231006-0611 chemotherapie.indd

advertisement
Chemotherapie
Chemotherapie
Inhoud
Inhoud
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Wat is chemotherapie?
Behandeling en tussentijdse controle
Opname in het ziekenhuis
Bijwerkingen
Psychosociale gevolgen
Vervolgcontroles
Vragen
Lijsten met gespreksonderwerpen
• voor de behandeling
• tussentijdse controles
• na de behandeling
• vervolgcontroles
9. Redenen om een arts te waarschuwen
10.Folders
1
chemotherapie
2
2
3
4
7
7
8
8
8
9
9
10
10
11
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Wat is chemotherapie?
Behandeling en tussentijdse controle
Opname in het ziekenhuis
Bijwerkingen
Psychosociale gevolgen
Vervolgcontroles
Vragen
Lijsten met gespreksonderwerpen
• voor de behandeling
• tussentijdse controles
• na de behandeling
• vervolgcontroles
9. Redenen om een arts te waarschuwen
10.Folders
1
chemotherapie
2
2
3
4
7
7
8
8
8
9
9
10
10
11
1. Wat is chemotherapie?
1. Wat is chemotherapie?
Chemotherapie is behandeling met medicijnen die ook wel
‘cytostatica’ worden genoemd. De medicijnen die worden
gegeven bij chemotherapie, hebben als belangrijkste eigenschap dat ze de groei van kankercellen afremmen of de cellen doden. Bijna alle cytostatica worden toegediend via een
infuus. Een ander woord voor een infuus met cytostatica is
‘chemokuur’.
Toediening via een infuus betekent dat de medicijnen via het
bloed door het hele lichaam worden verspreid. Daardoor
kunnen ze ook de gezonde cellen beschadigen. Dit is de
reden waarom chemotherapie vaak gepaard gaat met bijwerkingen.
Chemotherapie is behandeling met medicijnen die ook wel
‘cytostatica’ worden genoemd. De medicijnen die worden
gegeven bij chemotherapie, hebben als belangrijkste eigenschap dat ze de groei van kankercellen afremmen of de cellen doden. Bijna alle cytostatica worden toegediend via een
infuus. Een ander woord voor een infuus met cytostatica is
‘chemokuur’.
Toediening via een infuus betekent dat de medicijnen via het
bloed door het hele lichaam worden verspreid. Daardoor
kunnen ze ook de gezonde cellen beschadigen. Dit is de
reden waarom chemotherapie vaak gepaard gaat met bijwerkingen.
2. Behandeling en tussentijdse controle
2
2. Behandeling en tussentijdse controle
Vaak krijgen mensen een combinatie van cytostatica.
Dit gebeurt omdat deze medicijnen elkaars effect kunnen
versterken. Van uw specialist hoort u welke medicijnen voor
u het meest geschikt zijn en wat de werking en de bijwerking
van deze medicijnen zijn.
Bij sommige chemokuren krijgt de patiënte overdag het infuus met medicijnen en kan zij dezelfde dag nog naar huis.
Bij andere kuren bent u enkele dagen in het ziekenhuis.
De specialist bespreekt met u welke chemokuur u krijgt en
hoe lang u hiervoor in het ziekenhuis moet blijven.
Vaak krijgen mensen een combinatie van cytostatica.
Dit gebeurt omdat deze medicijnen elkaars effect kunnen
versterken. Van uw specialist hoort u welke medicijnen voor
u het meest geschikt zijn en wat de werking en de bijwerking
van deze medicijnen zijn.
Bij sommige chemokuren krijgt de patiënte overdag het infuus met medicijnen en kan zij dezelfde dag nog naar huis.
Bij andere kuren bent u enkele dagen in het ziekenhuis.
De specialist bespreekt met u welke chemokuur u krijgt en
hoe lang u hiervoor in het ziekenhuis moet blijven.
Voor alle medicijnen geldt dat ze via de lever of via de nieren
worden verwerkt om het lichaam weer te verlaten. Als de
medicijnen door de nieren moeten worden verwerkt, is het
bij sommige medicijnen belangrijk dat de nieren vóór en na
Voor alle medicijnen geldt dat ze via de lever of via de nieren
worden verwerkt om het lichaam weer te verlaten. Als de
medicijnen door de nieren moeten worden verwerkt, is het
bij sommige medicijnen belangrijk dat de nieren vóór en na
chemotherapie
2
chemotherapie
de chemokuur goed worden ‘doorgespoeld’, anders zouden
de nieren beschadigd kunnen raken. Dit spoelen van de nieren met vocht, gebeurt via een infuus en kost meer tijd dan
het toedienen van de medicijnen zelf.
de chemokuur goed worden ‘doorgespoeld’, anders zouden
de nieren beschadigd kunnen raken. Dit spoelen van de nieren met vocht, gebeurt via een infuus en kost meer tijd dan
het toedienen van de medicijnen zelf.
Om resultaat te hebben, moet u de medicijnen gedurende
een langere periode gebruiken. Dit betekent dat u na de
kuur (van een of meer dagen) naar huis gaat om te rusten.
Na een korte tijd wordt u voor een gesprek met uw specialist op de polikliniek Oncologiecentrum verwacht. Via regelmatig bloedonderzoek kan de specialist controleren hoe u
op de kuur gereageerd hebt. Tijdens de tussentijdse controle
op de polikliniek wordt de volgende kuur gepland. De pauze
tussen kuren is meestal drie tot vier weken.
Om resultaat te hebben, moet u de medicijnen gedurende
een langere periode gebruiken. Dit betekent dat u na de
kuur (van een of meer dagen) naar huis gaat om te rusten.
Na een korte tijd wordt u voor een gesprek met uw specialist op de polikliniek Oncologiecentrum verwacht. Via regelmatig bloedonderzoek kan de specialist controleren hoe u
op de kuur gereageerd hebt. Tijdens de tussentijdse controle
op de polikliniek wordt de volgende kuur gepland. De pauze
tussen kuren is meestal drie tot vier weken.
3. Opname in het ziekenhuis
3
3. Opname in het ziekenhuis
Om de chemokuur te ondergaan wordt u één of meer
dagen opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens de opnamedag
krijgt u veel informatie. De ervaring leert dat veel informatie
in een dergelijke stressvolle situatie deels verloren kan gaan.
Het is daarom belangrijk dat uw partner of eventueel iemand
uit uw naaste omgeving, meekomt naar het ziekenhuis.
Om de chemokuur te ondergaan wordt u één of meer
dagen opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens de opnamedag
krijgt u veel informatie. De ervaring leert dat veel informatie
in een dergelijke stressvolle situatie deels verloren kan gaan.
Het is daarom belangrijk dat uw partner of eventueel iemand
uit uw naaste omgeving, meekomt naar het ziekenhuis.
Tijdens uw opname komen verschillende mensen bij u langs
voor een gesprek. Dit kunnen onder andere een verpleegkundige, een co-assistent, een zaalarts of een van de specialisten zijn. U kunt zich hierop voorbereiden aan de hand van
de lijst met gespreksonderwerpen verderop in dit boekje.
Tijdens uw opname komen verschillende mensen bij u langs
voor een gesprek. Dit kunnen onder andere een verpleegkundige, een co-assistent, een zaalarts of een van de specialisten zijn. U kunt zich hierop voorbereiden aan de hand van
de lijst met gespreksonderwerpen verderop in dit boekje.
chemotherapie
3
chemotherapie
4. Bijwerkingen
4
4. Bijwerkingen
Door het toedienen van de medicijnen kunnen bijwerkingen
optreden. Het is niet voorspelbaar of dit bij u het geval zal
zijn. Twijfelt u over de ontstane klachten, dan kunt u tijdens
de kuur een van de zorgverleners raadplegen. Ontstaan de
klachten in de periode van rust dan vormt de lijst van redenen om een arts te waarschuwen een goede leidraad. Deze
lijst treft u aan achter in dit boekje. Aarzelt u vooral niet om
bij twijfel contact op te nemen met het ziekenhuis.
De specialist zal bij ieder bezoek aan de polikliniek informeren naar aanwezige bijwerkingen. Het wel of niet optreden
van bijwerkingen wil niets zeggen over het effect van de
behandeling. Voorkomende bijwerkingen zijn:
Door het toedienen van de medicijnen kunnen bijwerkingen
optreden. Het is niet voorspelbaar of dit bij u het geval zal
zijn. Twijfelt u over de ontstane klachten, dan kunt u tijdens
de kuur een van de zorgverleners raadplegen. Ontstaan de
klachten in de periode van rust dan vormt de lijst van redenen om een arts te waarschuwen een goede leidraad. Deze
lijst treft u aan achter in dit boekje. Aarzelt u vooral niet om
bij twijfel contact op te nemen met het ziekenhuis.
De specialist zal bij ieder bezoek aan de polikliniek informeren naar aanwezige bijwerkingen. Het wel of niet optreden
van bijwerkingen wil niets zeggen over het effect van de
behandeling. Voorkomende bijwerkingen zijn:
Verminderde eetlust, misselijkheid en braken
Veel patiënten kunnen last hebben van misselijkheid en braken. Vaak helpt het als u ervoor zorgt dat u geen lege maag
hebt. U kunt dan ook beter een aantal keren per dag een
beetje eten, dan drie keer per dag een uitgebreide maaltijd.
Ook kan de specialist u een middel geven dat de misselijkheid tegengaat.
Verminderde eetlust, misselijkheid en braken
Veel patiënten kunnen last hebben van misselijkheid en braken. Vaak helpt het als u ervoor zorgt dat u geen lege maag
hebt. U kunt dan ook beter een aantal keren per dag een
beetje eten, dan drie keer per dag een uitgebreide maaltijd.
Ook kan de specialist u een middel geven dat de misselijkheid tegengaat.
Smaakverandering
Smaakverandering kan leiden tot verminderde eetlust. Probeer veel verschillende producten uit, verder is hier niet veel
tegen te doen.
Smaakverandering
Smaakverandering kan leiden tot verminderde eetlust. Probeer veel verschillende producten uit, verder is hier niet veel
tegen te doen.
chemotherapie
4
chemotherapie
5
Vermoeidheid/verminderde energie
Het is mogelijk dat u door de behandeling sneller vermoeid
en emotioneel geprikkeld raakt. Wanneer u last krijgt van dit
soort gevoelens, is het goed om te weten dat deze na enige
tijd meestal weer vanzelf verdwijnen.
Vermoeidheid/verminderde energie
Het is mogelijk dat u door de behandeling sneller vermoeid
en emotioneel geprikkeld raakt. Wanneer u last krijgt van dit
soort gevoelens, is het goed om te weten dat deze na enige
tijd meestal weer vanzelf verdwijnen.
Irritatie en/of ontsteking van het mondslijmvlies
Sommige medicijnen tasten het slijmvlies aan. Daardoor kunt
u last krijgen van zweertjes in de mond, op de lippen of aan
de mondhoeken. Vaak helpt het als u uw mond vier tot zes
maal per dag spoelt met kamillethee of water. Vet regelmatig
uw lippen in, dan ontstaan er minder snel kloofjes. Hebt u
vaker last van deze klachten, meld dit dan aan uw arts. Als u
een (controle)bezoek brengt aan uw tandarts, vermeld dan
altijd dat u chemotherapie krijgt.
Irritatie en/of ontsteking van het mondslijmvlies
Sommige medicijnen tasten het slijmvlies aan. Daardoor kunt
u last krijgen van zweertjes in de mond, op de lippen of aan
de mondhoeken. Vaak helpt het als u uw mond vier tot zes
maal per dag spoelt met kamillethee of water. Vet regelmatig
uw lippen in, dan ontstaan er minder snel kloofjes. Hebt u
vaker last van deze klachten, meld dit dan aan uw arts. Als u
een (controle)bezoek brengt aan uw tandarts, vermeld dan
altijd dat u chemotherapie krijgt.
Dun of uitvallend haar
Sommige cytostatica veroorzaken haaruitval, niet alleen van
hoofdhaar maar ook van wimpers, wenkbrauwen, okselharen
en schaamhaar. In alle gevallen, ook als kaalheid optreedt, is
deze haaruitval tijdelijk. Soms beginnen de haren al tijdens de
behandeling weer te groeien.
Sommige mensen voelen zich prettig met een pruik. U kunt
hiervoor naar uw eigen kapper of naar een gespecialiseerde
kapper. Meer informatie hierover kunt u vinden in het Ontmoetingscentrum.
Dun of uitvallend haar
Sommige cytostatica veroorzaken haaruitval, niet alleen van
hoofdhaar maar ook van wimpers, wenkbrauwen, okselharen
en schaamhaar. In alle gevallen, ook als kaalheid optreedt, is
deze haaruitval tijdelijk. Soms beginnen de haren al tijdens de
behandeling weer te groeien.
Sommige mensen voelen zich prettig met een pruik. U kunt
hiervoor naar uw eigen kapper of naar een gespecialiseerde
kapper. Meer informatie hierover kunt u vinden in het Ontmoetingscentrum.
Verandering van het ontlastingspatroon
Bij diarree: Zorg dat u voldoende drinkt, minimaal één liter
per dag. Gebruik per dag een aantal koppen bouillon en/of
tomaten-groentensap. Verder vaak kleine maaltijden gebruiken, zonder gasvormers als kool, ui en prei.
Verandering van het ontlastingspatroon
Bij diarree: Zorg dat u voldoende drinkt, minimaal één liter
per dag. Gebruik per dag een aantal koppen bouillon en/of
tomaten-groentensap. Verder vaak kleine maaltijden gebruiken, zonder gasvormers als kool, ui en prei.
chemotherapie
5
chemotherapie
6
Wees voorzichtig met suiker. Hebt u vaak last van diarree,
meld dit aan uw arts.
Bij verstopping: Zorg dat u voldoende drinkt, zeker twee
liter per dag. Gebruik een vezelrijke voeding (bruin of volkoren brood, groenten en fruit). Als u regelmatig last hebt van
verstopping, meld dit aan uw arts.
Wees voorzichtig met suiker. Hebt u vaak last van diarree,
meld dit aan uw arts.
Bij verstopping: Zorg dat u voldoende drinkt, zeker twee
liter per dag. Gebruik een vezelrijke voeding (bruin of volkoren brood, groenten en fruit). Als u regelmatig last hebt van
verstopping, meld dit aan uw arts.
Droge huid
Onder invloed van de medicijnen kan de huid droog en/of
schilferig worden. Gebruik regelmatig een bodylotion om dit
zoveel mogelijk tegen te gaan. Uw huid kan ook gevoeliger
zijn dan normaal en sneller verbranden in de zon.
Droge huid
Onder invloed van de medicijnen kan de huid droog en/of
schilferig worden. Gebruik regelmatig een bodylotion om dit
zoveel mogelijk tegen te gaan. Uw huid kan ook gevoeliger
zijn dan normaal en sneller verbranden in de zon.
Branderige ogen
Door uitdroging van slijmvliezen kunnen de ogen uitdrogen.
De specialist kan u eventueel oogdruppels voorschrijven.
Branderige ogen
Door uitdroging van slijmvliezen kunnen de ogen uitdrogen.
De specialist kan u eventueel oogdruppels voorschrijven.
Prikkelende handen en voeten
Sommige middelen hebben als bijwerking dat ze de kleine
zenuwuiteinden in handen en voeten beschadigen. Dit kan
gepaard gaan met tintelingen en een prikkelend, soms pijnlijk
gevoel in handen en voeten. Soms kan dit het lopen of vastpakken van voorwerpen beïnvloeden. Deze klachten treden
meestal pas later in de behandeling op en hebben veelal een
tijdelijk karakter. Soms zijn deze klachten hardnekkig.
Prikkelende handen en voeten
Sommige middelen hebben als bijwerking dat ze de kleine
zenuwuiteinden in handen en voeten beschadigen. Dit kan
gepaard gaan met tintelingen en een prikkelend, soms pijnlijk
gevoel in handen en voeten. Soms kan dit het lopen of vastpakken van voorwerpen beïnvloeden. Deze klachten treden
meestal pas later in de behandeling op en hebben veelal een
tijdelijk karakter. Soms zijn deze klachten hardnekkig.
Oorsuizing / gehoorsvermindering
Bij bepaalde medicijnen kunt u, later in de behandeling, oorsuizingen krijgen of (lichte) gehoorsvermindering. Uw specialist kan u vertellen of dit voor u van
toepassing is.
Oorsuizing / gehoorsvermindering
Bij bepaalde medicijnen kunt u, later in de behandeling, oorsuizingen krijgen of (lichte) gehoorsvermindering. Uw specialist kan u vertellen of dit voor u van
toepassing is.
chemotherapie
6
chemotherapie
5. Psychosociale gevolgen
5. Psychosociale gevolgen
De behandeling met chemotherapie kan veel van u vergen.
Daarbij komt nog de onzekerheid of de behandeling werkelijk zal helpen. Veel patiënten kennen dan ook momenten
waarop zij de moed verliezen, angstig zijn en zich afvragen of
het wel allemaal de moeite waard is. Praten over zorgen en
problemen is vaak moeilijk. Uit bezorgdheid voor elkaar worden gevoelens in veel gevallen verzwegen. Erover praten met
uw partner, familieleden, vrienden en kennissen kan vaak veel
betekenen. Natuurlijk kunt u over deze zaken ook praten
met de artsen en de verpleging. Verder werken in het azM/
Maastricht UMC+ mensen, zoals maatschappelijk werkers en
geestelijk verzorgers, die u kunnen ondersteunen bij verschillende praktische en emotionele problemen.
Zie verder hoofdstuk 6 “Zorgmogelijkheden”.
De behandeling met chemotherapie kan veel van u vergen.
Daarbij komt nog de onzekerheid of de behandeling werkelijk zal helpen. Veel patiënten kennen dan ook momenten
waarop zij de moed verliezen, angstig zijn en zich afvragen of
het wel allemaal de moeite waard is. Praten over zorgen en
problemen is vaak moeilijk. Uit bezorgdheid voor elkaar worden gevoelens in veel gevallen verzwegen. Erover praten met
uw partner, familieleden, vrienden en kennissen kan vaak veel
betekenen. Natuurlijk kunt u over deze zaken ook praten
met de artsen en de verpleging. Verder werken in het azM/
Maastricht UMC+ mensen, zoals maatschappelijk werkers en
geestelijk verzorgers, die u kunnen ondersteunen bij verschillende praktische en emotionele problemen.
Zie verder hoofdstuk 6 “Zorgmogelijkheden”.
6. Vervolgcontroles
6. Vervolgcontroles
Als de chemotherapie is afgerond en u geen aanvullende
behandeling krijgt, dan komt u nog een tijd op controle bij
de polikliniek Oncologiecentrum. De specialist spreekt met u
een controleschema af. Controle is erg belangrijk om het effect van uw behandeling en de mogelijke bijwerkingen te volgen. De eerste tijd kan de controle bijvoorbeeld om de drie
maanden gebeuren. Als de uitslagen bevredigend zijn, kan dat
later om de zes maanden of om het jaar worden. Het is niet
te zeggen hoe lang u voor controle moet terugkomen. Dat
hangt af van de soort kanker en hoe de behandeling bij u is
verlopen.
7
chemotherapie
Als de chemotherapie is afgerond en u geen aanvullende
behandeling krijgt, dan komt u nog een tijd op controle bij
de polikliniek Oncologiecentrum. De specialist spreekt met u
een controleschema af. Controle is erg belangrijk om het effect van uw behandeling en de mogelijke bijwerkingen te volgen. De eerste tijd kan de controle bijvoorbeeld om de drie
maanden gebeuren. Als de uitslagen bevredigend zijn, kan dat
later om de zes maanden of om het jaar worden. Het is niet
te zeggen hoe lang u voor controle moet terugkomen. Dat
hangt af van de soort kanker en hoe de behandeling bij u is
verlopen.
7
chemotherapie
Tijdens deze controles kunt u eventuele lichamelijke en geestelijke klachten
bespreken. De specialist doet meestal een lichamelijk en
inwendig onderzoek. Soms is het nodig dat u bloed laat prikken en een röntgenfoto of CT-scan laat maken. U kunt zich
aan de hand van de vierde lijst met
gespreksonderwerpen voorbereiden op de controlegesprekken.
Tijdens deze controles kunt u eventuele lichamelijke en geestelijke klachten
bespreken. De specialist doet meestal een lichamelijk en
inwendig onderzoek. Soms is het nodig dat u bloed laat prikken en een röntgenfoto of CT-scan laat maken. U kunt zich
aan de hand van de vierde lijst met
gespreksonderwerpen voorbereiden op de controlegesprekken.
7. Vragen
7. Vragen
Het kan zijn dat bepaalde informatie voor u niet duidelijk was
of misschien is iets in een gesprek onvoldoende aan de orde
geweest. Aarzelt u dan niet en vraag de desbetreffende arts
of verpleegkundige in het eerstvolgend contact om informatie of verduidelijking, ook als het u al een keer verteld is!
Het kan zijn dat bepaalde informatie voor u niet duidelijk was
of misschien is iets in een gesprek onvoldoende aan de orde
geweest. Aarzelt u dan niet en vraag de desbetreffende arts
of verpleegkundige in het eerstvolgend contact om informatie of verduidelijking, ook als het u al een keer verteld is!
8. Lijst met gespreksonderwerpen
8. Lijst met gespreksonderwerpen
Voor de behandeling
• Waarom chemotherapie
• Uitleg werking
• Behandeling:
• soort
• duur
• opbouw
• Bijwerkingen:
• korte termijn
• lange termijn
• Seksualiteit tijdens de behandelingsperiode
Voor de behandeling
• Waarom chemotherapie
• Uitleg werking
• Behandeling:
• soort
• duur
• opbouw
• Bijwerkingen:
• korte termijn
• lange termijn
• Seksualiteit tijdens de behandelingsperiode
8
chemotherapie
8
chemotherapie
•
•
•
•
•
•
9
Controles gedurende en na de behandelingsperiode
Algemene gang van zaken op de verpleegafdeling
Gang van zaken afdeling
Geschatte duur van opname
Eventuele vervolgbehandeling
Wat wil ik nog vragen
•
•
•
•
•
•
Controles gedurende en na de behandelingsperiode
Algemene gang van zaken op de verpleegafdeling
Gang van zaken afdeling
Geschatte duur van opname
Eventuele vervolgbehandeling
Wat wil ik nog vragen
Tussentijdse controles
• Uitslag bloedonderzoek
• Bijwerkingen
• Afspraak voor bloedprikken
• Afspraak voor volgende kuur
• Wat wil ik nog vragen
Tussentijdse controles
• Uitslag bloedonderzoek
• Bijwerkingen
• Afspraak voor bloedprikken
• Afspraak voor volgende kuur
• Wat wil ik nog vragen
Na de behandeling
• Lichaamsverzorging
• Medicijngebruik
• Eventuele vervolgbehandeling + onderzoek
• Hervatting werk:
• in/rond huis
• buitenshuis
• Seksualiteit
• Rol van de huisarts
• Voeding na de behandeling
• Zelfhulpgroepen / patiëntenverenigingen
• Hulp thuissituatie
• Vervolgbezoek polikliniek
• Psychosociale gevolgen van de behandeling
• Redenen om een arts te waarschuwen
• Waar kan ik terecht met vragen
• Wat wil ik nog vragen
Na de behandeling
• Lichaamsverzorging
• Medicijngebruik
• Eventuele vervolgbehandeling + onderzoek
• Hervatting werk:
• in/rond huis
• buitenshuis
• Seksualiteit
• Rol van de huisarts
• Voeding na de behandeling
• Zelfhulpgroepen / patiëntenverenigingen
• Hulp thuissituatie
• Vervolgbezoek polikliniek
• Psychosociale gevolgen van de behandeling
• Redenen om een arts te waarschuwen
• Waar kan ik terecht met vragen
• Wat wil ik nog vragen
chemotherapie
9
chemotherapie
Vervolgcontroles
Schrijf hier uw eigen vragen op en (eventueel) de informatie
die u van de specialist krijgt.
Vervolgcontroles
Schrijf hier uw eigen vragen op en (eventueel) de informatie
die u van de specialist krijgt.
9. Redenen om een arts te waarschuwen
9. Redenen om een arts te waarschuwen
Bij deze klachten nog dezelfde dag uw arts waarschuwen:
• Koorts boven 38°C.
• Koude rillingen.
• Langdurige bloedneuzen (langer dan 30 minuten).
•Blauwe plekken, zonder dat u bent gevallen of zich hebt
gestoten.
•Aanhoudend bloeden van een wondje (langer dan 30
minuten).
• Bloed in de ontlasting of urine.
• Pijn niet reagerend op de voorgeschreven pijnmedicatie.
Bij deze klachten nog dezelfde dag uw arts waarschuwen:
• Koorts boven 38°C.
• Koude rillingen.
• Langdurige bloedneuzen (langer dan 30 minuten).
•Blauwe plekken, zonder dat u bent gevallen of zich hebt
gestoten.
•Aanhoudend bloeden van een wondje (langer dan 30
minuten).
• Bloed in de ontlasting of urine.
• Pijn niet reagerend op de voorgeschreven pijnmedicatie.
10
chemotherapie
10
chemotherapie
Bij deze klachten na een dag /aantal dagen uw arts
waarschuwen:
• Braken langer dan 24 uur.
• Diarree langer dan 48 uur.
• Obstipatie (verstopping) langer dan vier dagen.
• Plotselinge huiduitslag.
Bij deze klachten na een dag /aantal dagen uw arts
waarschuwen:
• Braken langer dan 24 uur.
• Diarree langer dan 48 uur.
• Obstipatie (verstopping) langer dan vier dagen.
• Plotselinge huiduitslag.
Als u twijfelt of onzeker bent over bepaalde klachten die u
hebt, neem dan contact op met uw specialist, de oncologieverpleegkundige of uw huisarts.
Als u twijfelt of onzeker bent over bepaalde klachten die u
hebt, neem dan contact op met uw specialist, de oncologieverpleegkundige of uw huisarts.
10. Folders
10. Folders
Hieronder worden de folders genoemd die op dit moment
belangrijk voor u kunnen zijn. Deze folders zijn te verkrijgen
bij de polikliniek, verpleegafdeling C2 en het Ontmoetingscentrum.
Hieronder worden de folders genoemd die op dit moment
belangrijk voor u kunnen zijn. Deze folders zijn te verkrijgen
bij de polikliniek, verpleegafdeling C2 en het Ontmoetingscentrum.
• Chemotherapie
• Haarwerkers
• Vermoeidheid bij kanker
• Chemotherapie
• Haarwerkers
• Vermoeidheid bij kanker
231006-0611
11
231006-0611
chemotherapie
11
chemotherapie
Download