Inhoud Tabel 1. Oorzaken lokale pijnsyndromen Tabel 2. Bursitiden met specifieke kenmerken Tabel 3. Typische gelokaliseerde enthesopathieën/enthesitiden Tabel 4. Voornaamste zenuw entrapment syndromen Tabel 5. Oorzaken of aandoeningen geassocieerd met van het carpaal tunnelsyndroom 1 Tabel 1. Oorzaken lokale pijnsyndromen. Structuren Weke delen (nociceptieve) pijn Neuropathische pijn Gewrichtskapsel Zenuw Ligament Radix Spier Centraal zenuwstelsel Vasculaire component Pees Peesschede Bursa Enthesis Synovium Periost Oorzaken Weke delen aandoeningen Zenuw Tendinitis Entrapment Tendinopathie Neuritis Enthesitis Polyneuropathie Enthesopathie Radix Tenosynovitis Discus hernia Bursitis Spinale osteoartrose Capsulitis Radiculitis Spierkramp Centraal zenuwstelsel Spieroverbelasting Vasculaire ziekten Myopathie Syringomyelie Myelitis Myelumcompressie 2 Tabel 2. Bursitiden met specifieke kenmerken. Naam Kenmerk Bursitis subacromialis De meest voorkomend bursitis. Zie hiervoor paragraaf schouderaandoeningen Gelegen aan de dorsale zijde van de elleboog. De pijnklachten zijn over het algemeen gering en de functie van de elleboog is ongestoord Een dieper gelegen ontsteking van een van de bursae rond de trochanter major femoris. Ontstaat meestal sluipend en wordt slechts bij een kwart van de gevallen voorafgegaan door een trauma. De pijn neemt toe bij lokale druk en bij exorotatie van de heup of abductie van het been tegen weerstand. Er zijn geen pijnklachten bij flexie of extensie van de heup. Soms wordt hierbij een “snapping hip” gezien, een knappend gevoel door het afglijden van de tractus iliotibialis over de trochanter major. Gelegen tussen iliopsoas en ligamentum inguinale. De pijn straalt uit in de lies en tot de knie. Bij lopen is er een verkorte paslengte ter voorkoming van hyperextensie van de heup. Bij onderzoek bestaan drukpijn onder het ligamentum inguinale, lateraal van de arteria femoralis, en pijn bij hyperextensie van de heup Gelegen tussen de musculus gluteus maximus en de tuberositas ischii, ten gevolge van het lang zitten op een hard oppervlak (weaver’s bottom) Subcutaan gelegen en veroorzaakt door knielen of op de knieën kruipen (nonnen- of keukenmeidenknie). Deze bursitis kan vaker septisch zijn Gelegen bij de mediale zijde van de proximale tibia en vooral pijnlijk bij het bestijgen van de trap Gelegen tussen de insertie van de achillespees en de calcaneus, optredend bij sporters en door strakke schoenen Gelegen bij de aanhechting van de fascia plantaris aan de calcaneus Pijnlijke bursitis gelegen aan de mediale zijde van het kopje van MTP I, meestal bij een hallux valgus Een minder frequent voorkomende bursitis van twee of drie bursae gelegen tussen de musculus serratus anterior, subscapularis of serratus anterior en de laterale thoraxwand Bursitis olecrani Bursitis trochanterica Bursitis iliopectinea Bursitis ischiatica Bursitis pre- en infrapatellaris Bursitis anserina Bursitis retrocalcanea Bursitis calcanea Bunion Snapping scapula 3 Tabel 3. Typische gelokaliseerde enthesopathieën/enthesitiden. Naam enthesopathie Betrokken structuur Plaats aanhechting Epicondylitis lateralis Extensor carpi radialis Epicondylus lateralis humerus (tenniselleboog) longus en brevis Epicondylitis medialis Flexor carpi ulnaris en flexor Epicondylus medialis (golferselleboog) digitorum superficialis (caput humerus humerale) Trochanter enthesopathie Gluteus medius en minimus Trochanter major femoris Achillespees enthesopathie Achillespees Calcaneus Fascia plantaris enthesopathie Fascia plantaris Calcaneus Apexitis patellaris (Jumper’s Ligamentum patellae (knie- Tuberositas tibiae knee) extensoren) 4 Tabel 4. Voornaamste zenuw entrapmentsyndromen Aangedane zenuw Gebruikelijke naam Lokatie entrapment Kliniek N medianus Carpale tunnel Palmaire zijde pols, ligamentum Tintelingen in de dig. I tot en met IV. Toename van de klachten ’s transversale nachts en bij dragen van zware voorwerpen. Sensibiliteitsverlies handpalm, ulnaire zijde van de duim, dig. II, III en radiale zijde IV, zwakke abductie en oppositie van de duim, atrofie thenar N ulnaris - Mediale condylus elleboog Paresthesieën, doofheid en soms pijn ulnaire zijde dig. IV en V - Ulnaire tunnel pols [kanaal Guyon] - Os hamatum [ niet sensibele tak] Plexus brachialis Thoracic outlet - Cervicale rib (aangeboren) Houdingsafhankelijke klachten. Uitstralende pijn en paresthesieën - Fibreuze vergroting processus in schouder, onderarm en hand. Soms gepaard gaand met transversus 7de cervicale rib spierzwakte [Indien compressie van de arteria subclavia, ook (aangeboren) vasculaire symptomen] - Compressie onder musculus scalenus anterior N peroneus communis Proximale fibula Pijn kan aanwezig zijn in laterale deel van het onderbeen en het dorsum van de voet. Dropvoet. N cutaneus femoris lateralis Meralgia paresthetica Laterale zijde bovenbeen Brandende paresthesieën voorzijde van het bovenbeen. Verergering bij staan, lopen, zitten. Geen motorische uitval, dus geen spieratrofie. N tibialis posterior Tarsaal tunnel Tenosynovitis van de fibreuze tunnel van de begeleidende pezen Brandende pijn en doof gevoel in de tenen en de voetzool. Uitlokbaar door geforceerde valgus van de enkel. aan de mediale malleolus Ni plantares communes Neuralgie van Morton Kop metatarsaal III en IV Hevige pijn bij het gaan uitstralend in dig. III en IV en verdwijnend na uittrekken schoen. 5 Tabel 5. Risicofactoren geassocieerd met van het carpale tunnelsyndroom Risicofactor Commentaar Zeker een risicofactor Geslacht 1 man op 4 tot 8 vrouwen Leeftijd Piekincidentie man: 45-54 jaar Piekincidentie vrouw: 66-64 jaar Overgewicht Sterke risicofactor vooral als BMI>25 Mogelijk een risicofactor Diabetes Overgewicht als mogelijke confounder Zwangerschap Aanzienlijk deel van de klachten verdwijnt na de zwangerschap Bepaalde beroepen Blootstelling armen of handen aan repeterend werk of trillingen Recente menopauze Diabetes mellitus Hypothyroïdie Rheumatoïde artritis Acromegalie Amyloïdose Uraat tophi Benigne tumor 6