Hartaandoeningen Thema: Transport Hart en Bloedsomloop Bekijk eerst het filmpje ‘Transport 1 – Hart en bloedsomloop’ 1- De verzadigde vetzuren worden in de dunne darm opgenomen in het bloed en kunnen in, bijvoorbeeld, de kransslagader voor de afzetting van extra cholesterol zorgen. Noem alle bloedvaten en delen van het hart waardoor de moleculen moeten gaan voordat ze vanuit de darmen in de kransslagader terecht komen. 2- Wanneer iemand een hartinfarct heeft kan reanimatie maar zelden ervoor zorgen dat het hart weer uit zich zelf gaat kloppen. Wel is het belangrijk om door de hartmassage en beademing de circulatie op gang te houden. Leg uit waarom dit van belang is. 3- In het filmpje wordt één verschil tussen slagaders en aders genoemd. Noem nog één verschil in de bouw van slagaders en aders en noem twee verschillen met betrekking tot het bloed dat ze vervoeren. 4- In het filmpje wordt genoemd dat vanaf elk orgaan een ader naar de onderste of bovenste holle ader terugstroomt. Noem zes organen waarbij dat niet het geval is en leg uit waar het bloed dan heen stroomt. Hartslag Bekijk eerst het filmpje ‘Transport 2 – Hartslag’ 5- In het filmpje wordt gesproken over de AV-knoop. Waar in het hart bevindt deze plek zich? 6- Zijn tijdens de systole van de kamers de hartkleppen open? En de slagaderkleppen? 7- Bij een hartaanval wordt niet gesproken van een hartstilstand maar alleen een circulatiestilstand. Leg uit waarom ook dit dodelijk kan zijn. 8- In tabel 84D-3 van de BINAS staat in de 1e grafiek weergegeven dat er een verschil is tussen de bloeddruk in de aorta en de longslagader ten tijden van de T-top in de ECG. Leg uit wat dit verschil is en waarbij dit verband houdt. Samenstelling bloed Bekijk eerst het filmpje ‘Transport 3 – Samenstelling bloed’ 9- In de BINAS worden drie verschillende plasma-eiwitten genoemd. Welke zijn dit? 10- In het filmpje wordt gesproken over het hormoon EPO. Waar in je lichaam wordt dit hormoon aangemaakt? 11- Leg uit waarom het aanmaken van meer EPO geen nut heeft bij iemand met bloedarmoede? 12- Leg uit waardoor het lichaam het zelfde zal reageren op sikkelcelanemie als op een ijzer te kort. 13- Er worden twee personen onderzocht bij persoon 1 blijken per mm3 bloed 7.200 leukocyten aanwezig te zijn. Bij persoon 2 zijn dit er per mm3 4.800. Leg uit welk risico persoon 2 loopt. 14- In het filmpje wordt genoemd dat bloedplaatjes een herseninfarct kunnen veroorzaken. Leg stap voor stap uit wat er gebeurd wanneer dit het geval is. 15- Onderzoekers willen vaststellen of bloederziekte een erfelijke achtergrond heeft. Ze hebben een aantal bloedcellen tot hun beschikking; rode bloedcellen, witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes. Leg uit welk van deze drie ze het best voor hun onderzoek kunnen gebruiken. Lymfe Bekijk eerst het filmpje ‘Transport 4 – Lymfe’ 16- Leg uit waarom het belangrijk is dat lymfe in de lymfeknopen gezuiverd wordt voordat het in de rechterlymfestam of de borstbuis terecht komt. 17- Leg uit waardoor er in lymfe wel glucose, zuurstof en witte bloedcellen kunnen worden aangetroffen maar geen rode bloedcellen. 18- Leukemie is een lastig te behandelen aandoening omdat het erg snel kan uitzaaien. Leg uit waardoor deze vorm van kanker snel kan uitzaaien. 19- Hoewel leukemie een kankervorm is aan het lymfestelsel en de witte bloedcellen kan het ook symptomen als vermoeidheid, duizeligheid en spontane bloedingen van de neus en het tandvlees veroorzaken. Leg uit hoe dit komt. Examenvragen Transport Ademtest bij het bepalen van lactose-intolerantie Soms wordt een ademtest gebruikt om het vermoeden van het niet goed functioneren van het maagdarmstelsel al dan niet te bevestigen. De ademtest berust op een eenvoudig principe: Nadat een patiënt zes uur niet gegeten en gedronken heeft, wordt een gelabelde teststof ingenomen. Deze teststof bevat bijvoorbeeld 2H (waterstof) in plaats van het normale 1H. De 2H isotoop is zwaarder en de aanwezige hoeveelheid ervan is gemakkelijk te meten. Afhankelijk van de werking van het maagdarmstelsel wordt de teststof of het afbraakproduct daarvan opgenomen in het bloed en via de uitgeademde lucht uitgescheiden. Een voorbeeld van een ademtest is de lactose ademtest. Hierbij is de teststof met 2H gelabelde lactose (= melksuiker). Sommige mensen maken geen lactase. Hierdoor wordt lactose niet verteerd en komt het in de dikke darm. De daar aanwezige bacteriën kunnen de lactose wel verteren en de verteringsproducten gebruiken voor hun eigen dissimilatie. Hierbij komt onder andere 2H2 vrij. Dit wordt in het bloed opgenomen en via de longen uitgescheiden, waardoor je het via de ademtest kunt meten. 2p Een waterstofmolecuul wordt via de dikke darm in het bloed opgenomen. Het gaat via de kortste weg van de haarvaten in het dikke darmweefsel naar de haarvaten in het longweefsel, waar het 2H2-molecuul het lichaam verlaat. 1. − Kan dit 2H2-molecuul zijn waargenomen in de aorta? − Is dit 2H2 niet, of één of twee keer in het hart geweest? A B C D E Het kan niet in de aorta zijn waargenomen en niet in het hart zijn geweest. Het kan wel in de aorta zijn waargenomen, maar het is niet in het hart geweest. Het kan niet in de aorta zijn waargenomen en is één keer in het hart geweest. Het kan wel in de aorta zijn waargenomen en is één keer in het hart geweest. Het kan wel in de aorta zijn waargenomen en is twee keer in het hart geweest. Hemochromatose Het gen voor hemochromatose is autosomaal, recessief en komt veel voor bij mensen van NoordEuropese afkomst. Eén op de acht mensen is drager van het hemochromatose-gen. Eén op de honderdtachtig mensen bezit de aanleg voor deze aandoening en is homozygoot recessief; toch worden niet al deze mensen ziek. De ziekte wordt gekenmerkt door een abnormaal verhoogde opname van ijzer uit het verteerde voedsel naar het bloed, met als gevolg ijzerstapeling in cellen van diverse weefsels. Bij hoge concentratie is ijzer giftig voor de cellen. Doordat de stapeling sluipend toeneemt, stijgt de kans op klachten en orgaanschade met de leeftijd. Meestal uiten de eerste symptomen zich na het veertigste levensjaar. 2p Behandeling van hemochromatose-patiënten is betrekkelijk eenvoudig. Een deel van de schadelijke hoeveelheid ijzer kan uit het lichaam worden verwijderd door middel van aderlatingen. Daarbij wordt een aantal malen per jaar een halve liter bloed afgetapt. 2. Met welk deel of met welke delen van het bloed verdwijnt het grootste deel van de schadelijke hoeveelheid ijzer uit het lichaam als bloed wordt afgetapt? A B C de rode bloedcellen de witte bloedcellen het bloedplasma Vitamine B12 Een kwart van alle ouderen heeft een tekort aan vitamine B12 en nog eens een derde van de 70-plussers zit daar tegenaan. Bijna alle ouderen krijgen in de praktijk wel hun aanbevolen dagelijks hoeveelheid vitamine B12 binnen. Alleen hebben ze vaak problemen met het vrijmaken van deze vitamine uit het voedsel, of het opnemen ervan in de darm. Behalve de groep ouderen heeft nog een bepaalde groep mensen een risico om een vitamine B12 tekort op te lopen. 1p 3. Welke mensen lopen door hun voedingspatroon mogelijk een vitamine B12-tekort op? Een chronische ontsteking van het maagslijmvlies leidt tot een afname van het aantal cellen van de maagwand. Bij ouderen kan dit tot gevolg hebben dat vitamine B12 niet goed of nauwelijks wordt vrijgemaakt uit het voedsel. Door afname van het aantal maagwandcellen worden er minder stoffen gemaakt die nodig zijn voor de spijsvertering. 2p 4. Welke stoffen zijn dat? A B C D koolhydraatsplitsende enzymen en gal koolhydraatsplitsende enzymen en HCl (zoutzuur) eiwitsplitsende enzymen en gal eiwitsplitsende enzymen en HCl (zoutzuur) Vitamine B12 is een onderdeel van verschillende enzymen. Het is bijvoorbeeld een onderdeel van enzymen die betrokken zijn bij het aanmaken van één van de bouwstenen van DNA. Zo zal met name de celdeling, die een rol speelt bij de aanmaak van rode bloedcellen, minder snel verlopen bij een vitamine B12 -gebrek. 2p 5. − − Noem een klacht van een persoon die te weinig rode bloedcellen heeft. Leg je antwoord uit. Om voldoende vitamine B12 binnen te krijgen zou men gebruik kunnen maken van een neusspray met vitamine. Deze wordt dan via het neusslijmvlies in het bloed opgenomen. Iemand sprayt zijn neus met deze stof. 2p 6. Noem de bloedvaten en de delen van het hart die een molecuul vitamine B12 achtereenvolgens passeert op haar weg van de neusholte naar het beenmerg van het heupbeen, waar onder andere rode bloedcellen worden gemaakt. Een Siamese tweeling Op 8 juli 2003 overleed de Siamese tweeling Ladan en Laleh Bijani tijdens een scheidingsoperatie in het Raffles-ziekenhuis in Singapore. Zij waren met hun hoofden vergroeid (zie linker afbeelding). Bij de operatie werd geprobeerd een gedeelte van een gemeenschappelijk bloedvat in de hersenen bij een van de twee vrouwen te vervangen door een bloedvat uit het rechterdijbeen (zie rechter afbeelding). Daarbij traden hersenbloedingen op die hun dood veroorzaakten. De operatie duurde enkele dagen. De vrouwen werden continu onder verdoving gehouden. Dit leverde geen complicaties op. Voedsel en vocht werden via een infuus toegediend. Ontlasting was er niet en de urine werd in een katheter opgevangen. 2p 7. In welk van onderstaande bloedvaten komt bloed uit een hersenader het eerst? A B C D E F in de aorta in de bovenste holle ader in de hersenslagader in de longader in de longslagader in de onderste holle ader