3.2 Diabetes Mellitus (DM) (suikerziekte) Bij deze aandoening produceert de alvleesklier te weinig van het hormoon insuline. Als gevolg van dit insulinetekort wordt het suikergehalte (glucose) in het bloed te hoog. Het gevolg is een te hoge bloedsuikerspiegel. De nieren zorgen ervoor dat die overtollige glucose wordt afgevoerd door extra urine te maken. Mensen met diabetes hebben daarom vaak dorst en moeten veel plassen. Diabetes is een chronische stofwisselingsziekte waarvoor men levenslang behandeling nodig heeft. In Nederland heeft meer dan 1 op de 50 mensen diabetes, in totaal zo'n 400.000 personen. Twee types diabetes Bij diabetes type 1 beschadigt het lichaam om onduidelijke redenen de alvleesklier, waardoor deze géén insuline meer produceert. Dit gebeurt vaak op jonge leeftijd. De alvleesklier produceert dan helemaal geen insuline. De cliënt wordt in korte tijd erg ziek en is genoodzaakt de rest van zijn leven zichzelf insuline in te spuiten. Diabetes type 2 komt vaker voor; vooral op hogere leeftijd, maar tegenwoordig ook steeds vaker bij jongere mensen. De alvleesklier werkt nog wel, maar niet goed genoeg. Of hij werkt goed, maar de lichaamscellen reageren slecht op insuline. Vooral bij overgewicht zijn de cellen vaker minder gevoelig voor insuline. Oorzaken van dit type diabetes zijn erfelijke aanleg, overgewicht en een ongezonde levensstijl met ongezonde voeding. Behandeling Door het toedienen van extra insuline (meestal met injecties) kan de suikerziekte onder controle worden gehouden. Diabetes is hiermee goed behandelbaar, maar het is nog steeds niet te genezen. Bij diabetes type 1 moet de cliënt gedurende het hele leven insuline spuiten. Diabetes type 2 kan behandeld worden met voedingsadviezen, tabletten en (bij ernstiger insulinetekort) insuline-injecties. Hypo’s Wanneer teveel insuline is ingespoten of opgenomen (bij het overslaan van een maaltijd, of bij een grotere lichamelijk inspanning dan normaal) kan hypoglykemie (te weinig glucose in het bloed) ontstaan. Verschijnselen van een dergelijke 'hypo' zijn hartkloppingen, zweten, beven, hoofdpijn en honger. Door druivensuiker (glucose) te eten of gewone limonade te drinken gaat de hypo snel weer over. Complicaties Op de lange duur kunnen bij diabetes vervelende complicaties ontstaan: Diabetische retinopathie: beschadiging van het netvlies van het oog Nierziekten: (nefropathie) Hart- en vaatziekten: zoals atherosclerose (zie hoofdstuk 8, hart- en vaataandoeningen) De meest voorkomende complicaties zijn: