Endoscopische Mucosale Resectie

advertisement
Endoscopiecentrum
Endoscopische Mucosale Resectie
Wegnemen van afwijkingen in de oppervlakkige
wand van de slokdarm, maag of twaalfvingerige
darm
Endoscopiecentrum
U heeft afwijkingen in uw slokdarm, maag of twaalfvingerige darm.
De arts die u behandelt, heeft met u besproken dat een
Endoscopische Mucosale Resectie (EMR) een geschikte
behandeling voor u is.
Uw arts heeft u verteld wat een EMR is, hoe de
behandeling verloopt, wat de risico’s zijn en welke leefregels u in
acht moet nemen na de behandeling. In deze brochure staat deze
uitleg beschreven. U en uw omgeving kunnen zo thuis alles nog
eens rustig nalezen.
EMR
EMR is een techniek waarbij een deel van de meest oppervlakkige
laag van de wand van de slokdarm, de maag of de twaalfvingerige
darm via een endoscoop wordt verwijderd.
De afkorting EMR staat voor: Endoscopisch, gebruik
makend van de endoscoop; Mucosa, de meest oppervlakkige laag
in de wand van de slokdarm, de maag of de twaalfvingerige darm;
Resectie betekent verwijderen.
Een endoscoop is een flexibele slang met een kleine
camera. Hiermee kan de slokdarm, de maag en de twaalvingerige
darm bekeken worden. De slang van de endoscoop is hol, het
werkkanaal, waar kleine instrumenten doorheen kunnen.
EMR wordt toegepast voor de verwijdering van onrustige cellen
(dysplasie) of kanker in een heel vroeg stadium. De behandeling is
voor de meeste patiënten genezend (curatief). EMR is alleen
mogelijk als de afwijking zich beperkt tot de bovenste (opper­
vlakkigste) laag van de wand van de slokdarm, de maag of de
twaalfvingerige darm.
Het voordeel van EMR is dat er geen operatie nodig is. Daardoor is
de behandeling minder ingrijpend en is de invloed op uw dagelijks
1
Endoscopische Mucosale Resectie
leven kleiner. Ook is er minder kans op complicaties, vooral bij
oudere mensen en mensen met hart- of longaandoeningen.
Mogelijke complicaties
Bij een EMR ontstaat een wond, waardoor complicaties kunnen
optreden. Neemt u bij een mogelijke complicatie altijd contact op
met het UMCG (de telefoon-nummers vindt u achter in deze
brochure, onder het kopje 'Wanneer bellen').
Bloeding
Tijdens de behandeling kan een bloedvaatje worden geraakt.
Hierdoor kan een bloeding ontstaan. Dit treft ongeveer één op de
tien patiënten. Als dit gebeurt, wordt er direct gehandeld.
Hierdoor blijft het bloedverlies over het algemeen beperkt.
Een bloeding kan ook enige tijd na de behandeling
optreden. Daarom is het nodig, dat u drie tot vier uur na de
behandeling in het ziekenhuis blijft. Treedt er dan een bloeding op,
dan wordt direct ingegrepen. Heel zelden treedt de bloeding pas
laat op. U merkt dit doordat u bloed braakt en/of zwarte,
teerachtige, ontlasting heeft.
Perforatie
Een complicatie die zeer weinig (één op de honderd) voorkomt, is
een perforatie. Dit betekent dat er een gaatje in de wand van de
slokdarm of de maag is ontstaan. Als bij u een perforatie is
ontstaan, wordt u opgenomen in het UMCG. Het gaatje wordt dan
(eventueel) operatief gedicht.
Vernauwing (stenose)
Een vernauwing kan ontstaan als er meerdere stukjes weefsel uit
de slokdarm zijn weggehaald. De slokdarm is als het ware een
dunne pijp. Als de wond gaat genezen, ontstaat er littekenweefsel.
Dit littekenweefsel is wat stugger dan normaal slokdarmweefsel.
2
Endoscopiecentrum
Hierdoor kan de slokdarm wat nauwer en minder flexibel worden.
Het eten kan daardoor minder goed de slokdarm passeren. Deze
passageklachten beginnen meestal pas twee à drie weken na de
EMR; als de slokdarmwand genezen is en er littekenweefsel is
ontstaan. Passageklachten kunnen eventueel verholpen worden
door uw slokdarm iets op te rekken.
Vooraf
Meenemen
De meeste patiënten gaan na een EMR weer naar huis. Het is
vooraf echter niet helemaal met zekerheid te zeggen hoe u de
behandeling zult doorstaan. Het is daarom praktisch om rekening
te houden met een eventuele overnachting.
Vervoer
EMR gebeurt niet onder narcose. Wel krijgt u een rustgevend
middel en een pijnstiller toegediend. Daardoor kunt u het beter
verdragen. Dat betekent ook, dat u na de behandeling niet zelf­
standig naar huis mag en zeker niet mag autorijden of fietsen e.d.
Er moet dus iemand zijn die u ophaalt en naar huis brengt. U kunt
ons ook een taxi laten bellen.
Het plaatsen van een bijtring
Voor de behandeling krijgt u een bijtring in de mond. Deze bijtring
beschermt uw tanden en de scoop. Als u te hard op deze bijtring
bijt, kan dat tandbeschadiging geven. Dit is mede afhankelijk van
de toestand van uw gebit. Als u weet dat u een zwakke plek in uw
gebit heeft, overleg dan met uw tandarts of het verstandig is deze
te laten verstevigen voor de behandeling.
Als u denkt dat uw gebit schade kan ondervinden van het
te hard bijten op de bijtring, bespreekt u dit dan voorafgaande aan
de behandeling met de arts die u voor de behandeling heeft
doorverwezen.
3
Endoscopische Mucosale Resectie
Voorbereiding
Het is voor deze behandeling belangrijk dat u op tijd stopt met
bepaalde medicijnen en dat u nuchter bent. Leest u de instructies
hieronder daarom goed. Als u niet goed bent voorbereid, kan de
behandeling niet doorgaan.
Stoppen met bloedverdunners
Als u bloedverdunners gebruikt en daarvoor onder controle staat
van de trombosedienst, moet u hiermee een aantal dagen voor het
plaatsen van de stent stoppen.
•
Als u Sintrom of acenocoumarol gebruikt stopt u drie
dagen tevoren.
•
Als u Marcoumar of fenprocoumon gebruikt stopt u vijf
dagen tevoren.
Als u nooit mag stoppen met bloedverdunners, overleg
dan eerst met de arts die de bloedverdunners
voorschrijft.
•
Als u Plavix of clopidogrel gebruikt (meestal op
voorschrift van een cardioloog), moet u zonder meer
eerst met uw arts overleggen of u hiermee mag stoppen.
Als u na overleg met uw arts niet mag stoppen met
bloedverdunners, geeft u dit dan alstublieft door aan de arts die u
voor EMR heeft doorverwezen.
Overleg over insulinebeleid
In voorbereiding op het onderzoek mag u niet eten. Als u diabetes
mellitus (suikerziekte) heeft en insuline gebruikt is het raadzaam
om voor het onderzoek met uw arts (internist of huisarts) te
overleggen over het insulinebeleid (vóór het onderzoek en zodra u
weer mag eten). We raden u aan om insuline, insulinepen en de
bloedsuikermeter mee te nemen naar het onderzoek.
4
Endoscopiecentrum
Pacemaker of Intracardiale Defibrillator
Als u een pacemaker of een intracardiale defibrillator (ICD) heeft,
vertel dit dan aan de arts die u voor deze behandeling heeft door­
verwezen. Mogelijk moet de cardioloog voorzorgs­maatregelen
nemen.
Nuchter blijven
Voor de behandeling moet u nuchter zijn. Dat wil zeggen dat u een
aantal uur tevoren niet meer mag eten en drinken.
Dit betekent dat de slokdarm, de maag en de twaalf­
vingerige darm leeg moeten zijn. U mag daarom de avond
voorafgaand aan de behandeling vanaf 24.00 uur niet meer eten of
drinken.
Als u medicijnen gebruikt, mag u deze op de dag van de
behandeling met een klein slokje water innemen. Als u medicijnen
met een groot glas water moet innemen, doe dit dan vroeg in de
ochtend.
Verloop van de behandeling
Nadat u zich gemeld heeft bij de balie van het Endoscopiecentrum,
kunt u plaatsnemen in de wachtkamer. Omdat er verschillende
onderzoeken en behandelingen bij ons plaatsvinden, kan het lijken,
dat een ander voorgaat. Een verpleegkundige haalt u op en brengt
u naar de behandelkamer.
Voorbereiding
De arts en/of de verpleegkundige leggen u de behandeling uit en
beantwoorden eventuele vragen. U krijgt een drankje dat schuim­
vorming in de maag tegengaat. Verder wordt uw keel verdoofd.
U slikt hiervoor een lepel lidocaïnegel. Als u een gebitsprothese
draagt, of andere losse onderdelen, doet u deze uit.
5
Endoscopische Mucosale Resectie
Vervolgens krijgt u een infuusnaaldje ingebracht. Daardoor wordt
een rustgevend middel en pijnstilling toegediend, zodat u slaperig
en ontspannen wordt. De hartslag en het zuurstofgehalte in het
bloed wordt permanent gemeten met een sensor (knijpertje) op
de vinger.
Hierna gaat u op uw linkerzij op de onderzoekstafel liggen. U krijgt
de bijtring in uw mond. Op uw heup plakt de verpleegkundige een
speciale sticker. Via deze sticker kan de elektriciteit die bij de EMR
wordt gebruikt op een veilige manier uw lichaam verlaten.
De arts schuift de endoscoop voorzichtig via de keel in de
slokdarm, de maag of twaalfvingerige darm. Dit is niet pijnlijk maar
wel een onprettige ervaring. In het begin krijgt u mogelijk
braakneigingen, deze gaan echter snel weer over. Het is belangrijk
dat u zich zo goed mogelijk ontspant.
Als de slang in de maag ligt, brengt de arts via de slang lucht in de
maag, zodat deze kan ontplooien. Het kan zijn dat u daardoor een
vol gevoel krijgt en moet ' boeren '. De luchtwegen blijven vrij,
zodat u rustig kunt ademhalen.
De behandeling
EMR is eigenlijk een verzamelnaam voor verschillende technieken
waarmee de oppervlakkige laag van de wand van de slokdarm,
maag of twaalfvingerige darm kan worden verwijderd. Onder­
staand leest u hoe de drie meest gebruikte technieken verlopen:
1. Met behulp van een dunne naald spuit de arts vloeistof
onder de plaats waar zich de afwijking bevindt.
Hierdoor ontstaat een bolletje. Dit bolletje wordt
omhoog gezogen met behulp van een doorzichtig kapje
aan het uiteinde van de endoscoop. Vervolgens legt de
arts met een stroomdraad een lus om het bolletje en
trekt de lus zachtjes aan. Door de stroomdraad wordt nu
6
Endoscopiecentrum
stroom geleid. Hierdoor wordt het bolletje afgesneden
van de onderlaag.
De doorzichtige kapjes aan het uiteinde van de
endoscoop zijn er in verschillende maten. Afhankelijk van
de grootte van het kapje kan de arts stukjes weefsel
verwijderen in grootte variërend van een één tot twee
euromuntstuk.
2. Met behulp van een doorzichtig kapje aan het uiteinde
van de endoscoop wordt de afwijking omhoog gezogen.
Om het kapje zitten elastiekjes gespannen, die, nadat de
afwijking omhoog gezogen is, om de afwijking worden
geschoten. Vervolgens legt de arts een lus van stroom­
draad om het ontstane bolletje. Door deze lus wordt
stroom geleid. Hierdoor wordt het bolletje afgesneden
van de onderlaag.
3. Bij de derde techniek zit er geen kapje op het uiteinde
van de endoscoop. De arts spuit met een dunne naald
wel vloeistof onder de afwijking. Vervolgens legt de arts
met een stroomdraad direct een lus om de afwijking.
7
Endoscopische Mucosale Resectie
Deze lus van stroomdraad wordt zachtjes aangetrokken
en er wordt vervolgens stroom door de draad geleid
waardoor de afwijking van de onderlaag wordt los
gesneden. De grootte van de stukjes weefsel varieert.
Meestal is de afwijking al in de vorm van een bolletje.
Welke techniek bij u wordt toegepast hangt af van de grootte en
de vorm van de afwijking. Door gebruik te maken van de
verschillende technieken of een combinatie van technieken, kan de
arts meerdere stukjes weefsel aansluitend aan elkaar weghalen.
Duur van de behandeling
De behandeling duurt 1 tot 1 1/2 uur. Na de behandeling blijft u drie
tot vier uur ter observatie in de uitslaapkamer. Als u bent
opgenomen, gaat u na de behandeling direct terug naar de
verpleegafdeling
Na de behandeling
De arts die de EMR heeft verricht, komt meestal even langs op de
uitslaapkamer en vertelt u hoe de behandeling verlopen is. Hij of
zij bespreekt echter niet het verdere verloop van uw behandeling
met u. Dit doet de arts die u voor de EMR heeft doorverwezen.
De arts bespreekt ook met u of u naar huis gaat, of een
nacht blijft.
8
Endoscopiecentrum
Uitslag
De stukjes weefsel die uit de slokdarm, de maag of de twaalf­
vingerige darm zijn weggehaald, worden in het laboratorium door
de patholoog onderzocht. Enkele weken na de behandeling
bespreekt de arts de uitkomsten van dit onderzoek met u. Dit kan
op de polikliniek zijn, maar ook telefonisch. U hoort dan ook hoe
uw verdere behandeling en/of controle zal verlopen. De maag-,
darm- en leverarts regelt ook een afspraak voor een controleendoscopie .
Nazorg en leefregels
De eerste uren na de behandeling kunt u last hebben van een
opgeblazen gevoel en pijn in de buik. Het opgeblazen gevoel wordt
veroorzaakt door de lucht die tijdens de behandeling in de
slokdarm, maag en de twaalfvingerige darm wordt geblazen.
Pijn
De wond kan een stekende pijn geven in de bovenbuik of achter
het borstbeen. Meestal zakt deze pijn een aantal dagen na de
behandeling af. Soms kan de pijn één week tot twee weken
aanhouden.
Bij pijn kunt u paracetamol innemen, maximaal zes
tabletten van 500 mg per dag. Het is belangrijk dat u de tabletten
eerst goed oplost in water.
•
Medicijnen
Om ervoor te zorgen dat de ontstane wond goed
geneest, schrijft de arts u maagzuurremmers voor. Deze
medicijnen zorgen ervoor, dat het maagzuur zo min
mogelijk op de wond(en) inwerkt. Het recept en de
instructies voor gebruik krijgt u na de behandeling mee
naar huis.
9
Endoscopische Mucosale Resectie
•
Bloedverdunners en insuline kunnen meestal ’s avonds
weer volgens uw schema gebruikt worden, maar soms
pas de volgende dag. Uw behandelend arts spreekt dit
met u af.
Voeding
Na de behandeling is het verstandig uw slokdarm, maag en twaalf­
vingerige darm wat ‘rust’ te geven.
•
U mag de rest van de dag alleen drinken: water, limonade
en eventueel wat lauwe thee of bouillon.
•
De dag na de behandeling kunt u in principe alles weer
eten en drinken. Het is echter raadzaam te beginnen met
wat zachte voeding zoals vla, yoghurt en brood zonder
korstjes.
•
Het advies is om de eerste twee weken na de EMR niet
pittig gekruid, te zuur en te warm te eten.
•
Drink de week na de behandeling geen alcohol.
Rustig aan doen
Wij adviseren u om het de rest van de dag rustig aan te doen. De
medicijnen die zijn toegediend, beïnvloeden uw reactievermogen.
U kunt niet autorijden, machines bedienen of belangrijke
beslissingen nemen. Ook omdat u deze dag niet eet, bent u niet zo
fit als u gewend bent.
Wanneer bellen?
Neemt u direct contact met ons op als:
•
u na de behandeling bloed braakt of zwarte teerachtige
ontlasting heeft. Er kan dan sprake zijn van een late
bloeding.
•
u aanhoudende heftige pijn in de bovenbuik of achter
het borstbeen heeft, en u hoge koorts heeft.
10
Endoscopiecentrum
•
u behandeld bent aan de slokdarm en het eten de
slokdarm niet goed kan passeren.
U bereikt het Endoscopiecentrum als volgt:
•
maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 14.00 uur, via
telefoonnummer (050) 361 23 66
•
buiten deze tijden belt u het algemene nummer van het
UMCG: (050) 361 61 61 en vraagt u naar de dienstdoende
maag-, darm- en leverarts.
Vragen
Als u na het lezen van deze brochure vragen heeft, kunt u op
werkdagen tussen 8.00 – 14.00 uur contact opnemen met het
Endoscopiecentrum, via telefoonnummer (050) 361 23 66.
11
Endoscopische Mucosale Resectie
Aantekeningen
12
Patiënteninformatie vlc 880/1105
Download