In dit nummer oa - Vereniging GEMMA

advertisement
In dit nummer o.a.
Jade, Kattenoogstenen,
FEEG conferentie Madrid
Tijdschrift van de vereniging gemma
Nr.56 - jaargang 22 - September 2014
Programma Gemma
Programma vereniging Gemma voor het tweede halfjaar 2014.
17 september Thema-avond blauwe sierstenen
Door Tom Peters
15 oktober
Buitenlandse spreker of thema-avond.
(verdere informatie volgt in de nieuwsbrief)
19 november Buitenlandse spreker of thema-avond.
(verdere informatie volgt in de nieuwsbrief)
17 december
Quiz en Borrel (locatie volgt)
De bijeenkomsten beginnen om 19.45 uur, bij de VU,
W&N gebouw zaal F647 tenzij anders aangegeven.
De Boelelaan 1085, Amsterdam Buitenveldert.
Let ook op mededelingen op onze website (www.vereniginggemma.nl)
of bij de ingang in de VU voor eventuele wijzigingen.
Inhoud
1Jade, Peter Slootweg
23Puzzel
24
Kattenoog stenen, Jaap Bos
28
Van de redactie
30
FEEG symposium Madrid, Leone Langeslag
32Beursagenda
Foto voorzijde:
Ovale Bi-schijf van nefriet met negen
“Quilong” die er in hoog reliëf uit zijn gewerkt.
China, 15e eeuw. Foto & Coll. PJS
i
Jade
Peter Slootweg
Jade, de naam van een mythisch gesteente de de mensheid
al eeuwen fascineerd. Van de eerste stenen werktuigen tot de
duurste juwelen van deze tijd.
Tegenwoordig associëren we jade vooral met groen en China.
De Chinese jadecultuur is inderdaad een van de oudste en is
vandaag de dag nog springlevend. De prijzen die hier voor jade
worden betaald zijn hiervan het levende bewijs. Jade is sinds de
vroegste beschavingen al waardevol geweest. De distributie van
jade voorwerpen uit archeologische opgravingen geeft aan dat
er al heel vroeg een levendige jadehandel bestond tussen diverse
culturen. Zelfs in Nederland zijn er werktuigen van jade
gevonden. Niet vanwege het kleurrijke voorkomen maar door de
unieke eigenschappen van het materiaal. Zo hard als steen en toch
zo taai als staal. Praktisch nut heeft het niet meer maar als
edelsteen en carvingmateriaal is het nog zeer geliefd bij
vele culturen in de wereld.
1
De Chinese jadecultuur
In China wordt onderscheid gemaakt tussen de zachte
jade (nefriet) en de harde jade (jadeïet). China kende tot
de Qing dynastie (1644-1911) alleen de zachte variëteit
nefriet en is daar ook bekend als de “traditionele jade”.
De geschiedenis van jade in China is zo oud als de
Chinese cultuur zelf. Er zijn objecten gevonden uit de
vroege neolithische periode van 5000 v Chr. gemaakt Het Chinese karakter Yu.
door de Hemudu cultuur in de Zhedijan provincie.
Sinds die tijd is jade alleen maar populairder
geworden in China.
De Chinese liefde voor jade heeft niet alleen met de degelijkheid van het
materiaal te maken. Nog belangrijker is de culturele en humanitaire betekenis
van jade, en het karakter “Yu” (jade), voor de Chinezen. Dit komt met name
door het feit dat Confucius (551-479 v Chr.) uitgebreid heeft gefilosofeerd over
het fenomeen jade en de betekenis van deze hemelse steen voor de Chinezen.
Volgens Confucius zijn er aan jade de volgende deugden toe te schrijven:
Zijn gladde en zachte oppervlakte is het toppunt van puurheid.
Zijn compactheid en extreme duurzaamheid zijn als de zekerheid
van intelligentie.
Zijn randen, die scherp zijn maar niet snijden, representeren rechtvaardigheid.
De zuivere toon die voortkomt wanneer de steen aangetikt wordt,
staat voor muziek.
Zijn kleur staat voor loyaliteit.
De barsten in de steen, die zichtbaar zijn door de transparantie,
staan voor eerlijkheid.
De fijne translucentie, als de wolken, staan voor het
hemelse.
Het bijzondere materiaal, geboren uit bergen en water,
staat voor de aarde.
Wanneer het toegepast wordt zonder decoratie staat
het voor een hoog moraal.
De prijs die de wereld aan jade toekent staat voor
waarheid.
Confucius.
Foto: Wikipedia commons
2
Mede door deze uitspraken van Confucius is jade zo belangrijk binnen de
Chinese cultuur. Ze kennen ook het gezegde “Goud is waardevol, jade is van
onschatbare waarde.” Omdat jade staat voor schoonheid, sierlijkheid,
zuiverheid, edelmoedigheid, kracht en onsterfelijkheid in de Chinese cultuur,
wordt de term “Yu” veel gebruikt om dingen en personen met een bijzondere
schoonheid of perfectie te omschrijven. Veel Chinese mensen hebben het
karakter “Yu” ook in hun naam. Tevens is het ook een gebruik in China om
voor je echtgenoot een koosnaam te gebruiken. Vele Chinese moeders en
echtgenotes worden dan ook liefkozend Yu genoemd, naar de bijzondere
deugden van jade. Tevens is het karakter voor “Yu” nagenoeg gelijk aan het
Chinese karakter voor “heerser”. Dat is ook geen toeval.
De jadecultuur in China is zeer divers en heeft vele afzonderlijke periodes
doorgemaakt in 7000 jaar Chinese
geschiedenis. Bovenstaande is dan ook een
zeer korte beschrijving van wat jade zo
bijzonder maakt voor de Chinezen.
Hele studies en vele boeken zijn aan dit onderwerp gewijd. “Yu” is in onze ogen slechts een
karakter, in China is het een levensfilosofie.
Daarom laat het Chinese “Yu” zich zo slecht
vertalen naar een Europese taal omdat wij dit
soort termen niet meer kennen uit de Europese
culturen. De simpele vertaling “jade” doet daar
Jade (nefriet) Bi-schijf uit de
dan ook geen recht aan.
neolitische periode 3300-2800 vc.
Opmerkelijk is dat door Conficius niets gezegd
wordt over de specifieke kleur van jade. Zeker niet het groen waar we vandaag
de dag jade mee associëren. In China werden alle kleuren jade gebruikt.
Met name de witte variëteit, die de hoogste status genoot. Elke kleur werd door
een bepaalde laag van de bevolking gedragen waarbij de witte slechts alleen
door de heersers van die tijd gedragen mochten worden. Zij kenden alleen de
fletse en spinazie-groene tinten die soms in nefriet worden aangetroffen.
Dat was echter niets vergeleken bij de felgroene tinten die de Birmese jadeïet
kan hebben, en waar de Chinezen na de ontdekking massaal voor vielen.
Sinds die tijd is men in China ook groen met jade gaan associëren maar wel
specifiek met jadeïet jade. Zij noemen dit materiaal Fei-Tsui. Voor “Yu”(nefriet)
jade blijft wit de meest geliefde tint.
3
De gedachte dat jade altijd groen is, of groen moet zijn, is typisch westers en
het gevolg van jade vondsten door de Spanjaarden uit Zuid-Amerika in
combinatie met de ontdekking van de helder groene jadeïet in Birma.
Deze filosofische benadering verklaart ook waarom een Chinees zich van geen
kwaad bewust is indien hij een beeld van aventurijn aan een toerist verkoopt
als jade. Deze mag zich bij thuiskomst bedonderd voelen wanneer hij erachter
komt dat het geen nefriet of jadeïet is. Het is voor een Chinees of de Chinese
cultuur ook totaal niet van belang uit welk materiaal het gemaakt is, als het
maar de eigenschappen van het materiaal benaderd. Een beeldje van
rozenkwarts is binnen de Chinese definitie dan ook gewoon een jade aangezien
het glimmend, glad, translucent natuurlijk materiaal is en een aantrekkelijke
kleur heeft. Dat is het enige wat telt om in China jade (Yu) genoemd te mogen
worden.
Tegenwoordig is de Chinese jadecultuur springlevend en begint jadeïet
langzaam de mythische status van weleer te bereiken.
Door de sterke economische groei van China in het laatste decennium is er veel
nieuwe rijkdom en hernieuwde interesse in de eigen cultuur, die na de Chinese
revolutie zo sterk de kop ingedrukt was. De prijzen die betaald worden voor
topkwaliteit van de fijnste groene jadeïet worden elk jaar overtroffen en het
materiaal wordt schaarser. Hierdoor stijgt de prijs van ruw materiaal wat de
zoektocht naar nieuwe bronnen intensiveert. Ook de klassieke nefriet jade is
nog populair en wordt vooral gebruikt om oude vormen en patronen te maken
volgens de Chinese traditie. Veel van dit materiaal wordt na behandeling
aangeboden als antiek.
In China kent jadeïet nog een hele andere functie. Slechts een klein percentage
van de gevonden jadeïet is van de goede kleur en kwaliteit. Daarbij is het erg
lastig om aan de buitenkant een jadeïet
rolsteen te beoordelen. Het kopen van
ruw stuk jadeïet in Birma of China is dan
ook een grote gok. En in China houden
ze wel van een gokje. De ruwe stenen
hebben een lichtbruine tot zwarte korst
en je weet pas wat je hebt als je de steen
doorzaagt. Maar dat gebeurd niet direct.
Door de verkoper wordt slechts een klein
stukje of stukjes van de steen geslepen en
Birmese jadeïet rivier kei met een
aangeslepen oppervlak. Deze steen
toont de begeerde felgroene kleur.
Foto & coll. PJS
4
gepolijst (vensters) om de koper een indruk van het materiaal te verschaffen.
Meestal zijn dit de enige plekjes waar wat groen zichtbaar is, waardoor de
indruk gewekt word dat de hele steen die kleur heeft. Op basis van het venster
moet de koper dan bepalen of de steen van de gewenste kwaliteit is en welke
prijs hij er voor over heeft. Hiermee kun je vreselijk het schip in gaan als je de
prijs van ruw groen betaald voor ruw grijs met een groen vlekje, of erger nog,
groen gemaakt. Deze stenen met slechts een klein venster van goede kwaliteit
worden veel in China doorverkocht aan jade gokkers voor soms bizarre prijzen.
Pas als de steen wordt doorgezaagd voor verdere bewerking zal blijken of de
aankoop goed is geweest.
Jade in Midden en Zuid-Amerika
Al wordt jade soms de diamant uit het oosten genoemd,
maar weinig mensen zijn zich bewust van de rijke jade
culturen in Midden en Zuid-Amerika, en de invloed
hiervan op de naamgeving. De naam jade komt van
het Spaanse “Piedra de Ijada”, wat steen van de nieren
betekend, omdat de Maya’s bedacht hadden dat dit hielp
bij nierziekten. Vervolgens werd ditzelfde materiaal in het
latijn beschreven als “lapis nephritus” wat uiteindelijk de
naam nefriet is geworden. In deze fase was nog niet eens
bekend dat er überhaupt een verschil was tussen jadeïet en
nefriet en alle andere groene gesteentes. Dat onderscheid
is er pas veel later gekomen toen men in Europa
mineralogisch onderzoek is gaan doen en de huidige
naamgeving tot stand is gekomen.
Voor de Maya-volken uit de pre-Columbiaanse periode
was Ya’ax Chich, oftewel jade, het symbool voor leven, Rituele bijl van het Olmec
vruchtbaarheid en macht. Het werd hoger gewaardeerd volk. Gemaakt van aventurijn.
Coll. British Museum
dan goud en werd samen met obsidiaan en vuursteen
het meest gebruikt voor wapens en rituele objecten. Hoe
groener het materiaal hoe waardevoller het was. Groene objecten waren een
symbool van de heersende klasse van die tijd.
Een mooi voorbeeld daarvan was de gift van Azteken leider Montezuma van
4 jade kralen aan de Spaanse veroveraar Hernan Cortez. Deze waren volgens
de Maya’s twee ladingen goud per kraal waard. Deze jades werden vervolgens
5
door hem geweigerd als zijnde niets meer
dan een paar groene steentjes. Voor de
Spanjaarden was alleen het goud belangrijk.
Nadat de Spanjaarden de culturen uit Midden
en Zuid-Amerika veroverd hadden en hun
religieuze overtuigingen hadden
opgedrongen, zijn de indianen gestopt met
het winnen en bewerken van jade om de
mijnen tegen de Spanjaarden te beschermen.
Vanaf 1500 tot begin 20e eeuw waren de jade
mijnen dan ook als verloren gewaand. De
archeologische vondsten van jade artefacten
bij de antiek Midden-Amerikaanse culturen
geeft aan dat er rijke bronnen moesten zijn.
Een borstschild uit de klassieke
Het voorkomen van jadeïet in Zuid-Amerika
Maya periode. Foto: Wikipedia
bleek beperkt. De enige vindplaats die
bekend is ligt in Guatemala. Alle echte
jadeïeten die gemaakt zijn door volkeren als de
Olmec, Toltec, Zapotec, Aztec and Maya komen van deze vindplaats.
Dit geeft aan hoe belangrijke handelsroutes in die tijd al functioneerden en de
ruwe jades soms duizenden kilometers aflegden naar de eindgebruikers.
Daarbij zijn de meeste “jade” objecten uit Zuid-Amerika ook niet van jadeïet
of nefriet maar van allerhande groene metamorfe gesteenten. Zolang het maar
groen en bewerkbaar is werdt het als heilige steen of als ormament gebruikt.
Hieronder valt ook de smaragd uit Colombia die in die tijd al bekend was.
Deze werden wel gewaardeerd door de Spanjaarden en actief verzameld.
Tegenwoordig zijn deze zognaamde “Chibcha” stenen zeer zeldzaam, omdat er
zo weinig van bewaard zijn, en kostbaar door de edelsteen kwaliteit smaragd.
Jade in Noord-Amerika.
Tegenwoordig is Noord-Amerika en dan met name British Columbia in Canada
de belangrijkste leverancier van nefriet. En ondanks het feit dat hier ook al
vroeg mensen woonden werd dit materiaal niet of nauwelijks gebruikt.
Slechts enkele Indianenstammen en de Inuit van Noord-Amerika kennen jade
werktuigen. En de enkele stammen in het zuiden van de VS die jade hebben
gekend, hebben dit bemachtigd door handel met Midden-Amerikaanse
6
culturen. De Indianen van Noord-Amerika die het centrale deel van de VS
bevolkten hebben jade nooit gebruikt of slechts sporadisch volgens archeologische vondsten. Er zijn in dit deel van de VS ook geen afzettingen bekend.
Langs de gehele westkust van de VS liggen echter rijke nefriet voorkomens.
Slechts op enkele locaties in Californië is echte jadeïet gevonden. Oregon,
Washington en Alaska zijn de rijke nefriet gebieden. Doordat zij in het begin
van de 20e eeuw nog bijna onaangetast waren, worden er nog geregeld enorme
vondsten gedaan. Het grootste deel van de productie verdwijnt naar China.
Maar er is ook een lokale industrie ontstaan van kunstenaars en ateliers die
hiervan de mooiste dingen maken. Doordat de kwaliteit veel lijkt op die van
Nieuw-Zeeland wordt het ook veel daarheen ge-exporteerd, omdat de vondsten
daar minder worden en de vraag toeneemt, met name vanuit de toeristische
industrie.
Jade in Nieuw-Zeeland
Een andere bekende jadecultuur is die van de Maori uit Nieuw-Zeeland.
Alhoewel deze jadecultuur “slechts” duizend jaar oud is volgt hij min of meer
dezelfde patronen als de andere jadeculturen. Daar waar de Europese jadecultuur relatief snel verdween door het gebruik van metalen, hebben de Maori tot
de 17e eeuw geen harde metalen gekend. Goud komt voor in jade afzettingen
van Nieuw-Zeeland. Maar dat is niet geschikt voor wapens en dergelijke.
Voor de Maori was jade het enige materiaal met de taaiheid van metaal dat
beschikbaar was. Om die reden genoot het ook de hoogste status. Dat blijkt uit
het feit dat Nieuw-Zeelandse jade over de gehele eilandengroep is aangetroffen
als archeologische vondsten. De handel erin vormde een belangrijk deel van de
Maori cultuur. De Maori zijn vooral beroemd geworden door kenmerkende stijl
van jade sier- en gebruiksvoorwerpen. Het bekendste,
en meest gekopieerde voorbeeld, is de Hei-Tiki. Dit
symbolische voorouder figuurtje van nefriet, met een
kop die scheef staat, wordt als halsornament gebruikt
en gedragen aan een koord. Deze symbolen werden
van generatie op generatie doorgegeven waarbij ze
goddelijke status genoten.
Alle in Nieuw-Zeeland gevonden jade is nefriet.
Het komt alleen voor aan de westkust van het
Zuider-eiland. Het komt voor als kiezels en keien in de
rivieren aan de voet van de Zuidelijke Alpen. Ook wel
Hei-Tiki van nefriet. Deze hangers
zijn tussen de 5 en 15 cm hoog.
Foto: IU Art Museum
7
bekend als het Westland Jade Field. De stroomgebieden van de Arahura,
Taramaku en New River zijn de belangrijkste vindplaatsen. Alle jade die is
gebruikt op de andere eilanden is hier gevonden en door handel verspreid.
Jade in Europa.
Jade is zo verbonden met China en verre culturen dat een Europese jadecultuur
onlogisch klinkt. En het feit dat het Europese gebruik van jade nooit verder
is gekomen dan het maken van gebruiksvoorwerpen tijdens de steentijd komt
doordat Europese jade niet de kleurenpracht heeft van de Aziatische. Daarbij komt het weinig voor en was er een groot aanbod van vuursteen voor het
maken van wapens en gereedschap. Na de ontdekking van koper en later brons
rond 4000 v Chr. was er geen enkele reden om het materiaal verder te gebruiken als edel- of siersteen. Vandaar dat in de oude Europese literatuur niet of
nauwelijks naar wordt verwezen.
Toch zijn er overal in Europa
bijlen en gebruiksvoorwerpen
van jadeïet en nefriet gevonden. De meeste van deze bijlen
blijken van een enkel gebied te
komen, namelijk uit Piemont in
de westelijke Italiaanse Alpen,
waar ofiolieten gemetamorfoseerd zijn tot eklogiet en
jadeïet (Burke 2003). De typische kenmerken van deze Piemont-gesteenten
zijn teruggevonden in de monsters van de jade bijlen. Het exclusieve gebruik
van deze gesteenten voor bijlen komt door hun fysische eigenschappen, andere
Europese jades zijn niet geschikt voor verwerking tot bijlen, ze zijn eenvoudigweg te bros. Ook in Nederland zijn rond de 100 jade bijlen gevonden. Dit geeft
aan dat er toen een uitgebreid handelsnetwerk voor jade bestond. Zwitserland
is rijk aan afzettingen van actinoliet en tremoliet, de belangrijkste bestanddelen
van nefriet jade. Afzettingen van talk en asbest zijn ook indicaties dat er nefriet
gevonden kan worden.
De bekendste Zwitserse afzetting ligt in het kanton Graubunden waar in de
hoogtijdagen 1500 ton nefriet per jaar gewonnen werd voor de lokale markt.
De andere bekende voorkomens van Europese jade liggen in Galicië, Bretagne,
Vogezen en het Zwarte Woud. Echter overal in onaantrekkelijke tinten. Tot de
16e eeuw is jade in Europa vergeten. Toen kwam het materiaal beschikbaar wat
de Spanjaarden uit Zuid-Amerika meenamen. Na de “herontdekking” door de
8
Spanjaarden is jade populairder geworden in Europa.
Het beroemde Russische juweliershuis Fabergé heeft
in het midden van de 19e eeuw veel jade gebruikt
voor allerhande objecten. Het enorme Russische
grondgebied kent vele hoogwaardige
nefrietafzettingen. Deze liggen echter in het
ontoegankelijke Siberische deel van de federatie.
Er is veel onderzoek naar gedaan in de 19e eeuw en
afzettingen zijn bekend maar worden niet gebruikt
door de afgelegen gebieden waarin zij liggen.
Tsaar Alexander III is begraven in een sarcofaag van
nefriet uit Siberië dat tijdens deze expedities is
ontdekt.
Fabergé ei van Siberisch nefriet.
Foto: Friends of jade
De jades
Door de samenloop van omstandigheden is de naam jade nu in gebruik voor
twee verschillende mineralen. jadeïet en nefriet. Deze mineralen hebben net
zoveel met elkaar te maken als toermalijn en beryl. De samenstelling en
structuur zijn erg verschillend, al lijkt het erg op elkaar. Ze blijken in de
praktijk niet altijd eenvoudig de onderscheidden. De structuur van het materiaal
in combinatie met optische en fysisiche eigenschappen maakt een goed
onderscheid mogelijk met beperkte middelen. Ook tussen alle simulanten van
jade. Dit is natuurlijk mede afhankelijk van het type object, formaat en zetting.
De identificatie van behandeld materiaal is vaak lastig zonder specialistische
apparatuur. Maar ook daar zijn goede aanwijzingen voor te vinden als je weet
waar je naar moet kijken.
Jadeïet
Jadeïet vormt een compact gesteente met een granulaire structuur. Jadeïet kan
ook wel vezelig zijn maar dan nog steeds korreliger dan bij nefriet en heeft een
maximale korrelgroote van 10 mm. Jadeïet is in de regel niet puur. Het is een
mix van jadeïet met de pyroxenen diopsiet, kosmochloor en wat
hedenbergiet en aegirien. Wanneer het materiaal voor 90-95% uit jadeïet
bestaat wordt het als puur beschouwd. De gebruikte jadeïet voor edelstenen en
carvings is polykristallijn. Het is een metamorf gesteente en wordt met name
als alluviale stenen in oude en recente rivierbeddingen gevonden.
De gevonden rolstenen hebben een opake verweringskorst waardoor de eventuele kleur pas zichtbaar is na doorzagen. Onverweerde afzettingen komen ook
voor, maar zijn zeldzamer.
9
Jadeïet
Samenstelling Natrium aluminium silikaat. NaAl(SiO3)2
RI: 1.64 tot 1.68
Structuur:
Polykristallijn (korrelig tot vezelig), korrelgrootte variërend van microscopisch tot 10 mm. Individuele kristallen
hebben een vezelig karakter, zelden zuiver, bevat in de regel een klein percentage diopsiet.
SM: 3.30 tot 3.36
Kristalstructuur Monoklien, pyroxeen groep
transparantie:
Opaak tot transparant
Kleur
Licht tot diep smaragd groen, wit, groen-zwart, violet, geel, rood en bruintinten. In de regel vlekkerige kleurverdeling, zelden egaal groen, dan zeer kostbaar. Zie pag. 17
Variëteit: Maw-sit-sit. Groen gesteente van albiet, Mg-chloriet. Cr-jadeïet,
kosmochloor en zwart chromiet met eckermanniet. Afkomstig uit Birma.
Jadeïet is allochromatisch, het is kleurloos in zuivere vorm maar onzuiverheden
kunnen voor diverse kleuren zorgen. In de regel zorgt ijzer (Fe2+ en Fe3+) voor
de groene tinten (Al en Mg vervangen Fe waardoor een diopsiet compositie
ontstaat) en weinig chroom voor de fel groene kleuren in top kwaliteit
materiaal. Maar ook paars door mangaan en bruin, grijs door andere
onzuiverheden. Zwarte jadeïet is een mengsel van jadeïet en augiet. Zuivere jade
is transparant, ook al komt dit door de granulaire structuur weinig voor.
Met stip op nummer 1 staat Birma als leverancier van hoge kwaliteit jadeïet.
Het komt ook voor in Guatemala, de enige bron van jadeïet uit Midden en
Zuid-Amerika. Maar ook Japan, Rusland en Californië, leveren nu en dan goede
kwaliteiten.
Behandelingen van jadeïet
Jadeïet wordt op grote schaal behandeld om de glans, kleur en transparantie te
verbeteren. Dit is door de handel wereldwijd geaccepteerd, mits vermeld,
waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de A, B en C jadeïet.
Het makkelijkst is het aanbrengen van een waslaag op de geslepen steen.
Hiermee worden kleine oppervlakte barstjes weggewerkt en de glans verbeterd.
Dit is geen permanente behandeling. Jadeïet met alleen of zonder een waslaagje
wordt A-jade genoemd.Van B-jade spreekt men als de steen is geïmpregneerd
met epoxyhars. Hiermee verbetert men niet alleen de transparantie, maar ook
10
stevigheid van het materiaal. Dit is ook noodzakelijk omdat jade die
geïmpregneerd wordt meestal eerst gebleekt wordt. Dit bleekproces (zoutzuur)
verwijderd niet alleen de bruine vlekken van ijzeroxiden maar lost ook andere
mineralen op die in het jadeïet gesteente voorkomen en kan daarmee de steen
bros maken. Het impregneren van gebleekte jadeïet is essentieel om het
materiaal verder te kunnen bewerken. Niet geïmpregneerde gebleekte jadeïet
komt daarom nauwelijks voor in de markt. Het herkennen van dit type jadeïet
kan zeer lastig zijn en kan soms alleen maar vastgesteld worden met
analytische apparatuur als EDXRF en Raman- spectrometrie. Let op: al worden
bij dit bleekproces de bruine vlekken verwijderd, de aanwezigheid van de
bruine vlekken betekent niet dat de steen niet gebleekt is. In sommige gevallen
worden na het bleken weer bruine vlekken aangebracht om de steen als
ongebleekt/natuurlijk te kunnen verkopen.
Nadat een steen gebleekt en poreus is, is hij zeer geschikt om ook te kleuren.
Door gebruik te maken van groene hars wordt in 1 keer de kleur, transparantie
en stevigheid van de steen verbeterd. Ook ongebleekte jadeïet wordt op deze
wijze gekleurd. De behandeling is zichtbaar doordat de pigmenten zich concentreren in de kleine barstjes van het gesteente. De goedkope groene jadeïet die in
de handel wordt aangeboden, is vaak op deze wijze behandeld en wordt C-jade
genoemd. Deze praktijk is natuurlijk niet beperkt tot de groentinten. Alle kleuren jadeïet, zoals de gewilde violette variant, kunnen zo geïmiteerd worden.
Tevens kan jadeïet verhit/gebrand worden om lichtgeel materiaal een diepere
tint te geven en om het een bruin en verouderd uiterlijk te geven om zo antiek
materiaal te imiteren.
A
B
C
M
Diverse kwalitetien jade. A-jade onbehandelde jadeïet, de kleur is zichtbaar
als vegen en vezels. B-jade, door de vuller wordt de steen egaler, individuele
korrels zijn moeilijk te onderscheiden. C-jade, De kleurstof concentreert zich
duidelijk tussen de korrels. M= Maw-sit-sit met onregelmatige kleurverdeling.
Foto’s: Peter Groenenboom.
11
Nefriet
Nefriet is mengsel van actinoliet en tremoliet. Deze twee mineralen vormen
een mengreeks van tremoliet naar actinoliet met een verlopend ijzergehalte.
Het materiaal is opgebouwd uit vezelige kristallen, van soms vele centimeters lang, die in elkaar geweven voor het uitzonderlijk taaie karakter zorgen.
Net als jadeïet vormt nefriet gesteenten, al dan niet in combinatie met andere
mineralen. De kleur wordt bepaald door het ijzergehalte van de actinoliettremoliet en de andere ingesloten mineralen als ijzeroxiden en donkere
amfibolen. Al kan nefriet ook mooi groen zijn, het is nooit zo intens gekleurd
als de Birmese jade waarmee het altijd vergeleken wordt.
Samenstelling: Calcium en magnesium silikaat met hydroxyl (OH), met soms een hoog ijzer gehalte waarbij het ijzer het magnesium vervangt. Ca2(Mg,Fe)5(Si8O22)(OH)2
RI: rond de 1.62
Structuur:
Polykristallijn (vezelig), Ineen geweven kristallen van enkele centimeters tot microscopisch. Zelden zuiver.
SM:
2.80 tot 3.10
Transparantie: Opaak tot translucent
Kleur:
Wit , licht tot donker groen (spinazie groen) tot zwart. Tevens grijs, gelig, oranje en bruintinten. Er is ook een blauwgrijze variant bekend. IJzer is in alle gevallen de kleuroorzaak.
Net als jadeïet is nefriet een metamorf gesteente dat in vergelijkbare omstandigheden kan ontstaan. Het komt echter veel vaker voor. Ook nefriet wordt
voornamelijk gevonden als keien en grote rotsblokken in alluviale afzettingen.
Het vormt onregelmatige massa’s in massief gesteente, maar is door zijn taaiheid lastig te winnen. Door de fijne structuur van dunne verweven naalden is
dit materiaal het taaiste gesteente op aarde. Hierdoor is het perfect geschikt om
het fijn te kunnen bewerken en intensief te gebruiken.
Letterlijk bergen van nefriet
in British Columbia.
12
De Chinese jadecultuur haalde het ruwe materiaal voornamelijk uit het Kulun
gebergte in de Xinjiang provincie, China. Vandaag de dag komt de meeste
nefriet van edelsteenkwaliteit uit British Columbia in Canada. Langs de hele
westkust van de Verenigde Staten liggen nefriet voorkomens met enorme
reserves. Bekend zijn ook de voorkomens op het Zuidereiland van
Nieuw-Zeeland en in Siberië. Tevens komt het voor in Zuid-Korea en Taiwan.
Daarnaast zijn er nog talloze vindplaatsen van nefriet die geen materiaal van
edelsteenkwaliteit bevatten maar ooit gebruikt zijn voor de productie van
gebruiksvoorwerpen (Italië, Frankrijk en Zwitserland).
Dit nefriet blok is
afkomstig van de rijke
jadevelden van British
Columbia in Canada.
Het is vanaf twee
zijden ingezaagd en
gebroken. Om de
mooie kleur te tonen
is het nat gemaakt.
Foto: RWH
Behandelingen van nefriet
Ook nefriet wordt behandeld om met name de kleur en aanzien te verbeteren.
Door de structuur van nefriet laat het zich lastig polijsten. Om toch een mooie
glans op het eindproduct te krijgen wordt het in de hete olie of vet gedompeld
of van een waslaag voorzien. Ook kan het gebleekt, geïmpregneerd en gekleurd
worden zo als de A,B en C – jadeïet. De meest toegepaste methode is het
bleeken om de steen witter te krijgen, en vervolgens het aanbrengen van
roestbruine vlekken om het onbehandeld te laten lijken.
Alle jade artefacten uit het oude China zijn van nefriet. Grafvondsten van
duizenden jaren oud zijn vaak verweerd door een proces dat men calcificatie
noemt. Hierdoor ontstaan witte opake vlekken op de oppervlakte van een object
of carving. Dit wordt door veel mensen als een teken van ouderdom gezien.
Helaas kan dit proces versneld worden door verhitting.
Het meeste imitatie-antiek van jade wordt zo behandeld.
13
Onderscheid
Hoe haal je twee gesteenten die zo op elkaar lijken uit elkaar zonder
laboratorium apparatuur aan te spreken? Dat blijkt in de praktijk heel lastig.
Het onderscheid tussen jadeïet en nefriet valt meestal te maken door de
structuur van het materiaal te vergelijken, de soortelijke massa, het
absorptiespectrum, en de refractieindex te bepalen. Dit laatste is niet altijd
praktisch door de afmetingen van het object. Het bepalen van de soortelijke
massa is dan nog het eenvoudigst wanneer het grote objecten betreft. Het
herkennen van de typische structuur kan lastig zijn door de overlap van
eigenschappen. Dit vereist veel ervaring. De hoge glans van jadeïet is een
belangrijke indicatie in het onderscheid tussen jadeïet en nefriet
objecten/stenen/kralen.
Het verschil tussen behandeld en onbehandeld
is veel belangrijker maar ook lastig. Behandeld
betekent in dit geval gevuld en/of gekleurd (B+C
jade). De gevulde scheurtjes moeten relatief
groot zijn om duidelijk het vulmiddel te kunnen zien. Daarin kunnen vervolgens minieme
luchtbelletjes voorkomen. Meestal worden
alle oneffenheden door de vuller onzichtbaar
gemaakt. In gereflecteerd licht is er nog wel eens
een glansverschil zichtbaar tussen de jadeïet en
de vuller (foto rechts).
Bij jadeïet kan men gebruik maken van het feit dat de soortelijk massa van
jadeïet erg dicht bij dat van methyleen-iodide (refractometervloeistof) ligt.
Ongevulde jadeïet zou moeten zinken in deze zware vloeistof. 95% van de
gevulde jadeïet blijft echter drijven door de lage soortelijke massa van de
vulmiddelen. De beperking hierbij is de grootte van het object en het feit dat de
dampen van methyleen-iodide erg ongezond zijn.
De meeste manieren om vullingen aan te tonen zoals branden en het gebruik
van sterke oplosmiddelen zijn destructief dus zelden toepasbaar.
Gespecialiseerde analytische apparatuur blijft vaak noodzakelijk om zekerheid
te krijgen zonder de steen te beschadigen.
In het verre oosten wordt toeristen vaak een trucje getoond waaruit zou moeten
blijken dat de jade echt is. Hierbij wordt een haar om een stuk jade gewikkeld
waarna er een aansteker naast wordt gehouden en de haar niet verbrand door de
14
zogenaamde unieke warmtegeleiding van de jade. Al zorgt het stuk steen dat de
haar niet verbrand, dit heeft niets met jade te maken. Een kwarts kiezel heeft
hetzelfde effect.
Bij kleurverbeterde stenen kan de kleur en het bijbehorende spectrum worden
gebruikt bij de bepaling van de echtheid. Doordat de gebruikte kleurstoffen een
ander absorptiespectrum hebben dan de natuurlijke kleuren van jade, is dit goed
vast te stellen met een spectroscoop. Bij natuurlijke groene jadeïet zijn er 3
lijnen zichtbaar in het violet-blauw (ijzer). In het geval van een chroomgehalte
kan er ook een chroomspectrum zichtbaar zijn met een duidelijke dubbele lijn
in het rood. Met chroom behandelde stenen hebben een vaag spectrum in het
rood met vaak maar 1 brede en vage lijn. Het valt niet mee om met je handspectroscoop het onderscheid te maken, maar met een moderne UV-VIS-NIR
spectroscoop is dit meteen duidelijk. Ook de concentratie van pigmenten in de
steen is meestal zichtbaar onder de microscoop.
Hierbij is ook een stukje gezond verstand belangrijk. Dat prachtige groene stuk
jade voor een lage prijs, dat kan niet anders als gekleurd of nep zijn. Een wattenstaafje met wat aceton kan al genoeg zijn om een kleurstof aan te tonen.
In sommige gevallen kan het vulmateriaal fluoresceren. Geverfde violette
jadeïet kan oranje fluoresceren onder SWUV.
Onderscheid in kwaliteit
Net als bij diamanten is er bij jade een duidelijke kwaliteiten hiërarchie. Ten
eerste het onderscheid in nefriet en jadeïet waarbij de eerste vaak “soft jade”
of “old jade” wordt genoemd. Van de nefriet jade wordt de witte variant als de
meest waardevolle beschouwd. Nefriet wordt in de regel gebruikt voor
carvings omdat het de transparantie en de intense kleuren van jadeïet niet
benadert. Het meest gewaardeerd is “new jade” oftewel de jadeïet. Hierin wordt
een groot onderscheid gemaakt tussen de verschillende kwaliteiten. Het onderscheid wordt gemaakt op basis van kleur, helderheid, transparantie en textuur.
(zie pagina 17). Omdat jadeïet één van de meest waardevolle edelstenen is
hebben kleine verschillen in kwaliteit grote consequenties voor de prijs.
Waar men met de andere edelstenen vaak werkt met de 3 C’s werkt men bij
jade naast kleur met de twee T’s (transparantie & textuur).
Kleur is de belangrijkste factor bij het beoordelen van jadeïet waarbij een
helder groen het meest geliefd is. Kleur bij edelstenen wordt meestal
beschreven als een combinatie van de elementen:
Tint (positie in het spectrum), verzadeging (helderheid van de kleur) en
intensiteit (licht naar donker).
15
Ook wordt er veel gebruik gemaakt van secundaire tinten om kleuren te
beschrijven. Groen kan bijvoorbeeld naar geel of naar blauw neigen waarbij
het geel of blauw dan de secundaire tint is. Ook grijs en bruin zijn secundaire
kleuren die de waarde van jade enorm omlaag kunnen halen.
Het meest gewild is een pure groen tint ongeveer als die van smaragd maar
dan iets lichter ook bekend als “ijsvogeljade”. Zoals de fel groen gekleurde
veren van een Aziatische ijsvogel. De saturatie van de kleur is eveneens zeer
belangrijk. Hoe intenser de kleur hoe beter. Kleuren met de optimale saturatie
zijn ook de kleuren die het meest opvallen als zonnebloem-geel, fel blauw en
verkeersbord-rood. De toon van deze kleuren moet dan ook precies goed zijn,
niet de licht, niet te donker en zonder de secundaire tint die de kleur bedoezeld.
Het derde element van kleur is de distributie ervan. Het meest geliefd is een
egale kleurverdeling. Helaas is dit bij jadeïet een zeldzaamheid doordat het
een gesteente betreft en de afzonderlijke korrels verschillende tinten hebben.
Meestal is er sprake van een grondkleur met hierin vegen, vlekken en strepen
van groen, bruin, grijs en paars. Elke vorm van vlekkerigheid die de kleur
beïnvloedt, is een kwaliteits vermindering.
Helderheid is ook van groot belang. Helderheid
betekent hier niet de transparantie maar het ontbreken van insluitsels en andere oneffenheden
die de transparantie en tint beïnvloeden. Jadeïet
heeft meestal insluitsels van witte en bruine
vlekken, kleine holtes en kanaaltjes tussen de
afzonderlijke korrels en barstjes en insluitsels in
de individuele korrels. Binnen een jadeïet kristal
liggen alle vezels parallel wat soms voor
reflecties van een kattenoog/silk effect zorgt.
De vezels zijn altijd begrenst door de omtrek
van het kristal.Vooral het voorkomen van
barstjes kan de waarde van jadeïet enorm aantasten omdat dit ingaat tegen de gedachte dat jade
een symbool van duurzaamheid en perfectie is.
Albiet insluitsels in jadeïet
Foto: RWH
Transparantie is ook zeer geliefd in jadeïet. Jadeïet is opgebouwd uit afzonderlijke korrels (kristallen) die ineen gegroeid het gesteente vormen. Hoe groter de
korrelgrootte hoe lager de transparantie. Zeer fijn jadeïet kan bijna als glas zijn.
Die wordt ook wel ijs-jade genoemd. Deze hoge transparantie in
16
combinatie met een intense kleur groen is de
hoogste jade kwaliteit. Dit komt zelden voor omdat, als hierboven beschreven, jadeïet bijna altijd
insluitsels heeft wat ook logisch is voor een
gesteente. Het impregneren van jadeïet (B-jade)
kan deze transparantie enorm verbeteren.
De textuur van het materiaal is het gevolg van de
korrelgrootte en uniformiteit hiervan. In de regel
is jadeïet opgebouwd uit korrels (ineengegroeide
kristallen) van verschillende afmetingen.
IJs-jadeïet, de glasheldere
Van microscopisch tot 10 mm. De grote korrels
hebben op hun beurt weer een vezelige structuur jade variant. Foto: Google
die aan nefriet doet denken. De combinatie van
grote en kleine korrelgrootte en kleurvariaties levert een eindeloze variatie op.
Daarbij is het zo dat hoe egaler de textuur, hoe fijner de kleurverdeling.
Hoe grover de structuur van de jadeïet, hoe duidelijker de imperfecties en
kleurafwijkingen. De textuur wordt daarom ingedeeld in 3 categorieën.
Fijn, middel en grof. De fijnste structuur is ook bekend als “Old Mine” jadeïet.
Dit is een typische Chinese benadering dat alles wat oud is beter is. Daarnaast
wordt de term “relatively old mine” jade gebruikt voor jadeïet met een middelmatige textuur en kleurverdeling. De laagste kwaliteit heet “New Mine” voor de
grofste variant. Old mine materiaal heeft dus de fijnste textuur door de kleinste
korrelgrootte en hierdoor de meest egale kleurverdeling.
Hoge
kwaliteit
$
Lage
kwaliteit
17
Links: Jadeïet kleurenspectrum.
Rechts: Kwaliteitsverschillen in
transparantie en textuur
Foto: MaysonKay.com
Imitaties en simulanten
Omdat jade zo gewild is, wordt alles wat erop lijkt, aangeboden als jade.
Een aantal natuurlijke mineralen of gesteenten kunnen er overtuigend als jade
uit zien. De enige voorwaarde is dat het mooi bewerkbaar is en qua kleur en
transparantie overeen komt met jade. Bekende voorbeelden zijn:
Boweniet serpentijn
Net als de jades bestaat serpentijn ook uit fijn ineen
gegroeide naalden. Het materiaal is echter zachter
en heeft een lager soortelijke massa. Het kan groen,
bruin tot zwart zijn in verschillende tinten. Het meest
bekend is de boweniet variëteit. Deze edele serpentijn
wordt veel gebruikt voor kralen en carvings en kan
een overtuigende jade uitstraling hebben. Boweniet is vrij transparant en in het
materiaal zitten gebruikelijk witte vlekken of wolken die dieper in de steen nog
zichtbaar zijn. Het is vaak het beste te herkennen aan de fletsgroene kleur en de
gelige gloed in combinatie met een egale kleurverdeling.
Steatiet
Steatiet is een gesteente dat voornamelijk uit talk bestaat. Het is daarmee zeer
zacht en makkelijk te bewerken. Het is divers in uiterlijk en kleur. Alle grijs,
bruin, groen, wit en zwart combinaties komen voor. Nooit heldere kleuren
en niet transparant. Door de zachtheid valt het ook niet te polijsten waardoor
steatiet carvings een lage glans hebben. Door de zachtheid zijn op de onderkant
van zo’n carving altijd witte krassen zichtbaar wat een eenvoudig
herkenningspunt is. Het is om die reden ook volledig ongeschikt als steen voor
sieraden en kralen.
Aventurijn kwarts
Dit is een massieve kwartsvariëteit die door de insluitsels van fijn groene
muscoviet een egale groene kleur heeft gekregen. Het heeft een overtuigende
jade kleur maar de typische jade gesteente-structuur ontbreekt.
Door de insluitsels van muscoviet heeft het oppervlak een structuur van fijne
putjes en barstjes waar de muscoviet uit de oppervlakte is geslepen.
Ook zorgt de muscoviet voor een fijne tot duidelijke schittering van de
kristalletjes die het licht reflecteren. Daarbij is de soortelijke massa lager en de
hardheid hoger dan het nefriet waar aventurijn zo op lijkt.
18
Chrysopraas
Ook dit is een groene massieve kwarts-soort. Het is een chalcedoon gekleurd
door nikkel. Dit metaal zorgt voor een groen kleur die duidelijk naar het blauw
neigt en daarmee het belangrijkste herkenningspunt is. Het ruwe materiaal is
vaak niet groot genoeg voor carvings van massief materiaal. Het word veel
gebruikt voor kralen en cabochons. het is translucent en gelijkmatig gekleurd
en kan goed gepolijst worden. Insluitsels zijn meestal witte vlekken, wolken en
gedeeltelijk geheelde barsten en bruin moedergesteente. De kleur, hoge glans,
egale structuur en afwijkende soortelijke massa en RI maken het eenvoudig te
onderscheiden van jade.
Zoisiet (saussuriet), Prehniet en Vesuvianiet
Deze mineralen komen veel voor in metamorfe gesteenten waaruit ook de echte
jades komen. Ook de kleur en textuur van deze mineralen kan er overeenkomen met jade. In het geval van saussuriet is dit
een mengsel van fijnvezelig zoisiet met andere
mineralen als albiet en epidoot. Dit is een
overtuigende gevlekte jade simulant die op grote
schaal wordt gebruikt voor carvings. Prehniet is
een allochromatisch mineraal dat meestal groen
gekleurd is. Translucente variëteiten kunnen eruit
zien al mooie fijne jade, al is de kleur altijd flets. Ook is het mineraal minder
vezelig en vaak radiaalstralig, iets wat jades niet hebben. Een massieve groene
vesuvianiet uit Californië wordt ook als jade-imitatie gebruikt onder de naam
“Californiet”. Al lijkt het veel op jade, ook door de hoge glans na polijsten, dit
materiaal is veel geler dan de gebruikelijke jade tinten (foto).
Hydrogrossulaar granaat
Deze opaak tot translucente variëteit van grossulaar is een goede jade simulant.
Door de massieve fijnkorrelige structuur en de jade-achtige groentinten waarin
het voorkomt is het een geliefde jade-imitatie in sieraden. Omdat het hardste is
van alle jade simulanten is het daarvoor perfect geschikt. De hoge RI en
soortelijke massa zijn uitstekende herkenningspunten om het te kunnen
onderscheiden van alle andere jade-achtigen. Het meeste materiaal heeft kleine
zwarte insluitsels die kenmerkend zijn voor
hydrogrossulaar. Hydrogrossulaar kan niet alleen
groen zijn door chroom maar ook roze tot rood
door mangaan. Er bestaan ook stenen met een
19
verloop van roze naar groen, rood-groen, roze-wit-geel-groen enz. Dit kleurverloop is veel egaler dan het kleurverloop in jades waar de kleur vlekkeriger
verdeeld is. Groen hydrogrosulaar komt in vele gedaantes voor en kan geband
of gevlekt zijn in diverse tinten van bijna zwart tot fel gras-groen en wit. Op het
oog is het lastig te onderscheiden van jadeïet.
Gekraakt en groen geverfd kwarts
Met de stijgende vraag naar edelstenen ontstaat er een grote
markt voor imitaties en synthetica. Een nieuw dieptepunt is de
productie van gekraakte en geverfde kwarts.
Hierbij worden stukjes kwarts door middel van een thermische
schok volledig “gekraakt”. De steen krijgt hierdoor een fijn
verdeeld netwerk van fijne barstjes. Deze barstjes kunnen
vervolgens gevuld worden met een groene kleurstof waarna
de steen opeens op jade lijkt. Doordat de kleurstof alleen in de
barstjes zit en de rest van het materiaal kleurloos is, is dit goed
Geverfd kwarts met
zichtbaar met een loep. Ook zijn de barstjes zichtbaar aan de
kleur concentraties in
oppervlakte in gereflecteerd licht. Een goedkope jade-imitatie
de barstjes. Foto: PG
die helaas veel gebruikt wordt. Ook de kwartsvarianten agaat
en chalcedoon kunnen eenvoudig groen geverfd worden. In
beide gevallen is kleurzonering door de gelaagde structuur van het materiaal
goed zichtbaar.
Alle fijnkorrelige groene gesteenten,
al dan niet geverfd.
Buiten de gesteentes die jade genoemd worden of hierboven beschreven staan,
zijn er nog vele die ook groen zijn maar niets met jade te maken hebben. Zij
hebben dan niet de kwaliteit van het ijzersterke nefriet waar de mensheid voor
viel. Zij hebben wel de prachtige groene kleur waar alle antieke volkeren zich
mee versierden. Veel van de jade artefacten voor persoonlijke versiering uit
Zuid-Amerika zijn dan ook geen jade maar een willekeurig ander groen
gesteente. Er zijn vele mineralen die een gesteente groen kunnen kleuren.
De mogelijkheden zijn eindeloos en bijna altijd metamorf.
Dat geldt met de moderne technieken ook voor alle poreuze gesteenten die
geverfd kunnen worden. Fijnkorrelig marmer laat zich onder druk impregneren met kleurstoffen die zo een jade imitatie vormt. Ook hier concentreert de
kleurstof zich in de bestaande barsten tussen de korrels of in het gesteente en is
daarmee goed herkenbaar. Een wattenstaafje met aceton is vaak al voldoende
om een kleurstof aan te tonen. Inferieure jade-achtige gesteente wordt op grote
schaal bewerkt met de meest uiteenlopende technieken om er mooie kwaliteit
jade mee te imiteren.
20
Samengestelde stenen.
Er zijn nog wat manieren om je jade als beter voor te doen. In sommige gevallen wordt een laklaag aangebracht voor een hoge glans. Die laklaag wordt ook
gebruik om een aan de oppervlakte aangebrachte kleurstof af te schermen.
Deze laklaag is zacht en beschadigd snel. En andere optie is om van je donkere
jade een holle cabochon te maken van één mm schaaldikte en een kleurloos
inzetstukje om de kleur te intensiveren en met lijm het geheel te verbinden.
Als de steen gezet is in een dichte zetting is dit nauwelijks te ontdekken.
Luchtbellen kunnen hierbij zichtbaar zijn door de dunne jadelaag.
Syntheses
Van de synthetische materialen is een combinatie van wit en groen glas de
meest voorkomende. Dit materiaal bevat luchtbellen en heeft een kolkende
structuur. In het geval van de-vitrificatie van het glas zitten hier langwerpige
kristallen in (wollastoniet). Objecten van glas zijn in een mal gegoten en
hebben krimpsporen en randje rondom waar de twee delen van de mal
samenkomen. Om de spierwitte nefriet stenen na te maken die in Hotan worden
gevonden, wordt ook glas gebruikt. Dit is opake witte glasmassa met ruwweg
de samenstelling van het mineraal canasiet. Het heeft ook een korrelige en
gelaagde structuur met ingesloten naaldjes
maar ook luchtbelletjes waarmee het door
de mand valt. Dit is overigens niet eenvoudig vast te stellen en de
soortelijke massa komt ook goed overeen met nefriet. Ook kunststoffen zijn
gebruikt, maar deze voelen warm aan
en zijn veel te licht. Het toevoegen van
steenpoeder, het zogenaamde polystone,
kan het gewicht aanzienlijk verhogen.
Deze kunststoffen zijn net als glas gegoten
en de sporen daarvan zijn veelal zichtbaar
Jade imitatie van glaspasta. Let op de
(bellen en vloeisporen). Door het op
vele belletjes in het oppervlak. Ook de
grote schaal voorkomen van gesteenten
opbouw van de decoratie klopt niet.
met een jadeachtige structuur die prima
behandeld en geverfd kunnen worden, is
het maken van een volledig synthetische jade niet winstgevend.
Foto’s van het maken van imitaties: http://www.ministryoftofu.com/2011/07/
unscrupulous-workshops-turn-cheap-stones-into-hazardous-fake-jade/
21
Conclusie
Caveat Emptor, Dit is de Latijnse uitdrukking voor “koper, wees op je
hoede” en daarmee de meest voor de hand liggende uitdrukking voor allen
die een jade collectie willen aanleggen. Jade is een mooi, mythisch en bijna
magische edelsteen die de mensheid al duizenden jaren fascineert. Tot op de
dag van vandaag is het een belangrijk statussymbool in Aziatische culturen
en bestaat er een levendige handel in. De prijzen die voor de beste kwaliteiten
worden betaald, zijn gelijk aan de prijzen voor diamanten en robijnen waarmee het zijn reputatie als een van de meest kostbare edelstenen bevestigd.
Het moge daarom duidelijk zijn dat er een complete industrie bestaat gericht
op het namaken van hoge kwaliteit jadeïet. Dit is vergelijkbaar met de huidige
robijn industrie die door glasvullingen en verhittingstechnieken grote hoeveelheden edelsteenkwaliteit produceren voor een fractie van de prijs. Helaas zijn
bij de jades dit type behandelingen nog lastiger te herkennen door de grote
variatie van kleur, textuur en structuur. Het goed beoordelen van jade is dan
ook alleen weggelegd voor mensen met veel ervaring. Dit geldt ook voor de
antieke objecten van nefriet die een populair verzamelgebeid vormen.
In de regel worden altijd de beste kwaliteiten geïmiteerd. Elk mooi gekleurd
en /of transparant stuk jade is verdacht. Zoals hierboven beschreven, zijn de
mogelijkheden eindeloos. Vooral jadeïet wordt behandeld en in veel mindere
mate ook nefriet. Veel andere typen metamorf gesteenten of mineralen
kunnen, door al dan niet behandelen, erg op jade lijken. Vooral carvings en
armbanden worden van dit materiaal gemaakt en kunnen lastig te
determineren zijn. Dit maakt jade niet minder aantrekkelijk, maar juist een van
de meest uitdagende edelstenen op deze mineraalrijke planeet.
Bronnen:
Jade, Roger Keverne. Lorentz books ,1995
Mineralogie en archeologie. E.J.A. Burke. GEA blad Juni 2003, pag 45-51.
Identification of bleached polymer impregnated jadeïte. E. Fritsch et al,
Gems &Gemmology, Fall 1992. Pag. 176-187.
Burmese Jade: The inscrutable gem. R.W. Hughes et al,
Gems &Gemmology, Spring 2000. Pag. 2-25.
Jade. Fred Ward. 1996
www.ruby-sapphire.com, Site van RW Hughes (RWH).
Bevat vele interessante edelsteen gerelateerde essay’s o.a. over jade.
22
Puzzel
Hieronder vindt u weer een nieuwe puzzel. Deze keer is het een woordzoeker met
als thema jade. Nadat u alle woorden uit het lijstje heeft weggestreept (woorden
zijn alleen van links naar rechts & van boven naar beneden), houdt u 56 letters
over. Deze kunt u in volgorde van links naar rechts en van boven naar beneden
invullen in de lege vakjes voor de oplossing.
Deze zin kunt u uiterlijk 13 december insturen naar [email protected].
Op 17 december wordt de winnaar/winnares getrokken uit de goede inzenders.
De winnaar/winnares ontvangt een vuuragaat. Veel puzzelplezier!
j
c
p
i
e
d
r
a
d
e
i
j
a
d
a
e
t
a
i
o
n
s
j
b
o
w
e
n
i
e
t
y
u
r
a
y
g
r
o
e
n
l
l
e
t
a
a
n
e
f
r
i
e
t
n
e
i
d
a
u
o
c
a
n
a
d
a
e
c
r
f
e
i
t
s
u
i
a
f
e
e
a
a
r
n
o
d
i
m
n
a
t
a
u
g
i
e
t
e
n
s
m
j
i
x
t
r
e
m
o
l
i
e
t
i
h
c
h
i
n
a
t
h
t
a
a
e
c
e
e
b
t
e
e
n
g
i
n
u
i
q
i
n
g
e
e
i
y
d
t
h
m
c
i
d
f
e
e
r
e
o
r
u
m
a
o
r
i
e
e
a
e
b
i
a
e
r
e
a
n
u
o
t
l
a
s
a
u
s
s
u
r
i
e
t
e
c
l
p
m
j
m
k
n
e
z
i
a
m
a
w
s
i
t
s
i
t
t
h
h
a
t
a
f
a
b
e
r
g
e
d
e
i
m
o
n
t
e
z
u
m
a
a
v
e
n
t
u
r
i
j
n
t
n
e
w
r
i
v
e
r
n
c
h
r
y
s
o
p
r
a
a
s
n
i
n
actinoliet
Arahura
augiet
aventurijn
Birma
boweniet
Canada
China
chrysopraas
Confucius
dynastie
Fabergé
Fei-­‐Tsui
groen
Guatemala
heerser
jade
jadeiet
Maori
maw-­‐sit-­‐sit
Maya
Montezuma
nefriet
new river
Old Mine
piedra de ijada
Qing
recept
saussuriet
steatiet
tremoliet
ya'ax Chich
yu
Het goede antwoord van de puzzel die in Gemma 55 staat, is: garnet
De inzendtermijn is inmiddels verstreken. Op 17 september wordt de winnaar/
winnares getrokken uit de goede inzendingen. De prijs die hij/zij mee mag
nemen is een geslepen kleurwisselgranaat uit Tanzania.
23
KATTENOOG STENEN
Jaap Bos
INLEIDING
Het identificeren van kattenoog stenen is vaak een probleem. Deze cabochons
laten het door de insluitsels vaak niet toe om eenvoudige testen zoals ‘is deze
steen dubbelbrekend’ uit te voeren. Omdat er meestal geen mooi vlak gepolijst
oppervlak aanwezig is, kan de brekingsindex slechts bij benadering bepaald
worden met een zogenaamde ‘spotmeting’. Ook de combinatie van die
geschatte brekingsindex en een soortelijke massa bepaling is vaak niet
voldoende om eenduidig vast te stellen om welk kattenoog het gaat. In deze
bijdrage laat ik zien dat met een aantal hulpmiddelen (een spectroscoop, een
sterke magneet en een thermische diamant tester) het in de meeste gevallen
mogelijk is een correcte identificatie te doen.
KATTENOOG STENEN
Het meest eenvoudige geval om te determineren is het chrysoberyl
kattenoog. Deze steen, ook wel cymophaan genoemd, is de enige steen die
‘kattenoog’ zonder verdere toevoeging genoemd mag worden. Alle andere
kattenogen moeten met de volledige naam genoemd worden, bijvoorbeeld
‘enstatiet kattenoog’. De cymophaan zal een
spotmeting voor de brekingsindex van 1.73
tot 1.74 geven. Tezamen met een soortelijke
massa van omstreeks 3.70 is dat voldoende
voor een positieve identificatie, er zijn geen
andere kattenoog stenen met die constanten.
Maar moeilijker wordt dit met het volgende
drietal: diopsiet/enstatiet/kornerupien.
Een katteoog apatiet kristal
waarbij de parallele insluitsels
mooi oplichten.
24
Deze stenen kunnen als kattenoog in
verschillende kleuren voorkomen, maar
zijn vaak groen en hebben overlappende
Fig. 1. Enstatiet spectrum (prisma)
waarden voor brekingsindex en soortelijke massa. Typische waarden zijn 1.651.67 voor de brekingsindex en 3.28-3.32 voor de soortelijke massa. Hoewel de
stenen er van boven vaak donker en ondoorzichtig uitzien, kan er vanuit het
bodemvlak meestal wel voldoende licht ingestraald worden om een spectrum
te verkrijgen. Ziet men het spectrum van fig. 1 door een prisma spectroscoop,
met een sterke lijn op 506 nm en een zwakkere lijn op 545 nm, dan is dat een
positieve identificatie voor een enstatiet kattenoog.
Diopsiet en kornerupien geven geen duidelijke spectraallijnen. Diopsiet bevat
altijd wat ijzer en als men het met de bolle kant op een glad oppervlak legt, zal
men met een sterke magneet zien dat de steen aangetrokken wordt, dit is bij
kornerupien niet het geval. Hiervoor moet je wel gebruik maken van een sterke
neodymium magneet, zoals die beschreven is in Gemma 52 blz. 6.
Dus met eenvoudige hulpmiddelen kan men voor het drietal diopsiet/enstatiet/
kornerupien besluiten met welke kattenoog men het van doen heeft. Echter,
voor een wat grotere diopsiet kattenoog, waarvan de steen niet mooi ‘bol’
geslepen is kan het soms moeilijk zijn om te zien of er aantrekking door de
magneet is. In dat geval gebruik ik een door gemmologen verfoeid hulpmiddel, namelijk de kraspen. Diopsiet heeft een hardheid 5 tot 6 en kan met een
hardheidsstift 6 bekrast worden. Voor kornerupien met hardheid 6.5 tot 7 heb
je daarvoor een hardheidsstift 7 nodig. Deze test, waarbij er op de onderkant
van het cabochon een krasje ontstaat dat je met een loupe moet zoeken, kun je
mijns inziens echt niet destructief noemen. Voor de drie besproken stenen is de
goede volgorde van onderzoek dus:
1) kijk of je het spectrum van fig. 1 ziet, dan is het een enstatiet ;
2) zie je geen spectrum, maar is er aantrekking door een magneet dan is het een
diopsiet;
3) zie je geen aantrekking door een magneet dan heb je vrijwel zeker te maken
met een kornerupien, maar doe voor de zekerheid een hardheidstest voor het
geval dat het toch een diopsiet is die te zwaar
of niet goed bol geslepen is.
Voor kornerupien, dat ook vaak in grijze en
bruine tinten voorkomt, kan er nog verwisseling voorkomen met één van de meest
voorkomende kattenoog stenen, namelijk
Een kattenoog sillimaniet
25
sillimaniet. Dit mineraal heeft als
kattenoog meestal een brekingsindex
van 1.68 en een soortelijke massa van
Fig. 2. Apatiet spectrum (prisma)
3.24-3.25, dus dicht bij de waarden
voor kornerupien. Sillimaniet vertoont
geen duidelijk spectrum, wordt niet door een magneet aangetrokken, maar in
tegenstelling tot kornerupien (of diopsiet en enstatiet) heeft het een goede
thermische geleidbaarheid en zal op een thermische diamant tester een
duidelijke uitslag geven.Een andere zeer veel voorkomend kattenoog is het
apatiet kattenoog. Dit mineraal geeft een spot brekingsindex in de buurt van
1.62 en heeft een soortelijke massa van 3.22. Kenmerkend voor deze steensoort
is het spectrum zoals afgebeeld in fig. 2. Tussen 575 en 585 nm is een band die
samengesteld is uit een aantal zeer fijne lijnen, veroorzaakt door de zeldzame
aarden neodymium en dysprosium.
In de niet-kattenoog variëteit van apatiet komt dit spectrum heel vaak
(maar niet altijd) voor. In de zes apatiet kattenogen met diverse kleuren
die ik bekeken heb was deze spectrale band in alle gevallen aanwezig.
Een kunziet kattenoog komt met constanten 1.65 en 3.17 redelijk in de buurt
van een apatiet, maar mist het kenmerkende spectrum en is bovendien goed te
herkennen aan de rozerode fluorescentie onder zowel korte- als lange golf
uv-licht.
Ook scapoliet kattenogen komen veelvuldig voor. Een typische waarde voor de
brekingsindex is 1.55, met een soortelijke massa van 2.74-2.75. Dat is vrij dicht
bij de waarden die je voor kwarts kattenogen vindt. Echter, scapoliet toont een
karakteristieke dof rode fluorescentie onder korte golf uv-licht, terwijl kwarts
kattenogen inert onder de uv-lamp zijn. Ook een sterke magneet kan behulpzaam zijn om het onderscheid tussen deze twee soorten kattenogen te maken.
Hoewel in de structuurformule van scapoliet geen elementen voorkomen die
door een magneet aangetrokken worden, reageren de insluitsels die het kattenoog veroorzaken wel op een magneet. De vijf scapoliet kattenogen die ik
getest heb reageren alle zeer sterk op een magneet, terwijl kwarts kattenogen
niet aangetrokken worden.
Op eBay worden veel spectroliet kattenogen aangeboden. Spectroliet is een
variant van labradoriet veldspaat, maar met een
mooier kleurenspel. Omdat die kattenogen vaak
egaal zwart zijn, lijkt die naam wat vergezocht.
Het exemplaar dat ik kocht, had een brekingsindex
van 1.56 en een soortelijke massa van 2.74. Net als
Een kattenoog apatiet
26
scapoliet werd het door een magneet aangetrokken en had het dezelfde dof rode
fluorescentie bij korte golf uv-licht. Spectroliet en scapoliet zouden dus niet
van elkaar te onderscheiden zijn? Om het zeker te weten heb ik het grondvlak
van de spectroliet gevlakt en gepolijst. Uit de nauwkeurige brekingsindexbepaling, die toen mogelijk was, kwamen waarden van 1.556 voor de buitengewone
straal en 1.580 voor de normale straal. Het is uniaxiaal negatief, dus geen biaxiale veldspaat, maar gewoon scapoliet. Hoewel ik maar één spectroliet op deze
manier mishandeld heb, lijken de afbeeldingen op internet zodanig op elkaar
dat ik er vrij zeker van ben dat spectroliet kattenoog een fantasienaam voor
scapoliet is. Een andere naam suggereert blijkbaar iets nieuws en aparts.
Toermalijn kattenogen hebben een brekingsindex van 1.61-1.63 en een
soortelijke massa van 3.00-3.20. Met deze constanten kunnen zij mogelijk
verward worden met apatiet, maar zij missen het karakteristieke spectrum
van een apatiet. Een ander onderscheid is het goed zichtbare pleochroïsme
in donker/licht tinten van dezelfde kleur. Ook reageren de drie groene en één
bruine toermalijn kattenogen die ik onderzocht heb sterk op een magneet, iets
dat apatiet niet doet. Omdat ik geen andere toermalijn kattenogen bekeken heb,
weet ik niet of dit ook voor andere kleuren dan groen en bruin geldt.
Er zijn nog veel meer andere kattenogen zoals opaal, ioliet, maansteen en zo
voort, maar in bovenstaand verhaal zijn de meest
voorkomende behandeld.
Waar kattenoog edelstenen
zijn, kom je uiteraard ook
namaak kattenogen tegen.
Een goed voorbeeld hiervan
zijn de mooie synthetische
kattenogen die gemaakt
worden door de evenwijFig. 3 (rechts). ‘Cathay’ kattenoogkraal.
dige bundels lichtgeleiders Dit materiaal is in elke denkbare kleur in de handel.
in communicatie-kabels in
Fig. 4 (links). Fiber optics cabochons.
cabochonvorm te slijpen.
Vaak worden ook kattenoog-kralen zo gemaakt. Kijk je in de richting van het
boorgat, dus in de lengterichting van de vezels, dan word je door de hexagonale
structuren ( zie figuur 3) gewaarschuwd dat je het met een zogenaamde
‘Cathay’ steen uit lichtgeleidermateriaal (fiber optics) te maken hebt.
Ook de bollen van 4-6 cm doorsnede die op beurzen aangeboden worden
onder de misleidende fantasienaam ‘cat’s eye opal crystal ball’ bestaan uit dit
lichtgeleidermateriaal. Kattenogen van dit soort hebben een brekingsindex van
1.51-1.53 en een tamelijk variërende soortelijke massa van 2.64 tot 2.90.
27
OPMERKING OVER THERMISCHE
DIAMANT TESTERS
De sterke reactie van sillimaniet vergeleken met geen reactie voor kornerupien
is gemeten met mijn 20 jaar oude Presidium Diamond Fact meter.
Modernere analoge meters zoals de Presidium Duotester zijn echter veel
gevoeliger, daar zal kornerupien wel een zwakke (vergelijkbaar met glas)
uitslag geven. Verwisseling met sillimaniet is echter niet mogelijk, dat
mineraal geeft een veel grotere uitslag die vergelijkbaar is met andere,
goed thermisch geleidbare edelstenen zoals topaas en spinel.
chrysoberyl
sillimaniet
diopsied
enstatiet
kornerupien
spodumeen
apatiet
toermalijn
scapoliet
kwarts
RI
SM
1.73-­‐1.74
1.68
1.65-­‐1.67
1.65-­‐1.67
1.65-­‐1.67
1.65
1.62
1.61-­‐1.63
1.55
1.54-­‐1.55
3.70
3.24-­‐3.25
3.28-­‐3.32
3.28-­‐3.32
3.28-­‐3.32
3.17
3.22
3.00-­‐3.20
2.74-­‐2.75
2.65
Spectrum
Magneet
*
*
*
Thermal Tester
Fluore-­‐ Pleochro-­‐ centie
isme
*
*
*
*
*
*
*
Fig. 5
Lijst met determinatie kenmerken van veel voorkomende kattenoogstenen.
Van de redactie
Color Encyclopedia of
Gemstones op internet
De tweede editie van dit boek van Joel E. Arem, dat ik als één van de beste
beschrijvende edelsteenboeken beschouw , is door hem integraal op internet
gezet. Het is te vinden op:
www.joelarem.com/color-encyclopedia-of-gemstones.html
28
Complete jaargangen van
Gems&Gemology online!
Gems&Gemology is één van de toonaangevende tijdschriften op het gebied
van edelsteenkunde. Sinds enkele jaren is het op hun webpagina www.gia.edu/
gems-gemology mogelijk, elk van de (meestal) vier bladen die elk jaar uitkomen, gratis te downloaden. Iemand heeft de moeite genomen om alle jaargangen van 1934 tot en met 2012 te downloaden en in één Pdf-file achter elkaar te
zetten. Deze uit de kluiten gewassen file van 16294 A4 pagina’s is 1.13 GByte
groot en zal in de toekomst op de website van Gems&Gemology geplaats
worden. Tot die tijd is de file te downloaden op https://archive.org/details/
GEMSandGEMOLOGY-January1934-Fall2012
(denk om de ‘s’ achter de ‘http’). JB.
Tweede editie Handbook of Gemmology
In Gemma 55 blz. 14 werd u attent gemaakt op een digitaal boek, geschikt
voor desktop, tablet en mobiele telefoon. Inmiddels is de tweede editie
beschikbaar van het ‘Handbook of Gemmology’ geschreven door Geoffrey
Dominy (gemmoloog en taxateur) en Tino Hammid (gerenommeerd edelsteen
en juwelen fotograaf) .
Aangezien ik een voorstander ben om zoveel mogelijk kennis te verspreiden
ben ik de uitdaging aangegaan om dit project te sponsoren. Inmiddels omvat
de uitgave 860 pagina’s met 900 prachtige kleurenafbeeldingen. In het eerste
gedeelte komen hoofdstukken aan de orde zoals optica, kristallografie,
instrumenten, behandelingen, mijnbouw en synthetische stenen.
In het middelste gedeelte (73 pagina’s) worden prachtige kleurenfoto’s
getoond. De derde sectie omvat twaalf hoofdstukken die betrekking hebben
op de identificatie van edelstenen op basis van hun kleur en transparantie plus
natuurlijke, imitatie en gekweekte parels, en geavanceerde gem testen
technieken. Kortom naar mijn idee een basis document voor iedereen die van
edelstenen en determineren houdt.
U kunt dit boek bestellen via www.handbookofgemmology.com maar u kunt
dit ook via mij, voor dezelfde prijs bestellen (deluxe versie voor 37,50€, stuur
daarvoor een e-mail naar [email protected]) zodat je Nederlandse uitleg
bij installatie kan krijgen, kijk hiervoor op www.briljantestenen.nl . De route
via mij is vooral aantrekkelijk voor mensen die geen PayPal account hebben, of
aarzelen om een creditcard op het internet te gebruiken: bij mij kunt u het geld
gewoon via uw bankrekening overmaken.
Leone Langeslag
29
International
Gemmological Congress
and 16th FEEG Symposium
Leone Langeslag
In de derde week van januari 2014 werd in Madrid een Internationaal
Congres georganiseerd door het IGE (het Spaanse Gemmologisch Instituut),
samen met het 16e FEEG (Federation for European Education in Gemmology)
symposium. Reden genoeg om naar Madrid te gaan en daar de sfeer te
proeven, en hopelijk wat kennis op te doen. Het was zoals gebruikelijk bij dit
soort symposia een volle agenda met interessante lezingen. Over een paar
onderwerpen zal ik iets verder uitweiden.
De ons welbekende Dr. Klaus Schollenbruch hield een lezing over glas gevuld
korund, waarbij je niet alleen moet denken aan glas- gevulde robijnen maar inmiddels ook aan glas- gevulde saffieren. Het vullen (of eigenlijk: impregneren)
van edelstenen met glas wordt al zo’n 30 jaar uitgevoerd, maar dan vooral
aan de oppervlakte van de steen. Het glas kan dan gedetermineerd worden bij
reflecterend licht door het verschil in glans van korund en glas (zie figuur 1).
Ook kan men door de RI te meten uit komen op 1.51 – 1.52 en dit hoort bij de
RI van glas, en is veel te laag voor korund (1.76-1.77). Dit veranderde in 2004
toen de eerste met loodglas gevulde robijnen in de handel kwamen, afkomstig
uit Oost- Afrika. Er worden verschillende soorten loodglas gebruikt om de
stenen te vullen, maar het verraderlijke eraan is dat ze een veel hogere RI hebben en deze zit dicht tegen die van korund aan en is dus minder makkelijk te
determineren. Inmiddels weten we wel dat deze glas- gevulde robijnen redelijk
makkelijk te onderscheiden zijn van onbehandelde robijnen door de donkere,
ingesloten luchtbellen en blauwe of oranje
flitseffecten bij gebruik van de microscoop
(fig 2). Wat ik nog niet wist is dat ze dit ook
al met saffieren doen en de eerste exemplaren zijn in 2007 al gesignaleerd in de
markt. Naast de flitseffecten en luchtbellen
als insluitsels kunnen ook kleurconcentraEen glas gevulde robijn.
30
ties bij breuken een duidelijke indicatie
zijn voor glas-gevuld saffier. Afgezien van
deze ontwikkeling op zich, waarvan nog
niet duidelijk is hoe zich dit verder in de
markt zal ontwikkelen, is men ook bezorgd
over de terminologie en de stabiliteit van
het loodglas. Dit laatste heeft te maken met
het feit dat met loodglas gevulde korunden
het ultrasonisch bad niet zullen overleven.
Hitte en verscheidene chemicaliën die
tijdens het schoonmaakproces gebruikt
worden hebben een dramatisch effect op
de stabiliteit van de steen. Ik verwacht in
de volgende Gemma hier iets meer over
te kunnen vertellen, als Klaus zijn nieuwe
artikel gepubliceerd heeft.
Een ander bijzondere presentatie werd
gegeven door Victor Tuzlukov (College of
Gemcutting Russia), een echte artiest wat
betreft het slijpen van edelstenen. Behalve
dat je het ambacht van slijpen dus uitstekend moet beheersen moet je ook wel een
Boven: Fig.2 Een blauwe glasvulling
creatieve inslag hebben, en vooral het
in korund.
geduld, om in kleine stenen duidelijke
Onder: Fig. 1 Zichtbare glasvulling op
symbolen weer te kunnen geven.
het oppervlak van een saffier.
Naast presentaties over o.a. Dominicaans
barnsteen, Raman spectrografie methodes en een mooie presentatie van diamanten uit het Mineralogisch Museum van de St. Petersburg State University, hield
Geoff Dominy een korte lezing over het de economische aspecten waarmee
slijpers te maken hebben en hoe wetenschap en handel hierover met elkaar in
botsing kunnen komen. Daarnaast hield hij een voordracht ter promotie van de
2e editie van het Handbook of Gemmology. Ik vind dit echt een prachtig digitaal
boek dat op een betaalbare manier heel veel informatie geeft. Een must voor
elke gemmoloog, kenner of geïnteresseerde in edelstenen. Elk jaar zal dit boek
aangevuld worden met de nieuwste ontwikkelingen.
Kortom het was weer een mooie belevenis en erg goed voor de Spaanse
taalontwikkeling want de Spanjaarden hielden ervan hun presentaties in het
Spaans te houden en de simultaantolken hadden af en toe best moeite met de
edelsteenkundige vaktermen.
31
Beursagenda
Tweede halfjaar 2014
September
13 en 14
28
Giethoorn, Lapidari-weekend MTN
De Bilt, NLC
Oktober
3 t/m 6
4 en 5
12
19
24 t/m 26
Idar-Oberstein, Duitsland, Intergem
Rijswijk, De Broodfabriek (Darling Market)
’s-Hertogenbosch, De Helftheuvel
Amsterdam, Borchlandhal, Borchlandweg 6-12, GEA-beurs
München, Duitsland, Mineralientage
November
1
2
8 en 9 9
15
15 en 16
22
Purmerend, Partycentrum Concordia
Weert, Wertastraat 1
Luik, België, Intermineral
Oss, D’n Iemhof (Geosfeer)
Zwijndrecht, Geode beurs
Antwerpen, België, Intergem
Hoevelaken, Hal Intres
December
14
Haarlem, NLC, Kennemer sportcentrum
Colofon
GEMMA is een zelfstandige vereniging
Bestuur:
Dr A.R. (Tom) Peters, voorzitter
William Wold FGA,
secretaris en vice-voorzitter
adres: De Protter 2, 8502 DG Joure,
t:06-229 55 845, [email protected]
Arjo Stork, Penningmeester
Redactie:
Jaap Bos
Leone Langeslag EG
Cyntha Slootweg FGA DGA
Contactgegevens redactie:
tel. 035-6951422,
e-mail: [email protected]
Vormgeving & opmaak:
Peter Slootweg FGA
Kvk Amsterdam: 53037944
ING-rekening nummer:
NL39INGB0004751736
ten name van: Vereniging Gemma,
Amsterdam
Uw advertentie hier?
Informeer bij de redactie.
UNIVERSAL GEMSTONE
Gespecialiseerd in kristallen, geslepen en ruwe
edelstenen uit Tanzania
Tanzaniet, Tsavoriet, Robijn, Saffier,
Spinel, Diopsied, Maansteen, Zonnesteen
Rhodoliet, Spessartien, Ioliet, e.v.a.
Joyce van Dronkelaar-Kessy
Transportweg 12
4501 PS Oostburg
Tel. 0117 - 453 168
www.universal-gemstone.com
Download