I A. H. Besier Klaverstraat 16 , s - Gravenhage ' FABRIEKSSCHEIVIA OVER DE BEREIDING VAN VITAMINE B2 ( RIBOFIAVINE ) - - - - - - - - . _- - - - - _. -1- I. Inleiding Reeds aan het eind van de 1g e eeuw werd melding gemaakt van de isolering van een gele kleurstof uit melk.(1) Een zelfde stof werd gevonden in eiwit, lever, nier, urine, spierweefsel, gist en zekere plantenmaterlalen. (2). De stof bleek bestendig te zijn tegen hitte. De onderzoekers P Kuhn, G.GyErgy en T.Wagner-Jauregg toonden aan dat de uit eiwit geisoleerde stof bij voeding aan ratten met een hoeveelheid van 10~g/dag een grmei veroorzaakten van 10 g/week. Later ging men verwantschap veronderstellen tussen dit pigment en het gele ademhalingsferment van Warburg, (3) , een enzym met een oxydatiereductie systeem, dat voor de waterstofoverdraging in het lichaam zorg draagt. Dit ferment bleek aanwezig te zijn in alle levende cellen. Het kristallijne product bestaat uit lange oranje-gele naalden • Ze zijn stabiel wanneer ze beschermd worden tegen de invloed van het licht Licht veroorzaakt een langzame inactivering. In oplossing is het product niet stabiel. Beinvloeding treedt op van licht, temperatuur en PH ( alkalisch milieu bevordert de ontleding). Het product is oplosbaar in water, matig in alc9hOI. De waterige oplossing is geel-groen van k~eur en fluoresceert sterk. is in het ademhalingsferment Het riboflavine met formule: aanwezig als phosphorzure ester CH , 2 0H gebonden aan eiwit: HOCH , , OH HeeR t CH -o-p '._-- 0 ,2 " HOOR , Hö6H OH H HCH , HOCR , / H HOÇH f HCH eiwit Groeiproeven werden eveneens genomen met stoffen die zeer verwant zijn met riboflavine, maar geen van allen gaven een activiteit als het vitamine zelf. Onderzocht werden stoffen waarvan de riboserest van het flavihe vervangen waren door suikerresten en verder de stoffen: ' ,. -2- 7 Me-9-(d,l ' ribityl)-isoalloxazine 6 Me-9-(d,l' ribityl)-isoalloxazine 6 Et-7 Me -9-(d,l' ribityl)-isoalloxazine (De systematische naam van riboflavine is 6,7 isoalloxazine }. di-Me-9-(d.l'ribit~l) 11. Bereiding van vitamine B2 Na vele pogingen slaagden tegelijkertijd de o~derzoekers Kuhn en Karrer er in het riboflavine synthetisch te bereiden. (4,5,6). Als een van de producten nodig voor de synthese moet genoemd worden het ribose, dat eerst zelf gesynthetiseerd moet worden. H OH H Br "" C COOR t RÇOH HOOH t HOOR f HO OH t CH 2 0H D-.gluconzuur HOC~ > HCJOH He) 0 j t CH20H D-arabinose ,,/ ç~ __~ ACO~H HOOAc , 0 ~ H~ ~ CH ~ ~H H~OH I 0~ mJ __-J CH 2 0Ac AcetobroomD-arabinose D....arabinal CH"NH , c- 2 HOOE f _---"~ ....~ HOOH t HO, OH OH OH D-rib~mine Het ribamine laat men reageren met 1,2 di Me, 4,5 dinitro benzeen. Uit het reactieproduct wordt door reductie 2-amino-4,5 qiMe-plienylD-ribamine gemaakt. Koppeling van dit laatste produciAgeeft vorming van riboflavine. (rllet- ah oxan) -3- I I. .. De moeilijkheid bij al deze methoden is het gebruik van ribose als uitgangsproduct. Dit moet zelf worden gesynthetiseerd. Er zijn ook wel enkele processen ontwikkeld, waarbij geen ribose nodig is. Ze verlopen alle over vele trappen en geven een laag rendement. Vandaar dat men dus voor de vervaardiging van riboflavine is gaan zoeken naar een biologisch proces . Zeer veel microorganismen blijken in staat het vitamine te synthetisgre~, zoals gisten, schimme~ls en bacterien (zie de tabel op de bladzijden)Ys' en 4 van dit verslag). De prOductie ~an de meeste microben is echter te laag om een bereiding van het vitamine langs deze weg lonend te maken. In de industrie wordt gebruik gemaakt van twee soorten schimmels nl. Eremothecium ashbyii en Ashbya gossyppii, die beiden een goede opbrengst geven. Van Eremothecium ashbyii wordt zelfs in de litt. (7) een productie genoemd van 2480 ÓIml in 7 dagen. Vandaar dan ook dat dit organisme werd gekozen voor het schema. 111. ractoren, die de productie van het B2 beinvloeden Bij de prOductie van vitamine B2 met behulp van de schimmel Eremothecium ashbyii heeft men met vele factoren rekening te houden, van invloed op de grootte van de productie. Deze zijn: I· l a A. ~~_g~~1!~~~!~y~_~~_~~~~!~~~!~y~_~~~~~~!!!~g_y~_g~~_~~~!~~ In de media is nodig een geschikte koolhydraat, een stikstofverbinding, zouten en eventueel bijzondere bestanddelen. 1~ Als koolhydraat werd in het begin genomen glucose of verstijfseld zetmeel. Later zijn deze door goedkopere prOducten vervangen zoals cerelose en melasse. Deze laatste stof bevat nog een groot gehalte aan vergistbare suiker (50%) en nog wat zouten. 2. Voor eiwitvoeding eN) nam men in het begin gewoon eiwit en / of aminozuren,bv: pepton, gistextract, bouillon, asparagine, glycine. Ook deze producten zijn later door goedkopere vervangen, nl. door: Corn Steep Liquor, een aftreksel van maisafval (zemelen,stofmeel ) met een hoog gehllte aan aminozuren en zouten (8) Animal Stick Liquor, een afvalproduct van de slachthuizen. De afval . wordt gekookt, het kooksel gefiltreedd en ingedikt. Distiller's stillage, . het residu dat men krijgt na het afdestilleren van de alcohol en waaruit de vaste stof is afgefiltreerd. ·................ ·............ .. .... ·................. . ] icum WR verstijfse (11 ) ] ~raan (11 ) I 4" ) (12) Ik (13) 10 llIll srne SUCrose zo 1 6 n (14) 4 en (15) en b (15) i (17) 8 7 + • • I. = Corn (1 1 ) 2. 2. I Lf'\ ( 5 1. I 1 n 9 à 7 1 ] (2 ) ( 5 ) 7 ) s ( ) (25) g) 3 à 4 ]4 ) ( ) -6- 2.:. De zouten kunnen apart worden toegevoegd. Bij gebruik echter van ' C.S.L. en andere afvalstoffen is dit niet nodig. 4. Toevoeging van bijzondere bestanddelen kunnen de opbrengst zeer vergroten. Te vermelden zijn o.a. biotine (28) en inositol (27). B. De sterilisatie van het medium ------------------------------ • Lang verhitten van het medium bij sterilisatie heeft een ongunstige invloeë op de B2 productie (8) : methode van sterilisatie 1I batch ster. ",/ batch ster. continue ster. ."y' tempgratuur in F 250 00 250 0 275 duur ster. in min. 45 25 5 opbrengst in! mg/L 5 88 408 Het beste is een zg ttflash tl sterilisatie, dwz een sterilisatie op hoge temperatuur en gedurende korte tijd. Toch is goede sterilisatie noodzake"Djk daar Eremothecium ashbyii zeer gevmelig is voor infectie • Bovendien loopt bij infectie de productie van B2 sterk achteruit. Bij de nflash" \/ sterilisatie wordt gebruik @Smaakt van de continue sterilisatie, die I gunstiger resultat\ln oplevert dan de "batchn-sterilisatie. Q.:. Q~_~~~E~E~~~_Y~_~~~_~~~!~ Voor de gisting is een hele serie van temperat~en geprobeerd; de beste opbrengst werd verkregen bij een tempeDatuur van 28 0 C. (23,29,30). Met behulp van een watermantel moet de temperatuur gedurende de gistingstijd constant hierop gehouden worden. D. De aeratie en het roeren Een zeer sterke aeratie is nodig voor een gunstige B2 opbrengst, nl van 1/4 m3 lucht / m3 vloeistof / minuut. Hierdoor wordt tevens een goede roering van de ketelinhoud verkregen. ~!_~~_E~_!~_~~~_~~~~~~ De PH voor de sterilisatie van het medium bedraagt 4.5. Dit gaf goede resultaten. Voor de gisting wordt daarna de PH gebracht op 6.0. Deze laatste PH wordt de hele duur van de gisting zo gehouden. Dit gebeurt ~ door van tijd tot tijd wat loog toe te voegen. (8,23). Uit al deze gegevens werd het volgende gehaald voor het s:chema: 1. Gebr$t wordt de schimmel Eremothecium ashbyii 2. Als medium wordt genomen 2.5% melasse(waarin 50% droge stof) 2.5% C.S.L. (met 5ryfo droge stof) 1.5% A.S.L. -73. Continue sterilisatie gebeurt gedurende 5 minuten op 275 0 C. 4. De temperatuur wordt gedurende de gisting constant gehouden op 28 0 C. 5. Een goede aeratie Voor het · schema werd aangenomen een B2 prmductie van 1800 mg/L, een opbrengst die door verschillende auteurs opgegeven werd en die toch niet de hoogste waarde is die in de litt. gevonden werdt. IV. BesChrijving van het gebruikte organisme De gebruikte schimmel Eremothecium ashbyii werd geisoleerd in de Cong~ door de Engelse phytopathologist R.E. Massey, van een katoenvrucht • De schimmel is namelijk een plantenparasiet levend op katoen, koffie, citrusvruchten, tomaten en verschillende groenten. Op de katoen komt het voor, grote schade verooraakend aan de katoenoogst. Hier geeft het de ft internal boll rot" en de tt cotton staining". (31) (32) Op vaste media vormt de schimmel kolonies die er gelatineus en geel uitzien. Het mycelium. groeit ~Ch;tOarn-~ meer of minder regelmatig. In het begin ziet men geen tussenwanden in het mycelium, later treden ze echter regelmatig op, stukken van ongelijke grootte VOrmend. (33) De voortplanting gebeurt door middel van sporangien die na 48 uur gevormd worden, bijna aan het eind van de myceliumdraden. In deze sporansporen gien vormen zich de Sporen. De~zijn langwerpig, aan een zijde afgerond of als het ware scheef afgesneden, aan de andere zijde spits toelopend. De spore - afmeting is:29-31.~ lang en 2-2.~breed. In een sporandium. vormen zich 4-32 sporen, meestal 12- 16. Op een nieuw medium. gebracht, ontkiemen deze sporen onder vorming van mycelium. In de delen van het mycelium waar de groei vermindert ziet men een gele kl eurstof verschijnen, die in oplossing gaat in de vacuolen. V. Afscheiding van het product uit het medium Vóór de eigenlijke isolering uit de waterige phase van het medium moet de schimmel worden verwijderd, hetgeen gebeuren kan door afcentrifugeren of affiltreren. Voor de afscheiding zijn verschillende methoden in gebruik: . 1~ ~~~~t~~ met alcoholen (o.a. butanol), alcohol-water mengsels etc., gevolgd door een adsorptie aan diverse materialen zoals vollers aarde, , - - - - - - - - - - - - - - - - - - .. -8- • franconiet,kaolien, silicagel, kieselguhr e.a. Elutie hieruit en daarop volgende omkristallisatie levert een zuiver product. Voor het verwerken van grotere porties is deze methode niet geschikt, dan neemt men liever de reductie met de daarmee gepaard gaande praecipitatie van de leucoverbinding • .; , CH 2 H f I N C/ N- C- 0 \ \: , N () "Q. N H f H riboflavine 2. ~~_~~uc~~~ (5 leucoverbinding kan op twee manieren worden uitgevoerd . .. . .. . . . . . .... a. Mbv reduc;tïiemiddelen . .. • Hiervoor gebruikt men Na~S~ 04·2 H 0, stannochloride, vanadosulfaat c:. c:. • 2 of chloride, chromosulfaat,titaniumtrichloride.(34,35). Van al deze stoffen wordt alleen de eerste in de industrie gebruikt. Met behulp hiervan krijgt men een rendement van 90.5 %. De "praecipitatie gaat zeer snel, sneller dan met de microbiologische praecipitatie, maar deze methode is ook duurder. b. Mbv bacterien. . .. ... . . In de litt. worden verschillende soorten genoemà, die in staat zijn het vitamine over te voeren in de leucoverbinding,(36,37), nl Streptococcus faecalis, Streptococcus liquefaciens, Streptococcus cremoris, s treptococcus zymogenes, Streptococcus lactis, Escherichia coli , Serratia plymouthensis en enige Clostridia. Meestal wordt in het laboratorium en in de industrie gebruikt Streptococcus faecalis. Met deze methode slaat ongeveer 90% van de vitamine als leucoverbinding neer. Een voorwaarde voor het gebruik hiervan is een minimumconcentratie van B2 in de vloeistof van 65 rog/L. De voorwaarden voor deze reductie zijn verder: Een temperatuur van ongeveer 25 0 C. Bij lage temperatuur krijgt men een verlangzaamde groei en geen neerslagvorming. Een begin PH van 6-7·5· De PH mag niet te hoog oplopen, daar dan een ontleding van het vitamine plaats vmndt. ~------------ -- -9Geen aeratie. Het beste is te werken in een inert gas. Aeratie werkt de reductie tegen, waardoor er geen praecipitatie kan optreden. Voor deze neerslagmethode gebruikt men het liefst een jonge cultuur van e e de 3 of 4 generatie. Aan deze bacteriologische reductie gaat vooraf een sterilisatie van het van de schimmel bevrijdde medium. Sterilisatie door stoominjectie is niet gewenst, daar dit nog een concentratievermindering van de aanwezige voedingsstoffen in het medium geeft, waardoor de groei van het microorganisme en de reductie geremd worden. Voor de sterilisatie is hier genomen een werking met behulp van U.V. stralen.(38). Een U.V. vloeistofsterilisator is genomen zoals uitgevoerd is doorttPhilips" te Eindhoven. Bij dit apparaat stroomt de te steriliseren vloeistof in een dunne film langs de U.V.lampen, in een tijd lang genoeg om de microben te doden. Temperatuurverhoging wordt tegengegaan door een \}. aan de buitenkant aangebrachte watermantel. Dit laatste is zeer voor,\ delig, daar bij deze handelwijze geen achteruitgang van de B2 concentraI :1 \~ , tie optreedt. \ ~ ,Jo"'" ~' \" t • VI.De bepaling van het B2-gehalte Voor de fabriekscontrole is een bepaling van het gehalte aan B2 noodzakelijk. Hiervoor zijn een tweetal methoden in gebruik: ~~ Q~_~!2~~~~!~S!~~~~ volgens Snell en Strong (39,40,41). Het is gebleken dat vitamine B2 een essentieel bestanddeel is voor de groei van Lactobacillus casei. Men nam nu een medium vrij van riboflavine (behandelde pepton 0.5%, glucose 1%, Natriumacetaat 0.6%, cystine 0.01%, anorganische zouten, B2-vrije gist). Hieraan wordt een monàter toegevoegd van het me di urn waarvan de B2 concentratie bepaald moet worden. Na sterilisatie wordt dit geent met een suspensie van Lactobacillus casei. De rest van de bepaling kan nog op twee manieren worden uitgevoerd, nl nephelometrisch en titrimetrisch. Bij de nephelometrische methode meet men de troebeling na 24 uur groeien, de grmei is dan optimaal. De titrimetrische methode is gevoeliger, deze wordt dan ook meestal gebruikt. Na 72 uur groeien wordt de zuurproductie bepaald. Een standaardcurve is bij beide methoden nodig. De methode is nauwkeurig maar duurt te lang. Voor directe controle gebruikt men dan liever de methode ~~ ~~_~~~~~f1~2E~~2~~!!~~~~g~~~ (40,42,43) Deze methode berust op het feit dat het vitamine in blauw licht een fluores- ~--- --- -10centie geeft, waarvan de sterkte even~edig is met de concentratie van het B2 In het medium is meestal nog pigment aanwezig, dat eveneens een fluorescentie kan geven . Met Na 2S204 worden somm.ige pigmenten gereduceerd en daarbij overgevoerd in een nie -t fluorescerende verbinding evenals het riboflavine zelf. Het B2 heeft echter de eigenschap door schudden met lucht weer in het vitamine zel~ overgevoerd te worden, hetgeen niet mogelij k is voor gereduceerd pigment. Pigment, wat niet gereduceerd kan worden, wordt verrekend door nog een fluorescentiemeting te doen na toevoeging van een bekende hoeveelheid 0 I'" B2 • De bepaling berust op de volgende feiten: De sterkte van de fluorescentie is evenredig met de B2-concentratie Het B2 wordt niet vernietigd door zwakke oxydatie of reductie Met NaiS204 treedt reductie tot de niet fluorescerende leucoverbinding op, waaruit door schudden met lucht weer B2 gevormd wordt Met SnC1 2 treedt geen reductie op 5. De sterkte kan gemeten worden met een photoelectrische lamp • .. Bij de bepaling wordt dus eerst het onstabiele pigment verwijderd door reductie. D ~olgend~. metingen worden verricht: A. van de onbekende oplossing b. Van de onbekendepplossing na toevoeging van een bekende hoeveelheid riboflavine c. Na reductie met natriumhydrosulfietoplossing van de oplossing onder b. genoemd. d. Een oplossing met zelfde hoeveelheid water als men monster gebruikte, met toevoeging van de zelfde hoeveelheid bekende riboflavineoplossing -10I '>, BEREKENING VAN EEN KOELER ,.1 L -- .. _-+ ' ;. , ' 0' _ Q~~È~~~_È~!~!~~!~~! ~ t = 35.38 o C = 6 3.6 80 F Hoeveelheid warmte die ~ = = 18333 x 107 x 1 = 1961631 kcal = = 7846524 BTU Wanneer voor de U genomen wordt 266, vindt men voor A 7846524 = 200 x 63.68 Bij gebrlitik van buizen vqn i nwendig 1" en uitwendig 3/4" (B.G. W. 14) heeft men een capaciteit per buis van 850.5 lb/hr In het geheel wordt doorgevoerd 40416 Ibs Het aantal buizen wordt dus ~~6~~ = 48 Daar de lengte van de koeler dan erg lang wordt 48 x A0.2183 x 3.048 Korden hier 4 passes genomen. Het aantal buizen voor de diameter van de koeler wordt 192 In tabel gevonden B.W .~. 14 : ~ = 22", 212 buizen Aan hoeveelheid koelwater gaat door 107 ~518333 = 43592 kg = Het vrije doorstroomde oppervlak = d~arsdoorsnede v.d.cylinder i' x 22 '21 2 ( 0 . 2391 ·j - d wars d oorsne d e van d e ~~pen:4 ' x ~44144 + 0.00379 ) = 2.640 - 1.155 = 1.485 ft = 13.80 dm De bevochtigde omtrek = Omtrek cylinder. omtrek buizen = \ \ x 22 ..JL. 2 12 • 212 T2 = 58.34 ft 4 x 1.485 De = 58.34 De snelheid van het koelwater = 43592 13.80 x 3600 = 0.87 dm = 0.288 ft Re( 350C ) = De x v x J = 4 x 1.485 x 61.99 x 0.288 x 3600 = 1. 65 x 58.34 = 3880 (goede turbulentie) ~!j_È~~~~2~~g_y~g_~~_È~!~: • ,' . I , , / .,t.. • 60 0 135 = 91.• 5 C tw = 2 135 • 97.5 116°c =241 0 F t f .= = 2 J. 0 60 + 97.5 0 = 79 0 = 174 F tf = 2 0 Voor het bepalen van h i (241°F) kan men de volgende waarden invullën 2 v = 192/212 x 3600 fti hr ; D = 0.834/12 ft ; k = 0.396 BTU/ft ,hr,8F, /ft -11- ,'-'- = 0.59 lb/hr, ft ,v = 0.396 X 0 0225 x 0.834 12 h i =. = 442 59.09 " = 1.5 0 8 0 3 192 x 3600 x "0.834 x 59.09' . ( 212 x 12 x 0.59 ) (1.5) = Voor h kan men invullen( 174°F) \ = 60.71 v = 0.288 x 3600 2.3 D = 1/12 /1. = 0.88 i k = 0.387 0.387( 1/12 x 0.288 x 3600 x 60 71 0.8 0.3 ho = O. 0225 x 1/1 2 0 . 88 ') (2 • 3 ) = = 153 ° 1 ,:' 1 xlA. UA. =(~ + 1 1 1 .--<\' = \' d = 0.0024 ~4-x~1-:4~4 ft 2 Als materiaàl voor de koeler genomen een legering van 70% Ou 29% Zn 1% Sn Hiervoor is de k practisch constant. 1 1 0.0024 x 0.2183 0.2183 ~ + 60 x 0.2400 + 153 x 0.2618 u= = 0.00776 U 1 = 129 , ! , / ~, . "r , , .1/ ~!j-y~~!~~~~-y~~-~~-~~!~! tw = 28 15 = 21.5°0 = 2 tf .= 21.5 + 28 ~ 2 = 25°0 = 77°F tf = 21.5 + 15 = 18°0 2 0 = 64.4 0 F • 2.17 ,Lv = 1 h. 1 = 6.6225 = 213 Voor ho kan worden ingevuld (64.4 0 F) = 62.31 v = 0.288 x 3600 D S k ho = 0.346 = A.0225 v = 95 = 1/12 I( 0 8 = 2.57 0 4 ~ 0.346(1/12 x 0.288 x 3600 x 62.31) • (7 5) . _ "'" 1/12 2.57 .- - -- - -------- - -12- 1 u= 1 0.0024 x 0.2183 ~ 57 x 0.2400 + = 77 Q =A 0.2183 95 x 0.2618 = 0.01352 U ; t 1x U2 - 2.3 log t 2 x U1 t 1 xU 2 t 2 xU 1 A = 7846524 x 2.3 log 129 • • x 75 - = 74 x 74 x 13 129 x 75 13 = 2076 ft 2 , - - - - - - - - - - - - - - - - , , - - - - -- - - - - - - - - - LIJIIT VAN DE APPARATEN 1. pompen voor aanvoer en menging van de voedingsstoffen 2. Sterilisator- 1-9 Dl, 2r-1 Dl één pass 3. Koeler - 1-2.5 ., 2r-Q.45 Dl 4 paases 4. lfermentor 1- Inhoud 20 .3 - h- 4m. 2r- , . 5. Centrifuge 6. Opslagtank - Inhoud 18 .3 - h-2.6 m, 2r-3 Ja 7. Ultra-Violet sterilisator 8. Fermentor 11 - Inhoud 20 ~ - ha4 Dl, 2r-, Dl 9. Centrifuge 10. Droogstoof 11. Mixer - Inhoud 3.50 1 - h-1 Dl, 2r-Q.8 Dl 12. Kookpan - Inhoud 4.50 1 - haQ.85 IR ,2r-O.9 lil Sharpies centrifuge 14. Koeler - 1-1 Dl, 2r-0.15 Dl - 'én pass 15- Aerator - Inhoud 450 1 - h-1.5 m, 2r-0.6 Dl 1'. 16. Centrifuge 17. Verdamper - IDhooo 1 - h-o. 9m ,21".8.7 JA 18. lI1xer voor alcohol, water - Inhoud 350L - h-O.9 .,21'*0.7 19. Opslagtank alcohol - Inhoud 2000 1 - h-1.3 m, 2r-1.4 m 20. Droogstoof voor de ru.we en de zuivere vitamine B2 21. Luchtster1lisator . la -...00 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9· 10. 11. 12. 13· 14. 15· 16. . . 17· 18 • 19· 20. 21. 22. 23· 24. 25· 26. 27. 28. 29· 30. 31. 'atïuur1ijst A. W. Blyth, J.Ohem.Soc., London 22, 530,(1879) R.Kuhn, P.Gyorgy, T. Vlagner-Jauregg, Natuswiss. 21, 560, (1)33) O.Warburg, 'N . Ohristian, Biochem.Z.254, 438, (1932) P.Karrer, H•.F. Meerwein, Hel v.Chim.Acta 12., 274, (1937) P.Karrer, B.Becker, F.Benz , P.Frei, H.Salomon, K.Schopp, He1v . Chim . Acta 18, 1435, (1935) R.Kuhn, K.Reinemund , F. Weygand, R.Strobe1e, Ber.d.deut.chem.Ges. 68,1765, (1935) Ro che Products Ltd, B. P.615847 (1948) V.F.Pfeiffer , F . W.'r anner, Ch.Vojnovich, D.H . 'I'rauf1er Ind. and Eng .Chem.42, 1776,(1950) Commercial Solvents Corp., B.P. 623082 (1949) G.J .de Becze, H. n •Moore , E .Schraffenburger U.S . P. 2543897 (1951) I.Yamasaki, W.Yositome, Biochem.~ .297, 398, (1938) A.H .stevens, Western Condensing Co, B.P.602031 (1948) R.L. May.er, M.Rodbart, Arch .of Biochem.11 , 49, (1946) P.R . Burkholder, Arch.of Bi ochem,i, 121, (1943) H.Levine, J.E.Oyaas, L.Wasserman, J.O.Hoogerheide, R. M.Stern, Ind.Eng.Chem.41, 1665, (1949) L.J. Wickerham, M.H. F1ickinger, R. l.! . Johnston, Arch. of Biochem. a, 95(194 2" 95 , ( 1946 ) F. W•Tanner , J . M.v. Lanen, J •Bact .,2i, 38, (1947) F. W.Tanner, J.Wickerham, J. M.v. Lanen, U.S .P. 2445128 (1947) Koninklijke Nederlandsche Gist en Spirituà Fabriek, D.P.68936 (1951) G.Pridham, U.S.P. 2578738 (1951) H.D.Piersma, U.S . P. 2400710 (1946) Merck en Co, B.P. 593027 (1947) Pfizer & 00 Inc. B.P. 593953 (1947) Soc. des Usines Chimiques Rhone Poulene, B.P.594015 (1947) Roche Products .Ltd. B.P. 615847 (1949) U. S.P . 2 498 549 (1950) Roche Products Ltd., B. P.651 671 (1951) F .A.Robinson. The vitamin B complex. London (1951) H. N. t"loore, G.de Becze, E.Schraffenberger, J.Bact.,2i, F . W. 'r anner, C.Vojnovic h, J. ]\I.v. Lanen , J.Bact.2Q, 737, (1949) J . B.Routien , M ycologia 41, 183 (1949) 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. A.Guillermond. Compt.Rend.200(1935)1556 G. E.Hines. T. Haute. U. SP.2 367 644(1945) Commeroial Solvents Corp. B. p .621552 (1949) G. B.Hines. U. S. P . 2 387 023 (1945) R.J.Hickley. Arch.of Biochem. 11(1946)259 H .C.Rentsohle~. R. Nagy. U.S.P. 2 482 507(1949) E.E.Schnell. F. M.Strong. I.EC. An.Ed.1l(1939)346 R.E.Johnson. F.Sargent. P. F.Robinson. F.C.Consolasio I.E.C.An. Ed. 11(1945)384 41. F. M. Strong. L. E.Carpenter. r .E C. An.Ed.l!(1942)909 42. A.Z. Hodson. L.C. Norris. JJ Biol.Chem.131(1939)621 43. M. L.Scott. F W.Hill. L. C.Norris. G.F.Hensen. J Biol.Chem.165(1946)65 •