Soortenkennis O41 In deze presentatie krijg je meestal een foto te zien. Raad wat het is. Op de volgende pagina zie je de naam van de plant, met eventueel nog wat bijzondere kenmerken. Daarnaast start de presentatie met wat algemene kenmerken van planten. Je moet die kennen, maar daarnaast ook termen als: buis- en lintbloemen, een- en tweehuizig, een- en tweeslachtig. Succes met leren. d. (insnijdingen) Hoef je niet te kennen. De termen hoofdje, aar, pluim en scherm moet je kennen. Tot welke familie hoort deze plant? Composietenfamilie Echte kamille Hoog bloemhoofdje met kleine hoofdjes Jacobskruiskruid Bezemkruiskruid Boerenwormkruid Bloemen hebben alleen buisbloemen Gewoon Duizendblad Gewone reigersbek Fijn verdeeld blad Ooievaarsbek Meestal rondachtige ingesneden bladeren Veldzuring Punten aan voet blad wijzen naar beneden. Groeit op matig voedselrijke grond Schapenzuring Bladeren met punten die naar buiten uitsteken. Groeit op arme en vaak zandige grond Dotterbloem Behoort tot de boterbloemfamilie 5 kroonbladeren Veel meeldraden en stampers Rondachtige bladeren Egelboterbloem Gave langwerpige bladeren Groeit op vochtige tot natte plaatsen Scherpe boterbloem Hogere opgaande boterbloem Ronde bloemstengel Nooit uitlopers Kruipende boterbloem Maakt in de loop van het jaar lange uitlopers Reuzenberenklauw Schermbloemenfamilie Zeer grote schermen en bladpunten scherp Plant kan wel tot 4 meter hoog worden Gewone berenklauw Tot maximaal 2 meter hoogte Meer afgeronde bladpunten Gewone engelwortel Meer bolvormig scherm dan bij berenklauwen Blad bestaat uit losse afgeronde deelblaadjes Wilde peen Vlak scherm Onder scherm grote verdeelde omwindselbladeren. Na de bloei buigt het scherm om tot een bol. Ereprijs 4 kroonbladeren Bovenste het grootst, 2 zijblaadjes en een kleiner onderblad. Beuk Vrijwel gave bladrand Eenslachtig, eenhuizig Haagbeuk Gezaagd blad Vruchten met ‘vleugel’ Plataan Noorse esdoorn Vaak roodachtige bladsteel Handvormig en handnervig blad Bladrand met spitse punten Gewone esdoorn Als noorse esdoorn Handvormig blad zonder echt spitse punten Spaanse aak Wilde esdoornsoort Kleiner en wat donkergroener blad Een struik tot kleine boom. Andere esdoorns worden echte bomen Tamme kastanje Enkelvoudig blad Scherp gezaagde bladrand Witte paardenkastanje Witte bloemen in staande trossen Bladeren samengesteld; uit meestal 7 deelbladeren bestaand. Bolster, vrucht van de tamme kastanje Buitenkant vrucht met fijne stekels Zaden met een kwastje, eetbaar Bloemen tamme kastanje Amerikaanse eik Grote bladeren met spitse punten Zomereik Gegolfd blad Met afgeronde toppen Schietwilg Smalle bladeren en dunne katjes Knotwilgen zijn bijna altijd schietwilgen Zwarte populier Zwarte els Knoppen op ‘voetje’ Windbestuiving Eenhuizig, eenslachtig Ruwe berk Hangende mannelijke katjes Vrouwelijke katjes staan eerst omhoog, later gaan ze ook hangen. Eenhuizig, eenslachtig Linde Vrij grote hartvormige bladeren Amerikaans krentenboompje Rozenfamilie Veel meeldraden Vogelkers Hangende bloemtrossen rozenfamilie Gewone vlier Gelderse roos Grote buitenste bloemen zijn nep. Alleen om insecten te lokken. Midden in het scherm zitten de echte bloemen. Vuilboom Kleine geel-witte bloempjes Uiteindelijk zwarte bessen. Wilde liguster Duindoorn Groeit vrijwel alleen in het kustgebied. In de winter met oranje bessen. Struik met stekels Wilde kamperfoelie Blauwe bosbes Bloemen zijn ‘n soort lampionnetjes Blauwe vrij kleine bosbessen Hazelaar Mannelijke hangende katjes Vrouwelijke bloemen met rode stempel vallen veel minder op. Eenhuizig, eenslachtig Hulst Bladrand getand Witte bloempje en oranje-rode bessen Eenslachtig, tweehuizig Gewone dophei Struikhei Klimop Jeneverbes Fijnspar Stekelige naalden (kerstboom) Gladde kegels zonder ‘flosjes’ Grove den Vrij korte naalden Europese lork Naalden in bosjes bij elkaar Ezelsbruggetje bij naaldbomen: Naalden solo: spar Naalden duo: den Naalden legio: lork Grote brandnetel Overblijvende plant met wortelstokken Gezaagd blad met spitse bladtop Eenslachtig, tweehuizig Kleine brandnetel Eenjarige plant Rechtopstaand Rondachtige gezaagde bladeren Hop Sint-Janskruid Witte ‘gaatjes’ in het blad Heel veel meeldraden. Zwanenbloem Grote water-moerasplant in pollen Plant krijgt 1 bloemstengel met een scherm van roze bloemen Smeerwortel Familie ruwbladigen Moerasvergeet-me-nietje Familie ruwbladigen Vrij kale plant aan waterkanten Grote blauwe bloemen Zompvergeet-me-nietje Ruwbladige Lijkt op moerasvergeet-me-nietje, maar bloemen zijn veel kleiner Ook op vochtige en natte plaatsen Akkervergeet-me-nietje Ruwbladige Landplant, wel sterk behaard Kleine bloemen. Veldhondstong Ruwbladige Veel in de duinen Grote lisdodde Grote kattenstaart Watergentiaan Gele lis Zandblauwtje Vlasbekje Grote teunisbloem Grote weegbree Smalle weegbree Klokjesgentiaan Kleine zonnedauw Blaadjes lepelvormig, veel langer dan breed Op vochtige of natte heide Ronde zonnedauw Natte heide Bladeren meestal breder dan lang Pitrus Groeit in pollen Ronde glanzende stengels Bloemen in losse groep bij elkaar In stengel wit merg Biezenknoppen Groeit net als pitrus in een pol Stengels dofgroen en in de lengte gegroefd. Bloemen blijven als propje bij elkaar Ook wit merg, zoals pitrus Pijpenstrootje Groeit in pollen op de heide en in arme bossen Helm Aan de zeekust aangeplant om zand in duinen vast te houden Duinriet Gras oorspronkelijk van de zeeduinen Nu groeit het ook overal in het binnenland. Ook veel in steden op stenige of zandige plekken. Adelaarsvaren Stengel komt apart uit de wortelstok naar boven. Dus geen bundel van varenbladeren, zoals bij de meeste varens aanwezig is.