begrippen ontvangen en benaderen van klanten UITWERKING begrip omschrijving koopwens Behoefte die door een aankoop bevredigd kan worden (volgens de consument). koopmotief Beweegreden die voor de koper de drijfveer vormt voor de daadwerkelijke aankoop (rationele en emotionele motieven en evenzoveel verschillende redenen). Organische of lichamelijke behoeften, deze fysiologische behoeften houden verband met de regulatie en handhaving van een evenwicht in het lichaam. Hieronder vallen onder meer behoefte aan voedsel, drinken en ontlasting. Behoeften die te maken hebben met de geest (waardering, creativiteit, intimiteit). lichamelijke behoefte psychische behoefte piramide van maslov geborgenheid Motivatietheorie die stelt dat mensen erna streven hun behoeften te bevredigen volgens een vast hiërarchisch patroon. Een mens is pas in staat een hogere behoefte te ervaren en te bevredigen als in belangrijke mate in een lagere behoefte is voorzien. (fysiologisch, veiligheid en zekerheid, sociaal, erkenning en respect en zelfontplooiing (zelfactualisatie). Sociale behoefte die ontstaat door de wens ergens bij te willen horen. erkenning Behoefte aan respect door de omgeving. zelfverwezenlijking Zelfontplooiing, zelfactualisatie, behoeften die voorkomen uit jezelf zonder dat anderen daar direct invloed op hebben. consumentengedrag Alle waarneembare activiteiten die de consument vertoont voor, tijdens en na de koop. communicatiegedrag Consumentengedrag voor de koop (informatieverzameling en verwerking). convenience goods Artikelen waarmee de consument bekend is en ervaring mee heeft bij de aankoop en het gebruik, consument west weinig koopinspanning te verrichten. (Fmcg, impulsgoederen en emergency goods.) Gedrag van de consument tijdens de aankoop. koopgedrag shopping goods Artikelen waarvoor de consument een zekere koopinspanning wil leveren door de artikelen te keuren en te vergelijken (winkelen). begrip specialty goods afdankgedrag routinematig aankoopgedrag probleemoplossend aankoopgedrag uitgebreid probleemoplossend aankoopgedrag trend psychologische factoren persoonlijke factoren omschrijving Artikelen waarvoor de consument een hoge tot zeer hoge koopinspanning wil leveren. (Weinig tot geen koopervaring, bijzonder artikel of slechts verkrijgbaar in één of enkele winkels.) Consumentengedrag nadat het artikel gebruikt of verbruikt is. Aankoopgedrag waarbij de consument veel ervaring heeft. Het wordt bepaald door de koopervaring en de gebruikservaring die de consument heeft opgedaan. Aankoopgedrag waarbij de consument enige ervaring heeft. De consument vult de bestaande kennis aan met nieuwe kennis over het artikel. De consument doet enige moeite om het juiste artikel te selecteren. Er wordt voor gewinkeld. Aankoopgedrag waarbij de consument geen ervaring heeft. De consument heeft weinig kennis van het artikel dat hij wil aanschaffen. Door de consument wordt veel moeite en tijd gestoken in de aanschaf van het artikel. Door dit gebrek aan kennis van de consument laat hij zich uitgebreid informeren over het aanbod. Een trend is een ontwikkeling in het consumentengedrag van een bepaalde richting op langere termijn. Koopgedragbepalende factoren, die te maken hebben met de verstandelijke en gevoelsmatige (rationeel en emotioneel) omstandigheden waarin een consument verkeert. Factoren die hun oorsprong vinden in het innerlijk leven (kennen, voelen en streven) en het gedrag van de mens. Koopgedragbepalende factoren die te maken hebben met de persoonlijke omstandigheden. gebonden koopkracht Deel van de koopkracht (persoonlijk inkomen) dat opgaat aan de zogenaamde vaste lasten. koopkracht De mogelijkheid tot kopen afhankelijk van inkomen, vermogen en krediet. vrije koopkracht Deel van de koopkracht (persoonlijk inkomen) dat overblijft voor consumptieve bestedingen nadat de vaste lasten er zijn afgetrokken. Het vertrouwen dat de consument heeft in zijn eigen economische situatie. consumentenvertrouwen sociale factoren De factoren die invloed op het consumentengedrag hebben, omdat je “lid” bent van een groep, anticipatiegroep Associatiegroep, referentiegroep waarmee het individu zich kan identificeren. Wil zich er graag bij aansluiten. (Anticiperende socialisatie: overnemen van normen, waarden en (koop)gedrag van een sociale groep waartoe men graag wilt behoren.) Groep waarvan men lid is (of je het wilt of niet). automatische groep begrip omschrijving face-to-face-groep Groep waarmee dagelijks mee omgaat. lidmaatschapsgroep Groep waarvan men lid is (bewust of onbewust). cultuur Complex geheel van kennis, overtuigingen, kunst, wetten, normen en waarden en overige gedragingen, kundes en gewoonten, dat eigen is voor leden van een bepaalde gemeenschap. Een subcultuur is een cultuur die verschilt van de dominante cultuur of - in de enge zin van het woord - een erg specifieke tak van een bepaalde hiertoe behorende cultuur omschrijft. Subculturen zie je voornamelijk bij adolescenten (pubers), omdat in die leeftijd de zoektocht naar een identiteit nog volop aan de gang is. Indeling van individuen binnen een sociaal systeem in een hiërarchie van onderscheiden statusklassen (A/B/C/D-indeling). subculturen welstandsklasse winkelbeeld Beeld dat de consument heeft van een bepaalde winkel. persoonlijke ervaringen De eigen ervaringen die een consument heeft met een winkel/artikel. klantenbinding Vermogen van een winkel om consumenten een voorkeur voor die winkel te laten ontwikkelen. (Verdeeld in persoonlijke en onpersoonlijke klantenbinding.) De manier waarop de klant tegemoet wordt getreden als hij de winkel betreedt. klantenontvangst begroeting De verbale of non-verbale manier waarop de medewerker de binnenkomende klant tegemoet treedt. one-stop-shopping In één koopgang boodschappen/aankopen doen. (Efficiënt.) bedieningsgesprek Gesprek tussen winkelpersoneel en klant met als doel de klant de juiste keuze te laten maken. klantenobservatie oriënteren Klant volgen in zijn koopgedrag in de winkel zonder zelf onderdeel te worden van dit proces. De klant bewust bekijken (in de gaten houden) zonder de klant te storen in zijn winkelgedrag. Informatie verzamelen voor een toekomstige aankoop. doorverwijzen Een klant overdragen aan een ervaren collega. koopinspanning Moeite die een klant zich moet getroosten om iets te kopen. begrip omschrijving prijsartikel Bekend, probleemloos artikel waarvoor de klant weinig koopinspanning voor wil leveren. waardeartikel Probleemartikel waarvoor een grote informatiebehoefte bestaat bij de consument. besluiteloze klant Klant die moeilijk zelf een koopbeslissing kan nemen en (meestal) daarbij geholpen wil worden. koopintentie Mate van bereidheid en de sterkte van de neiging van de consument om in een bepaalde tijdsperiode een bepaald artikel aan te schaffen. Manier van leven, lifestyle, die tot uitdrukking komt in iemands opvattingen, interesses en activiteiten (oai). levensstijl haastige klant Klant met weinig tijd, wil een snelle afwikkeling van de koop. deskundige klant Klant met veel kennis over het artikel (assortiment). veelplegers Een veelpleger is iemand waartegen minimaal 10 maal proces verbaal is opgemaakt wegens een mogelijk strafrechtelijk vergrijp. Een veroordeelde veelpleger wordt ook wel draaideurcrimineel genoemd. Personen die door hun uiterlijk/gedragingen in de subjectieve waarneming van het winkelpersoneel aangezien worden als toekomstig winkeldief. Iemand die verdacht is van het plegen van een winkeldiefstal. verdachte personen winkeldief gelegenheidsdiefstal Diefstal die mede ontstaat door omstandigheden die het voor de dader gemakkelijk maakt een diefstal te plegen. interne criminaliteit Vormen van criminaliteit binnen de winkel gepleegd door het eigen personeel. externe criminaliteit heterdaad Vormen van criminaliteit binnen de winkel gepleegd door anderen dan het eigen personeel. (Klanten, leveranciers, vertegenwoordigers enzovoort.) Het moment dat het stafbare feit gepleegd wordt of kort daarna. aangifte doen Officieel melding maken van een stafbaar feit. in beslag nemen Hier: de gestolen artikelen van de verdachte afnemen en overdragen aan de politie.