Opdracht 8: 1. 168 uur aan vrije tijd (wekelijks) en daarvan is 44,7 uur aan vrije tijd besteed. 44,3 uur is verplichting en 76,2 uur aan persoonlijke verzorging. 2. vrije tijd daalt en stijgt van 1975 tot 2005 en de verplichtingen zijn gestegen. 3+ 4: - Als de verplichtingen stijgen, daalt de vrije tijd. - Door de vele tv programma’s die erbij zijn gekomen, wordt vrije tijd daar meer aan besteed. - We delen het anders in: meer aan de media en minder aan kerkgang. (geloof) sinds 1995 is de vrije tijd erg gedaald. 5. 1. media 2. sociale contacten 3. diverse hobby’s 4. mobiliteit 5. sport en bewegen 6. uitgaan 7. vrijwilligerswerk, mantelzorg en kerkgang. Opdracht beeld en geluid: 3. Kijkbuiskinderen Ons is opgevallen dat er in de loop van de jaren steeds meer tekenfilms kwamen en de gespeelde kinderen in de programma’s verdwenen. Ook viel ons op de het taalgebruik steeds grover werd. Wat ons ook erg opviel is dat er veel gebruik werd gemaakt van dieren die een belangrijke rol speelde in de flims, denk aan: Rin tin tin, Lassi, Babe, 101 dalmatiërs, flipper,Free Willy 4. Tijdbalk 16. Publieke en commerciële zenders van nu: Commercieel: Rtl 4,5,7,8 Sbs 6 Net 5 Veronica Tmf Mtv Discovery channel Sport 1 Sport 2 National geographic Jetix Nickelodeon The box Cartoon network Comedy central Publieke Nederland 1 2 en 3 Commercieel vroeger: http://www.collegenet.nl/index_mainframe.php?mainframe=http%3A%2F%2Fwww.co llegenet.nl%2Fstudiemateriaal%2Fverslagen.php%3Fverslag_id%3D5420 In 1989 Kwamen de eerste commerciële zender in Nederland, Dit waren o.a. SBS 6 en RTL 4 & 5 Opdracht 6: 1. In de periode 1948 t/m 1997 steeg de vraag naar onderwijs enorm. Hoe kwam dit? Het onderwijs ging een steeds belangrijkere rol spelen in de maatschappij. Na de oorlog kwam er een geboortegolf, een baby boom. Al die baby’s moesten volgens de leerplichtwet naar school. Dat is een oorzaak van de vraag naar onderwijs. Ook een steeds groter deel van de kinderen bleef langer onderwijs volgen. De vraag naar geschoolde arbeid steeg ook. Niet langer bepaalde afkomst en stand de plaats die iemand in de maatschappij had. 2. Wie konden er nu allemaal nog meer langer onderwijs volgen? Er waren niet alleen maar jongens uit de midden en hogere sociale klassen die voortgezet onderwijs volgen. Er kwamen nu ook leerlingen uit lagere sociale milieus en meer meisjes die langer onderwijs gingen volgen. Jongeren moesten goed voorbereid worden op het werk dat ze later zouden gaan doen. 3. De kansen op een schooldiploma zorgde ervoor dat jongeren steeds mondiger werden. Welke gevolgen had dit in de jaren zestig? Binnen scholen en universiteiten voerden jongeren actie voor inspraak en voor verbetering van het onderwijs. 6: Nozems. 7: Jongeren gingen langer onderwijs volgen en hadden dus meer tijd over, ook kregen ze meer geld omdat het eeuwenoude gebruik kostgeld verviel en de gezinnen werden minder hiërarchisch. 8. ze gingen meer hangen, ze gingen uit en ze gingen meer protesteren. Hoe komt het dat de vrije tijd steeg? De Nederlanders kregen in de loop van de periode 1948 t/m 1973 meer vrije tijd. Nederland had tot 1958 de meeste arbeidsuren in vergelijking met andere Europese landen: ongeveer 49 uur per week. De vakbonden die streefden naar een verkorting van de arbeidstijd, kregen dat in 1961 pas voor elkaar. De vrije zaterdag werd toen ingevoerd. Vanaf die tijd daalde de aantal arbeidsuren en steeg het aantal vrije tijdsuren. Ook kreeg elke werknemer het recht op vakantie. (De vrije tijd werd in die tijd gezien als de tijd die je niet hoefde te besteden aan betaalde arbeid) Vrije tijd Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Ga naar: navigatie, zoeken Vrije tijd is de periode waarin men niet werkt. Vrije tijd wordt vooral geassocieerd met de mogelijkheid om dat te doen wat men graag doet, dus het beoefenen van een hobby, televisiekijken, met vakantie gaan. Vrije tijd is dus enerzijds een subjectieve ervaring. Een huisvrouw die met vakantie in een zomerhuisje zit en daar huishoudelijk werk doet (koken, bed opmaken) heeft vaak niet het gevoel dat zij vrije tijd heeft. Anderzijds is vrije tijd een objectiveerbaar gegeven. Zo is volgens het CBS (sinds 1998) de totale gecombineerde belasting (zorg plus betaalde arbeid) van mannen groter dan die van vrouwen. Hierdoor blijft er volgens deze objectieve maatstaf meer tijd over voor vrouwen. Of je dit vrije tijd noemt hangt af van de vraag of je slaap en persoonlijke verzorging bij vrije tijd rekent. Vrouwen besteden aan deze activiteiten namelijk weer meer tijd dan mannen zodat na aftrek daarvan mannen toch weer iets meer vrije tijd overhouden. Bij onderzoek naar verdeling van tijdsbesteding speelden overigens in het verleden veel subjectieve en politiek correcte opvattingen een rol in de manier waarop het onderzoek werd gedaan. Een voorbeeld daarvan is het onderzoek van Hochschild. Deze zou volgens de critici mannelijke zorgtaken ten onrechte als vrije tijd hebben gerekend. Warren Farrell bekritiseert de Verenigde Naties om een zelfde soort gendervooroordelen. Inleiding. Vraag 1a: In welk jaar bent u geboren? Een hoe oud bent u nu? Vraag 1b: Waar woonde u toen u ongeveer 16 jaar was? Vraag 2a: Had u veel vrije tijd? Zo ja, 2b, zo nee 2c. Vraag 2b: Kunt u iets vertellen over hoe u, uw vrije tijd besteden? Binnenshuis/buitenshuis? Vraag 2c: Hoe kwam het dat u geen vrije tijd had? Vraag 2d: Hoeveel uur ging u per week naar school? En werkte u ook na schooltijd? Vraag 2e: Op welke leeftijd had u, uw eerste baantje? En wat dat voor een baantje? Vraag 3a: Deed u vroeger aan sport? Ja, Doorvragen: Wat voor sport? Vrijwillig of verplicht? Was het bij een sportvereniging? En was dit met vrienden? Nee, Doorvragen: Zo nee, mocht u niet aan sport doen of wilde u het niet? Vraag 4a: Kreeg u veel zakgeld? Vraag 4b: Hoeveel geld werd er besteed aan u vrije tijd? Vraag 4c: Was u bereidt om te reizen voor de invulling van u vrije tijd? En hoe reisden u toen(vervoer)? Vraag 5a: Op welke leeftijd bent u getrouwd? Kreeg u toen meer of minder vrije tijd? En veranderen ook de invulling van uw vrije tijd? Vraag 5b: Hoe heeft u, uw partner ontmoet? Vraag 6a: Ging u vroeger op vakantie? Hoe ging u naar u bestemming en waar ging u onder andere naar toe? Vraag 7a: Luisterde u vroeger naar muziek? Vraag 7b: Wat voor muziek luisterde u? Vraag 7c: Vond u het leuk om in u vrije tijd? Profieluur Opdracht 6 vraag 9 en 10: Vraag 9: De manier waarop Nederlanders hun vrije tijd besteden en was dus in de loop van de periode 1948-1973 veranderd. Welke invloed had de stijging van de welvaart hierop. Vraag 10: welke invloed hadden auto en tv op de vrijetijdsbesteding van de Nederlander. Vrije tijd werd over het algemeen beschouwd als de tijd die je niet hoefde te besteden aan betaalde arbeid. Maar de vrouwenbewegingen dachten daar anders over, zij vonden dat die definitie van vrije tijd uitgaan van de mannelijke arbeider. In de traditionele rolverdeling was de man als hij van zijn werk kwam “vrij”. Zijn echtgenoot was echter bijna nooit van haar huishoudelijke en verzorgende taken af. De Nederlanders kregen in de loop van de periode 1948 tot 1973 steeds meer vrije tijd. Maar tegelijker tijd veranderde ook het denken over hoe vrije tijd besteed zou moeten worden. Vrije tijd moest je doorbrengen in gezin, buurt of vereniging; alle behorend tot dezelfde zuil. In de loop van de jaren vijftig tekende zich echter een nieuwe ontwikkeling af. Veel jongeren hadden genoeg van de georganiseerde vrijetijdsbestedingen die volwassenen goed voor hen vonden. De jongeren hingen liever op straat of gingen naar de bioscoop of danste op de muziek van de nieuwste grammofoonplaat. Later waren het niet alleen de jongeren die zo dachten maar ook steeds meer volwassenen zochten hun weg buiten de begaande paden. In de jaren vijftig en zestig ontstonden er allerlei nieuwe groepen. Groepen begonnen zich te onderscheiden van elkaar in muziek, kleding, haardracht, vervoersmiddel en in de bouw en inrichting van woningen. In de haren zestig toen de economische groei op gang was gekomen beschikten jongeren relatief over veel geld en vrije tijd. De manier waarop de Nederlanders hun vrijtijd besteden was dus in de loop van de periode 1948-1973 behoorlijk veranderd. Met het stijgen van de welvaart konden meer mensen zich een eigen auto veroorloven en werden op die manier mobieler. Buitenlandse vakanties gingen tot een van de mogelijkheden horen net zoals de zondagstochtjes door het land en op een warme dag in de file naar het strand. Ook jongeren werden met hun eigen vervoermiddel (scooter, brommer) mobieler en gingen verder van huis. Via media en de commercie maakten Nederlandse jongeren kennis met jeugdculturen uit de Verenigde Staten, en lieten zich daardoor inspireren. Binnen de meer algemene jeugdcultuur zag je verschillende stijlen ontstaan. Die hielden vooral verband met de sociale afkomst van de jongeren. Auto’s en media hadden dus invloed op de besteding van de vrije tijd van de mensen. Opdracht 6 7 en 8 van opdracht 6. 6: Nozems. 7: Jongeren gingen langer onderwijs volgen en hadden dus meer tijd over, ook kregen ze meer geld omdat het eeuwenoude gebruik kostgeld verviel en de gezinnen werden minder hiërarchisch. 8. ze gingen meer hangen, ze gingen uit en ze gingen meer protensteren. Hypothese. Opdracht 1. Ouders (vrije tijd) Wij denken dat onze ouders ongeveer evenveel vrije tijd hadden als wij nu. Wel denken wij dat zij hun vrije tijd anders in vulde dan wij, ook hadden zij andere middelen om hun vrije tijd mee te vullen. Vroeger had je ook veel minder middelen waar mee je je vrije tijd kon vullen tegenwoordig hebben wij daar enorm veel nieuwe middelen voor. Opa’s en oma’s (vrije tijd) Wij denken dat zij minder vrije tijd hadden dan wij. Dit denken wij omdat zij langere schooldagen hadden en verplicht moesten werken. Ook speelde de oorlog een grote rol in de indeling van de vrije tijd van de opa’s en oma’s. Opdracht 10: Inkomen 79 218 1179 CPI dat Waarde van het Werkelijke inkomen jaar inkomen in 2005 in 2005 8 1431,875 € 2.425,00 26 1215,769231 € 2.425,00 103 1659,757282 € 2.425,00 Verschil € 993,13 € 1.209,23 € 765,24 Onze conclusie: Wij hebben voor de jaartallen van 1935, 1960, 1991 gekozen. Onze grootouders komen uit het jaar 1935 Onze ouders uit 1960 Wij uit 1991, Nadat we deze jaargetijden hadden ingevoerd bleek inderdaad dat wij nu meer geld ter beschikking hadden tegen opzichte van vroeger. Rond 1935 was het verschil nog niet zo heel erg groot. In die tijd had Nederland het nog niet zo heel erg slecht, maar in 1960, dat was de periode na de wereldoorlog. Dat was de periode dat Nederland bezig was met de heropbouw en niet zoveel inkomen had, daarom is het verschil in 1960 groter, dan in 1930. Zelf als je het geld vergelijkt tussen 1991 en nu zie je dat we nu meer geld verdienden dan toen. Dus eigenlijk gaan we steeds meer verdienen.