Chirurgie Een operatie aan de dikke darm Inleiding Binnenkort ondergaat u een dikke darm operatie. Deze folder geeft u informatie over deze operatie, de voorbereiding en de nazorg. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk, de situatie anders kan zijn dan beschreven. Deze folder geeft niet meer dan een algemeen overzicht en is dus niet volledig. Ook komt deze beschrijving natuurlijk niet in plaats van een gesprek met uw arts. Deze zal steeds bereid zijn u één en ander uit te leggen en op uw vragen in te gaan. Functie en ligging van de dikke darm Ons voedsel komt via slokdarm, maag en dunne darm terecht in de dikke darm, waarna het als ontlasting ons lichaam verlaat. In de dikke darm vinden de laatste processen van de spijsvertering plaats en wordt de ontlasting vaster door het onttrekken van water. De dikke darm is ongeveer 150 cm lang en kan in een aantal delen worden onderscheiden: Rechts in de buik ligt het opstijgende deel, waar de dunne darm in uitmondt. Ook zit aan dit deel de blinde darm vast. Nabij de lever gaat de dikke darm over in het dwars verlopende deel, dat onder de maag langs naar links verloopt. Nabij de milt gaat de dikke darm over in het afdalende deel, dat links onder in de buik een S-bocht (het sigmoid) maakt. In het kleine bekken gaat het sigmoid over in de endeldarm die eindigt bij de sluitspier, de anus. Waarom een dikke darm operatie? Er zijn twee soorten afwijkingen van de dikke darm waarvoor een operatie nodig kan zijn: een ontsteking en gezwel. Bij een ontsteking hangt het van de soort en ernst af welke operatie nodig is. Bij een gezwel is de soort operatie vooral afhankelijk van de aard van het gezwel (goed- of kwaadaardig) en de plaats in de dikke darm. Naast deze aandoeningen zijn er ook nog andere zeldzame afwijkingen, die soms een operatie noodzakelijk maken. De operatie Een operatie aan de dikke darm wordt verricht onder narcose. De narcose is zo afgestemd dat u niets merkt van de operatie en binnen een half uur na de operatie weer bij bewustzijn bent. Operatiekamers zijn koel. Tijdens de operatie wordt uw lichaam met warme lucht verwarmd. Doordat uw lichaam op temperatuur blijft, heeft u minder kans op infecties en bloedingen. Probeer zo ontspannen mogelijk te zijn voor de operatie. U zult minder pijn hebben als u ontspannen bent. Wij geven liever geen slaap- en/of kalmeringstabletten vooraf, omdat u dan na de operatie langer suf bent. De operatie duurt meestal enkele uren. Nadat het aangedane darmdeel is verwijderd zal men in de regel proberen de resterende darmdelen weer met elkaar te verbinden. Een dergelijke verbinding noemt men een anastomose. Bij een gezwel of ontsteking in het laatste deel van de dikke darm of in het bovenste deel van de endeldarm kan de chirurg besluiten om een tijdelijk dunne darm stoma aan te leggen. Zit de afwijking heel laag in de darm, nabij de anus, dan kan het zijn dat er geen verbinding meer gemaakt kan worden. In dat geval moet er een blijvend stoma worden aangelegd. De operatie kan plaatsvinden door een snee in de buik of door een kijkoperatie (laparoscopische operatie). Bij een kijkoperatie worden via een aantal gaatjes in de buikwand instrumenten en een camera naar binnen gebracht. De camera is verbonden met een tv-monitor, zodat de chirurg zijn handelingen kan zien. Deze methode is niet voor iedere patiënt geschikt. De arts bespreekt met u, welke techniek in uw geval het beste lijkt. Voor en na de operatie Vooronderzoek Voordat u wordt opgenomen heeft u een gesprek met een chirurg op de polikliniek. Vervolgens bezoekt u het Pre Operatief Spreekuur (POPS), voor een gesprek met de anesthesist. Meer informatie over dit spreekuur leest u in de folder Anesthesie. Darmvoorbereiding Voor de operatie worden uw darmen geheel of gedeeltelijk gereinigd. Dit is afhankelijk van het type operatie. Bij een algehele darmreiniging krijgt u vloeistof te drinken die uw darm schoonspoelt. Bij een gedeeltelijke darmreiniging krijgt u alleen clysma’s. Pijnbestrijding De anesthesist regelt adequate pijnbestrijding voor na de operatie. Een goede pijnbestrijding zorgt ervoor dat u sneller herstelt. Infuus en katheter Tijdens de operatie wordt een slangetje in uw blaas (blaaskatheter) ingebracht. Ook krijgt u een infuus in een ader, waardoor vocht wordt gegeven. Wanneer u de eerste dag na de operatie voldoende drinkt wordt het infuus verwijderd. Meestal op de derde dag na de operatie worden de epiduraalkatheter en de blaaskatheter verwijderd. Voeding en bijvoeding Het is belangrijk dat u in optimale conditie bent voor de operatie. Daarom krijgt u tot enkele uren voor de operatie meerdere pakjes drinkvoeding (PreOP) die veel suikers bevatten. U mag de dag voor de operatie gewoon eten. Bovendien is het belangrijk dat u die dag goed drinkt. Direct na de operatie krijgt u een vloeibaar dieet, de dagen daarna krijgt u normale maaltijden aangeboden. Ook is het belangrijk dat u goed drinkt; minstens 1 liter op de dag van de operatie en minstens anderhalve liter de volgende dagen. Bovendien krijgt u na de operatie iedere dag twee pakjes energierijke bijvoeding. Beweging Het is belangrijk dat u na de operatie snel uit bed komt. Het streven is om u de dag van de operatie een poosje op de rand van het bed te laten plaatsnemen. De eerste dag na de operatie zit u 3 keer een half uur op. De tweede dag na de operatie zit u drie keer een uur op. De derde dag na de operatie zit u 3 keer twee uur op en probeert u 3 keer een wandeling over de afdeling te maken van ongeveer 15 minuten. Geef aan wanneer pijn u belemmert uit bed te komen; wij kunnen dan uw pijnmedicatie aanpassen. Roken Mocht u roken, dan raden wij u aan om enkele weken voor de operatie te stoppen. Uit onderzoek blijkt dat roken vaker complicaties veroorzaakt. Mogelijke complicaties Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo zijn er bij de operatie aan de dikke darm de normale risico’s op complicaties, als trombose, longontsteking en nabloeding. Daarnaast zijn nog enkele specifieke complicaties mogelijk. Zo is een ernstige complicatie de lekkage van de darmnaad (anastomose). Veelal moet er dan een nieuwe operatie volgen waarbij een stoma moet worden aangelegd. Wondinfecties komen vaker voor na een darmoperatie en geven aanleiding tot een vertraagde wondgenezing. Bij een acute operatie wordt de huid meestal opengelaten om wondinfecties te voorkomen. Ontslag Vanaf de derde dag na de operatie mag u naar huis op voorwaarde dat: U voelt dat u in staat bent om naar huis te gaan. U normaal eten verdraagt. De pijn goed met tabletten te bestrijden is. De zaalarts akkoord is met uw ontslag. Eventuele thuiszorg geregeld is. Bij uw ontslag krijgt u een afspraak mee voor een poliklinische controle. Wanneer u voor controle komt hangt samen met de aard van uw ziekte. Een aantal dagen na uw ontslag belt een verpleegkundige van de afdeling Chirurgie u om te vragen hoe het met u gaat. Wanneer zich thuis complicaties voordoen, kunt u contact opnemen met uw huisarts of met uw behandelend specialist, via de verpleegkundige van de polikliniek Chirurgie, telefoonnummer (0182) 50 50 50, vragen naar toestel 4021. Bij acute problemen buiten kantoortijden kunt u ook bellen met de Spoedeisende Hulp, telefoonnummer (0182) 50 53 27. Uitslag Het weefsel dat is verwijderd wordt onderzocht. Na een dag of tien is de uitslag beschikbaar en wordt dit door de arts met u besproken. Het is verstandig om iemand mee te nemen naar dit gesprek. Twee horen meer dan één en zo kunt u thuis nog eens bespreken wat u heeft gehoord. De uitslag van het weefselonderzoek zegt iets over de aard van het gezwel en hoe uitgebreid dit is. Dit betekent niet dat de chirurg precies kan voorspellen wat uw vooruitzichten zijn. Afhankelijk van de uitslag kan uw arts een aanvullende behandeling adviseren, bijvoorbeeld chemotherapie. Uiteraard ontvangt u uitgebreide informatie hierover. Ook wanneer nabehandeling niet noodzakelijk is, blijft u nog langere tijd onder controle. De onderzoeken bestaan uit regelmatig bloedonderzoek en een colonoscopie eens in de drie tot vijf jaar. Zonodig besluit de chirurg tot andere onderzoeken. Informatie Voor informatie over het ziekenhuis kunt u terecht op deze internetsite: www.ghz.nl. Ook kunt u bellen naar het algemene informatienummer (0182) 50 50 50. Misschien heeft u na het lezen van deze folder vragen die niet kunnen wachten tot de dag van operatie. Het is verstandig om de vragen voor u zelf op te schrijven. U kunt uw vragen stellen aan de verpleegkundigen van de polikliniek Chirurgie, telefoonnummer (0182) 50 50 50 of 4021. Colofon uitgave : Groene Hart Ziekenhuis, Gouda productie : Marketing & Communicatie augustus 2013 04.04.109