt u door de anesthesist in dit
ziekenhuis gezien. Hij bespreekt met u wat voor verdoving u tijdens en na de
operatie gaat krijgen. Ook spreekt hij met u af welke medicijnen u wel en
niet op de dag van de operatie mag innemen en of u de nacht voorafgaande
aan de operatie slaapmedicatie mag.
De long- of zaalarts komt bij u langs. Vaak komt de chirurg ook nog langs.
Zij vertellen u hoe de operatie wordt uitgevoerd en kunnen al uw vragen
over de operatie beantwoorden. Na de operatie zullen ze ook regelmatig
langs komen om te informeren hoe het met uw herstel gaat en om een
vervolgbeleid af te spreken. Na de operatie gaat u in principe een dag naar
de Intensive Care, soms is het nodig om hier een aantal dagen te blijven.
Het is mogelijk hier de avond voor de operatie een kijkje te gaan nemen. U
kunt een tas klaarzetten met alleen uw toilettas, pantoffels, eventuele bril en
kunstgebit. De verpleegkundige brengt deze spullen naar de Intensive Care.
Het is verstandig om alle waardevolle spullen mee naar huis te geven, omdat
ze anders onbeheerd achter blijven op de afdeling en een makkelijke prooi
zijn voor diefstal. De avond voor de operatie krijgt u van de verpleegkundige
een injectie met bloedverdunnende medicijnen. Dit is om te voorkomen dat
er tijdens en na de operatie bloedstolling plaatsvindt, die bloedvaten af kan
sluiten. Deze zelfde injectie krijgt u ook nog een aantal dagen na de
operatie.
De dag van de operatie
Vanaf wanneer u nuchter moet blijven is afhankelijk van het tijdstip van de
operatie. De verpleegkundige kan u bij opname hier meer over vertellen. Dit
zal dan gaan betekenen dat u niet meer mag eten, drinken of roken.
Eventuele voorgeschreven medicatie mag u met een klein slokje water in
nemen. Op de ochtend van de operatie kunt u eerst douchen. Van de
verpleegkundige krijgt u speciale operatiekleding. Eventuele prothesen,
sieraden, nagellak en make-up dient u voordat u naar de operatiekamer gaat
te verwijderen.
Naar de operatiekamer
De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamers. Hier gaat u eerst naar
de voorbereidingsruimte waar u een infuus (voor de narcose) en een
epiduraal katheter krijgt. Dit is een dun slangetje waardoor u gelijkmatig
pijnstillende/verdovende medicatie tussen de ruggenwervels krijgt.
Vervolgens gaat u naar de operatiekamer, waar u op de operatie tafel wordt
geholpen en onder narcose wordt gebracht. Daarna kan de operatie
beginnen.
Op de intensive care
Na de operatie gaat u eerst naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer) en
vervolgens naar de Intensive Care. De intensive care verpleegkundige zal
dan uw familie telefonisch informeren over het verloop van de operatie.
Soms belt de longchirurg zelf om te vertellen hoe de operatie is verlopen.Op
de intensive care wordt u de eerste dag na de operatie intensief bewaakt en
verpleegd. De eerste uren na de operatie zult u nog erg slaperig en suf zijn.
Mogelijk bent u dan nog aangesloten op een beademingsapparaat, dat het
ademen tijdelijk van u over neemt (totdat u weer in staat bent dit zelf te
doen) of krijgt u zuurstof toegediend. Verder zult u merken dat u
aangesloten bent op allerlei slangen en apparaten. U hebt een infuus in de
arm en/of hals, dit is om vocht en eventuele medicijnen toe te dienen. U
heeft soms een of meerdere drains die uit de borstholte komen, dit is om het
wondvocht af te laten lopen en het overgebleven deel van de long op zijn
plaats te krijgen. Verder zit er een epiduraal katheter in de rug voor de
pijnbestrijding. Door deze vorm van pijnbestrijding hebt u zelf geen controle
over uw blaas. Daarom hebt u zolang u epidurale pijnbestrijding krijgt, een
blaaskatheter. Naast deze slangen ligt u ook aangesloten op een monitor, die
automatisch uw bloeddruk, hartritme en temperatuur meet. De
verpleegkundigen en alle anderen die bij uw behandeling en verzorging
betrokken zijn, zullen alles wat zij doen vooraf zo duidelijk mogelijk aan u
uitleggen. De duur van het verblijf op de Intensive Care is afhankelijk van
het soort operatie en het verloop nadien.
Terug naar de verpleegafdeling
Op de IC wordt u door de longarts, de chirurg en de anesthesist behandeld.
Wanneer de intensieve zorg niet meer nodig is, zal de anesthesist uw ontslag
van de ICU regelen en wordt u terug gebracht naar de verpleegafdeling. Op
de verpleegafdeling bent u weer uitsluitend onder behandeling van de
longarts. Op deze afdeling kunt u verder herstellen van uw operatie. Het
verloop van uw herstel wordt nauwkeurig gevolgd door de assistent van de
longartsen, die dagelijks langs komt. De longarts komt op maandag en
donderdag aan uw bed. Uiteraard overlegt de assistent regelmatig met de
longarts over het te voeren beleid.
Pijnbestrijding
Mogelijk ziet u op tegen eventuele pijn na de operatie. Daarom is het goed
te weten dat u tijdens en direct na de operatie pijnstillers krijgt toegediend
op verschillende manieren. Wanneer de epiduraal katheter verwijderd is
wordt er overgegaan op pijnstillers in de vorm van tabletten, eventueel
aangevuld met morfine injecties. Het is voor uw herstel belangrijk dat u goed
aangeeft wanneer u pijn heeft.
Gevolgen van de longoperatie
Door het wegnemen van de long of een gedeelte ervan ontstaat ruimte. Is
een long in zijn geheel verwijderd, dan vult de ontstane ruimte zich met
weefselvocht dat wordt omgevormd tot een soort littekenweefsel. Is een deel
van de long verwijderd, dan vult de ruimte zich met het overgebleven deel
van de long en met het littekenweefsel. Wat u wel en niet kunt na de
operatie is uiteraard afhankelijk van de kwaliteit van uw longen vóór de
operatie en van de hoeveelheid longweefsel, die werd verwijderd. Het
missen van longweefsel hoeft niet altijd bezwaren op te leveren. Wel kan het
betekenen dat lichamelijke inspanning minder mogelijk is dan voorheen.
Voeding
In principe mag u na de operatie, mits u goed wakker en niet misselijk bent,
weer starten met eten. Als u tijdelijk aan de beademing ligt en dus niet kunt
eten, krijgt u via het infuus vervangende voeding toegediend. Goede voeding
is van belang voor een spoedig herstel.
Mobiliseren
In principe mag u de eerste dag na de operatie al uit bed. De eerste dagen
zal dit nog maar kort zijn, daarna wordt dit steeds verder uitgebreid. Zolang
u een thoraxdrain (drain uit de borstholte) hebt, die op zuigen staat, kunt u
nog niet gaan lopen, omdat het zuigsysteem aan de muur bevestigd is. Als
uw long goed ontplooid is dan wordt de zuigkracht van de drain afgehaald en
kunt u wel rondlopen. U kunt sowieso regelmatig in de stoel gaan zitten en
de beenspieren trainen door oefeningen te doen. Ook is het belangrijk om de
lichaamszijde waaraan u geopereerd bent rustig door te bewegen. Dit is van
belang voor uw herstel. De fysiotherapeut (die vaak voor de operatie al
kennis met u heeft gemaakt) zal u helpen bij het mobiliseren. Hij zal ook
uitleg geven over de juiste ademhalings- en hoesttechniek. Voor uw herstel
is het namelijk belangrijk dat u goed kunt doorademen en door kunt
hoesten, ondanks de ongemakken van uw operatiewond. Dit om complicaties
zoals bijvoorbeeld een longontsteking te voorkomen.
(Wond) verzorging
Uw wond is op verschillende manieren gehecht. Inwendig bevinden zich
oplosbare hechtingen die zo als het woord al zegt op den duur vanzelf
oplossen. Uitwendig in de huid bevinden zich ook hechtingen. Op de plaats
waar de drains in de borstholte hebben gezeten (insteekplaats) hebt u
hechtpleisters, deze vallen er na een aantal dagen vanzelf af.
Zowel de operatiewond als de insteekplaats van de drains worden dagelijks
verzorgd.
U bent, de eerste dagen na de operatie, mogelijk niet in staat uzelf geheel te
verzorgen. Pijn, vermoeidheid of ongemak van slangen (katheter, zuurstof,
drain) kunnen u hierin belemmeren. De verpleegkundigen zullen u bij de
verzorging ondersteunen.
Onderzoeken
Na de operatie worden er regelmatig röntgenfoto’s gemaakt ter controle van
de long(en) / borstholte. Aan de hand van de foto’s wordt onder meer
besloten wanneer de drains er uit kunnen. Verder wordt er ook nog
regelmatig bloed geprikt ter controle.
Uitslag van de operatie
Tijdens de operatie wordt wat weefsel van de snijvlakken en uit de
omliggende klieren opgestuurd naar de patholoog anatoom. Deze gaat
onderzoeken of het weefsel vrij is van tumorweefsel. Dit duurt ongeveer 5
werkdagen. Wanneer de uitslag er is zal er een gesprek met u, de familie en
de longarts gepland worden. Dan wordt ook over een eventueel verdere
behandeling gesproken als de operatie niet afdoende blijkt te zijn.
Ontslag en nazorg
De verpleegkundigen en de longarts bepalen wanneer u voldoende hersteld
bent om naar huis te gaan. Gemiddeld is dit 1 week na de operatie. Het is
mogelijk dat voor of tijdens opname blijkt dat u na de operatie, thuis nog
extra hulp nodig heeft (die familie niet kan bieden). De verpleegkundige zal
samen met u, tijdens een verpleegkundig zorggesprek, bekijken welke zorg
er thuis nodig is en zal dit vervolgens voor u proberen te regelen.
Indien het nodig is zal de fysiotherapeut ervoor zorgen dat u ook na ontslag
nog fysiotherapie krijgt; thuis of poliklinisch in het ziekenhuis. Als u met
ontslag gaat krijgt u controle afspraken mee voor bij de longarts en de
chirurg, en als u medicijnen gebruikt, recepten en een medicijnpaspoort. Het
is verstandig om eventuele vragen of onduidelijkheden te bespreken met de
verpleegkundige of met de arts voordat u naar huis gaat. Mochten er direct
na ontslag nog onduidelijkheden zijn dan kunt u contact op nemen met de
verpleegafdeling.
Thuis verder na een longoperatie
Hieronder vindt u de leefregels die gelden na een longoperatie voor als u
met ontslag gaat. In het ziekenhuis kunt u bij de minste ongerustheid direct
een arts of een verpleegkundige raadplegen. Dat wordt natuurlijk anders als
u eenmaal thuis bent. Misschien voelt u zich onzeker. Het is goed als u zich
daar nu al mentaal op voorbereidt. Maar bedenk u wel: het ontslag is een
teken dat u geacht wordt voldoende hersteld te zijn om naar huis te kunnen.
Als dat niet zo zou zijn, zou u nog niet naar huis mogen.Het ontslag betekent
niet dat u volledig hersteld bent. Thuis heeft u ook nog de tijd nodig om
verder te herstellen en aan uw conditie te werken. Gun uzelf daarvoor ook
de tijd. Op 6 tot 12 weken moet u zeker rekenen. Hieronder staan een aantal
leefregels om uw herstel zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen.
Alcohol
Een glas alcoholhoudende drank is meestal geen probleem, met een
maximum van 2 per dag. Houd er rekening mee dat alcohol invloed heeft op
uw medicijngebruik. Zeker als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, kan
het drinken van veel alcohol gevaarlijk zijn. Alcohol verdunt het bloed
namelijk ook. Bespreek in ieder geval het gebruik van alcohol met uw
longarts.
Roken
Wij adviseren u ten strengste om niet meer te roken na de ingreep. Mocht u
thuis zuurstof hebben gekregen dan geldt er een absoluut rookverbod! Op de
afdeling of op de polikliniek kunt u boekjes vinden over hoe u kunt stoppen
met roken.
Douchen
U mag al douchen zo gauw u in het ziekenhuis geen slangen meer heeft,
hechtingen en/of nietjes zijn geen bezwaar. Als u thuis wilt douchen maar
het nog niet alleen kan, kan daarvoor vanuit het ziekenhuis hulp voor
geregeld worden. Als u familie heeft die u kan helpen, is dat voor u natuurlijk
alleen maar handiger, u bent dan niet afhankelijk van het tijdstip waarop de
thuiszorg iedere dag tijd heeft.
Baden en zwemmen
Een bad nemen en zwemmen mag pas vanaf 6 weken na ontslag. U mag
niet langdurig in water liggen en niet te diep. Anders wordt de wond te week
en kan deze open gaan. Als de wond na 6 weken nog niet geheel dicht is,
moet u met baden en zwemmen wachten tot de wond wel dicht is. Tijdens
het zwemmen komt er ook meer druk te staan op de wond wat nog niet
wenselijk is. Overleg tijdens de controle afspraak even met de longarts
voordat u plannen maakt om te gaan zwemmen.
Activiteiten
Probeer uw activiteiten op te bouwen, iedere dag iets meer, maar luister
goed naar uw eigen lichaam, dit geeft zelf aan wanneer u rust moet nemen.
Activiteiten die u voor de operatie ondernam kunt u niet zomaar klakkeloos
weer oppakken. Wacht hier mee tot u op controle bent geweest bij de
longarts en bekijk dan samen met hem wat u wel en niet mag doen.
Tillen
De eerste 6 weken na ontslag mag u geen zware voorwerpen tillen. Als u iets
optilt, doe dat dan met twee handen en zak door de knieën, waardoor u het
gewicht vanuit uw benen tilt en zo het gewicht verdeelt. U moet er dan voor
zorgen dat u met het tillen de rug recht houdt.
Fietsen
Wanneer u weer mag fietsen is afhankelijk van uw leeftijd, conditie en welke
operatie u ondergaan heeft. Verder kan het zijn dat de capaciteit van het
overgebleven longweefsel het niet toelaat dat u gaat fietsen. Dit kan tijdelijk
zijn, maar het kan ook blijvend zijn. Overleg met uw longarts wanneer u
weer kunt gaan fietsen, ook in verband met druk op de wonden.
Autorijden
U moet er rekening mee houden dat u de eerste weken na de operatie geen
auto kunt rijden. Het kan zijn dat u door de narcose wat problemen heeft
met uw concentratie, iets wat natuurlijk erg belangrijk is bij auto rijden.
Verder komt het de genezing van de wond ook niet ten goede, omdat er met
sturen te veel druk komt op de wond.
Wandelen
Een wandeling maken is toegestaan, het is zelfs erg aan te raden om
daardoor u conditie weer wat op te bouwen. Ook hier geldt; luister goed
naar uw eigen lichaam en neem op tijd rust. Begin bijvoorbeeld 2-3 keer per
dag met een korte wandeling van ongeveer 10 minuten in een rustig tempo.
Als dit goed gaat kunt u het langzaam opbouwen.
Huishoudelijk werk
Moet u voor uzelf en / of een gezin zorgen, dan is het verstandig om hier
voor de operatie al bij stil te staan. U mag namelijk 6 tot 12 weken na de
operatie geen zwaar huishoudelijk werk verrichten. Het zware werk, zoals
ramen wassen en stofzuigen moet u door iemand anders laten doen. Het is
dan ook aan te raden tijdig (gezins)hulp te regelen. De verpleegkundige op
de afdeling kan u hierbij helpen. Bedenk wel dat er in de thuiszorg een grote
wachtlijst is voor huishoudelijke zorg.
Medicijnen
Bij ontslag krijgt u voor uw medicijnen een recept mee. Als u in het weekend
naar huis gaat, krijgt u te maken met een weekend apotheek. U moet er dan
rekening mee houden dat het daar dan erg druk kan zijn. Het is verstandig
om iemand anders de medicijnen te laten halen. U kunt natuurlijk ook vrijdag
al om u recepten vragen en alvast de medicijnen laten halen. Er zijn ook nog
apothekers die aan huis bezorgen. Als u apotheker een bezorgservice heeft
kunt u de verpleegkundige vragen om de recepten te faxen.
Sport
Sporten kan voor u een prettige wijze van vrijetijdsbesteding zijn. Overleg
met u longarts welke sporten u mag beoefenen en wanneer u daar mee mag
beginnen.
Vakantie
Indien u plannen hebt om kort na de operatie op vakantie te gaan overleg
dan even met u longarts of dit wel verstandig en verantwoord is.
Zonnen / Zonnebank
Het is in verband met de wondgenezing niet verstandig om eerder dan 3
maanden na de operatie in de felle zon te gaan liggen of een zonnebankkuur
te volgen.
Werken
Het moment waarop u weer kunt gaan werken hangt af van het soort werk
dat u doet en het verloop van het herstel. In samenspraak met u, de
longarts en uw bedrijfsarts wordt bepaald wanneer u uw werk kunt
hervatten. U mag in ieder geval niet gaan werken voor uw eerste controle
afspraak bij de longarts.
Denken en concentreren
Na ontslag hebben veel patiënten die een grote longoperatie hebben
ondergaan, enige tijd nodig om geestelijk weer de oude te worden. U kunt
moeite hebben met concentreren, denken en het geheugen. Dit is veelal het
gevolg van de narcose.
Seksualiteit
Wees niet bang om te vrijen. Vrijen betekent geen extra risico, mits u
rekening houdt met de wond en uw conditie. Het moet niet een te grote
inspanning vergen. Het is na een grote operatie niet ongewoon dat het vrijen
niet meteen verloopt zoals u het gewend was.
Emoties
Ook na ontslag is het altijd mogelijk dat u eens een slechte dag heeft. U hebt
immers een grote, ingrijpende operatie ondergaan, wat de nodige
spanningen met zich mee heeft gebracht. Het is heel normaal dat die
spanningen er na ontslag uitkomen. Probeer u gevoel niet op te kroppen,
maar te uiten naar uw familie en / of vrienden. Op deze manier belemmert u
uw herstel niet.
Sociale omgeving
Net als voor u, is het voor uw omgeving ook een emotionele periode
geweest. Na de operatie ontladen de spanningen zich vaak ook bij de
mensen in uw omgeving. Dat is heel normaal. Overgevoeligheid, onredelijk
boos worden, prikkelbaarheid enz. kunnen uitingsvormen zijn van emotionele
spanning. Houdt er rekening mee dat mensen in uw directe omgeving ook
wel eens een mindere dag kunnen hebben. Probeer samen de operatie te
verwerken en de gebeurtenis langzaam een plek te geven in het leven.
Fysiotherapie
Indien de fysiotherapie het nodig vindt, regelt hij of zij voortzetting van de
fysiotherapie poliklinisch of bij u aan huis.
Patiëntengroepen en – verenigingen
De operatie en bijbehorende ziekenhuisopname kunnen op u, uw naaste
familieleden en vrienden veel indruk gemaakt hebben. Het kan prettig zijn
om daar eens met andere mensen, die hetzelfde meegemaakt hebben, over
te praten. Patiëntengroepen en verenigingen bieden u daar een mogelijkheid
toe en geven en geven u des gewenst advies. Ook internet kan hierbij hulp
bieden (bv www.kwfkankerbestrijding.nl of www.kankerpatient.nl)
Nawoord
Wij hopen dat de gegeven informatie er toe bijdraagt dat u minder onzeker
en beter voorbereid met ontslag gaat. Heeft u nog vragen probeer deze dan
tijdens de opname nog te stellen. Indien u na uw ontslag uit het ziekenhuis
nog vragen heeft kunt u contact opnemen met de polikliniek van de
longartsen.
Telefoonnummer TweeSteden ziekenhuis 013-4655308
Telefoonnummer Elisabeth Ziekenhuis 013-5392548
Wij wensen u een spoedig herstel toe!
Download