Chirurgie van de pancreas

advertisement
info voor patiënten
bloed, ademhaling & spijsvertering
Chirurgie van
de pancreas
01. Whipple-operatie
Een Whipple-operatie kan uitgevoerd worden bij patiënten met pancreaskanker.
De operatie is echter enkel mogelijk wanneer:
DDde massa waarschijnlijk niet is ingegroeid in omliggende organen en
niet is uitgezaaid naar andere organen.
DDde conditie van de patiënt voldoende is om een operatie te ondergaan.
De operatie gebeurt dan in het kader van een curatieve (genezende) behandeling.
Inhoud
01 Whipple-operatie......................................... 03
Vóór de operatie is niet altijd met zekerheid bekend of de ingreep curatief (genezend) zal
zijn. Het gebeurt dat de chirurg tijdens de operatie vaststelt dat de massa niet (geheel)
te verwijderen is of dat er uitzaaiingen zijn die vooraf niet zichtbaar waren. Er kan dan
worden beslist om een andere, meestal palliatieve, behandeling voor te stellen.
Bij een Whipple-operatie verwijdert de chirurg het deel van de pancreas waarin de massa
zit, samen met de twaalfvingerige darm, de galblaas en een groot deel van de grote
galbuis. Er wordt ook een gedeelte van de maag verwijderd. Soms kan de maag gespaard
worden. We streven daarnaar omdat de voedselvertering na de operatie dan beter is.
02 Verloop na de operatie................................. 03
03 Mogelijke verwikkelingen............................. 05
Maaguitgangsparende Whipple
procedure (A) en
na reconstructie (B)
04 Voedingsproblemen na de operatie.............. 05
05 Contactgegevens........................................ 07
A
B
02. Verloop na de operatie
De opnameduur bedraagt gemiddeld 14 tot 21 dagen.
Onmiddellijk na de ingreep verblijft u enkele dagen op de afdeling Intensieve Zorgen
(1K12C). Daar wordt u intensief gemonitord en verzorgd. De duur van het verblijf hangt
af van hoe snel u recupereert na de ingreep. Bezoek is toegestaan van 15u tot 16u
en 20u tot 21u.
Pijnstilling
Psycholoog
Meestal krijgt u een rugkatheter met een pijnpomp, zodat u zichzelf pijnstilling kan
toedienen. De anesthesist legt u dit de dag voor de ingreep uit. Na ongeveer 3-5
dagen wordt deze pomp verwijderd en krijgt u andere pijnstilling: Paracetamol®,
Dipidolor® of Tradonal®.
Een oncologische diagnose kan uw lichamelijke en mentale draagkracht sterk ondermijnen. U en uw familie kunnen daarom kosteloos en vrijblijvend een beroep doen op
psychologische ondersteuning.
Tijdens de ingreep worden een aantal buisjes of drains geplaatst (terwijl u onder
narcose bent):
DDEen centrale katheter (ter hoogte van de hals of het sleutelbeen) voor toediening
van vocht, voeding en medicatie.
DDEen maagsonde (buisje dat via de neus tot in de maag wordt gebracht) om de
maag- en darmsappen te hevelen. Na de operatie hebben uw maag en darmen
tijd nodig om op gang te komen. Deze maagslang wordt verwijderd na ongeveer vijf tot zeven dagen.
DDEen blaaskatheter. De katheter blijft een 5-tal dagen ter plaatse omdat vaak een
gedeeltelijke ontzenuwing van de blaas optreedt door de pijnstilling via de rugkatheter. De blaaskatheter wordt verwijderd als de rugkatheter ook verwijderd wordt.
DDMeerdere drains. Een drain is een buisje waardoor wondvocht wordt afgevoerd.
Dit wordt opgevangen in een zakje. Afhankelijk van de hoeveelheid vocht dat
wordt gedraineerd, bepaalt de arts wanneer de drain wordt verwijderd.
Voeding
Zolang u een maagsonde hebt, mag u meestal niet eten of drinken. U krijgt voldoende
vocht, voeding en medicatie via de bloedbaan. Zodra de naden goed zijn genezen en
uw maag en darmen terug goed werken (na ongeveer 5 dagen), krijgt u water, bouillon,
koffie of thee, yoghurt en beschuit. Als u die goed verdraagt, wordt de voeding in de
volgende dagen opgedreven van licht verteerbaar naar normale aangepaste voeding.
Op het einde van u opname komt de diëtiste bij u langs om enkele voedingsadviezen
mee te geven.
Kinesist
Dagelijks komt een kinesist bij u langs op de afdeling. Samen met u stelt de kinesist
een behandelplan op om nog vlotter te herstellen van de ingreep.
03. Mogelijke verwikkelingen
Net zoals bij iedere operatie is er kans op de ‘normale complicaties’ van een operatie.
Dit zijn bijvoorbeeld wondinfectie, trombose, longontsteking en nabloeding.
Een ernstige complicatie die daarnaast specifiek bij de Whipple-operatie kan ontstaan,
is een lekkage bij de verbinding van de geopereerde organen. Als dat gebeurt, heeft
u een verhoogd risico op een ontsteking in het operatiegebied.
04.Voedingsproblemen
na de operatie
Kleine maag
Na een operatie waarbij een deel van de maag is weggenomen, is de opslagcapaciteit van de maag verminderd. Als gevolg hiervan zal u sneller een verzadigd gevoel
hebben, zelfs na een kleine maaltijd. Om toch voldoende voedsel binnen te krijgen,
is het goed om elke twee uur iets te eten en de voeding over zes tot negen kleine
maaltijden te verdelen. Het is mogelijk dat u na de operatie geen hongergevoel meer
hebt. Dit kan blijvend zijn.
Eet langzaam en kauw goed
Door goed te kauwen wordt het voedsel in kleine stukjes verdeeld. Hoe kleiner de
voedseldeeltjes zijn, hoe beter de maag ze kan verwerken. Voedingsmiddelen die taai
en vezelig zijn, worden slecht verteerd. Dit geldt vooral voor sinaasappel en ander
citrusfruit, asperges, bleekselderij, zuurkool, gedroogde vruchten en noten. Deze
voedingsmiddelen moet u daarom zeker heel goed kauwen!
C H IR U R GI E VAN DE PANCR EAS
Katheters en drains
5
Vertraagde maaglediging
Vitamine B12-tekort
Sommige mensen hebben na de operatie last van een vertraagde maaglediging.
Hierdoor hebben ze na de maaltijd lang last van een vol gevoel. Dat maakt het moeilijk
om veel kleine maaltijden te eten. Bespreek eventuele klachten met uw arts. Hij kan
indien nodig medicijnen voorschrijven om de maaglediging te stimuleren.
Wanneer de maag gedeeltelijk is verwijderd, wordt soms onvoldoende ‘intrinsieke
factor’ gevormd. Intrinsieke factor is nodig om vitamine B12 vanuit de dunne darm te
kunnen opnemen in het bloed. Over het algemeen is er in het lichaam een voorraad
vitamine B12 die voldoende is voor enkele maanden tot een paar jaar. Iedere patiënt
bij wie de maag geheel of gedeeltelijk is verwijderd, kan op termijn te maken krijgen
met een B12-tekort.
Deze diarree ontstaat als de pancreas niet goed functioneert en er een tekort
aan alvleesklierenzymen is. Een deel van de voeding wordt niet verteerd en niet
opgenomen in het bloed. Daardoor krijgt u last van een vettige diarree en vermagert
u sterk. U kunt de vettige diarree herkennen aan de plakkerigheid. Ze blijft kleven
aan de toiletpot. De diarree is licht gekleurd en bevat stukjes onverteerd voedsel.
Het is niet goed om vetarm te gaan eten. Het gewichtsverlies wordt dan nog groter
en de diarree neemt niet af.
Door in ruime mate de alvleesklierenzymen te gebruiken die uw arts voorschrijft, kan
de voeding vrijwel normaal worden verteerd en opgenomen. In overleg met uw diëtist
kunt u dan normaal eten.
Als u ondanks de aanpassingen in uw voedingspatroon ernstige diarree blijft hebben,
bespreek dit dan met uw arts, verpleegkundige of diëtist. Uw arts kan medicijnen
voorschrijven waardoor de voeding beter wordt verteerd en opgenomen.
Diabetes
Als gevolg van het minder goed functioneren van de pancreas en een tekort aan
insuline kan een vorm van diabetes optreden en kan uw bloedsuikergehalte afwijken.
Wanneer blijkt dat u hier na de operatie last van hebt, is het belangrijk om een diëtist in
te schakelen. Uw bloedsuikergehalte kan dan zo worden geregeld dat het aanvaardbaar is of zelfs zo dat u er geen last van heeft.
Een langdurig B12-tekort leidt tot bloedarmoede en beschadigingen van het zenuwstelsel, die gedeeltelijk onherstelbaar zijn. Daarom krijgt u na de operatie vitamine
B12 toegediend. Dit gebeurt via de huisarts, door middel van injecties, meestal om
de twee maanden.
Vraag uw arts er naar als hij er zelf niet over begint. Het is verstandig zelf het initiatief
te nemen om regelmatig uw vitamine B12-waarde te laten controleren om een tekort
uit te sluiten.
Kenmerken van vitamine B12-tekort:
DDmisselijkheid en diarree
DDontstoken slijmvlies
DDoveractieve blaas (moeite met het ophouden van urine)
DDevenwichtsstoornissen
DDvergeetachtigheid
DDtintelingen in handen en voeten
DDproblemen met lopen, zien en/of horen
DDpijnlijke voet- en beenhuid, of juist gevoelloze voetzolen
05.Contactgegevens
Polikliniek Bloed, Ademhaling en Spijsvertering
Tel. 09 332 95 00
C H IR U R GI E VAN DE PANCR EAS
Diarree / vette diarree
7
v.u.: Eric Mortier, afgevaardigd bestuurder UZ Gent, De Pintelaan 185, 9000 Gent
MODULO.be 338110 - augustus 2015 - versie 3 - AS (687)
Polikliniek Bloed, Ademhaling
en Spijsvertering
Gebouw K12E, 4de verdieping
Consultaties: tel. 09 332 95 00
Secretariaat Heelkunde: tel. 09 332 32 33
Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het UZ
Gent. Alle rechten voorbehouden.Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het UZ Gent.
UZ Gent
Postadres
De Pintelaan 185
Toegang
C. Heymanslaan
B 9000 Gent
T: +32 (0)9 332 21 11
[email protected]
www.uzgent.be
volg ons op
Download