Achtergrondinformatie wijziging bloeddonatiebeleid MSM: een einde aan de permanente uitsluiting. Versie: 12 november 2015 Wat vooraf ging: Eind jaren ‘80 van de vorige eeuw hebben bloedbanken en het COC alle MSM opgeroepen zich terug te trekken als bloeddonor. Deze actie op basis van vrijwilligheid is later vastgelegd in beleid en wel in de permanente uitsluiting van MSM van bloeddonatie. Dat is niet uniek voor Nederland; een meerderheid van Europese landen deed dit ook. In 2012 dringt een meerderheid van de Tweede Kamer naar aanleiding van een motie van D66 er bij de Minister van VWS op aan om direct een einde te maken aan permanente uitsluiting en over te gaan op selectie op grond van risicogedrag (dus bij geen risicogedrag wel bloed doneren). De minister nam dit voorstel niet over, omdat de veiligheid van bloeddonaties dan niet gegarandeerd kan worden, maar liet wel onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor aanpassing van de permanente uitsluiting. Het standpunt van Soa Aids Nederland destijds: wij zien geen aanleiding voor wijziging permanente uitsluiting (zie hieronder: bijlage 1). In maart 2015 deelt de minister nieuwe inzichten uit onderzoek: er blijken medischwetenschappelijke argumenten te zijn voor aanpassing van permanente uitsluiting. Ze gaat in gesprek met de Nederlandse Vereniging van Hemofiliepatiënten, het COC en Sanquin (verantwoordelijk voor bloeddonaties). Het standpunt van het Aids Fonds en Soa Aids Nederland destijds: homomannen moeten bloed kunnen doneren, nu blijkt dit verantwoord is. Het Nederlandse College voor de Rechten van de Mens heeft op 24 april de uitspraak gedaan dat permanente uitsluiting van MSM op basis van huidige inzichten niet langer gerechtvaardigd is. Het Europese Hof van Justitie heeft op 29 april de uitspraak gedaan dat permanente uitsluiting gerechtvaardigd kan zijn, maar alleen als vastgesteld is dat er gezien de specifieke epidemiologische situatie in afzonderlijke landen geen minder zwaar wegende maatregelen mogelijk zijn. Het besluit van de minister: De Minister van VWS heeft 28 oktober 2015 het standpunt ingenomen dat MSM bloed kunnen doneren 12 maanden na het laatste seksuele contact met een man. Zij heeft Sanquin (verantwoordelijk voor bloeddonaties) gevraag het selectiebeleid aan te passen; dat zal per 1 december 2015 gebeuren. Nederland sluit hiermee aan bij positieve ervaringen in Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Frankrijk volgt dit beleid inmiddels ook. Buiten Europa bestaat het al in de Verenigde Staten en wordt het overwogen in Canada. De minister vraagt Sanquin internationale ontwikkelingen goed te volgen en te onderzoeken of en onder welke voorwaarden een kortere wachttijd dan 12 maanden na het laatste seksuele contact kan worden gehanteerd. Bij de invoering van het nieuwe beleid, per 1 december, zal door Sanquin duidelijker worden gemaakt wat onder een seksueel contact wordt verstaan en ook wat de windowperiodes van verschillende infecties zijn. Dit om eventuele misverstanden te voorkomen. Het standpunt van Aids Fonds en Soa Aids Nederland: Aids Fonds en Soa Aids Nederland zijn blij dat er een eind komt aan de permanente uitsluiting van MSM voor bloeddonatie, zonder dat dit afbreuk doet aan de veiligheid van bloeddonaties. Ook stellen we het op prijs dat de minister de mogelijkheid openhoudt voor een kortere wachttijd, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en internationale ervaringen. Reacties van de betrokken partijen op het besluit van de minister: Het COC laat weten teleurgesteld te zijn: het nieuwe beleid is nauwelijks van praktisch belang voor seksueel actieve homomannen, het COC wil dat alleen risicogedrag bepalend wordt voor de vraag of iemand bloed mag doneren. De NVHP heeft in een persbericht gemeld dat ze teleurgesteld is over het besluit van de Minister: “dit is mogelijk een extra risico op levensbedreigende infecties voor ontvangers van bloed en bloedproducten”. NB: de koppen in artikelen in de Telegraaf en Skipr (Bloed homo gevaar voor mensen met hemofilie) zijn ondanks de suggestie niet wat de NVHP heeft gezegd. NVHP-lid Cees Smit laat in een reactie op Skipr weten dat hun persbericht aanzienlijk genuanceerder is QA over selectiemethoden bloeddonaties: Waarom moet je infecties uitsluiten van bloeddonaties? In de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn overal in de wereld hemofiliepatiënten geïnfecteerd geraakt door bloeddonaties. In Nederland zijn toen op die manier 170 van circa 1.200 hemofiliepatiënten met hiv geïnfecteerd. Alle hemofiliepatiënten, die vóór 1985 met stollingsfactoren zijn behandeld, zijn geïnfecteerd met het hepatitis C-virus. Iedereen die in de situatie komt dat men een bloeddonatie nodig heeft, wil dat die dan ook veilig is. Dit betekent dat beleid moet uitsluiten dat infecties via bloeddonatie plaats kunnen vinden. Het doel daarbij is: 0 infecties via bloeddonatie. Uit onderzoek blijkt dat het tot nu toe in Nederland gelukt is het aantal infecties via bloeddonatie heel laag te houden. Om welke infecties gaat het? Het gaat niet alleen om hiv, maar ook hepatitis B, hepatitis C en syfilis. Waarom is testen van bloeddonaties op die infecties niet voldoende? Tussen het oplopen van een infectie en het moment dat een test de infectie kan aantonen zit een periode (window-periode). Met de modernste technieken duurt de window-periode bij hepatitis C-virus ongeveer zeven dagen, bij hiv ongeveer twaalf dagen, en bij hepatitis B-virus circa 25 dagen met uitschieters naar zes maanden. Hoe vindt donorselectie nu plaats? Donoren worden voor donatie gescreend door middel van een vragenlijst en een gesprek met een donorarts. Donoren met een verhoogd risico op infecties worden vervolgens van donatie uitgesloten. Naast MSM geld dit bijvoorbeeld ook voor mensen die een tijd naar het buitenland zijn geweest, die zelf bloedtransfusies hebben ontvangen of die tijdens de BSE-crisis in het Verenigd Koninkrijk woonden. Waarom worden MSM als groep uitgesloten en niet per individu Het risico dat iemand een infectie onder de leden heeft zonder dat zelf te weten is niet alleen afhankelijk van het gedrag. De kans een infectie op te lopen wordt bepaald door het gedrag in combinatie met de aanwezigheid van een virus in de betreffende groep. De kans op hiv bij heteroseksueel contact is in Nederland bijvoorbeeld laag, maar in een land als Zuid-Afrika juist heel hoog. De risico’s verschillen niet door het gedrag maar door de infectierisico’s in de omgeving. De huidige donorselectie is gebaseerd op een combinatie van gegevens over individueel gedrag en epidemiologische gegevens over het vóórkomen van infecties in de groep. Die epidemiologische gegevens worden voortdurend geactualiseerd. Waarom worden MSM in Nederland uitgesloten van donatie en niet heteroseksuelen met eenzelfde gedrag? In Nederland komen infecties met hiv, hepatitis B en C en syfilis aanzienlijk vaker voor onder mannen die seks hebben met mannen dan onder heteroseksuele vrouwen en mannen. Dat verschil is groot en is de afgelopen periode in Nederland alleen maar toegenomen. Wanneer het risico op hiv-infectie in Nederland voor MSM wordt vergeleken met heteroseksuelen, ligt het jaarlijkse aantal nieuwe hiv-diagnoses bij MSM ongeveer honderd maal hoger dan bij heteroseksuelen. Dit betekent dat de kans, dat een bloeddonatie in de window-periode van een MSM een infectie heeft, aanzienlijk groter is dan bij een bloeddonatie van een heteroseksuele man of vrouw. Waarom wordt veilig vrijen (condoomgebruik) niet gebruikt als selectiecriterium? Het feit dat condooms zijn gebruikt garandeert onvoldoende dat alle risico’s op infecties zijn uitgesloten. Incidenten in de vorm van scheuren of afglijden komen in de praktijk regelmatig voor; niet altijd wordt dit opgemerkt. Voorafgaand aan condoomgebruik is soms al sprake van genitaal, anaal of oraal contact met infectierisico’s en soms wordt het condoom voortijdig afgedaan. Het is ondoenlijk dat donorartsen gedetailleerd doorvragen naar (on)beschermde seksuele contacten en details van eventuele incidenten bij condoomgebruik. De huidige vragen naar hun seksuele gedrag worden door potentiele donors nu al als een inbreuk op hun privacy ervaren. Waarom wordt monogame relatie niet gebruikt als selectiecriterium Er zijn geen landen bekend die het criterium ‘monogame relatie’ hanteren bij de selectie van bloeddonors. Er zijn dus geen gegevens over de effectiviteit van dit selectiecriterium. Het hebben van een monogame relatie lijkt echter geen betrouwbaar criterium voor een veilige bloedvoorziening. Uit een Nederlandse studie blijkt namelijk bij 26 procent van de hiv-infecties bij MSM de vaste sekspartner de bron te zijn. De donorarts spreekt alleen de (potentiële) donor en niet diens vaste partner tijdens de donorkeuring. Dit kan leiden tot een verhoogd risico op donaties door MSM die, onwetend, kort tevoren door hun vaste seksuele partner besmet zijn geraakt met hiv of een ander bloed overdraagbaar virus. Waarom worden alternatieven zoals in Italië of Spanje niet gebruikt? In deze landen wordt het hebben van een nieuwe of meerdere sekspartner(s) als risicovol beschouwd en de betreffende (potentiële) donor wordt dan tijdelijk uitgesloten van bloeddonatie. Uit cijfers van de Raad van Europa blijkt dat het aantal nieuwe infecties van hiv, hepatitis B- en hepatitis C-virus onder trouwe donors in Italië en Spanje structureel een factor vijf tot negen hoger ligt dan in Nederland en in landen die een tijdelijke uitsluiting hanteren van twaalf maanden na het laatste MSM-sekscontact. De Spaanse bloedtransfusiedienst heeft aangegeven dat het aantal hiv-positieve bloeddonaties tussen 2003 en 2008 fors is toegenomen en dat circa 75 procent te herleiden is tot MSM. Waarom wordt voor een periode van twaalf maanden gekozen? Er is geen enkel Europees land dat ervaring heeft met een kortere periode van twaalf maanden. Van de landen die wel een periode twaalf maanden hebben toegepast is aangetoond dat dit niet leidt tot meer infecties via bloeddonaties. De langste window-periode waar rekening mee moet worden gehouden is zes maanden. Maar de ervaring leert dat er ook rekening moet worden gehouden met de opkomst van nieuwe infecties, die een langere window-periode kunnen hebben. Een periode van twaalf maanden kan gezien worden als het inbouwen van een extra veiligheidsmarge. Voldoet het besluit van de minister aan anti-discriminatie wetgeving? Ja. Het Nederlandse College voor de Rechten van de Mens oordeelde in april 2015 dat er sprake was van discriminatie door permanente uitsluiting van een homoseksuele man, waarbij geen rekening werd gehouden met de nieuwe inzichten uit onderzoek die in maart 2015 beschikbaar zijn gekomen. Het besluit van de minister is nu wel gebaseerd op die inzichten. Ja. Het Europese Hof van Justitie heeft op 29 april geoordeeld dat het gerechtvaardigd is om groepen uit te sluiten van bloeddonatie, om daarmee de veiligheid te garanderen. Voorwaarde is wel dat die uitsluiting gebaseerd is op objectieve en actuele nationale informatie over infectierisico’s in die groep. Het besluit van de minister is daarop gebaseerd. Zullen MSM de donorvragenlijst wel eerlijk beantwoorden? Recent onderzoek van de Universiteit Maastricht heeft juist aangetoond dat er geen verschillen zijn tussen MSM en niet-MSM en vrouwen in donatiewens en in risicoperceptie. Ook bleek uit dat onderzoek dat MSM antwoorden geven die overeenkomen met de realiteit. Bijlage 1: nieuwsbericht 13 april 2012 (niet meer online beschikbaar) Soa Aids Nederland ziet geen aanleiding voor aanpassing beleid bloedbanken Zolang de bloedbanken nog geen testen hebben die alle hiv-infecties kunnen uitsluiten, sluit Soa Aids Nederland zich aan bij het standpunt van bloedbank Sanquin dat mannen die seks hebben met mannen (MSM) uitgesloten moeten worden van bloeddonatie. De Raad van Europa komt binnenkort met een advies over dit onderwerp. Overdrachtsrisico’s Het is helaas nog steeds zo dat er een korte periode na infectie met hiv is waarbij deze niet is vast te stellen. Dit kan tot overdrachtsrisico’s leiden bij bloeddonatie. Onder mensen met hiv is het percentage mannen dat seks heeft met mannen hoog. Jaarlijks worden 1.200 nieuwe hiv-diagnoses gesteld. Twee derde hiervan betreft mannen die seks hebben met mannen. Onveilig gedrag, een verkeerde risico-inschatting of een partner die afspraken over monogamie schendt komt zowel bij hetero’s als homo’s voor. Echter homo’s lopen meer risico op een infectie, eenvoudigweg omdat hiv veel meer in deze groep voorkomt. Om de risico’s op overdracht van hiv zo veel mogelijk te beperken sluiten bloedbanken mannen die seks hebben met mannen uit van het geven van bloed. Discriminatie? Het is de vraag is of het discriminatie is om mannen die seks hebben met mannen uit te sluiten van het geven van bloed. De Commissie Gelijke Behandeling vond in 1998 van niet omdat de reden voor uitsluiting niet primair lag in de uitsluiting van homoseksuelen, maar gericht was op het voorkomen van risico op overdracht van hiv. Volksgezondheidsbelang Zolang de bloedbanken nog geen testen hebben die alle hiv-infecties kunnen uitsluiten, sluit Soa Aids Nederland zich aan bij het standpunt van bloedbank Sanquin. Het belang voor de volksgezondheid weegt in dit geval het zwaarst. Nederland neemt hierbij geen uitzonderingspositie in. Op de website van bloedbank Sanquin staat vermeld dat 18 van de 21 onderzochte Europese landen hetzelfde beleid als Nederland voeren. Advies Raad van Europa Volgens de minister van VWS komt de Raad van Europa met een advies voor de 47 lidstaten over dit onderwerp. Soa Aids Nederland kijkt uit naar dit advies. Achtergrond Het is dit jaar dertig jaar geleden dat in Nederland de eerste aidsdiagnose werd vastgesteld. Omdat hiv relatief vaker voorkwam onder homomannen, riep het COC kort daarop alle homomannen op om zich terug te trekken als bloeddonor. Vijftien jaar later, in 1997, diende het COC een klacht in bij de Commissie Gelijke Behandeling. De aanleiding was een folder van de bloedbanken. Hierin sloten de bloedbanken mannen die éénmaal seks hebben gehad met een andere man uit als bloeddonor. Het COC pleitte voor gelijke behandeling op basis van gedrag en niet op basis van seksuele voorkeur. Het COC kreeg (zie hierboven) geen gelijk van de Commissie Gelijke Behandeling. We zijn nu 15 jaar verder. Dit keer gaat het om een initiatief van de Tweede Kamer. Deze wil dat het kabinet bloedbank Sanquin opdraagt de regels zo te wijzigen dat mannen die seks met elkaar hebben, niet langer uitgesloten worden van het donorschap. Seksueel risicogedrag moet het criterium zijn, aldus de Kamer.