Algemene Voorwaarden voor Woningfinanciering

advertisement
Triodos Bank.
Dit zijn onze
Algemene Voorwaarden
voor Woningfinanciering.
Op de rechtsverhouding tussen de betrokkenen,
worden de Algemene Voorwaarden voor Woning­
financiering van Triodos Bank NV (hierna verder te
noemen: ‘Algemene Bepalingen) van toepassing
verklaard.
Deze Algemene Bepalingen bestaan uit
2 onderdelen:
-In Onderdeel I zijn de gehanteerde definities
opgenomen, wordt het gebruik van een
aantal begrippen nader uitgelegd en worden
een aantal algemene bepalingen behandeld
die voor iedere lening en in verband daarmee
aan de Kredietgever verstrekte Hypotheek en
overige zekerheden gelden;
-In Onderdeel II zijn bepalingen opgenomen
die van toepassing zijn op iedere Hypotheek
en overige in verband met een lening
verstrekte zekerheden.
Vragen?
Heeft u vragen over deze voorwaarden, neemt u
dan contact op met de mensen van Triodos Bank
via telefoon 030 693 65 11.
Versie december 2014
I Algemene
voorwaarden voor
geldleningen
A. Definities
Derde-hypotheekgever: degene,
anders dan geldnemer, die ten behoeve
van geldgever tot meerdere zekerheid
voor de voldoening van al hetgeen
geldgever van geldnemer te vorderen
heeft op zijn onderpand het recht van
hypotheek heeft verleend.
Geldgever: Triodos Bank c.q. diens
rechts­opvolger die de gelden verstrekt
voor de hypo­thecaire geldlening aan de
geldnemer.
Geldnemer: degene of degenen, zowel
samen­als afzonderlijk, voor wiens
schulden hypotheek is verleend;
tevens degene of degenen door wie
het recht van hypotheek is verleend
(“hypotheekgever”).
Geldlening: de tussen de geldlener
en de geldgever bestaande rechts­
verhouding waaruit de verplichting tot
het betalen van de schuld voortvloeit.
(Hypotheek)Akte, offerte: het/de
schriftelijke stuk(ken) waarin de
geldlening is vastgelegd.
Onderpand: het registergoed of de
register­goederen, zowel samen als
afzonderlijk, waarop ten behoeve
van geldgever hypotheek is verleend,
en de goederen die in de hypotheek­akte
of op andere wijze aan geldgever
zijn verpand.
Leningdeel: gedeelte van de geldlening
waar­voor afzonderlijke condities
gelden.
Rentevastperiode: een met geldnemer
afgesproken periode waarin geldgever
geven wijze door het doen bijschrijven
van de verschuldigde bedragen op
een door geldgever aangegeven
bank-/girorekening; strekken in de
eerste plaats in mindering van de
kosten, vervolgens in mindering van
de verschenen rente en tenslotte in
mindering van de (restant) hoofdsom
van de geldlening en de lopende rente.
de voor een leningdeel geldende rente
niet zal wijzigen.
chuld: elk bedrag, met rente, kosten,
S
boeten en vergoedingen dat de geld­
lener aan de geld­gever te eniger tijd
schuldig is, uit hoofde van verstrekte
geldleningen, kredieten of uit welken
anderen hoofde ook.
Triodos Bank: de naamloze vennoot­
schap Triodos Bank NV gevestigd
en kantoor­houdende aan de
Nieuweroordweg 1 (3704 EC), Zeist
(ingeschreven in het handelsregister
van de Kamer van Koophandel onder
nummer 30062415).
B. Geldlening algemeen
1. Hoofdelijke aansprakelijkheid
van geldnemer
De geldnemer is hoofdelijk aansprake­
lijk voor de juiste betaling van rente en
aflossing. Als meer personen zich als
geldnemer voor de geldlening hebben
verbonden, kan iedere geldnemer door
geldgever hoofdelijk - dus ieder voor
het geheel - worden aangesproken voor
alle verbintenissen uit de akte en deze
Algemene Bepalingen.
2. Meer geldnemers
Iedere geldnemer is tegenover geldge­
ver afzonderlijk volledig bevoegd tot het
verrichten van alle handelingen welke
in het verkeer met geldgever zullen
kunnen voorkomen, geen uitgezonderd.
3. Betalingen
3.1Betalingen aan geldgever: moeten
worden gedaan in euro, zonder enige
inkorting, compensatie, verrekening
of voorwaarden; dienen plaats te
vinden op een door geldgever aan te
2
3.2Betaling heeft plaatsgevonden op een
door geldgever aan te geven tijdstip
waarop de rekening van geldgever is
gecrediteerd.
4. Boete bij late betaling
Indien geldgever een aan hem krach­
tens de rechtsverhouding met geld­
nemer verschuldigd bedrag niet tijdig
heeft ontvangen, is geld­nemer over het
niet tijdig betaalde bedrag een rente
verschuldigd. Het percentage wordt
periodiek door geldgever bepaald.
Deze rente is per maand verschuldigd.
De geldnemer is in verzuim door het
enkel verstrijken van een overeen­
gekomen termijn, of door de enkele
overtreding van of handeling in strijd
met hetgeen met de geldgever is
overeengekomen, zonder dat enige
ingebrekestelling of andere formaliteit
nodig is. Indien geldnemer gedurende
een gedeelte van een maand in verzuim
is, wordt de rente berekend over een
gehele maand.
5. Terugbetaling van door
geldgever betaalde bedragen
Indien geldgever namens of voor
geldnemer een betaling heeft verricht,
is geldnemer verplicht het bedrag van
de betaling onmiddellijk aan geldgever
terug te betalen. Hij is over het niet
tijdig betaalde bedrag een rente
verschuldigd. Het percentage wordt
periodiek door geldgever bepaald.
Deze rente is per maand verschuldigd.
Indien de geldnemer gedurende een
gedeelte van een maand in verzuim
is, wordt de rente berekend over een
gehele maand.
6. Looptijd van geldlening
Voor de bepaling van de einddatum van
de geldlening geldt als begindatum de
eerste dag van de kalendermaand die
volgt op de datum van verstrekking
van de geldlening. De einddatum van
de geldlening is de datum waarop
de overeengekomen looptijd van het
oorspronkelijk langstlopend leningdeel
eindigt, gerekend vanaf de hiervoor
genoemde begindatum.
7. Incasso verschuldigde
bedragen
Geldnemer is verplicht geldgever te
mach­tigen de ter zake van de geld­
lening door u verschuldigde bedragen
automatisch te kunnen incasseren ten
laste van een bankrekening bij een in
Nederland gevestigde instelling.
De verschuldigde bedragen worden
ongeveer drie werkdagen voor het
einde van de desbetreffende maand
geïncasseerd.
De eerste afschrijving van het maan­
delijks verschuldigde bedrag zal
meestal gecombineerd plaatsvinden
met de incasso van de verschuldigde
rente over de maand van verstrekking
van de geldlening. De betaling van de
verschuldigde maandelijkse rente en
aflossing dient uiterlijk op de laatste
werkdag van iedere maand te hebben
plaatsgevonden.
3
8. Renteberekening
Voor het beschikbaar stellen van de
geld­lening is geldnemer de overeen­
gekomen rente verschuldigd onder
de in de offerte, akte en de Algemene
Bepalingen genoemde bepalingen.
De renteberekening gaat in per de
valutadatum waarop geldgever gelden
heeft overgemaakt naar de notaris.
De rente voor de geldlening wordt
berekend aan de hand van het over­
eengekomen rentepercentage of,
indien er meer leningdelen zijn, het
rentepercentage voor elk leningdeel
afzonderlijk. De rente wordt vanaf
de hiervoor bedoelde datum tot het
einde van de maand berekend over
het bedrag van de schuld. Voor iedere
volgende maand tot en met het einde
van de looptijd van de geldlening wordt
de rente berekend over het bedrag van
de schuld per het einde van de daaraan
voorafgaande maand. Voor de bere­
kening van de rente wordt een maand
op 30 dagen en een jaar op 360 dagen
gesteld. De rente vervalt steeds aan het
einde van de maand.
9. Eigen middelen
Indien geldnemer heeft aangegeven te
beschikken over eigen middelen dan
dient een overeengekomen inbreng aan
eigen middelen te worden gebruikt voor
de voldoening van het verschil tussen
de totale verwervingskosten en het
bedrag van de geldlening, tenzij anders
is overeengekomen.
10. Geld op een bouwdepot
Alléén wanneer de geldlening be­
stemd is voor een nog te bouwen of te
verbouwen woning, boekt geldgever het
geldleningbedrag geheel of gedeeltelijk
over naar een bouwdepot. Over een
tegoed op het bouwdepot mag uitslui­
tend met toestemming van geldgever
worden beschikt.
a)Als geldgever de geldlening of een
gedeelte daarvan aan geldnemer
ter beschikking heeft gesteld door
boeking op een bouwdepot, dan geldt
het volgende: door acceptatie van de
offerte verpandt geldnemer het tegoed
op het bouwdepot aan geldgever;
dat pandrecht strekt tot zekerheid
voor alle vorderingen van geldgever
uit de geldlening; een tegoed op het
bouwdepot kan alleen aan geldgever
worden overgedragen of verpand;
zolang zich geen geval voordoet waarin
de geldlening onmiddellijk opeisbaar
is, zal geldgever afstand doen van haar
pandrecht op de bedragen waarover
geldnemer mag beschikken zoals
hierna onder b en f is bepaald.
b)Door geldnemer ontvangen originele
rekeningen ter zake van de bouw of ver­
bouwing dienen door geldnemer – voor
akkoord ondertekend – naar geldgever
te worden verzonden. Op basis van
deze ondertekende rekeningen boekt
geldgever de volgens deze rekenin­
gen verschuldigde bedragen over aan
de crediteur van de rekeningen, voor
zover het tegoed op het bouwdepot
toe­reikend is en voor zover geldgever
meent dat de waarde van het onder­
pand is toegenomen door de zaken
en/of werken waarop de rekeningen
betrekking hebben. Meerwerknota’s
worden door geldgever alleen voldaan
als dit meerwerk bekend was bij het
uitbrengen van de offerte voor
de geldlening.
c)Ook tijdens de looptijd van het
bouwdepot is geldnemer verplicht
om ter zake van de gehele geldlening
verschul­digde bedragen aan rente en/
of af­l ossing te voldoen.
d)Over een tegoed op het bouwdepot ont­
vangt geldnemer een rentever­goeding.­
Het rentepercentage dat geldt voor de
4
berekening van de vergoeding is gelijk
aan het rentepercentage voor de geld­
lening. Indien er meer leningdelen zijn,
hanteert geldgever voor de berekening
van de rentever­goeding het gemid­
delde van de rente­­­­percentages van de
afzonderlijke leningdelen (inclusief een
eventueel overbruggingskrediet).
e)Vanaf het moment dat het bouwdepot
is geopend mag deze maximaal 1,5
jaar lopen.
f)Als de bouw of verbouwing klaar is en
daarna nog een tegoed op het bouw­
depot staat, of als er gedurende vier
opeenvolgende kalendermaanden
niet over het tegoed op het bouwde­
pot is beschikt als hiervoor onder b
om­schreven zal geldgever dat tegoed
gebruiken voor boetevrije extra aflos­
sing van de geldlening. Bestaat de
geldlening uit meer leningdelen, dan
wordt deze extra aflossing op het door
geldnemer gekozen en aan geld­gever
doorgegeven leningdeel gedaan. Bij
­gebreke van een dergelijke keuze
bepaalt geldgever op welk leningdeel
wordt afgelost.
g)Geldnemer ontvangt regelmatig
een overzicht van de stand van het
bouwdepot.
11. Vervroegde aflossing
11.1Geldnemer mag per kalenderjaar
maximaal 15% van het (oorspronkelijk)
totale geldleningbedrag boetevrij extra
aflossen. Als in een kalenderjaar geen
vervroegde aflossing heeft plaatsge­
vonden, mag de voor dat kalenderjaar
toegestane aflossing zonder vergoe­
ding niet meer plaatsvinden in een
later kalenderjaar.
11.2Het minimumbedrag voor een extra
aflossing wordt periodiek door
geldgever bepaald.
11.3Indien vervroegde aflossing plaats­
vindt voor een bedrag groter dan 15%
van het (oorspronkelijk) totale geld­
leningbedrag, is geldnemer over het
bedrag waarmee deze 15% wordt
over­schreden, aan geldgever een
vergoeding verschuldigd gelijk aan de
contante waarde van de rentederving
van het bedrag van de overschrijding.
11.4De contante waarde van de rente­
derving over het bedrag van de over­
schrijding wordt berekend op een door
geldgever te bepalen wijze op basis van:
Percentage
Het verschil tussen het op het des­
betreffende leningdeel van toepassing
zijn de rente­percentage en het bij geld­
gever, op het tijdstip van ontvangst van
het bedrag van de vervroegde aflos­
sing, voor een vergelijkbare geldlening
van geldgever op dat moment geldende
rentepercentage voor een rentevast­
periode gelijk aan de originele rente­
vastperiode genoemd in het contract.
Periode
Voor de berekening van de contante
waarde dient onder resterende rente­
vastperiode te worden verstaan de
periode vanaf het tijdstip van ontvangst
van het bedrag van de vervroegde af­
lossing tot de overeengekomen laatste
aflossingsdatum of de eerstvolgende
5
renteherzieningsdatum zo deze daar­
aan vooraf gaat.
Een in rekening gebrachte vergoeding
11.5
voor vervroegde aflossing verrekent
geldgever met het extra afgeloste
bedrag.
11.6Vervroegde aflossing heeft aanpassing
van het maandelijks verschuldigde
bedrag tot gevolg. Geldgever past het
maandelijks verschuldigde bedrag van
het desbetreffende leningdeel aan met
ingang van de eerste werkdag van een
maand, volgend op de maand waarin de
rekening van geldgever is gecrediteerd
voor het bedrag van de vervroegde
aflossing.
11.7Geldnemer is geen vergoeding voor
vervroegde aflossing verschuldigd:
a)bij juridische overdracht van het
onderpand waarbij tot genoegen
van geldgever wordt aangetoond dat
alle geldnemers in verband met die
overdracht verhuizen. Onder juridische
overdracht wordt niet begrepen de
juridische levering van een aandeel in
het onderpand;
b)bij overlijden van een geldnemer tot een
jaar na dat overlijden;
c)bij een uitkering, al dan niet na over­
lijden van een geldnemer, krachtens
een kapitaal-/gemengde levensver­
zekering die verpand is aan geldgever
tot zekerheid voor een door geldgever
aan geldnemer verstrekte geldlening;
d)bij een uitkering, al dan niet na over­
lijden van een geldnemer, krachtens
een beleggingsrekening c.q. beleg­
gingsdepot die verpand is aan geld­
gever tot zekerheid voor een door
geldgever aan geldnemer verstrekte
geldlening;
e)bij aflossing met een tegoed op
het bouwdepot na beëindiging en
oplevering van de bouw;
f)bij volledig tenietgaan van het
onderpand;
g)bij aflossing van een overbruggings­
krediet;
h)bij aflossing op de dag waarop de
rentevastperiode voor het betreffende
leningdeel eindigt;
i)wanneer het rentepercentage voor
soortgelijke door geldgever alsdan te
verstrekken geldleningen op de dag van
aflossing gelijk is aan of hoger is dan
het rentepercentage van het feitelijk
af te lossen leningdeel.
12. Aankondiging (algehele)
aflossing
Indien de geldnemer het voornemen
heeft om de hele geldlening af
te lossen, dient de geldnemer de
geldgever van deze voorgenomen
aflossing en de aflossingsdatum
minimaal 14 dagen voorafgaand aan de
aflossing op de hoogte te stellen.
Bij een betaling van de aflossing op een
datum gelegen na de door geldnemer
opgegeven aflossingsdatum, brengt
geldgever dagrente in rekening. Indien
ontvangst van de aflossing voor of op
de door geldnemer aangekondigde
datum plaats vindt is geldnemer
vanaf de eerste dag volgend op de dag van betaling over het afgeloste bedrag geen rente meer verschuldigd.
13. Wijziging van de lening
condities
Voor het op verzoek van geldnemer
wijzigen van overige leningcondities
die bij het geldlening/leningdeel
horen, zoals aflossingsvorm, looptijd,
rentepercentage en rentevastperiode
gelden de volgende regels:
6
a)bij elke wijziging worden op de totale
geldlening de dan geldende (nieuwe)
Algemene Bepalingen van geldgever
van toepassing;
b)voor een wijziging is geldnemer
administratiekosten verschuldigd een
wijziging is zonder administratiekosten
mogelijk aan het einde van de overeen­
gekomen rentevastperiode;
c)voor het tussentijds wijzigen van de
leningcondities is geldnemer mogelijk
een vergoeding wegens rentederving
verschuldigd conform het bepaalde
in artikel 11 lid 4 van deze Algemene
Voorwaarden;
d)geldgever behoudt zich het recht voor
om bestaande hypotheekvormen en/of
rentevastperioden uit het assortiment
te nemen en er nieuwe aan toe te
voegen;
e)wijziging is alleen mogelijk als wordt
voldaan aan de door geldgever op dat
moment voor soortgelijke geldleningen
vastgestelde financieringscriteria;
f)de wijziging kan worden geregeld in een
offerte die geldgever geldnemer ter
acceptatie toestuurt;
g)de hypotheekafdeling van geldgever
verschaft actuele informatie over
de mogelijkheden voor het wijzigen
van leningcondities en de eventueel
daaraan verbonden kosten;
h)geldgever is niet verplicht aan
een verzoek tot wijziging van de
leningcondities gevolg te geven.
14. Verhogen geldlening
Verhoging van de geldlening is mogelijk
als voldaan wordt aan de door geldge­
ver op dat moment voor soortgelijke
geldleningen vastgestelde financie­
ringscriteria. Voor een verhoging gelden
de volgende regels:
a)een verhoging van de geldlening wordt
verwerkt door het toevoegen van één of
meer nieuwe leningdelen;
b)wanneer oorspronkelijk een hogere
inschrijving van het hypotheekrecht
bij het Kadaster heeft plaatsgevonden
dan de hoogte van de verstrekte totale
geldlening, kan de geldlening tot
dat bedrag worden verhoogd zonder
tussenkomst van een notaris, mits aan
de overige voorwaarden is voldaan;
c)wanneer oorspronkelijk geen hogere
inschrijving bij het Kadaster heeft
plaatsgevonden, dan is voor het
bedrag van de verhoging een nieuwe
inschrijving nodig;
d)de totale geldlening mag niet meer
bedragen dan het bedrag waarvoor
hypotheek is verleend;
e)bij een verhoging worden op de geld­
lening de op dat moment geldende
(nieuwe) Algemene Voorwaarden van
geldgever van kracht.
15. Verhuizing
Wanneer geldnemer een andere woning
koopt die als hoofdverblijf dient of gaat
dienen, dient de lopende geldlening als
gevolg van deze verkoop en juridische
levering geheel te worden afgelost.
16. Informatie
a)Ieder jaar verstrekt geldgever aan
geldnemer een saldo-opgave die
gegevens kan bevatten die voor de
belastingaangifte van geldnemer van
belang kunnen zijn.
b)Wanneer de inhoud van de toegezonden
saldo-opgave niet binnen een maand
na verstrekking door geldnemer wordt
betwist, geldt de inhoud daarvan als
door geldnemer te zijn goedgekeurd.
7
of derde-hypotheekgever of het van
toepassing verklaren van een wettelijke
schuldsaneringsregeling op geldnemer
of derdehypotheekgever;
17. Bewijskracht administratie
geldgever
Een door geldgever ondertekend
uittreksel uit haar administratie strekt
tegenover geldnemer tot volledig
bewijs, behoudens tegenbewijs.
18. Opeisingsgronden
Geldnemer is in verzuim, zonder dat
daarvoor een ingebrekestelling is
vereist, indien en zodra één van de in
dit artikel genoemde opeisingsgronden
zich voordoet.
18.2.2executoriaal beslag dan wel conser­
vatoir beslag dat overgaat in een ex­
ecutoriaal beslag op het onderpand of
een gedeelte daarvan;
18.2.3elke gebeurtenis die kan leiden dan wel
heeft geleid tot een substantiële daling
van de waarde van het onderpand en/of
overige zekerheden;
18.2.4overlijden van geldnemer;
18.2.5buiten Nederland wonen van
geldnemer;
18.1Al hetgeen geldgever van geldnemer
te vorderen heeft is in zijn geheel
onmiddellijk opeisbaar indien
geldnemer:
18.2.6onder curatele stelling van geldnemer
dan wel verlies op andere wijze door
geldnemer van het vrije beheer over
zijn vermogen;
18.1.1een of meer van zijn uit deze Algemene
Bepalingen, de hypotheekakte dan wel
de akte van geldlening voortvloeiende
verplichtingen niet, niet-tijdig of nietbehoorlijk nakomt;
18.2.7elke gebeurtenis die heeft geleid dan
wel kan leiden tot een onevenredige
beperking van de rechten van geldgever;
18.1.2een of meer verplichtingen uit de over­
eenkomst van kapitaal-/ ­( gemengde)
levensverzekering - waarvan de
rechten­aan geldgever zijn verpand
niet, niet-tijdig of niet behoorlijk
­nakomt;
18.1.3een of meer verplichtingen voort­
vloeiende uit het aanhouden van een
beleggingsrekening waarvan de rech­
ten aan geldgever zijn verpand niet,
niet-tijdig of niet behoorlijk nakomt.
18.2.8vaststelling door geldgever dat aan de
titel van eigendom van het onderpand
een gebrek kleeft, meer in het al­
gemeen, vaststelling door geldgever
van enig gebrek in (een) andere voor
haar als hypotheekhouder relevante
titel(s);
18.2.9gebleken verstrekking van onjuiste
informatie door geldnemer;
18.2.10hypotheekverstrekking op het onder­
pand anders dan ten behoeve van
geldgever.
18.3Voor hypothecaire geldleningen
tot meerdere zekerheid waarvan
de rechten uit (een) polis(sen) van
kapitaal-/ (gemengde) levens­
verzekering(en) aan geldgever is/ zijn
verpand, geldt tevens, in aanvulling op
hetgeen in 18.2 en 18.3 van dit artikel
is genoemd, dat al hetgeen geldgever
van geldnemer te vorderen heeft in zijn
geheel onmiddellijk opeisbaar is zonder
dat daarvoor een ingebrekestelling is
vereist, indien:
18.3.1de verzekeringsovereenkomst voor­
tijdig eindigt of premievrij is gemaakt
hetzij de op de polis(sen) genoemde
verzekerden zijn gewijzigd;
18.3.2de verzekeringsmaatschappij in staat
van faillissement of in surseance van
betaling (of een soortgelijke situatie)
verkeert of komt te verkeren, met dien
verstande dat deze grond van zodanig
gewicht dient te zijn dat gebondenheid
van geldgever in redelijkheid niet verder
kan worden gevergd;
8
19. Overdracht vordering
Geldgever is bevoegd zijn vordering
op geldnemer uit hoofde van de geld­
lening over te dragen aan een derde.
Geldnemer stemt bij voorbaat in met
zo´n overdracht, zal alle medewerking
verlenen om de voor de vordering
gestelde zekerheden ten goede te
laten komen aan de verkrijger van de
vordering en geeft toestemming voor
het aan de verkrijger ter beschikking
stellen van persoonsgegevens.
20. Belastingen en kosten
18.4Voor hypothecaire geldleningen tot
meerdere zekerheid waarvan mede de
tegoeden op een beleggingsrekening
zijn verpand aan geldgever, geldt
tevens, in aanvulling op hetgeen in 18.2
en 18.3 van dit artikel is genoemd, dat
al hetgeen geldgever van geldnemer te
vorderen heeft in zijn geheel onmid­
dellijk opeisbaar is zonder dat daarvoor
een ingebrekestelling is vereist, indien:
Alle belastingen die in verband met de
geld­lening verschuldigd zijn of worden,
komen voor rekening van geldnemer.
18.4.2de instelling waar voormelde beleg­
gings­rekening worden aangehouden in
staat van faillissement of in surseance
van betaling verkeert of komt te ver­
keren, met dien verstande dat deze
18.2.1faillissement of aanvraag tot sur­
seance van betaling van geldnemer
18.5Geldnemer c.q. verkrijger(s) onder
algemene titel is/zijn verplicht om
geldgever schriftelijk in kennis te
stellen van feiten of omstandigheden
als in dit artikel bedoeld, onmiddellijk
nadat deze zich hebben voorgedaan.
18.3.3de verzekeringsovereenkomst wordt
afgekocht.
18.4.1de beleggingsrekening voortijdig
eindigt of een periodieke inleg op
voormelde beleggingsrekening wordt
beëindigd;
18.2Bovendien is al hetgeen geldgever van
geldnemer te vorderen heeft in zijn
geheel onmiddellijk opeisbaar zonder
dat daarvoor een ingebrekestelling is
vereist, bij of na:
grond van zodanig gewicht dient te
zijn dat gebondenheid van geldgever
in redelijkheid niet verder kan worden
gevergd.
C. Bijzondere voorwaarden voor
diversen rentetypes
Naast de hiervoor onder ‘Geldlening
algemeen’ vermelde voorwaarden
gelden de volgende voorwaarden als
het desbetreffende rentetype met
geldnemer is overeengekomen.
21. Variabele (maand)rente
Ingeval een variabele (maand)rente
wordt overeengekomen met de geld­
nemer, behoudt de geldgever zich
het recht voor nadere voor­waarden
9
te stellen. De toepasselijke nadere
voorwaarden zullen schriftelijk aan de
geldnemer ter hand worden gesteld.
22. Rentevasteperiode van
langer dan een maand
a)Tijdens een rentevastperiode zal
geldgever onder gelijkblijvende
omstandigheden de rente niet wijzigen.
b)De eerste rentevastperiode gaat altijd
in per de eerste dag van de maand
waarin de geldlening is verstrekt.
c)Geldgever zal geldnemer tenminste drie
maanden voor de rentewijzigings­datum
schriftelijk een aanbod doen voor een
nieuwe rentevastperiode. Voor het
vaststellen van het rentepercentage
van de nieuwe rentevastperiode wordt
de rentestand op twee momenten
vergeleken: datum aanbod en ingangs­
datum nieuwe rentevastperiode.
Het laagste van beide rentepercen­
tages geldt voor de nieuwe rentevast­
periode.
d)Wanneer geldnemer kenbaar maakt
dat hij geen gebruik maakt van het
aanbod van geldgever, is geldnemer
verplicht tot volledige aflossing van
al hetgeen geldnemer aan geldgever
verschuldigd is op de datum waarop
de nieuwe rentevastperiode zou zijn
ingegaan. Hiervoor brengt geldgever
geldnemer géén vergoeding voor
vervroegde aflossing in rekening.
Als geldgever voor de rentewijzigings­
datum geen bericht van aanvaarding
of niet-aanvaarding heeft ontvangen,
gelden vanaf die datum de condities
van het aanbod van geldgever.
D. Bijzondere
productvoorwaarden
25. Algemene Bankvoorwaarden
2009
23. Verplichte
overlijdensrisicoverzekering
Naast de Algemene Bepalingen zijn
op alle (rechts)betrekkingen tussen
geldgever en Geldnemer/Derdehypotheekgever tevens van toepassing
de Algemene Bankvoorwaarden 2009,
zoals gedeponeerd door de Neder­
landse Vereniging van Banken bij de
griffie van de Arrondissementsrecht­
bank te Amsterdam zoals van tijd tot
tijd gewijzigd of aangevuld, voorzover
daarvan in deze voorwaarden, separate
akten en/of overeenkomsten niet wordt
afgeweken. Deze algemene voorwaar­
den zijn raadpleegbaar op de site van
Triodos Bank.
a)Wanneer de totale geldlening bij geld­
gever meer dan 80% van de markt­
waarde van het onderpand bedraagt,
is geldnemer verplicht voor tenminste
het bedrag dat de geldlening die 80%
overschrijdt een overlijdensrisicover­
zekering te sluiten en gesloten te hou­
den op het leven van de geldnemer(s)
wiens inkomen noodzakelijk is om de
geldlening te betalen.
b)Geldnemer is verplicht de rechten uit
deze overlijdensrisicoverzekering te
verpanden aan geldgever.
24. Persoonsgegevens
Geldgever mag persoonsgegevens van
geld­nemer, diens vertegenwoordigers,
alsmede g
­ egevens met betrekking
tot door de geldnemer afgenomen
producten en diensten, verwerken met
inachtneming van de geldende wet- en
regelgeving en de geldgever bindende­
gedragscodes en deze binnen de groep
waartoe geldgever behoort uit wisselen
voor het beheer van de relatie met de
geldnemer, ter voorkoming en bestrij­
ding van criminaliteit en voor commer­
ciële doeleinden. Persoonsgegevens
kunnen ook worden uitgewisseld met
derden die geldgever inschakelt bij
haar bedrijfsvoering of de uitvoering
van de overeen gekomen diensten.
Verantwoordelijke voor het gebruik van
de persoonsgegevens is geldgever.
10
II Algemene
voorwaarden
voor Hypothecair
verbonden
onderpanden
als zekerheidsgerechtigde wenselijk
te achten.
26.2Geldgever of diens gevolmachtigde(n)
ten behoeve van inspectie en/of (her)
taxatie te allen tijde vrije toegang tot
het onderpand te verlenen. Geldgever
kan geldnemer verplichten een extra
aflossing te doen dan wel extra zeker­
heid te stellen indien en voor zover dat
na inspectie en/of (her)taxatie naar het
oordeel van geldgever wenselijk is:
a)alle lasten en belastingen die ter zake
van het onderpand verschuldigd zijn,
stipt te voldoen;
b)het onderpand en alle daartoe beho­
rende bestanddelen ten genoegen
van geldgever bij een te goeder naam
en faam bekendstaande, solide,
verzekeringsmaatschappij die in
Nederland het schadeverzekerings­
bedrijf mag uitoefenen, te verzekeren
en verzekerd te houden tegen branden stormschade, schade veroorzaakt
door blikseminslag en andere risico’s
waarvoor verzekering van het onder­
pand gebruikelijk is;
a)behoorlijk en in overeenstemming
met de wettelijke voorschriften te
gebruiken waaronder wordt verstaan
de verplichting om het als woning te
gebruiken;
c)polissen van verzekeringen en bewijzen
van betaling van de verzekerings­
premies op eerste verzoek en binnen
veertien dagen aan geldgever te
overleggen. Indien op enig moment
blijkt dat het onderpand niet naar
genoegen van geldgever is verzekerd
heeft geldgever het recht voor rekening
van geldnemer het onderpand tegen
de risico’s als bedoeld in lid 4 van dit
artikel te verzekeren en verzekerd
te houden;
b)in goede staat te houden en tijdig
alle daartoe vereiste maatregelen te
nemen en tijdig alle daartoe vereiste
werkzaamheden te (laten) verrichten;
d)geldgever onverwijld in kennis te stellen
van schade aan het onderpand die een
aanmerkelijke waardedaling van het
onderpand tot gevolg heeft;
c)op zijn kosten te laten (her)taxeren
indien geldgever heeft aangegeven
zulks ter waarborging van zijn positie
e)onmiddellijk na het ontstaan van
de schade al die gegevens aan geld­
gever te verschaffen welke voor
26. Verplichtingen van de
geldnemer
26.1
Geldnemer is verplicht:
Het onderpand:
11
geld­gever van belang kunnen zijn voor
de vaststelling van de identiteit van de
verzekeringsmaatschappij die op basis
van een verzekeringsovereenkomst
gehouden is uit te keren en/of van
degene(n) die de schade heeft/hebben
veroorzaakt. Geldnemer verbindt zich
om bij schade een door een verzeke­
ringsmaatschappij of door een andere
(rechts)persoon gedaan aanbod tot
uitkering slechts te zullen accepteren
na verkregen schriftelijke toestemming
van geldgever;
26.3geldgever terstond in kennis te
stellen van:
a)faillissement of de aanvraag daarvan
van geldnemer of derdehypotheek­
gever;
b)aanvraag tot verkrijging van
surseance van betaling of aanvraag
van een schuldsaneringsregeling van
geldnemer of derde-hypotheekgever;
c)
vordering van het onderpand;
d)beëindiging of dreigende beëindiging
van een verzekering betreffende het
onderpand;
e)iedere andere omstandigheid van
feitelijke of juridische aard die tot
uitwinning van het onder pand kan
leiden, waardoor de zekerheidwaarde
van het onderpand kan verminderen, of
die voor geldgever in verband met haar
hypotheekrecht van belang kan zijn.
27. Verbodsbepaling
Zonder uitdrukkelijke en schriftelijke
toestemming van geldgever is het de
geldnemer verboden:
a)het onderpand te verhuren, te
verpachten, of anderszins in gebruik
af te staan of gebruik daarvan door
derden te gedogen, vooruitbetaling van
huur of pachtpenningen te bedingen
of te aanvaarden, het recht op huur- of
pachtpenningen te vervreemden, te
verpanden of anderszins te bezwaren;
b)een mede tot nut van het onderpand
bestemde mandelige zaak aan de
overige mede-eigenaren over te dragen;
c)het onderpand met beperkte rechten
te bezwaren of een overeenkomst
aan te gaan om ten aanzien van het
onderpand iets te dulden of niet te
doen;
d)de indeling, gedaante of bestemming
van het onderpand te wijzigen;
e)het onderpand te vervreemden,
daaronder begrepen inbreng in een
rechtspersoon, vennootschap onder
firma, maatschap of enig ander
samenwerkingsverband;
f)met betrekking tot het onderpand een
overeenkomst van huurkoop aan te
gaan;
g)het onderpand te verdelen, te splitsen
in appartementen, afstand te doen van
erfdienstbaarheden of afstand te doen
van rechten jegens derden die zich
hebben verbonden ten aanzien van een
aan hen toebehorend onderpand iets te
dulden of niet te doen;
h)opstallen of andere werken of bestand­
delen van het onderpand geheel of ge­
deeltelijk af te breken of te verwijderen,
en vruchten en beplantingen anders
dan gebruikelijk te oogsten, te rooien
of te kappen;
i)met betrekking tot het onderpand af­
gravingen, ontgrondingen, uitkledingen
of soortgelijke handelingen te verrich­
ten of te gedogen;
j)het onderpand te gebruiken voor
andere doeleinden dan die waarvoor
het bestemd is;
k)het onderpand verder met hypotheek
te bezwaren.
12
28. Voeren van verweer tegen
vorderingen
Geldgever is bevoegd namens de
geldnemer verweer te voeren en
rechtsmiddelen aan te wenden
tegen vorderingen, aanwijzingen en
aanschrijvingen tegen de geldnemer
ingesteld of aan hem gedaan uit hoofde
van enige wettelijke regeling, zoals,
onder andere, de Onteigeningswet,
de Belemmeringenwet Privaatrecht,
de Monumentenwet, de Woningwet,
de Natuurbeschermingwet.
29. Verpanding rechten
29.1De rechten die de geldnemer in de
hypotheekakte tot gelijke zekerheid als
waarvoor de hypotheek is verleend aan
geldgever heeft verpand zijn:
a)indien hypotheek is verleend op een
recht van erfpacht, ondererfpacht,
opstal of ander beperkt recht: alle
rechten die geldnemer krachtens
de akte van vestiging en krachtens
enige wettelijke bepaling jegens de
grondeigenaar c.q. erfpachter kan laten
gelden, daaronder begrepen rechten
op schadevergoeding of uitkering bij
beëindiging van het recht van erfpacht,
ondererfpacht, opstal of ander beperkt
recht;
b)indien het onderpand is verhuurd of
anderszins in gebruik is gegeven: alle
rechten die geldnemer krachtens de
huur- of gebruiksovereenkomst jegens
de huurder of gebruiker kan laten
gelden, daaronder begrepen het recht
om de huur- of gebruiksvergoeding te
innen;
c)indien het onderpand is bezwaard
met een erfdienstbaarheid, een
recht van erfpacht of ondererfpacht,
een recht van opstal, een recht van
vruchtgebruik, gebruik of bewoning,
een beperkt recht als bedoeld in
artikel 5 van de Belemmeringenwet
Privaatrecht, of enig ander beperkt
recht: alle rechten die geldnemer
krachtens overeenkomst of krachtens
de wet jegens de beperkt gerechtigde
kan laten gelden, daaronder begrepen
het recht om de retributie, de canon of
enige andere tegenprestatie te innen;
d)indien een recht van hypotheek wordt
gevestigd op een appartementsrecht:
alle rechten en vorderingen die voor de
geldnemer voortvloeien uit een namens
de vereniging van eigenaren gesloten
opstalverzekering. Geldnemer geeft
hierbij aan Triodos Bank onherroepelijk
volmacht de uitkering te innen;
e)alle rechten die geldnemer, uit welken
hoofde ook, heeft jegens derden met
betrekking tot het onderpand, zoals
rechten op schadeloosstelling wegens
onteigening van het onderpand of van
een gedeelte daarvan.
29.2Voor zover deze rechten nog niet
ten tijde van de hypotheekverlening
verpand konden worden is de
geldnemer verplicht deze rechten,
zodra zij voor verpanding vatbaar zijn
geworden, terstond aan geldgever te
verpanden. Geldgever is bevoegd deze
rechten aan zichzelf te verpanden
tot gelijke zekerheid als waarvoor
de hypotheek is verleend.
29.3De geldnemer is verplicht geldgever
op eerste verzoek alle inlichtingen,
gegevens en bescheiden te verschaffen
die geldgever nodig acht om zijn pand­
rechten te kunnen uitoefenen.
29.4Zonder schriftelijke toestemming van
geldgever mag de geldnemer:
a)aan geldgever verpande rechten niet
overdragen;
13
b)aan geldgever verpande rechten
niet verder met enig beperkt recht
bezwaren;
e)alle rechten uit de koopovereenkomst
uit te oefenen, voor zover de wet zich
hiertegen niet verzet;
c)geen regelingen treffen met betrekking
tot aan geldgever verpande rechten;
f)een voorgenomen of een aangevangen
verkoop op te schorten of af te gelasten.
d) geen afstand doen van aan geldgever
verpande rechten.
30.3Bij een verkoop in het openbaar van het
onderpand is de geldnemer verplicht:
29.5Geldgever heeft het recht te allen tijde
mededeling van de pandrechten te
doen aan degene(n) van wie geldgever
het wenselijk acht dat hij/zij kennis
draagt/dragen van de pandrechten.
a)aan de met verkoop belaste notaris,
c.q. aan de voorzieningenrechter van
de rechtbank bij wie een verzoek om
goedkeuring van een onderhandse
verkoop is ingediend: alle door deze
gewenste inlichtingen en gegevens
betreffende het onderpand te ver­
strekken; de op het onderpand
betrekking hebbende bescheiden
en bewijzen ter hand te stellen;
29.6Geldgever heeft het recht om van
vorderingen ter zake van de verpande
rechten in en buiten rechte nakoming
en/of betaling te vorderen en met de
desbetreffende geldnemer regelingen
te treffen. De leden 3 tot en met 5 van
dit artikel vinden overeenkomstige
toepassing op de wettelijke pand­
rechten van geldgever.
b)gegadigden in staat te stellen het
onderpand op door geldgever vast
te stellen dagen en tijdstippen te
bezichtigen;
30. Verkoop in het openbaar van
het onderpand
c)ingeval van openbare verkoop het
onderpand voor de aanvang van de
veiling geheel te ontruimen en ter vrije
beschikking van de koper te stellen;
30.1Indien geldgever tot verkoop in het
openbaar van het onderpand overgaat,
heeft hij de keuze tussen openbare ver­
koop ten overstaan van een door hem
aan te wijzen notaris en onderhandse
verkoop met goedkeuring van de voor­
zieningenrechter van de rechtbank.
d)ingeval van onderhandse verkoop het
onderpand voor de datum van het
verlijden van de notariële akte van
overdracht geheel te ontruimen en
ter vrije beschikking van de koper
te stellen.
30.2Ingeval van verkoop in het openbaar is
geldgever bevoegd om:
a)het onderpand te verkavelen en/of te
splitsen in appartementen;
b)het onderpand in gedeelten te
verkopen;
c)veiling- c.q. verkoopvoorwaarden vast
te stellen;
d)erfdienstbaarheden en/of kwalitatieve
verplichtingen te vestigen;
30.4Wanneer op roerende zaken, bestemd
om de aan het recht van hypotheek
onderworpen onroerende zaak duur­
zaam te dienen, ten behoeve van
geldgever een pandrecht is gevestigd is
geldgever bevoegd de verpande zaken
en het registergoed tezamen volgens
de voor hypotheek geldende regels te
executeren.
30.5Geldgever brengt hetgeen zij ter zake
van de verkoop in het openbaar van het
onderpand ontvangt in mindering op
de schulden van de geldnemer die door
14
de hypotheek zijn gedekt. Ontvangen
bedragen strekken in de eerste plaats
in mindering van de kosten, vervolgens
in mindering van de verschenen rente
en tenslotte in mindering van de geld­
lening en de lopende rente.
30.6Geldnemer doet hierbij afstand van zijn
rechten die hij kan ontlenen aan artikel
3:251 lid 1 en artikel 3:268 lid 2 BW.
31. Beheer en ontruiming
Geldgever is bevoegd het aan het
recht van hypotheek onderworpen
onderpand:
31.1in beheer te nemen indien geldnemer
in zijn verplichtingen jegens geldgever
in ernstige mate tekortschiet en de
voorzieningenrechter van de rechtbank
hem daartoe machtiging verleent;
31.2onder zich te nemen indien zulks met
het oog op de executie vereist is. De
geldnemer is alsdan verplicht op eerste
verzoek van geldgever het onderpand
geheel te (doen) ontruimen en ter vrije
beschikking van de geldgever te stellen.
Voor zover de voorzieningenrechter van
de rechtbank niet anders bepaalt, zal
geldgever bij het voeren van het beheer
in elk geval het recht hebben om voor
rekening van de geldnemer en op door
geldgever te bepalen wijze:
a)de administratie en exploitatie met
betrekking tot het onderpand te
verzorgen of te doen verzorgen en
daarvoor een vergoeding in rekening
te brengen;
b)het onderpand te onderhouden en/of
herstellen;
c)het onderpand te verhuren of in
gebruik te geven op door geldgever
te bepalen voorwaarden; huur- of
gebruiksovereenkomsten op te zeggen
of te ontbinden; huur of gebruiks­
vergoedingen te ontvangen en daarvoor
kwijting te geven;
d)alle betalingen te doen met betrekking
tot het onderpand, waaronder begre­
pen verzekeringspremies, belastingen
en zakelijke lasten;
e)alle rechten en bevoegdheden uit
te oefenen die de geldnemer met
betrekking tot het onderpand heeft
voor zover dit voor het beheer van het
onderpand door geldgever noodzakelijk
wordt geacht.
32. Hypotheekverlening door
derde(n)
Onverminderd het hiervoor overigens
bepaalde, zijn de volgende bepalingen
van toepassing indien een derde
hypotheek heeft verleend:
32.1de derde-hypotheekgever:
a)kan geen rechten ontlenen aan het feit
dat andere aan geldgever verleende
zekerheden door deze prijsgegeven
worden;
b)kan door hem ten behoeve van het
onderpand gemaakte kosten nimmer
van geldgever terugvorderen;
c)heeft niet het recht te verlangen dat
geldgever, wanneer hij tot verkoop
overgaat, verpande en/of met
hypotheek­bezwaarde goederen van
geldnemer mede in de verkoop betrekt
of als eerste verkoopt.
32.2de vorderingen van de derde­
hypotheekgever op geldnemer ten
gevolge van de uitwinning van het
onderpand zijn achtergesteld bij
alle vorderingen van geldgever op
geld­nemer.
32.3de artikelen 26, 27, 28, 29, 30, 31,
33 en 34 zijn van overeenkomstige
toepassing voor zover deze betrekking
15
hebben op het zijn van eigenaar en
zekerheidsgever van het onderpand.
In deze gevallen dient voor ‘geldnemer’
‘derde-hypotheekgever’ te worden
gelezen.
33. Volmacht
Geldnemer verleent aan geldgever
onherroepelijk volmacht – met het
recht van substitutie - om de aan haar
in deze Algemene Bepalingen en/
of hypotheekakte dan wel akte van
geldlening toegekende rechten en
bevoegdheden uit te oefenen.
34. Kosten
34.1
Ten laste van de geldnemer komen:
a)alle kosten van vestiging, instand­
houding en uitoefening van het
hypotheekrecht – daaronder begrepen
kosten van doorhaling, rangwisseling
en van eventuele vernieuwing van de
hypothecaire inschrijving;
34.2Indien geldgever het onderpand in
beheer neemt of onder zich neemt is
de geldnemer verplicht om op eerste
verzoek terstond aan geldgever te
voldoen:
a)
alle kosten die geldgever in het kader
van het beheer of onder zich nemen
van het onderpand heeft gemaakt;
b)
de door geldgever in het kader van
het beheer door hem vast te stellen
vergoedingen.
34.3
Al hetgeen geldnemer aan geldgever
verschuldigd is ingevolge het in dit artikel
bepaalde behoort tot de kosten waarvoor
de hypotheek mede is verleend.
Wijzigingen
Triodos Bank behoudt zich het recht voor deze
Algemene Bepalingen te wijzigen. Wijzigingen
worden schriftelijk kenbaar gemaakt en
worden 30 dagen na kennisgeving van kracht.
b)kosten van taxatie of hertaxatie van
het onderpand;
c)met betrekking tot het onderpand
door geldgever betaalde verzekerings­
premies of -omslagen, lasten en
belastingen;
d)alle kosten van vestiging, instand­
houding en uitoefening van door de
geldnemer aan geldgever verleende
en/of te verlenen pandrechten;
e)alle gerechtelijke en buitengerech­
telijke incassokosten die geldgever
in verband met zijn hypotheek- en/of
pandrechten heeft gemaakt. Voor zover
geldgever deze kosten heeft betaald, is
de geldnemer verplicht deze op eerste
verzoek terstond aan geldgever te
vergoeden.
Triodos Bank NV
Utrechtseweg 44
Postbus 55
3700 AB Zeist
Telefoon 030 693 65 11 (informatie en advies)
Fax 030 693 65 55
www.triodos.nl
3904-1 1501
Download