Epilepsie en koortsstuipen bij kinderen

advertisement
Epilepsie
en koortsstuipen bij kinderen
Jonge kinderen zijn bij koorts gevoeliger voor
stuipjes dan volwassenen. Ongeveer vijf procent
van de kinderen tussen de zes maanden en vier
jaar heeft wel eens een koortsstuip. In deze folder
leest u over de achtergrond van koortsstuipen,
hoe u ze kunt herkennen en wat u zelf aan
koortsstuipen kunt doen.
Koortsstuipen bij kinderen
Kinderen krijgen bij koorts gemakkelijker stuipen dan volwassenen, omdat de hersenen van kinderen nog in ontwikkeling zijn. De hersenen van meisjes ontwikkelen zich sneller
dan die van jongens. Bij meisjes is de gevoelige periode
voor koortsstuipen eerder afgelopen dan bij jongens, respectievelijk na drie en vier jaar. Jongens hebben overigens
vaker last van koortsstuipen dan meisjes, omdat er een
verschil is in de rijping van het afweersysteem. Kinderen
ontwikkelen vanaf de leeftijd van ongeveer zes maanden hun
eigen afweersysteem; dit duurt enkele jaren.
Wanneer ontstaat een koortsstuip?
De koortsstuip ontstaat meestal in het beginstadium van
een infectie (ontsteking) als de koorts plotseling snel
oploopt. De kans wordt groter als het kind daarbij ook moe
is. Bij alle ziekten met koorts kunnen stuipen optreden,
maar ze komen meestal voor bij infecties aan de luchtwegen, neus, keel, oren of darmen, of bij (virale) infecties,
waarbij soms een rode huiduitslag (exantheem) voorkomt.
Hoe herkent u een koortsstuip?
Een koortsstuip is eigenlijk een epileptische aanval. Alleen
is de achterliggende oorzaak een infectie en geen epilepsie.
Een gewone, milde koortsstuip duurt gemiddeld vijf minuten
en in elk geval korter dan vijftien minuten. Het kind verliest
het bewustzijn, strekt zich, krijgt vaak symmetrische schokjes
in armen en benen, terwijl het gezicht bleek, grauw of
blauw wordt. Koortsstuipen komen eerder voor bij kinderen
bij wie in de naaste familie meer kinderen koortsstuipen
hebben gehad.
Wanneer gaat een koortsstuip over in epilepsie?
Een koortsstuip betekent niet meteen dat het kind epilepsie
heeft. Een koortsstuip is een epileptische aanval, die alleen
bij snel stijgende koorts optreedt. Buiten de koorts heeft
het kind geen aanvallen. Slechts twee procent van de kinderen met koortsstuipen krijgt later epilepsie. Dan treden
aanvallen ook op zonder koorts. Dit percentage neemt toe
tot negen procent als:
•
de ontwikkeling van het kind al vóór de koortsstuip
•
epilepsie in de familie voorkomt; of
•
het een gecompliceerde of atypische koortsstuip was
verstoord was;
(zie hieronder).
Artsen nemen aan dat die kinderen vaak al aanleg hebben
voor epilepsie en dat deze door de koorts voor het eerst
naar buiten komt.
Naast gewone koortsstuipen kunnen atypische (gecompliceerde) stuipen voorkomen. Deze stuipen kunnen wijzen
op epilepsie. Atypische koortsstuipen kunnen de volgende
kenmerken hebben:
1
Ze komen voor beneden de leeftijd van zes maanden
en boven de vier jaar.
2
3
Ze duren langer dan vijftien minuten*.
Ze treden al op bij een temperatuur onder 38,7°C
(via de anus gemeten).
4
Ze zijn niet symmetrisch, de schokken zijn eenzijdig of
vooral aan één kant. Of er zijn andere verschijnselen,
zoals verwardheid en smakken.
5
Er is meer dan één koortsstuip per koortsperiode.
6
Het totaal aantal koortsstuipen is groter dan vier.
7
Soms vindt de dokter bij lichamelijk-neurologisch
onderzoek afwijkingen (zoals eenzijdige verlamming
of kenmerken van spasticiteit).
8
In de familie hebben meerdere mensen epilepsie.
* Bij stuipen die langer duren dan vijftien minuten kan een
status epilepticus ontstaan. Van een status epilepticus is
sprake als de aanval of serie aanvallen langer duurt dan
twintig tot dertig minuten. Een status epilepticus kan bij
alle vormen van epilepsie optreden, maar is vrij zeldzaam.
Meestal is medische hulp noodzakelijk.
Wat kunt u zelf doen bij een (eerste) koortsstuip?
Het is belangrijk dat u niet in paniek raakt en goed kijkt
wat uw kind doet. Houd als het mogelijk is de tijd in de
gaten. Leg uw kind op zijn zij in een stabiele positie en
maak strakke kleding los; houd uw kind niet vast tijdens de
aanval. Als de stuip langer duurt dan tien minuten of als
u uw kind afgezien van de stuip erg ziek vindt, moet u de
huisarts waarschuwen. Deze zal in eerste instantie proberen
de stuip te onderdrukken. Daarnaast zal de arts op zoek
gaan naar de oorzaak van de koorts en de achterliggende
ziekte, voor zover mogelijk, behandelen.
Wat moet u doen als een koortsstuip niet stopt?
Bij een eerste koortsstuip belt u uw huisarts als de koortsstuip na tien minuten niet stopt. Bij eventuele volgende
koortsstuipen of als u weet dat de kans op een koortsstuip
groot is, kunt u zelf ook actie ondernemen om de stuip te
stoppen. Als de koortsstuip langer duurt dan vijf minuten,
kunt u een rectiole toedienen. Rectiolen zijn kleine tubes,
waarin een vloeistof met diazepam (Valium of Stesolid) zit.
Deze tubetjes spuit u via de anus in de darm, waar het
product wordt opgenomen om stuipen te onderdrukken. Veel
artsen schrijven rectiolen voor als de kans op koortsstuipen
bij temperatuurverhoging vergroot is. U kunt ze op een
droge plaats op kamertemperatuur (onder de 25 °C) ruim
een jaar bewaren en zelf toedienen als het nodig is. Kijk wel
af en toe naar de houdbaarheidsdatum op de verpakking.
Hoe dient u een rectiole toe?
Overleg met uw arts na hoeveel tijd u de rectiole mag toedienen bij een koortsstuip. Meestal is dit na vijf minuten.
Het voordeel is dat de rectiole vaak al binnen enkele minuten
werkt (sneller dan een injectie in de bil) en dat u niet hoeft
te wachten tot de huisarts komt. Als de rectiole binnen vijftien minuten niet werkt, moet u contact opnemen met uw
huisarts of 112 bellen.
Bij de rectiole zit een handleiding voor het toedienen ervan.
De stappen hiervoor zijn:
1 Houd de rectiole met de punt omhoog. De vloeistof die
erin zit, is dun.
2 Verwijder het uiteinde van de rectiole door het twee tot
drie keer naar rechts te draaien, zónder te trekken.
3 Leg uw kind op de buik (met eventueel een kussen onder
de heupen) of in zijligging. Een klein kind kunt u het best
op de buik over uw knie leggen.
4 Steek het tuitje van de rectiole in de anus; bij kinderen
van nul tot drie jaar niet verder dan het eerste streepje.
5 Knijp niet in de rectiole voordat deze in de anus
is gebracht.
6 Knijp de rectiole – als hij goed in de anus is ingebracht
– met duim en wijsvinger in één keer goed leeg.
7 Blijf knijpen, ook terwijl u de lege rectiole weer terugtrekt!
Druk daarna de billen ongeveer twintig seconden tegen
elkaar om teruglopen van de vloeistof te voorkomen.
8 Het is niet erg als er een klein beetje vloeistof in de
rectiole achterblijft; u hebt dan toch voldoende toegediend.
Epilepsie: soms ben je er even niet bij
Hoe kunt u koortsstuipen voorkomen?
Als een kind eenmaal een koortsstuip heeft gehad, is het niet
uitgesloten dat bij een volgende koortsperiode weer een stuip
optreedt. Om dit te voorkomen, kunt u wat meer op eventuele
koorts letten en sneller paracetamol geven. Dit is alleen niet
altijd mogelijk. Sommige kinderen krijgen al een koortsstuip
in de incubatietijd (de tijd tussen de besmetting met een
infectieziekte en het optreden van de eerste verschijnselen),
vóór de koorts optreedt. Aspirine wordt afgeraden, omdat
sommige kinderen daar allergisch op reageren, wat kan leiden
tot een ernstige complicatie. U kunt het best vooraf met uw
arts overleggen hoe vaak en hoeveel paracetamol u uw kind
bij koorts mag geven en bij welke temperatuurverhoging.
Voor een kind met een verhoogde kans op koortsstuipen kan
het handig zijn om paracetamol in de vorm van zetpillen in
huis te hebben. Daarnaast kan de temperatuur dalen door uw
kind met koud of lauw water te deppen of wassen. Dek uw
kind niet te warm toe tijdens de koorts, zodat het zijn hoge
temperatuur kwijt kan. En probeer te voorkomen dat de temperatuur te veel schommelt. Het telkens stijgen van de temperatuur maakt de kans op een herhaling van een stuip groter.
Is verder onderzoek nodig?
Bij een gewone koortsstuip zal uw huisarts meestal geen verder onderzoek aanraden. Wel moet altijd worden beoordeeld
of de koorts een uiting is van een ziekte die moet worden
behandeld, zoals bijvoorbeeld een hersenvliesontsteking.
Bij atypische koortsstuipen of als koortsstuipen zich te vaak
herhalen, zal de huisarts u doorverwijzen naar een kinderarts
of kinderneuroloog voor verder (neurologisch) onderzoek.
Is verdere behandeling nodig?
Bij gewone koortsstuipen is verdere behandeling (naast de
maatregelen die staan bij ‘Hoe kunt u koortsstuipen voorkomen?’) vaak niet nodig. Bij atypische koortsstuipen zal
de kinderarts of (kinder)neuroloog zoeken naar mogelijke
oorzaken. In de eerste plaats zal een elektro-encefalografisch onderzoek (EEG) worden gemaakt. Een EEG meet de
elektrische activiteit van de hersenen. Bij een epileptische
aanval is deze elektrische activiteit verstoord, wat te zien
is op een EEG. Ook tussen de aanvallen door kan het EEG
van mensen met aanleg voor epilepsie afwijken van dat van
mensen zonder epilepsie.
Afhankelijk van de uitslag van het onderzoek kan de kinderarts of (kinder)neuroloog uw kind een anti-epileptisch
medicijn voorschrijven. Sommige artsen vinden het beter
als u uw kind bij bewezen gevoeligheid voor koortsstuipen
in periodes met koorts preventief gedurende drie dagen
paracetamol en rectiolen toedient.
Informatiemateriaal
Het Nationaal Epilepsie Fonds geeft voorlichting over
epilepsie. Mondeling of via een groot assortiment folders,
brochures, boekjes, videobanden en andere hulpmiddelen.
Kijk voor het assortiment op www.epilepsie.nl of bel de
Epilepsie Infolijn 0900 – 821 24 11 (10 cent per minuut).
Epilepsie Vereniging Nederland (EVN)
De EVN is de landelijke patiëntenbelangenvereniging
voor mensen met epilepsie en hun directbetrokkenen,
telefoon 0318 – 672 772 • www.epilepsievereniging.nl.
Over het Nationaal Epilepsie Fonds
Het Nationaal Epilepsie Fonds (NEF) zet zich in voor een
goede behandeling en begeleiding van mensen met epilepsie. Dit doet het fonds door voorlichting, subsidiëring van
wetenschappelijk onderzoek, organisatie van aangepaste
vakantiereizen, individuele hulpverlening en ondersteuning
van gespecialiseerde epilepsiezorg en epilepsieprojecten
in ontwikkelingslanden. Voor deze activiteiten is veel geld
nodig. Het NEF krijgt geen subsidie van de overheid en is
volledig afhankelijk van giften!
Stort op giro 222 111!
Deze folder is totstandgekomen met medewerking van:
•
Prof. dr. W.O. Renier, kinderneuroloog, UMC St. Radboud,
Nijmegen;
•
Dr. H.C. Rümke, kinderarts n.p. – epidemioloog, Vaxinostics,
Centrum voor Vaccinstudies Erasmus MC, Rotterdam.
Nationaal Epilepsie Fonds
De Molen 35 • 3994 DA Houten
Postbus 270 • 3990 GB Houten
tel 030 – 63 440 63
fax 030 – 63 440 60
email [email protected]
www.epilepsie.nl
giro 222 111
Epilepsie Infolijn: 0900 821 24 11
Download