KRLP - Google Groups

advertisement
KRLP
Notulen van 5 december 2005
Artikel: Fehr en Gaechter; Cooperation and punishment in public goods experiments
Tijd en plaats: 5 december 2005 bij Sander
Aanwezig: Allen−{Willemien, Julia}, Notulist: Eva
Volgende bijeenkomst: 19 december bij Frank, alwaar de opzet voor de JKRLP zal
worden besproken, het eerste ontwerp voor de Roze Stropdas wordt gepresenteerd en
iedereen drie kado’s voor Jasper meebrengt (of was het toch mijn schuld?!?)
Het gaat al mis bij de tweede zin. Er staat dan wel ‘as a consequence’, maar eigenlijk
volgt de tweede zin niet uit de eerste. Wat zit er eigenlijk allemaal in zo’n
nutsfunctie? Zitten ze weer een TOE te bedenken door alles in de nutsfunctie te
stoppen? Volgens Tijmen valt het mee en dient geld slechts ter operationalisatie van
de nutsfunctie. Floris voegt daaraan toe dat Von Neumann en Morgenstern dat voor
de handigheid tijdelijk zo hadden geformuleerd, en dat dit artikel daartegen
fulmineert. Snijdt het wel hout om zo’n stromanmodel te beschimpen? Kan de
experimentele economie zich niet op een minder ondankbare taak toeleggen? Nu
worden in het beste geval binnen twintig jaar alle economen weer op het rechte pad
gezet, en hebben de experimenten alleen daartoe gediend.
Bovendien heerst er verwarring over de categorie waarbinnen het artikel valt, de
experimentele economie of de gedragseconomie. Volgens Astrid verschilt dat per
regio. In Europa lopen de categorieën door elkaar, terwijl in de VS een
gedragseconoom geen experimenten hoeft te doen. Floris maakt er een halszaak van
door te stellen dat een gedragseconoom de wereld (lees: zijn wereld, de economie
dus) wil verbeteren door de assumpties te veranderen, terwijl een experimenteel
econoom zich ook gewoon met mechanisme design bezighoudt. De twee standpunten
worden gemerged door te stellen dat er zoiets in opkomst is als de ‘andersexperimentelerd’, analoog aan de anders-globalist, iemand die onderkent dat mensen
zich in markten wel degelijk rationeel gedragen, maar onder andere omstandigheden
misschien niet.
Jasper noemt een voorbeeld: Waarom geven de proefpersonen geld weg om positieve
afwijkingen te straffen? In een voetnoot worden al vijf redenen uit de mouw geschud.
Daarnaast merkt Astrid op dat er enorme cultuurverschillen kunnen zijn. In WitRusland werd consequent alles gestraft wat afweek van de norm (wat de meeste
westerse congresgangers niet wilden geloven). Blijkbaar is straffen wel degelijk een
‘credible treat’, ookal ziet het er speltheoretisch niet zo uit. Sander vraagt zich af of
mensen in dit soort problemen backward-inductie toepassen. Het lijkt erop, omdat er
zich een endgame-effect voordoet, waarbij mensen de laatste ronden erg weinig
geven. Sander vindt dat maar luguber, die backward-inductie, en tekent voor ons een
boompje in de lucht met 21 wortels die 10 lagen diep gaan- computers slaan al op hol
bij de gedachte.
Maar eigenlijk gaat het daar niet om in het spelletje. Zoals Floris het formuleert “wil
je niet genaaid worden”- in Sanders woorden een stabiliteitsargument. Jasper wil de
instituties zo optuigen dat die Nashfiguren niet zo lopen te zieken, Sander kijkt nog
even naar alle 4-tuples en Tijmen vat samen: Nash is een evenwicht waarin achteraf
niemand spijt heeft.
Download