De klok tikt Het 1-uurspel Typisch. Het is net vier uur en het vieruurtje is al achter de kiezen, wat zullen we nog doen tot aan het avondeten. Dé oplossing: het 1-uur-spel. Het vraagt wat voorbereiding, maar het spelplezier weegt ruimschoots op tegen die extra inspanning. Het 1-uur-spel duurt, zoals de naam al doet vermoeden, exact 1 uur. Elke speler krijgt een tijdschema (zie voorbeeld) waarop alle minuten vermeld staan, met de daarbij horende persoonlijke opdrachten. De begeleider roept de minuten om, waarop de jins alles laten vallen waar ze mee bezig waren om aan hun volgende opdracht te beginnen. Je kan er opdrachten in steken waarbij je jins zich op hun eentje kunnen uitleven, moeten samenwerken of elkaar juist tegenwerken. Uiteraard kan dit spel volledig in een thema gegoten worden, afhankelijk van jullie creativiteit. JIN 1 JIN 2 1 Beweeg niet. 1 Speel schaar-steen-papier. 2 Bind twee mensen aan elkaar vast. 2 Doe een rondedansje. 3 Blaas de blauwe ballonnen op. 3 Blaas de gele ballonnen op. 4 Bouw een kamp. 4 Bouw een kamp. 5 Bouw een kamp. 5 Bouw een kamp. 6 Breng iedereen aan het lachen. 6 Zing een ‘Vlaamsche Schlager’. 7 Doe een kangoeroe na. 7 Maak een tekening van een kameel. 8 Maak een kring. 8 Maak een tekening van een stinkdier. 9 Doe haasje-over rond een boom. 9 Leg alle voorwerpen op een hoop. 10 Doe iemand na. 10 Knoop alle touwen aan elkaar. 11 Doe je schoenen omgekeerd aan. 11 Maak een tekening voor oma. 12 Draag iemand. 12 Zet alle hoedjes op je eigen hoofd. 13 Draai rond je as. 13 Knoop vijf veters aan elkaar. 14 Draai rond in de andere richting. 14 Zing een kerkliedje. 15 Graaf een put. 15 Maak alle knopen los. 16 Duw iedereen in je put. 16 Maak een tekening van een kameel. 17 Kam het haar van iedereen. 17 Bouw een kabouterdorp. 18 Kietel iemand. 18 Bouw een kabouterdorp. 19 Vertel een mop 19 Speel tikkertje-TV. 20 Doe een robot na 20 Kam het haar van iedereen. 21 Knoop alle touwen aan elkaar. 21 Doe iemand na. 22 Speel een hond die zijn baasje zoekt 22 Speel een baasje die zijn hond zoekt JIN 1 JIN 2 23 Loop rondjes rond de hele groep. 23 Steek alle voorwerpen in de bak. 24 Los een Sudoku op. 24 Vertel een verhaal. 25 Los een Sudoku op. 25 Verzamel alle papier. 26 Los een Sudoku op. 26 Werk iemand tegen. 27 Maak een menselijke piramide van minstens drie verdiepingen. 27 Moedig enthousiast iemand aan. 28 Maak een menselijke piramide van minstens drie verdiepingen. 28 Maak een menselijke piramide van minstens drie verdiepingen. 29 Maak een menselijke piramide van minstens drie verdiepingen. 29 Maak een menselijke piramide van minstens drie verdiepingen. 30 Gooi al het papier in de lucht. 30 Maak een menselijke piramide van minstens drie verdiepingen. 31 Maak een praatje met je buur. 31 Knuffel een boom. 32 Maak een tekening van een stinkdier. 32 Klim in een boom. 33 Maak een zandkasteel. 33 Draai rond je as. 34 Speel dikke Bertha. 34 Speel dikke Bertha. 35 Speel dikke Bertha. 35 Speel dikke Bertha. 36 Speel dikke Bertha. 36 Speel dikke Bertha. 37 Speel luchtgitaar. 37 Gooi al het papier in de lucht. 38 Dansbattle 38 Dansbattle 39 Werk iemand tegen. 39 Kietel iemand. 40 Zing een vrolijk liedje 40 Verzamel alle papier. 41 Speel tikkertje op den hoge. 41 Doe je schoenen omgekeerd aan. 42 Speel tikkertje op den hoge. 42 Speel luchtgitaar. 43 Wissel van schoenen met iemand. 43 Knoop iemands veters aan elkaar. 44 Speel petanque met je schoenen. 44 Bind twee mensen aan elkaar vast. 45 Speel petanque met je schoenen. 45 Maak een praatje met je buur. 46 Speel petanque met je schoenen. 46 Los een Sudoku op. 47 Maak een spinnenweb tussen twee bomen. 47 Los een Sudoku op. 48 Bouw een kabouterdorp. 48 Los een Sudoku op. 49 Bouw een kabouterdorp. 49 Zet een kroon op 50 Feliciteer de persoon met de kroon uitgebreid 50 Zing een ‘Vlaamsche Schlager’. 51 Vertel een verhaal. 51 Zit op iemands rug. JIN 1 JIN 2 52 Leg alle voorwerpen per grootte. 52 Draai rond je as. 53 Knuffel een boom. 53 Doe je schoenen omgekeerd aan. 54 Speel zakdoekleggen. 54 Maak een kring. 55 Speel zakdoekleggen. 55 Speel zakdoekleggen. 56 Speel zakdoekleggen. 56 Speel zakdoekleggen. 57 Blaas de gele ballonnen op. 57 Vouw een papieren hoedje. 58 Zing een kerstliedje. 58 Vouw een papieren hoedje 59 Ruim alles op. 59 Ruim alles op. 60 Ruim alles op. 60 Ruim alles op.