De geloofsbelijdenis van Piet Borst In het artikel ‘Intelligent Design’ in NRC van 8 maart belijdt Piet Borst zijn geloof in het darwinisme en zijn afkeer van het idee van ontwerp in de natuur. Hij stelt dat de natuur een geniale knutselaar is die door toevallige modificaties in de genetische informatie van het DNA als het ware ‘van een radio een tv maakt’. Het is een mooi en bekend verhaal, waarin je zo je wilt kunt geloven. Wij vragen ons echter af of het verhaal waar en volledig is. Wij betwijfelen niet dat er een evolutionaire lijn te zien is in de geschiedenis, maar we hebben wel reserves bij het darwinistische scenario van toevallige mutaties en natuurlijke selectie als enig onderliggend mechanisme hiervoor. Met deze reserves verdienen we bij Piet Borst het predikaat ‘sektarisch’, hetgeen wij zeer tendentieus vinden. Ook met de opmerking dat we ‘bijklussen in de biologie’ doet hij geen recht aan onze vakgebieden moleculaire biofysica en waarschijnlijkheidsrekening, disciplines die een voorname rol spelen in het denken over de evolutie. Waar gaat het om? Wanneer je een tv open schroeft, zie je een grote hoeveelheid transistors, elektronenoptiek, etc, onderdelen die veelal echt anders zijn dan in een radio. Een tv werkt alleen als al die onderdelen werken en correct met elkaar verbonden zijn. Zoals iedereen weet kan een tv onmogelijk vanzelf ontstaan doordat elk van die onderdelen spontaan ontstaat en dan ook nog eens toevallig op de juiste plaats valt. Integendeel, een tv is gebouwd volgens een weldoordacht intelligent ontwerp van ingenieurs. Op gelijke wijze ziet men in de biologische cel vele moleculaire machientjes die bestaan uit meerdere, goed in elkaar passende, en met elkaar wisselwerkende onderdelen. Verwijdering van één van deze onderdelen heeft tot gevolg dat het hele systeem niet meer werkt. Een achterliggend ontwerp is een natuurlijke verklaring hiervoor, terwijl zulke systemen onmogelijk kunnen zijn ontstaan door een darwinistisch scenario van steeds kleine toevallige verbeteringen. Dit is een van de concepten van ‘intelligent design’ (ID). Borst wijst het faliekant af. Hij karakteriseert ID als een religieuze beweging, en niet als een wetenschappelijke hypothese. Dat is onzin. Men kan het ontwerpconcept weliswaar goed inpassen in een theïstisch wereldbeeld, maar ID is naar voren gebracht als een wetenschappelijke hypothese, bijvoorbeeld in Dembski’s wiskundige behandeling van evolutionaire informatie. Het zou onzin zijn om Darwin’s paradigma geheel terzijde te leggen, en dat doen wij ook niet. Maar het is nog veel onzinniger om niet open te staan voor nieuwe paradigma’s wanneer het oude paradigma niet voldoende verklarend is. Het enige wat wij doen is pleiten voor een open discussie over de geschiedenis van het leven, waarover nog zo veel fundamentele vragen openstaan waar het darwinisme over zwijgt. Als Borst dat afwijst, dan vragen wij ons af wie hier nu de steile gelovige is. Cees Dekker, hoogleraar Moleculaire Biofysica, TU Delft Ronald Meester, hoogleraar Waarschijnlijkheidsrekening, VU Amsterdam NRC 22 maart 2003