Triodos Bank. Dit zijn onze Algemene Voorwaarden voor Woningfinanciering. Op de rechtsverhouding tussen de betrokkenen, worden de Algemene Voorwaarden voor Woning­ financiering van Triodos Bank NV (hierna verder te noemen: ‘Algemene Bepalingen) van toepassing verklaard. Deze Algemene Bepalingen bestaan uit 2 onderdelen: -In Onderdeel I zijn de gehanteerde definities opgenomen, wordt het gebruik van een aantal begrippen nader uitgelegd en worden een aantal algemene bepalingen behandeld die voor iedere lening en in verband daarmee aan de Kredietgever verstrekte Hypotheek en overige zekerheden gelden; -In Onderdeel II zijn bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op iedere Hypotheek en overige in verband met een lening verstrekte zekerheden. Vragen? Heeft u vragen over deze voorwaarden, neemt u dan contact op met de mensen van Triodos Bank via telefoon 030 693 65 11. Versie december 2014 I Algemene voorwaarden voor geldleningen A. Definities Derde-hypotheekgever: degene, anders dan geldnemer, die ten behoeve van geldgever tot meerdere zekerheid voor de voldoening van al hetgeen geldgever van geldnemer te vorderen heeft op zijn onderpand het recht van hypotheek heeft verleend. Geldgever: Triodos Bank c.q. diens rechts­opvolger die de gelden verstrekt voor de hypo­thecaire geldlening aan de geldnemer. Geldnemer: degene of degenen, zowel samen­als afzonderlijk, voor wiens schulden hypotheek is verleend; tevens degene of degenen door wie het recht van hypotheek is verleend (“hypotheekgever”). Geldlening: de tussen de geldlener en de geldgever bestaande rechts­ verhouding waaruit de verplichting tot het betalen van de schuld voortvloeit. (Hypotheek)Akte, offerte: het/de schriftelijke stuk(ken) waarin de geldlening is vastgelegd. Onderpand: het registergoed of de register­goederen, zowel samen als afzonderlijk, waarop ten behoeve van geldgever hypotheek is verleend, en de goederen die in de hypotheek­akte of op andere wijze aan geldgever zijn verpand. Leningdeel: gedeelte van de geldlening waar­voor afzonderlijke condities gelden. Rentevastperiode: een met geldnemer afgesproken periode waarin geldgever geven wijze door het doen bijschrijven van de verschuldigde bedragen op een door geldgever aangegeven bank-/girorekening; strekken in de eerste plaats in mindering van de kosten, vervolgens in mindering van de verschenen rente en tenslotte in mindering van de (restant) hoofdsom van de geldlening en de lopende rente. de voor een leningdeel geldende rente niet zal wijzigen. chuld: elk bedrag, met rente, kosten, S boeten en vergoedingen dat de geld­ lener aan de geld­gever te eniger tijd schuldig is, uit hoofde van verstrekte geldleningen, kredieten of uit welken anderen hoofde ook. Triodos Bank: de naamloze vennoot­ schap Triodos Bank NV gevestigd en kantoor­houdende aan de Nieuweroordweg 1 (3704 EC), Zeist (ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 30062415). B. Geldlening algemeen 1. Hoofdelijke aansprakelijkheid van geldnemer De geldnemer is hoofdelijk aansprake­ lijk voor de juiste betaling van rente en aflossing. Als meer personen zich als geldnemer voor de geldlening hebben verbonden, kan iedere geldnemer door geldgever hoofdelijk - dus ieder voor het geheel - worden aangesproken voor alle verbintenissen uit de akte en deze Algemene Bepalingen. 2. Meer geldnemers Iedere geldnemer is tegenover geldge­ ver afzonderlijk volledig bevoegd tot het verrichten van alle handelingen welke in het verkeer met geldgever zullen kunnen voorkomen, geen uitgezonderd. 3. Betalingen 3.1Betalingen aan geldgever: moeten worden gedaan in euro, zonder enige inkorting, compensatie, verrekening of voorwaarden; dienen plaats te vinden op een door geldgever aan te 2 3.2Betaling heeft plaatsgevonden op een door geldgever aan te geven tijdstip waarop de rekening van geldgever is gecrediteerd. 4. Boete bij late betaling Indien geldgever een aan hem krach­ tens de rechtsverhouding met geld­ nemer verschuldigd bedrag niet tijdig heeft ontvangen, is geld­nemer over het niet tijdig betaalde bedrag een rente verschuldigd. Het percentage wordt periodiek door geldgever bepaald. Deze rente is per maand verschuldigd. De geldnemer is in verzuim door het enkel verstrijken van een overeen­ gekomen termijn, of door de enkele overtreding van of handeling in strijd met hetgeen met de geldgever is overeengekomen, zonder dat enige ingebrekestelling of andere formaliteit nodig is. Indien geldnemer gedurende een gedeelte van een maand in verzuim is, wordt de rente berekend over een gehele maand. 5. Terugbetaling van door geldgever betaalde bedragen Indien geldgever namens of voor geldnemer een betaling heeft verricht, is geldnemer verplicht het bedrag van de betaling onmiddellijk aan geldgever terug te betalen. Hij is over het niet tijdig betaalde bedrag een rente verschuldigd. Het percentage wordt periodiek door geldgever bepaald. Deze rente is per maand verschuldigd. Indien de geldnemer gedurende een gedeelte van een maand in verzuim is, wordt de rente berekend over een gehele maand. 6. Looptijd van geldlening Voor de bepaling van de einddatum van de geldlening geldt als begindatum de eerste dag van de kalendermaand die volgt op de datum van verstrekking van de geldlening. De einddatum van de geldlening is de datum waarop de overeengekomen looptijd van het oorspronkelijk langstlopend leningdeel eindigt, gerekend vanaf de hiervoor genoemde begindatum. 7. Incasso verschuldigde bedragen Geldnemer is verplicht geldgever te mach­tigen de ter zake van de geld­ lening door u verschuldigde bedragen automatisch te kunnen incasseren ten laste van een bankrekening bij een in Nederland gevestigde instelling. De verschuldigde bedragen worden ongeveer drie werkdagen voor het einde van de desbetreffende maand geïncasseerd. De eerste afschrijving van het maan­ delijks verschuldigde bedrag zal meestal gecombineerd plaatsvinden met de incasso van de verschuldigde rente over de maand van verstrekking van de geldlening. De betaling van de verschuldigde maandelijkse rente en aflossing dient uiterlijk op de laatste werkdag van iedere maand te hebben plaatsgevonden. 3 8. Renteberekening Voor het beschikbaar stellen van de geld­lening is geldnemer de overeen­ gekomen rente verschuldigd onder de in de offerte, akte en de Algemene Bepalingen genoemde bepalingen. De renteberekening gaat in per de valutadatum waarop geldgever gelden heeft overgemaakt naar de notaris. De rente voor de geldlening wordt berekend aan de hand van het over­ eengekomen rentepercentage of, indien er meer leningdelen zijn, het rentepercentage voor elk leningdeel afzonderlijk. De rente wordt vanaf de hiervoor bedoelde datum tot het einde van de maand berekend over het bedrag van de schuld. Voor iedere volgende maand tot en met het einde van de looptijd van de geldlening wordt de rente berekend over het bedrag van de schuld per het einde van de daaraan voorafgaande maand. Voor de bere­ kening van de rente wordt een maand op 30 dagen en een jaar op 360 dagen gesteld. De rente vervalt steeds aan het einde van de maand. 9. Eigen middelen Indien geldnemer heeft aangegeven te beschikken over eigen middelen dan dient een overeengekomen inbreng aan eigen middelen te worden gebruikt voor de voldoening van het verschil tussen de totale verwervingskosten en het bedrag van de geldlening, tenzij anders is overeengekomen. 10. Geld op een bouwdepot Alléén wanneer de geldlening be­ stemd is voor een nog te bouwen of te verbouwen woning, boekt geldgever het geldleningbedrag geheel of gedeeltelijk over naar een bouwdepot. Over een tegoed op het bouwdepot mag uitslui­ tend met toestemming van geldgever worden beschikt. a)Als geldgever de geldlening of een gedeelte daarvan aan geldnemer ter beschikking heeft gesteld door boeking op een bouwdepot, dan geldt het volgende: door acceptatie van de offerte verpandt geldnemer het tegoed op het bouwdepot aan geldgever; dat pandrecht strekt tot zekerheid voor alle vorderingen van geldgever uit de geldlening; een tegoed op het bouwdepot kan alleen aan geldgever worden overgedragen of verpand; zolang zich geen geval voordoet waarin de geldlening onmiddellijk opeisbaar is, zal geldgever afstand doen van haar pandrecht op de bedragen waarover geldnemer mag beschikken zoals hierna onder b en f is bepaald. b)Door geldnemer ontvangen originele rekeningen ter zake van de bouw of ver­ bouwing dienen door geldnemer – voor akkoord ondertekend – naar geldgever te worden verzonden. Op basis van deze ondertekende rekeningen boekt geldgever de volgens deze rekenin­ gen verschuldigde bedragen over aan de crediteur van de rekeningen, voor zover het tegoed op het bouwdepot toe­reikend is en voor zover geldgever meent dat de waarde van het onder­ pand is toegenomen door de zaken en/of werken waarop de rekeningen betrekking hebben. Meerwerknota’s worden door geldgever alleen voldaan als dit meerwerk bekend was bij het uitbrengen van de offerte voor de geldlening. c)Ook tijdens de looptijd van het bouwdepot is geldnemer verplicht om ter zake van de gehele geldlening verschul­digde bedragen aan rente en/ of af­l ossing te voldoen. d)Over een tegoed op het bouwdepot ont­ vangt geldnemer een rentever­goeding.­ Het rentepercentage dat geldt voor de 4 berekening van de vergoeding is gelijk aan het rentepercentage voor de geld­ lening. Indien er meer leningdelen zijn, hanteert geldgever voor de berekening van de rentever­goeding het gemid­ delde van de rente­­­­percentages van de afzonderlijke leningdelen (inclusief een eventueel overbruggingskrediet). e)Vanaf het moment dat het bouwdepot is geopend mag deze maximaal 1,5 jaar lopen. f)Als de bouw of verbouwing klaar is en daarna nog een tegoed op het bouw­ depot staat, of als er gedurende vier opeenvolgende kalendermaanden niet over het tegoed op het bouwde­ pot is beschikt als hiervoor onder b om­schreven zal geldgever dat tegoed gebruiken voor boetevrije extra aflos­ sing van de geldlening. Bestaat de geldlening uit meer leningdelen, dan wordt deze extra aflossing op het door geldnemer gekozen en aan geld­gever doorgegeven leningdeel gedaan. Bij ­gebreke van een dergelijke keuze bepaalt geldgever op welk leningdeel wordt afgelost. g)Geldnemer ontvangt regelmatig een overzicht van de stand van het bouwdepot. 11. Vervroegde aflossing 11.1Geldnemer mag per kalenderjaar maximaal 15% van het (oorspronkelijk) totale geldleningbedrag boetevrij extra aflossen. Als in een kalenderjaar geen vervroegde aflossing heeft plaatsge­ vonden, mag de voor dat kalenderjaar toegestane aflossing zonder vergoe­ ding niet meer plaatsvinden in een later kalenderjaar. 11.2Het minimumbedrag voor een extra aflossing wordt periodiek door geldgever bepaald. 11.3Indien vervroegde aflossing plaats­ vindt voor een bedrag groter dan 15% van het (oorspronkelijk) totale geld­ leningbedrag, is geldnemer over het bedrag waarmee deze 15% wordt over­schreden, aan geldgever een vergoeding verschuldigd gelijk aan de contante waarde van de rentederving van het bedrag van de overschrijding. 11.4De contante waarde van de rente­ derving over het bedrag van de over­ schrijding wordt berekend op een door geldgever te bepalen wijze op basis van: Percentage Het verschil tussen het op het des­ betreffende leningdeel van toepassing zijn de rente­percentage en het bij geld­ gever, op het tijdstip van ontvangst van het bedrag van de vervroegde aflos­ sing, voor een vergelijkbare geldlening van geldgever op dat moment geldende rentepercentage voor een rentevast­ periode gelijk aan de originele rente­ vastperiode genoemd in het contract. Periode Voor de berekening van de contante waarde dient onder resterende rente­ vastperiode te worden verstaan de periode vanaf het tijdstip van ontvangst van het bedrag van de vervroegde af­ lossing tot de overeengekomen laatste aflossingsdatum of de eerstvolgende 5 renteherzieningsdatum zo deze daar­ aan vooraf gaat. Een in rekening gebrachte vergoeding 11.5 voor vervroegde aflossing verrekent geldgever met het extra afgeloste bedrag. 11.6Vervroegde aflossing heeft aanpassing van het maandelijks verschuldigde bedrag tot gevolg. Geldgever past het maandelijks verschuldigde bedrag van het desbetreffende leningdeel aan met ingang van de eerste werkdag van een maand, volgend op de maand waarin de rekening van geldgever is gecrediteerd voor het bedrag van de vervroegde aflossing. 11.7Geldnemer is geen vergoeding voor vervroegde aflossing verschuldigd: a)bij juridische overdracht van het onderpand waarbij tot genoegen van geldgever wordt aangetoond dat alle geldnemers in verband met die overdracht verhuizen. Onder juridische overdracht wordt niet begrepen de juridische levering van een aandeel in het onderpand; b)bij overlijden van een geldnemer tot een jaar na dat overlijden; c)bij een uitkering, al dan niet na over­ lijden van een geldnemer, krachtens een kapitaal-/gemengde levensver­ zekering die verpand is aan geldgever tot zekerheid voor een door geldgever aan geldnemer verstrekte geldlening; d)bij een uitkering, al dan niet na over­ lijden van een geldnemer, krachtens een beleggingsrekening c.q. beleg­ gingsdepot die verpand is aan geld­ gever tot zekerheid voor een door geldgever aan geldnemer verstrekte geldlening; e)bij aflossing met een tegoed op het bouwdepot na beëindiging en oplevering van de bouw; f)bij volledig tenietgaan van het onderpand; g)bij aflossing van een overbruggings­ krediet; h)bij aflossing op de dag waarop de rentevastperiode voor het betreffende leningdeel eindigt; i)wanneer het rentepercentage voor soortgelijke door geldgever alsdan te verstrekken geldleningen op de dag van aflossing gelijk is aan of hoger is dan het rentepercentage van het feitelijk af te lossen leningdeel. 12. Aankondiging (algehele) aflossing Indien de geldnemer het voornemen heeft om de hele geldlening af te lossen, dient de geldnemer de geldgever van deze voorgenomen aflossing en de aflossingsdatum minimaal 14 dagen voorafgaand aan de aflossing op de hoogte te stellen. Bij een betaling van de aflossing op een datum gelegen na de door geldnemer opgegeven aflossingsdatum, brengt geldgever dagrente in rekening. Indien ontvangst van de aflossing voor of op de door geldnemer aangekondigde datum plaats vindt is geldnemer vanaf de eerste dag volgend op de dag van betaling over het afgeloste bedrag geen rente meer verschuldigd. 13. Wijziging van de lening condities Voor het op verzoek van geldnemer wijzigen van overige leningcondities die bij het geldlening/leningdeel horen, zoals aflossingsvorm, looptijd, rentepercentage en rentevastperiode gelden de volgende regels: 6 a)bij elke wijziging worden op de totale geldlening de dan geldende (nieuwe) Algemene Bepalingen van geldgever van toepassing; b)voor een wijziging is geldnemer administratiekosten verschuldigd een wijziging is zonder administratiekosten mogelijk aan het einde van de overeen­ gekomen rentevastperiode; c)voor het tussentijds wijzigen van de leningcondities is geldnemer mogelijk een vergoeding wegens rentederving verschuldigd conform het bepaalde in artikel 11 lid 4 van deze Algemene Voorwaarden; d)geldgever behoudt zich het recht voor om bestaande hypotheekvormen en/of rentevastperioden uit het assortiment te nemen en er nieuwe aan toe te voegen; e)wijziging is alleen mogelijk als wordt voldaan aan de door geldgever op dat moment voor soortgelijke geldleningen vastgestelde financieringscriteria; f)de wijziging kan worden geregeld in een offerte die geldgever geldnemer ter acceptatie toestuurt; g)de hypotheekafdeling van geldgever verschaft actuele informatie over de mogelijkheden voor het wijzigen van leningcondities en de eventueel daaraan verbonden kosten; h)geldgever is niet verplicht aan een verzoek tot wijziging van de leningcondities gevolg te geven. 14. Verhogen geldlening Verhoging van de geldlening is mogelijk als voldaan wordt aan de door geldge­ ver op dat moment voor soortgelijke geldleningen vastgestelde financie­ ringscriteria. Voor een verhoging gelden de volgende regels: a)een verhoging van de geldlening wordt verwerkt door het toevoegen van één of meer nieuwe leningdelen; b)wanneer oorspronkelijk een hogere inschrijving van het hypotheekrecht bij het Kadaster heeft plaatsgevonden dan de hoogte van de verstrekte totale geldlening, kan de geldlening tot dat bedrag worden verhoogd zonder tussenkomst van een notaris, mits aan de overige voorwaarden is voldaan; c)wanneer oorspronkelijk geen hogere inschrijving bij het Kadaster heeft plaatsgevonden, dan is voor het bedrag van de verhoging een nieuwe inschrijving nodig; d)de totale geldlening mag niet meer bedragen dan het bedrag waarvoor hypotheek is verleend; e)bij een verhoging worden op de geld­ lening de op dat moment geldende (nieuwe) Algemene Voorwaarden van geldgever van kracht. 15. Verhuizing Wanneer geldnemer een andere woning koopt die als hoofdverblijf dient of gaat dienen, dient de lopende geldlening als gevolg van deze verkoop en juridische levering geheel te worden afgelost. 16. Informatie a)Ieder jaar verstrekt geldgever aan geldnemer een saldo-opgave die gegevens kan bevatten die voor de belastingaangifte van geldnemer van belang kunnen zijn. b)Wanneer de inhoud van de toegezonden saldo-opgave niet binnen een maand na verstrekking door geldnemer wordt betwist, geldt de inhoud daarvan als door geldnemer te zijn goedgekeurd. 7 of derde-hypotheekgever of het van toepassing verklaren van een wettelijke schuldsaneringsregeling op geldnemer of derdehypotheekgever; 17. Bewijskracht administratie geldgever Een door geldgever ondertekend uittreksel uit haar administratie strekt tegenover geldnemer tot volledig bewijs, behoudens tegenbewijs. 18. Opeisingsgronden Geldnemer is in verzuim, zonder dat daarvoor een ingebrekestelling is vereist, indien en zodra één van de in dit artikel genoemde opeisingsgronden zich voordoet. 18.2.2executoriaal beslag dan wel conser­ vatoir beslag dat overgaat in een ex­ ecutoriaal beslag op het onderpand of een gedeelte daarvan; 18.2.3elke gebeurtenis die kan leiden dan wel heeft geleid tot een substantiële daling van de waarde van het onderpand en/of overige zekerheden; 18.2.4overlijden van geldnemer; 18.2.5buiten Nederland wonen van geldnemer; 18.1Al hetgeen geldgever van geldnemer te vorderen heeft is in zijn geheel onmiddellijk opeisbaar indien geldnemer: 18.2.6onder curatele stelling van geldnemer dan wel verlies op andere wijze door geldnemer van het vrije beheer over zijn vermogen; 18.1.1een of meer van zijn uit deze Algemene Bepalingen, de hypotheekakte dan wel de akte van geldlening voortvloeiende verplichtingen niet, niet-tijdig of nietbehoorlijk nakomt; 18.2.7elke gebeurtenis die heeft geleid dan wel kan leiden tot een onevenredige beperking van de rechten van geldgever; 18.1.2een of meer verplichtingen uit de over­ eenkomst van kapitaal-/ ­( gemengde) levensverzekering - waarvan de rechten­aan geldgever zijn verpand niet, niet-tijdig of niet behoorlijk ­nakomt; 18.1.3een of meer verplichtingen voort­ vloeiende uit het aanhouden van een beleggingsrekening waarvan de rech­ ten aan geldgever zijn verpand niet, niet-tijdig of niet behoorlijk nakomt. 18.2.8vaststelling door geldgever dat aan de titel van eigendom van het onderpand een gebrek kleeft, meer in het al­ gemeen, vaststelling door geldgever van enig gebrek in (een) andere voor haar als hypotheekhouder relevante titel(s); 18.2.9gebleken verstrekking van onjuiste informatie door geldnemer; 18.2.10hypotheekverstrekking op het onder­ pand anders dan ten behoeve van geldgever. 18.3Voor hypothecaire geldleningen tot meerdere zekerheid waarvan de rechten uit (een) polis(sen) van kapitaal-/ (gemengde) levens­ verzekering(en) aan geldgever is/ zijn verpand, geldt tevens, in aanvulling op hetgeen in 18.2 en 18.3 van dit artikel is genoemd, dat al hetgeen geldgever van geldnemer te vorderen heeft in zijn geheel onmiddellijk opeisbaar is zonder dat daarvoor een ingebrekestelling is vereist, indien: 18.3.1de verzekeringsovereenkomst voor­ tijdig eindigt of premievrij is gemaakt hetzij de op de polis(sen) genoemde verzekerden zijn gewijzigd; 18.3.2de verzekeringsmaatschappij in staat van faillissement of in surseance van betaling (of een soortgelijke situatie) verkeert of komt te verkeren, met dien verstande dat deze grond van zodanig gewicht dient te zijn dat gebondenheid van geldgever in redelijkheid niet verder kan worden gevergd; 8 19. Overdracht vordering Geldgever is bevoegd zijn vordering op geldnemer uit hoofde van de geld­ lening over te dragen aan een derde. Geldnemer stemt bij voorbaat in met zo´n overdracht, zal alle medewerking verlenen om de voor de vordering gestelde zekerheden ten goede te laten komen aan de verkrijger van de vordering en geeft toestemming voor het aan de verkrijger ter beschikking stellen van persoonsgegevens. 20. Belastingen en kosten 18.4Voor hypothecaire geldleningen tot meerdere zekerheid waarvan mede de tegoeden op een beleggingsrekening zijn verpand aan geldgever, geldt tevens, in aanvulling op hetgeen in 18.2 en 18.3 van dit artikel is genoemd, dat al hetgeen geldgever van geldnemer te vorderen heeft in zijn geheel onmid­ dellijk opeisbaar is zonder dat daarvoor een ingebrekestelling is vereist, indien: Alle belastingen die in verband met de geld­lening verschuldigd zijn of worden, komen voor rekening van geldnemer. 18.4.2de instelling waar voormelde beleg­ gings­rekening worden aangehouden in staat van faillissement of in surseance van betaling verkeert of komt te ver­ keren, met dien verstande dat deze 18.2.1faillissement of aanvraag tot sur­ seance van betaling van geldnemer 18.5Geldnemer c.q. verkrijger(s) onder algemene titel is/zijn verplicht om geldgever schriftelijk in kennis te stellen van feiten of omstandigheden als in dit artikel bedoeld, onmiddellijk nadat deze zich hebben voorgedaan. 18.3.3de verzekeringsovereenkomst wordt afgekocht. 18.4.1de beleggingsrekening voortijdig eindigt of een periodieke inleg op voormelde beleggingsrekening wordt beëindigd; 18.2Bovendien is al hetgeen geldgever van geldnemer te vorderen heeft in zijn geheel onmiddellijk opeisbaar zonder dat daarvoor een ingebrekestelling is vereist, bij of na: grond van zodanig gewicht dient te zijn dat gebondenheid van geldgever in redelijkheid niet verder kan worden gevergd. C. Bijzondere voorwaarden voor diversen rentetypes Naast de hiervoor onder ‘Geldlening algemeen’ vermelde voorwaarden gelden de volgende voorwaarden als het desbetreffende rentetype met geldnemer is overeengekomen. 21. Variabele (maand)rente Ingeval een variabele (maand)rente wordt overeengekomen met de geld­ nemer, behoudt de geldgever zich het recht voor nadere voor­waarden 9 te stellen. De toepasselijke nadere voorwaarden zullen schriftelijk aan de geldnemer ter hand worden gesteld. 22. Rentevasteperiode van langer dan een maand a)Tijdens een rentevastperiode zal geldgever onder gelijkblijvende omstandigheden de rente niet wijzigen. b)De eerste rentevastperiode gaat altijd in per de eerste dag van de maand waarin de geldlening is verstrekt. c)Geldgever zal geldnemer tenminste drie maanden voor de rentewijzigings­datum schriftelijk een aanbod doen voor een nieuwe rentevastperiode. Voor het vaststellen van het rentepercentage van de nieuwe rentevastperiode wordt de rentestand op twee momenten vergeleken: datum aanbod en ingangs­ datum nieuwe rentevastperiode. Het laagste van beide rentepercen­ tages geldt voor de nieuwe rentevast­ periode. d)Wanneer geldnemer kenbaar maakt dat hij geen gebruik maakt van het aanbod van geldgever, is geldnemer verplicht tot volledige aflossing van al hetgeen geldnemer aan geldgever verschuldigd is op de datum waarop de nieuwe rentevastperiode zou zijn ingegaan. Hiervoor brengt geldgever geldnemer géén vergoeding voor vervroegde aflossing in rekening. Als geldgever voor de rentewijzigings­ datum geen bericht van aanvaarding of niet-aanvaarding heeft ontvangen, gelden vanaf die datum de condities van het aanbod van geldgever. D. Bijzondere productvoorwaarden 25. Algemene Bankvoorwaarden 2009 23. Verplichte overlijdensrisicoverzekering Naast de Algemene Bepalingen zijn op alle (rechts)betrekkingen tussen geldgever en Geldnemer/Derdehypotheekgever tevens van toepassing de Algemene Bankvoorwaarden 2009, zoals gedeponeerd door de Neder­ landse Vereniging van Banken bij de griffie van de Arrondissementsrecht­ bank te Amsterdam zoals van tijd tot tijd gewijzigd of aangevuld, voorzover daarvan in deze voorwaarden, separate akten en/of overeenkomsten niet wordt afgeweken. Deze algemene voorwaar­ den zijn raadpleegbaar op de site van Triodos Bank. a)Wanneer de totale geldlening bij geld­ gever meer dan 80% van de markt­ waarde van het onderpand bedraagt, is geldnemer verplicht voor tenminste het bedrag dat de geldlening die 80% overschrijdt een overlijdensrisicover­ zekering te sluiten en gesloten te hou­ den op het leven van de geldnemer(s) wiens inkomen noodzakelijk is om de geldlening te betalen. b)Geldnemer is verplicht de rechten uit deze overlijdensrisicoverzekering te verpanden aan geldgever. 24. Persoonsgegevens Geldgever mag persoonsgegevens van geld­nemer, diens vertegenwoordigers, alsmede g ­ egevens met betrekking tot door de geldnemer afgenomen producten en diensten, verwerken met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving en de geldgever bindende­ gedragscodes en deze binnen de groep waartoe geldgever behoort uit wisselen voor het beheer van de relatie met de geldnemer, ter voorkoming en bestrij­ ding van criminaliteit en voor commer­ ciële doeleinden. Persoonsgegevens kunnen ook worden uitgewisseld met derden die geldgever inschakelt bij haar bedrijfsvoering of de uitvoering van de overeen gekomen diensten. Verantwoordelijke voor het gebruik van de persoonsgegevens is geldgever. 10 II Algemene voorwaarden voor Hypothecair verbonden onderpanden als zekerheidsgerechtigde wenselijk te achten. 26.2Geldgever of diens gevolmachtigde(n) ten behoeve van inspectie en/of (her) taxatie te allen tijde vrije toegang tot het onderpand te verlenen. Geldgever kan geldnemer verplichten een extra aflossing te doen dan wel extra zeker­ heid te stellen indien en voor zover dat na inspectie en/of (her)taxatie naar het oordeel van geldgever wenselijk is: a)alle lasten en belastingen die ter zake van het onderpand verschuldigd zijn, stipt te voldoen; b)het onderpand en alle daartoe beho­ rende bestanddelen ten genoegen van geldgever bij een te goeder naam en faam bekendstaande, solide, verzekeringsmaatschappij die in Nederland het schadeverzekerings­ bedrijf mag uitoefenen, te verzekeren en verzekerd te houden tegen branden stormschade, schade veroorzaakt door blikseminslag en andere risico’s waarvoor verzekering van het onder­ pand gebruikelijk is; a)behoorlijk en in overeenstemming met de wettelijke voorschriften te gebruiken waaronder wordt verstaan de verplichting om het als woning te gebruiken; c)polissen van verzekeringen en bewijzen van betaling van de verzekerings­ premies op eerste verzoek en binnen veertien dagen aan geldgever te overleggen. Indien op enig moment blijkt dat het onderpand niet naar genoegen van geldgever is verzekerd heeft geldgever het recht voor rekening van geldnemer het onderpand tegen de risico’s als bedoeld in lid 4 van dit artikel te verzekeren en verzekerd te houden; b)in goede staat te houden en tijdig alle daartoe vereiste maatregelen te nemen en tijdig alle daartoe vereiste werkzaamheden te (laten) verrichten; d)geldgever onverwijld in kennis te stellen van schade aan het onderpand die een aanmerkelijke waardedaling van het onderpand tot gevolg heeft; c)op zijn kosten te laten (her)taxeren indien geldgever heeft aangegeven zulks ter waarborging van zijn positie e)onmiddellijk na het ontstaan van de schade al die gegevens aan geld­ gever te verschaffen welke voor 26. Verplichtingen van de geldnemer 26.1 Geldnemer is verplicht: Het onderpand: 11 geld­gever van belang kunnen zijn voor de vaststelling van de identiteit van de verzekeringsmaatschappij die op basis van een verzekeringsovereenkomst gehouden is uit te keren en/of van degene(n) die de schade heeft/hebben veroorzaakt. Geldnemer verbindt zich om bij schade een door een verzeke­ ringsmaatschappij of door een andere (rechts)persoon gedaan aanbod tot uitkering slechts te zullen accepteren na verkregen schriftelijke toestemming van geldgever; 26.3geldgever terstond in kennis te stellen van: a)faillissement of de aanvraag daarvan van geldnemer of derdehypotheek­ gever; b)aanvraag tot verkrijging van surseance van betaling of aanvraag van een schuldsaneringsregeling van geldnemer of derde-hypotheekgever; c) vordering van het onderpand; d)beëindiging of dreigende beëindiging van een verzekering betreffende het onderpand; e)iedere andere omstandigheid van feitelijke of juridische aard die tot uitwinning van het onder pand kan leiden, waardoor de zekerheidwaarde van het onderpand kan verminderen, of die voor geldgever in verband met haar hypotheekrecht van belang kan zijn. 27. Verbodsbepaling Zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van geldgever is het de geldnemer verboden: a)het onderpand te verhuren, te verpachten, of anderszins in gebruik af te staan of gebruik daarvan door derden te gedogen, vooruitbetaling van huur of pachtpenningen te bedingen of te aanvaarden, het recht op huur- of pachtpenningen te vervreemden, te verpanden of anderszins te bezwaren; b)een mede tot nut van het onderpand bestemde mandelige zaak aan de overige mede-eigenaren over te dragen; c)het onderpand met beperkte rechten te bezwaren of een overeenkomst aan te gaan om ten aanzien van het onderpand iets te dulden of niet te doen; d)de indeling, gedaante of bestemming van het onderpand te wijzigen; e)het onderpand te vervreemden, daaronder begrepen inbreng in een rechtspersoon, vennootschap onder firma, maatschap of enig ander samenwerkingsverband; f)met betrekking tot het onderpand een overeenkomst van huurkoop aan te gaan; g)het onderpand te verdelen, te splitsen in appartementen, afstand te doen van erfdienstbaarheden of afstand te doen van rechten jegens derden die zich hebben verbonden ten aanzien van een aan hen toebehorend onderpand iets te dulden of niet te doen; h)opstallen of andere werken of bestand­ delen van het onderpand geheel of ge­ deeltelijk af te breken of te verwijderen, en vruchten en beplantingen anders dan gebruikelijk te oogsten, te rooien of te kappen; i)met betrekking tot het onderpand af­ gravingen, ontgrondingen, uitkledingen of soortgelijke handelingen te verrich­ ten of te gedogen; j)het onderpand te gebruiken voor andere doeleinden dan die waarvoor het bestemd is; k)het onderpand verder met hypotheek te bezwaren. 12 28. Voeren van verweer tegen vorderingen Geldgever is bevoegd namens de geldnemer verweer te voeren en rechtsmiddelen aan te wenden tegen vorderingen, aanwijzingen en aanschrijvingen tegen de geldnemer ingesteld of aan hem gedaan uit hoofde van enige wettelijke regeling, zoals, onder andere, de Onteigeningswet, de Belemmeringenwet Privaatrecht, de Monumentenwet, de Woningwet, de Natuurbeschermingwet. 29. Verpanding rechten 29.1De rechten die de geldnemer in de hypotheekakte tot gelijke zekerheid als waarvoor de hypotheek is verleend aan geldgever heeft verpand zijn: a)indien hypotheek is verleend op een recht van erfpacht, ondererfpacht, opstal of ander beperkt recht: alle rechten die geldnemer krachtens de akte van vestiging en krachtens enige wettelijke bepaling jegens de grondeigenaar c.q. erfpachter kan laten gelden, daaronder begrepen rechten op schadevergoeding of uitkering bij beëindiging van het recht van erfpacht, ondererfpacht, opstal of ander beperkt recht; b)indien het onderpand is verhuurd of anderszins in gebruik is gegeven: alle rechten die geldnemer krachtens de huur- of gebruiksovereenkomst jegens de huurder of gebruiker kan laten gelden, daaronder begrepen het recht om de huur- of gebruiksvergoeding te innen; c)indien het onderpand is bezwaard met een erfdienstbaarheid, een recht van erfpacht of ondererfpacht, een recht van opstal, een recht van vruchtgebruik, gebruik of bewoning, een beperkt recht als bedoeld in artikel 5 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, of enig ander beperkt recht: alle rechten die geldnemer krachtens overeenkomst of krachtens de wet jegens de beperkt gerechtigde kan laten gelden, daaronder begrepen het recht om de retributie, de canon of enige andere tegenprestatie te innen; d)indien een recht van hypotheek wordt gevestigd op een appartementsrecht: alle rechten en vorderingen die voor de geldnemer voortvloeien uit een namens de vereniging van eigenaren gesloten opstalverzekering. Geldnemer geeft hierbij aan Triodos Bank onherroepelijk volmacht de uitkering te innen; e)alle rechten die geldnemer, uit welken hoofde ook, heeft jegens derden met betrekking tot het onderpand, zoals rechten op schadeloosstelling wegens onteigening van het onderpand of van een gedeelte daarvan. 29.2Voor zover deze rechten nog niet ten tijde van de hypotheekverlening verpand konden worden is de geldnemer verplicht deze rechten, zodra zij voor verpanding vatbaar zijn geworden, terstond aan geldgever te verpanden. Geldgever is bevoegd deze rechten aan zichzelf te verpanden tot gelijke zekerheid als waarvoor de hypotheek is verleend. 29.3De geldnemer is verplicht geldgever op eerste verzoek alle inlichtingen, gegevens en bescheiden te verschaffen die geldgever nodig acht om zijn pand­ rechten te kunnen uitoefenen. 29.4Zonder schriftelijke toestemming van geldgever mag de geldnemer: a)aan geldgever verpande rechten niet overdragen; 13 b)aan geldgever verpande rechten niet verder met enig beperkt recht bezwaren; e)alle rechten uit de koopovereenkomst uit te oefenen, voor zover de wet zich hiertegen niet verzet; c)geen regelingen treffen met betrekking tot aan geldgever verpande rechten; f)een voorgenomen of een aangevangen verkoop op te schorten of af te gelasten. d) geen afstand doen van aan geldgever verpande rechten. 30.3Bij een verkoop in het openbaar van het onderpand is de geldnemer verplicht: 29.5Geldgever heeft het recht te allen tijde mededeling van de pandrechten te doen aan degene(n) van wie geldgever het wenselijk acht dat hij/zij kennis draagt/dragen van de pandrechten. a)aan de met verkoop belaste notaris, c.q. aan de voorzieningenrechter van de rechtbank bij wie een verzoek om goedkeuring van een onderhandse verkoop is ingediend: alle door deze gewenste inlichtingen en gegevens betreffende het onderpand te ver­ strekken; de op het onderpand betrekking hebbende bescheiden en bewijzen ter hand te stellen; 29.6Geldgever heeft het recht om van vorderingen ter zake van de verpande rechten in en buiten rechte nakoming en/of betaling te vorderen en met de desbetreffende geldnemer regelingen te treffen. De leden 3 tot en met 5 van dit artikel vinden overeenkomstige toepassing op de wettelijke pand­ rechten van geldgever. b)gegadigden in staat te stellen het onderpand op door geldgever vast te stellen dagen en tijdstippen te bezichtigen; 30. Verkoop in het openbaar van het onderpand c)ingeval van openbare verkoop het onderpand voor de aanvang van de veiling geheel te ontruimen en ter vrije beschikking van de koper te stellen; 30.1Indien geldgever tot verkoop in het openbaar van het onderpand overgaat, heeft hij de keuze tussen openbare ver­ koop ten overstaan van een door hem aan te wijzen notaris en onderhandse verkoop met goedkeuring van de voor­ zieningenrechter van de rechtbank. d)ingeval van onderhandse verkoop het onderpand voor de datum van het verlijden van de notariële akte van overdracht geheel te ontruimen en ter vrije beschikking van de koper te stellen. 30.2Ingeval van verkoop in het openbaar is geldgever bevoegd om: a)het onderpand te verkavelen en/of te splitsen in appartementen; b)het onderpand in gedeelten te verkopen; c)veiling- c.q. verkoopvoorwaarden vast te stellen; d)erfdienstbaarheden en/of kwalitatieve verplichtingen te vestigen; 30.4Wanneer op roerende zaken, bestemd om de aan het recht van hypotheek onderworpen onroerende zaak duur­ zaam te dienen, ten behoeve van geldgever een pandrecht is gevestigd is geldgever bevoegd de verpande zaken en het registergoed tezamen volgens de voor hypotheek geldende regels te executeren. 30.5Geldgever brengt hetgeen zij ter zake van de verkoop in het openbaar van het onderpand ontvangt in mindering op de schulden van de geldnemer die door 14 de hypotheek zijn gedekt. Ontvangen bedragen strekken in de eerste plaats in mindering van de kosten, vervolgens in mindering van de verschenen rente en tenslotte in mindering van de geld­ lening en de lopende rente. 30.6Geldnemer doet hierbij afstand van zijn rechten die hij kan ontlenen aan artikel 3:251 lid 1 en artikel 3:268 lid 2 BW. 31. Beheer en ontruiming Geldgever is bevoegd het aan het recht van hypotheek onderworpen onderpand: 31.1in beheer te nemen indien geldnemer in zijn verplichtingen jegens geldgever in ernstige mate tekortschiet en de voorzieningenrechter van de rechtbank hem daartoe machtiging verleent; 31.2onder zich te nemen indien zulks met het oog op de executie vereist is. De geldnemer is alsdan verplicht op eerste verzoek van geldgever het onderpand geheel te (doen) ontruimen en ter vrije beschikking van de geldgever te stellen. Voor zover de voorzieningenrechter van de rechtbank niet anders bepaalt, zal geldgever bij het voeren van het beheer in elk geval het recht hebben om voor rekening van de geldnemer en op door geldgever te bepalen wijze: a)de administratie en exploitatie met betrekking tot het onderpand te verzorgen of te doen verzorgen en daarvoor een vergoeding in rekening te brengen; b)het onderpand te onderhouden en/of herstellen; c)het onderpand te verhuren of in gebruik te geven op door geldgever te bepalen voorwaarden; huur- of gebruiksovereenkomsten op te zeggen of te ontbinden; huur of gebruiks­ vergoedingen te ontvangen en daarvoor kwijting te geven; d)alle betalingen te doen met betrekking tot het onderpand, waaronder begre­ pen verzekeringspremies, belastingen en zakelijke lasten; e)alle rechten en bevoegdheden uit te oefenen die de geldnemer met betrekking tot het onderpand heeft voor zover dit voor het beheer van het onderpand door geldgever noodzakelijk wordt geacht. 32. Hypotheekverlening door derde(n) Onverminderd het hiervoor overigens bepaalde, zijn de volgende bepalingen van toepassing indien een derde hypotheek heeft verleend: 32.1de derde-hypotheekgever: a)kan geen rechten ontlenen aan het feit dat andere aan geldgever verleende zekerheden door deze prijsgegeven worden; b)kan door hem ten behoeve van het onderpand gemaakte kosten nimmer van geldgever terugvorderen; c)heeft niet het recht te verlangen dat geldgever, wanneer hij tot verkoop overgaat, verpande en/of met hypotheek­bezwaarde goederen van geldnemer mede in de verkoop betrekt of als eerste verkoopt. 32.2de vorderingen van de derde­ hypotheekgever op geldnemer ten gevolge van de uitwinning van het onderpand zijn achtergesteld bij alle vorderingen van geldgever op geld­nemer. 32.3de artikelen 26, 27, 28, 29, 30, 31, 33 en 34 zijn van overeenkomstige toepassing voor zover deze betrekking 15 hebben op het zijn van eigenaar en zekerheidsgever van het onderpand. In deze gevallen dient voor ‘geldnemer’ ‘derde-hypotheekgever’ te worden gelezen. 33. Volmacht Geldnemer verleent aan geldgever onherroepelijk volmacht – met het recht van substitutie - om de aan haar in deze Algemene Bepalingen en/ of hypotheekakte dan wel akte van geldlening toegekende rechten en bevoegdheden uit te oefenen. 34. Kosten 34.1 Ten laste van de geldnemer komen: a)alle kosten van vestiging, instand­ houding en uitoefening van het hypotheekrecht – daaronder begrepen kosten van doorhaling, rangwisseling en van eventuele vernieuwing van de hypothecaire inschrijving; 34.2Indien geldgever het onderpand in beheer neemt of onder zich neemt is de geldnemer verplicht om op eerste verzoek terstond aan geldgever te voldoen: a) alle kosten die geldgever in het kader van het beheer of onder zich nemen van het onderpand heeft gemaakt; b) de door geldgever in het kader van het beheer door hem vast te stellen vergoedingen. 34.3 Al hetgeen geldnemer aan geldgever verschuldigd is ingevolge het in dit artikel bepaalde behoort tot de kosten waarvoor de hypotheek mede is verleend. Wijzigingen Triodos Bank behoudt zich het recht voor deze Algemene Bepalingen te wijzigen. Wijzigingen worden schriftelijk kenbaar gemaakt en worden 30 dagen na kennisgeving van kracht. b)kosten van taxatie of hertaxatie van het onderpand; c)met betrekking tot het onderpand door geldgever betaalde verzekerings­ premies of -omslagen, lasten en belastingen; d)alle kosten van vestiging, instand­ houding en uitoefening van door de geldnemer aan geldgever verleende en/of te verlenen pandrechten; e)alle gerechtelijke en buitengerech­ telijke incassokosten die geldgever in verband met zijn hypotheek- en/of pandrechten heeft gemaakt. Voor zover geldgever deze kosten heeft betaald, is de geldnemer verplicht deze op eerste verzoek terstond aan geldgever te vergoeden. Triodos Bank NV Utrechtseweg 44 Postbus 55 3700 AB Zeist Telefoon 030 693 65 11 (informatie en advies) Fax 030 693 65 55 www.triodos.nl 3904-1 1501