In dit nummer o.a. Jade, Kattenoogstenen, FEEG conferentie Madrid Tijdschrift van de vereniging gemma Nr.56 - jaargang 22 - September 2014 Programma Gemma Programma vereniging Gemma voor het tweede halfjaar 2014. 17 september Thema-avond blauwe sierstenen Door Tom Peters 15 oktober Buitenlandse spreker of thema-avond. (verdere informatie volgt in de nieuwsbrief) 19 november Buitenlandse spreker of thema-avond. (verdere informatie volgt in de nieuwsbrief) 17 december Quiz en Borrel (locatie volgt) De bijeenkomsten beginnen om 19.45 uur, bij de VU, W&N gebouw zaal F647 tenzij anders aangegeven. De Boelelaan 1085, Amsterdam Buitenveldert. Let ook op mededelingen op onze website (www.vereniginggemma.nl) of bij de ingang in de VU voor eventuele wijzigingen. Inhoud 1Jade, Peter Slootweg 23Puzzel 24 Kattenoog stenen, Jaap Bos 28 Van de redactie 30 FEEG symposium Madrid, Leone Langeslag 32Beursagenda Foto voorzijde: Ovale Bi-schijf van nefriet met negen “Quilong” die er in hoog reliëf uit zijn gewerkt. China, 15e eeuw. Foto & Coll. PJS i Jade Peter Slootweg Jade, de naam van een mythisch gesteente de de mensheid al eeuwen fascineerd. Van de eerste stenen werktuigen tot de duurste juwelen van deze tijd. Tegenwoordig associëren we jade vooral met groen en China. De Chinese jadecultuur is inderdaad een van de oudste en is vandaag de dag nog springlevend. De prijzen die hier voor jade worden betaald zijn hiervan het levende bewijs. Jade is sinds de vroegste beschavingen al waardevol geweest. De distributie van jade voorwerpen uit archeologische opgravingen geeft aan dat er al heel vroeg een levendige jadehandel bestond tussen diverse culturen. Zelfs in Nederland zijn er werktuigen van jade gevonden. Niet vanwege het kleurrijke voorkomen maar door de unieke eigenschappen van het materiaal. Zo hard als steen en toch zo taai als staal. Praktisch nut heeft het niet meer maar als edelsteen en carvingmateriaal is het nog zeer geliefd bij vele culturen in de wereld. 1 De Chinese jadecultuur In China wordt onderscheid gemaakt tussen de zachte jade (nefriet) en de harde jade (jadeïet). China kende tot de Qing dynastie (1644-1911) alleen de zachte variëteit nefriet en is daar ook bekend als de “traditionele jade”. De geschiedenis van jade in China is zo oud als de Chinese cultuur zelf. Er zijn objecten gevonden uit de vroege neolithische periode van 5000 v Chr. gemaakt Het Chinese karakter Yu. door de Hemudu cultuur in de Zhedijan provincie. Sinds die tijd is jade alleen maar populairder geworden in China. De Chinese liefde voor jade heeft niet alleen met de degelijkheid van het materiaal te maken. Nog belangrijker is de culturele en humanitaire betekenis van jade, en het karakter “Yu” (jade), voor de Chinezen. Dit komt met name door het feit dat Confucius (551-479 v Chr.) uitgebreid heeft gefilosofeerd over het fenomeen jade en de betekenis van deze hemelse steen voor de Chinezen. Volgens Confucius zijn er aan jade de volgende deugden toe te schrijven: Zijn gladde en zachte oppervlakte is het toppunt van puurheid. Zijn compactheid en extreme duurzaamheid zijn als de zekerheid van intelligentie. Zijn randen, die scherp zijn maar niet snijden, representeren rechtvaardigheid. De zuivere toon die voortkomt wanneer de steen aangetikt wordt, staat voor muziek. Zijn kleur staat voor loyaliteit. De barsten in de steen, die zichtbaar zijn door de transparantie, staan voor eerlijkheid. De fijne translucentie, als de wolken, staan voor het hemelse. Het bijzondere materiaal, geboren uit bergen en water, staat voor de aarde. Wanneer het toegepast wordt zonder decoratie staat het voor een hoog moraal. De prijs die de wereld aan jade toekent staat voor waarheid. Confucius. Foto: Wikipedia commons 2 Mede door deze uitspraken van Confucius is jade zo belangrijk binnen de Chinese cultuur. Ze kennen ook het gezegde “Goud is waardevol, jade is van onschatbare waarde.” Omdat jade staat voor schoonheid, sierlijkheid, zuiverheid, edelmoedigheid, kracht en onsterfelijkheid in de Chinese cultuur, wordt de term “Yu” veel gebruikt om dingen en personen met een bijzondere schoonheid of perfectie te omschrijven. Veel Chinese mensen hebben het karakter “Yu” ook in hun naam. Tevens is het ook een gebruik in China om voor je echtgenoot een koosnaam te gebruiken. Vele Chinese moeders en echtgenotes worden dan ook liefkozend Yu genoemd, naar de bijzondere deugden van jade. Tevens is het karakter voor “Yu” nagenoeg gelijk aan het Chinese karakter voor “heerser”. Dat is ook geen toeval. De jadecultuur in China is zeer divers en heeft vele afzonderlijke periodes doorgemaakt in 7000 jaar Chinese geschiedenis. Bovenstaande is dan ook een zeer korte beschrijving van wat jade zo bijzonder maakt voor de Chinezen. Hele studies en vele boeken zijn aan dit onderwerp gewijd. “Yu” is in onze ogen slechts een karakter, in China is het een levensfilosofie. Daarom laat het Chinese “Yu” zich zo slecht vertalen naar een Europese taal omdat wij dit soort termen niet meer kennen uit de Europese culturen. De simpele vertaling “jade” doet daar Jade (nefriet) Bi-schijf uit de dan ook geen recht aan. neolitische periode 3300-2800 vc. Opmerkelijk is dat door Conficius niets gezegd wordt over de specifieke kleur van jade. Zeker niet het groen waar we vandaag de dag jade mee associëren. In China werden alle kleuren jade gebruikt. Met name de witte variëteit, die de hoogste status genoot. Elke kleur werd door een bepaalde laag van de bevolking gedragen waarbij de witte slechts alleen door de heersers van die tijd gedragen mochten worden. Zij kenden alleen de fletse en spinazie-groene tinten die soms in nefriet worden aangetroffen. Dat was echter niets vergeleken bij de felgroene tinten die de Birmese jadeïet kan hebben, en waar de Chinezen na de ontdekking massaal voor vielen. Sinds die tijd is men in China ook groen met jade gaan associëren maar wel specifiek met jadeïet jade. Zij noemen dit materiaal Fei-Tsui. Voor “Yu”(nefriet) jade blijft wit de meest geliefde tint. 3 De gedachte dat jade altijd groen is, of groen moet zijn, is typisch westers en het gevolg van jade vondsten door de Spanjaarden uit Zuid-Amerika in combinatie met de ontdekking van de helder groene jadeïet in Birma. Deze filosofische benadering verklaart ook waarom een Chinees zich van geen kwaad bewust is indien hij een beeld van aventurijn aan een toerist verkoopt als jade. Deze mag zich bij thuiskomst bedonderd voelen wanneer hij erachter komt dat het geen nefriet of jadeïet is. Het is voor een Chinees of de Chinese cultuur ook totaal niet van belang uit welk materiaal het gemaakt is, als het maar de eigenschappen van het materiaal benaderd. Een beeldje van rozenkwarts is binnen de Chinese definitie dan ook gewoon een jade aangezien het glimmend, glad, translucent natuurlijk materiaal is en een aantrekkelijke kleur heeft. Dat is het enige wat telt om in China jade (Yu) genoemd te mogen worden. Tegenwoordig is de Chinese jadecultuur springlevend en begint jadeïet langzaam de mythische status van weleer te bereiken. Door de sterke economische groei van China in het laatste decennium is er veel nieuwe rijkdom en hernieuwde interesse in de eigen cultuur, die na de Chinese revolutie zo sterk de kop ingedrukt was. De prijzen die betaald worden voor topkwaliteit van de fijnste groene jadeïet worden elk jaar overtroffen en het materiaal wordt schaarser. Hierdoor stijgt de prijs van ruw materiaal wat de zoektocht naar nieuwe bronnen intensiveert. Ook de klassieke nefriet jade is nog populair en wordt vooral gebruikt om oude vormen en patronen te maken volgens de Chinese traditie. Veel van dit materiaal wordt na behandeling aangeboden als antiek. In China kent jadeïet nog een hele andere functie. Slechts een klein percentage van de gevonden jadeïet is van de goede kleur en kwaliteit. Daarbij is het erg lastig om aan de buitenkant een jadeïet rolsteen te beoordelen. Het kopen van ruw stuk jadeïet in Birma of China is dan ook een grote gok. En in China houden ze wel van een gokje. De ruwe stenen hebben een lichtbruine tot zwarte korst en je weet pas wat je hebt als je de steen doorzaagt. Maar dat gebeurd niet direct. Door de verkoper wordt slechts een klein stukje of stukjes van de steen geslepen en Birmese jadeïet rivier kei met een aangeslepen oppervlak. Deze steen toont de begeerde felgroene kleur. Foto & coll. PJS 4 gepolijst (vensters) om de koper een indruk van het materiaal te verschaffen. Meestal zijn dit de enige plekjes waar wat groen zichtbaar is, waardoor de indruk gewekt word dat de hele steen die kleur heeft. Op basis van het venster moet de koper dan bepalen of de steen van de gewenste kwaliteit is en welke prijs hij er voor over heeft. Hiermee kun je vreselijk het schip in gaan als je de prijs van ruw groen betaald voor ruw grijs met een groen vlekje, of erger nog, groen gemaakt. Deze stenen met slechts een klein venster van goede kwaliteit worden veel in China doorverkocht aan jade gokkers voor soms bizarre prijzen. Pas als de steen wordt doorgezaagd voor verdere bewerking zal blijken of de aankoop goed is geweest. Jade in Midden en Zuid-Amerika Al wordt jade soms de diamant uit het oosten genoemd, maar weinig mensen zijn zich bewust van de rijke jade culturen in Midden en Zuid-Amerika, en de invloed hiervan op de naamgeving. De naam jade komt van het Spaanse “Piedra de Ijada”, wat steen van de nieren betekend, omdat de Maya’s bedacht hadden dat dit hielp bij nierziekten. Vervolgens werd ditzelfde materiaal in het latijn beschreven als “lapis nephritus” wat uiteindelijk de naam nefriet is geworden. In deze fase was nog niet eens bekend dat er überhaupt een verschil was tussen jadeïet en nefriet en alle andere groene gesteentes. Dat onderscheid is er pas veel later gekomen toen men in Europa mineralogisch onderzoek is gaan doen en de huidige naamgeving tot stand is gekomen. Voor de Maya-volken uit de pre-Columbiaanse periode was Ya’ax Chich, oftewel jade, het symbool voor leven, Rituele bijl van het Olmec vruchtbaarheid en macht. Het werd hoger gewaardeerd volk. Gemaakt van aventurijn. Coll. British Museum dan goud en werd samen met obsidiaan en vuursteen het meest gebruikt voor wapens en rituele objecten. Hoe groener het materiaal hoe waardevoller het was. Groene objecten waren een symbool van de heersende klasse van die tijd. Een mooi voorbeeld daarvan was de gift van Azteken leider Montezuma van 4 jade kralen aan de Spaanse veroveraar Hernan Cortez. Deze waren volgens de Maya’s twee ladingen goud per kraal waard. Deze jades werden vervolgens 5 door hem geweigerd als zijnde niets meer dan een paar groene steentjes. Voor de Spanjaarden was alleen het goud belangrijk. Nadat de Spanjaarden de culturen uit Midden en Zuid-Amerika veroverd hadden en hun religieuze overtuigingen hadden opgedrongen, zijn de indianen gestopt met het winnen en bewerken van jade om de mijnen tegen de Spanjaarden te beschermen. Vanaf 1500 tot begin 20e eeuw waren de jade mijnen dan ook als verloren gewaand. De archeologische vondsten van jade artefacten bij de antiek Midden-Amerikaanse culturen geeft aan dat er rijke bronnen moesten zijn. Een borstschild uit de klassieke Het voorkomen van jadeïet in Zuid-Amerika Maya periode. Foto: Wikipedia bleek beperkt. De enige vindplaats die bekend is ligt in Guatemala. Alle echte jadeïeten die gemaakt zijn door volkeren als de Olmec, Toltec, Zapotec, Aztec and Maya komen van deze vindplaats. Dit geeft aan hoe belangrijke handelsroutes in die tijd al functioneerden en de ruwe jades soms duizenden kilometers aflegden naar de eindgebruikers. Daarbij zijn de meeste “jade” objecten uit Zuid-Amerika ook niet van jadeïet of nefriet maar van allerhande groene metamorfe gesteenten. Zolang het maar groen en bewerkbaar is werdt het als heilige steen of als ormament gebruikt. Hieronder valt ook de smaragd uit Colombia die in die tijd al bekend was. Deze werden wel gewaardeerd door de Spanjaarden en actief verzameld. Tegenwoordig zijn deze zognaamde “Chibcha” stenen zeer zeldzaam, omdat er zo weinig van bewaard zijn, en kostbaar door de edelsteen kwaliteit smaragd. Jade in Noord-Amerika. Tegenwoordig is Noord-Amerika en dan met name British Columbia in Canada de belangrijkste leverancier van nefriet. En ondanks het feit dat hier ook al vroeg mensen woonden werd dit materiaal niet of nauwelijks gebruikt. Slechts enkele Indianenstammen en de Inuit van Noord-Amerika kennen jade werktuigen. En de enkele stammen in het zuiden van de VS die jade hebben gekend, hebben dit bemachtigd door handel met Midden-Amerikaanse 6 culturen. De Indianen van Noord-Amerika die het centrale deel van de VS bevolkten hebben jade nooit gebruikt of slechts sporadisch volgens archeologische vondsten. Er zijn in dit deel van de VS ook geen afzettingen bekend. Langs de gehele westkust van de VS liggen echter rijke nefriet voorkomens. Slechts op enkele locaties in Californië is echte jadeïet gevonden. Oregon, Washington en Alaska zijn de rijke nefriet gebieden. Doordat zij in het begin van de 20e eeuw nog bijna onaangetast waren, worden er nog geregeld enorme vondsten gedaan. Het grootste deel van de productie verdwijnt naar China. Maar er is ook een lokale industrie ontstaan van kunstenaars en ateliers die hiervan de mooiste dingen maken. Doordat de kwaliteit veel lijkt op die van Nieuw-Zeeland wordt het ook veel daarheen ge-exporteerd, omdat de vondsten daar minder worden en de vraag toeneemt, met name vanuit de toeristische industrie. Jade in Nieuw-Zeeland Een andere bekende jadecultuur is die van de Maori uit Nieuw-Zeeland. Alhoewel deze jadecultuur “slechts” duizend jaar oud is volgt hij min of meer dezelfde patronen als de andere jadeculturen. Daar waar de Europese jadecultuur relatief snel verdween door het gebruik van metalen, hebben de Maori tot de 17e eeuw geen harde metalen gekend. Goud komt voor in jade afzettingen van Nieuw-Zeeland. Maar dat is niet geschikt voor wapens en dergelijke. Voor de Maori was jade het enige materiaal met de taaiheid van metaal dat beschikbaar was. Om die reden genoot het ook de hoogste status. Dat blijkt uit het feit dat Nieuw-Zeelandse jade over de gehele eilandengroep is aangetroffen als archeologische vondsten. De handel erin vormde een belangrijk deel van de Maori cultuur. De Maori zijn vooral beroemd geworden door kenmerkende stijl van jade sier- en gebruiksvoorwerpen. Het bekendste, en meest gekopieerde voorbeeld, is de Hei-Tiki. Dit symbolische voorouder figuurtje van nefriet, met een kop die scheef staat, wordt als halsornament gebruikt en gedragen aan een koord. Deze symbolen werden van generatie op generatie doorgegeven waarbij ze goddelijke status genoten. Alle in Nieuw-Zeeland gevonden jade is nefriet. Het komt alleen voor aan de westkust van het Zuider-eiland. Het komt voor als kiezels en keien in de rivieren aan de voet van de Zuidelijke Alpen. Ook wel Hei-Tiki van nefriet. Deze hangers zijn tussen de 5 en 15 cm hoog. Foto: IU Art Museum 7 bekend als het Westland Jade Field. De stroomgebieden van de Arahura, Taramaku en New River zijn de belangrijkste vindplaatsen. Alle jade die is gebruikt op de andere eilanden is hier gevonden en door handel verspreid. Jade in Europa. Jade is zo verbonden met China en verre culturen dat een Europese jadecultuur onlogisch klinkt. En het feit dat het Europese gebruik van jade nooit verder is gekomen dan het maken van gebruiksvoorwerpen tijdens de steentijd komt doordat Europese jade niet de kleurenpracht heeft van de Aziatische. Daarbij komt het weinig voor en was er een groot aanbod van vuursteen voor het maken van wapens en gereedschap. Na de ontdekking van koper en later brons rond 4000 v Chr. was er geen enkele reden om het materiaal verder te gebruiken als edel- of siersteen. Vandaar dat in de oude Europese literatuur niet of nauwelijks naar wordt verwezen. Toch zijn er overal in Europa bijlen en gebruiksvoorwerpen van jadeïet en nefriet gevonden. De meeste van deze bijlen blijken van een enkel gebied te komen, namelijk uit Piemont in de westelijke Italiaanse Alpen, waar ofiolieten gemetamorfoseerd zijn tot eklogiet en jadeïet (Burke 2003). De typische kenmerken van deze Piemont-gesteenten zijn teruggevonden in de monsters van de jade bijlen. Het exclusieve gebruik van deze gesteenten voor bijlen komt door hun fysische eigenschappen, andere Europese jades zijn niet geschikt voor verwerking tot bijlen, ze zijn eenvoudigweg te bros. Ook in Nederland zijn rond de 100 jade bijlen gevonden. Dit geeft aan dat er toen een uitgebreid handelsnetwerk voor jade bestond. Zwitserland is rijk aan afzettingen van actinoliet en tremoliet, de belangrijkste bestanddelen van nefriet jade. Afzettingen van talk en asbest zijn ook indicaties dat er nefriet gevonden kan worden. De bekendste Zwitserse afzetting ligt in het kanton Graubunden waar in de hoogtijdagen 1500 ton nefriet per jaar gewonnen werd voor de lokale markt. De andere bekende voorkomens van Europese jade liggen in Galicië, Bretagne, Vogezen en het Zwarte Woud. Echter overal in onaantrekkelijke tinten. Tot de 16e eeuw is jade in Europa vergeten. Toen kwam het materiaal beschikbaar wat de Spanjaarden uit Zuid-Amerika meenamen. Na de “herontdekking” door de 8 Spanjaarden is jade populairder geworden in Europa. Het beroemde Russische juweliershuis Fabergé heeft in het midden van de 19e eeuw veel jade gebruikt voor allerhande objecten. Het enorme Russische grondgebied kent vele hoogwaardige nefrietafzettingen. Deze liggen echter in het ontoegankelijke Siberische deel van de federatie. Er is veel onderzoek naar gedaan in de 19e eeuw en afzettingen zijn bekend maar worden niet gebruikt door de afgelegen gebieden waarin zij liggen. Tsaar Alexander III is begraven in een sarcofaag van nefriet uit Siberië dat tijdens deze expedities is ontdekt. Fabergé ei van Siberisch nefriet. Foto: Friends of jade De jades Door de samenloop van omstandigheden is de naam jade nu in gebruik voor twee verschillende mineralen. jadeïet en nefriet. Deze mineralen hebben net zoveel met elkaar te maken als toermalijn en beryl. De samenstelling en structuur zijn erg verschillend, al lijkt het erg op elkaar. Ze blijken in de praktijk niet altijd eenvoudig de onderscheidden. De structuur van het materiaal in combinatie met optische en fysisiche eigenschappen maakt een goed onderscheid mogelijk met beperkte middelen. Ook tussen alle simulanten van jade. Dit is natuurlijk mede afhankelijk van het type object, formaat en zetting. De identificatie van behandeld materiaal is vaak lastig zonder specialistische apparatuur. Maar ook daar zijn goede aanwijzingen voor te vinden als je weet waar je naar moet kijken. Jadeïet Jadeïet vormt een compact gesteente met een granulaire structuur. Jadeïet kan ook wel vezelig zijn maar dan nog steeds korreliger dan bij nefriet en heeft een maximale korrelgroote van 10 mm. Jadeïet is in de regel niet puur. Het is een mix van jadeïet met de pyroxenen diopsiet, kosmochloor en wat hedenbergiet en aegirien. Wanneer het materiaal voor 90-95% uit jadeïet bestaat wordt het als puur beschouwd. De gebruikte jadeïet voor edelstenen en carvings is polykristallijn. Het is een metamorf gesteente en wordt met name als alluviale stenen in oude en recente rivierbeddingen gevonden. De gevonden rolstenen hebben een opake verweringskorst waardoor de eventuele kleur pas zichtbaar is na doorzagen. Onverweerde afzettingen komen ook voor, maar zijn zeldzamer. 9 Jadeïet Samenstelling Natrium aluminium silikaat. NaAl(SiO3)2 RI: 1.64 tot 1.68 Structuur: Polykristallijn (korrelig tot vezelig), korrelgrootte variërend van microscopisch tot 10 mm. Individuele kristallen hebben een vezelig karakter, zelden zuiver, bevat in de regel een klein percentage diopsiet. SM: 3.30 tot 3.36 Kristalstructuur Monoklien, pyroxeen groep transparantie: Opaak tot transparant Kleur Licht tot diep smaragd groen, wit, groen-zwart, violet, geel, rood en bruintinten. In de regel vlekkerige kleurverdeling, zelden egaal groen, dan zeer kostbaar. Zie pag. 17 Variëteit: Maw-sit-sit. Groen gesteente van albiet, Mg-chloriet. Cr-jadeïet, kosmochloor en zwart chromiet met eckermanniet. Afkomstig uit Birma. Jadeïet is allochromatisch, het is kleurloos in zuivere vorm maar onzuiverheden kunnen voor diverse kleuren zorgen. In de regel zorgt ijzer (Fe2+ en Fe3+) voor de groene tinten (Al en Mg vervangen Fe waardoor een diopsiet compositie ontstaat) en weinig chroom voor de fel groene kleuren in top kwaliteit materiaal. Maar ook paars door mangaan en bruin, grijs door andere onzuiverheden. Zwarte jadeïet is een mengsel van jadeïet en augiet. Zuivere jade is transparant, ook al komt dit door de granulaire structuur weinig voor. Met stip op nummer 1 staat Birma als leverancier van hoge kwaliteit jadeïet. Het komt ook voor in Guatemala, de enige bron van jadeïet uit Midden en Zuid-Amerika. Maar ook Japan, Rusland en Californië, leveren nu en dan goede kwaliteiten. Behandelingen van jadeïet Jadeïet wordt op grote schaal behandeld om de glans, kleur en transparantie te verbeteren. Dit is door de handel wereldwijd geaccepteerd, mits vermeld, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de A, B en C jadeïet. Het makkelijkst is het aanbrengen van een waslaag op de geslepen steen. Hiermee worden kleine oppervlakte barstjes weggewerkt en de glans verbeterd. Dit is geen permanente behandeling. Jadeïet met alleen of zonder een waslaagje wordt A-jade genoemd.Van B-jade spreekt men als de steen is geïmpregneerd met epoxyhars. Hiermee verbetert men niet alleen de transparantie, maar ook 10 stevigheid van het materiaal. Dit is ook noodzakelijk omdat jade die geïmpregneerd wordt meestal eerst gebleekt wordt. Dit bleekproces (zoutzuur) verwijderd niet alleen de bruine vlekken van ijzeroxiden maar lost ook andere mineralen op die in het jadeïet gesteente voorkomen en kan daarmee de steen bros maken. Het impregneren van gebleekte jadeïet is essentieel om het materiaal verder te kunnen bewerken. Niet geïmpregneerde gebleekte jadeïet komt daarom nauwelijks voor in de markt. Het herkennen van dit type jadeïet kan zeer lastig zijn en kan soms alleen maar vastgesteld worden met analytische apparatuur als EDXRF en Raman- spectrometrie. Let op: al worden bij dit bleekproces de bruine vlekken verwijderd, de aanwezigheid van de bruine vlekken betekent niet dat de steen niet gebleekt is. In sommige gevallen worden na het bleken weer bruine vlekken aangebracht om de steen als ongebleekt/natuurlijk te kunnen verkopen. Nadat een steen gebleekt en poreus is, is hij zeer geschikt om ook te kleuren. Door gebruik te maken van groene hars wordt in 1 keer de kleur, transparantie en stevigheid van de steen verbeterd. Ook ongebleekte jadeïet wordt op deze wijze gekleurd. De behandeling is zichtbaar doordat de pigmenten zich concentreren in de kleine barstjes van het gesteente. De goedkope groene jadeïet die in de handel wordt aangeboden, is vaak op deze wijze behandeld en wordt C-jade genoemd. Deze praktijk is natuurlijk niet beperkt tot de groentinten. Alle kleuren jadeïet, zoals de gewilde violette variant, kunnen zo geïmiteerd worden. Tevens kan jadeïet verhit/gebrand worden om lichtgeel materiaal een diepere tint te geven en om het een bruin en verouderd uiterlijk te geven om zo antiek materiaal te imiteren. A B C M Diverse kwalitetien jade. A-jade onbehandelde jadeïet, de kleur is zichtbaar als vegen en vezels. B-jade, door de vuller wordt de steen egaler, individuele korrels zijn moeilijk te onderscheiden. C-jade, De kleurstof concentreert zich duidelijk tussen de korrels. M= Maw-sit-sit met onregelmatige kleurverdeling. Foto’s: Peter Groenenboom. 11 Nefriet Nefriet is mengsel van actinoliet en tremoliet. Deze twee mineralen vormen een mengreeks van tremoliet naar actinoliet met een verlopend ijzergehalte. Het materiaal is opgebouwd uit vezelige kristallen, van soms vele centimeters lang, die in elkaar geweven voor het uitzonderlijk taaie karakter zorgen. Net als jadeïet vormt nefriet gesteenten, al dan niet in combinatie met andere mineralen. De kleur wordt bepaald door het ijzergehalte van de actinoliettremoliet en de andere ingesloten mineralen als ijzeroxiden en donkere amfibolen. Al kan nefriet ook mooi groen zijn, het is nooit zo intens gekleurd als de Birmese jade waarmee het altijd vergeleken wordt. Samenstelling: Calcium en magnesium silikaat met hydroxyl (OH), met soms een hoog ijzer gehalte waarbij het ijzer het magnesium vervangt. Ca2(Mg,Fe)5(Si8O22)(OH)2 RI: rond de 1.62 Structuur: Polykristallijn (vezelig), Ineen geweven kristallen van enkele centimeters tot microscopisch. Zelden zuiver. SM: 2.80 tot 3.10 Transparantie: Opaak tot translucent Kleur: Wit , licht tot donker groen (spinazie groen) tot zwart. Tevens grijs, gelig, oranje en bruintinten. Er is ook een blauwgrijze variant bekend. IJzer is in alle gevallen de kleuroorzaak. Net als jadeïet is nefriet een metamorf gesteente dat in vergelijkbare omstandigheden kan ontstaan. Het komt echter veel vaker voor. Ook nefriet wordt voornamelijk gevonden als keien en grote rotsblokken in alluviale afzettingen. Het vormt onregelmatige massa’s in massief gesteente, maar is door zijn taaiheid lastig te winnen. Door de fijne structuur van dunne verweven naalden is dit materiaal het taaiste gesteente op aarde. Hierdoor is het perfect geschikt om het fijn te kunnen bewerken en intensief te gebruiken. Letterlijk bergen van nefriet in British Columbia. 12 De Chinese jadecultuur haalde het ruwe materiaal voornamelijk uit het Kulun gebergte in de Xinjiang provincie, China. Vandaag de dag komt de meeste nefriet van edelsteenkwaliteit uit British Columbia in Canada. Langs de hele westkust van de Verenigde Staten liggen nefriet voorkomens met enorme reserves. Bekend zijn ook de voorkomens op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland en in Siberië. Tevens komt het voor in Zuid-Korea en Taiwan. Daarnaast zijn er nog talloze vindplaatsen van nefriet die geen materiaal van edelsteenkwaliteit bevatten maar ooit gebruikt zijn voor de productie van gebruiksvoorwerpen (Italië, Frankrijk en Zwitserland). Dit nefriet blok is afkomstig van de rijke jadevelden van British Columbia in Canada. Het is vanaf twee zijden ingezaagd en gebroken. Om de mooie kleur te tonen is het nat gemaakt. Foto: RWH Behandelingen van nefriet Ook nefriet wordt behandeld om met name de kleur en aanzien te verbeteren. Door de structuur van nefriet laat het zich lastig polijsten. Om toch een mooie glans op het eindproduct te krijgen wordt het in de hete olie of vet gedompeld of van een waslaag voorzien. Ook kan het gebleekt, geïmpregneerd en gekleurd worden zo als de A,B en C – jadeïet. De meest toegepaste methode is het bleeken om de steen witter te krijgen, en vervolgens het aanbrengen van roestbruine vlekken om het onbehandeld te laten lijken. Alle jade artefacten uit het oude China zijn van nefriet. Grafvondsten van duizenden jaren oud zijn vaak verweerd door een proces dat men calcificatie noemt. Hierdoor ontstaan witte opake vlekken op de oppervlakte van een object of carving. Dit wordt door veel mensen als een teken van ouderdom gezien. Helaas kan dit proces versneld worden door verhitting. Het meeste imitatie-antiek van jade wordt zo behandeld. 13 Onderscheid Hoe haal je twee gesteenten die zo op elkaar lijken uit elkaar zonder laboratorium apparatuur aan te spreken? Dat blijkt in de praktijk heel lastig. Het onderscheid tussen jadeïet en nefriet valt meestal te maken door de structuur van het materiaal te vergelijken, de soortelijke massa, het absorptiespectrum, en de refractieindex te bepalen. Dit laatste is niet altijd praktisch door de afmetingen van het object. Het bepalen van de soortelijke massa is dan nog het eenvoudigst wanneer het grote objecten betreft. Het herkennen van de typische structuur kan lastig zijn door de overlap van eigenschappen. Dit vereist veel ervaring. De hoge glans van jadeïet is een belangrijke indicatie in het onderscheid tussen jadeïet en nefriet objecten/stenen/kralen. Het verschil tussen behandeld en onbehandeld is veel belangrijker maar ook lastig. Behandeld betekent in dit geval gevuld en/of gekleurd (B+C jade). De gevulde scheurtjes moeten relatief groot zijn om duidelijk het vulmiddel te kunnen zien. Daarin kunnen vervolgens minieme luchtbelletjes voorkomen. Meestal worden alle oneffenheden door de vuller onzichtbaar gemaakt. In gereflecteerd licht is er nog wel eens een glansverschil zichtbaar tussen de jadeïet en de vuller (foto rechts). Bij jadeïet kan men gebruik maken van het feit dat de soortelijk massa van jadeïet erg dicht bij dat van methyleen-iodide (refractometervloeistof) ligt. Ongevulde jadeïet zou moeten zinken in deze zware vloeistof. 95% van de gevulde jadeïet blijft echter drijven door de lage soortelijke massa van de vulmiddelen. De beperking hierbij is de grootte van het object en het feit dat de dampen van methyleen-iodide erg ongezond zijn. De meeste manieren om vullingen aan te tonen zoals branden en het gebruik van sterke oplosmiddelen zijn destructief dus zelden toepasbaar. Gespecialiseerde analytische apparatuur blijft vaak noodzakelijk om zekerheid te krijgen zonder de steen te beschadigen. In het verre oosten wordt toeristen vaak een trucje getoond waaruit zou moeten blijken dat de jade echt is. Hierbij wordt een haar om een stuk jade gewikkeld waarna er een aansteker naast wordt gehouden en de haar niet verbrand door de 14 zogenaamde unieke warmtegeleiding van de jade. Al zorgt het stuk steen dat de haar niet verbrand, dit heeft niets met jade te maken. Een kwarts kiezel heeft hetzelfde effect. Bij kleurverbeterde stenen kan de kleur en het bijbehorende spectrum worden gebruikt bij de bepaling van de echtheid. Doordat de gebruikte kleurstoffen een ander absorptiespectrum hebben dan de natuurlijke kleuren van jade, is dit goed vast te stellen met een spectroscoop. Bij natuurlijke groene jadeïet zijn er 3 lijnen zichtbaar in het violet-blauw (ijzer). In het geval van een chroomgehalte kan er ook een chroomspectrum zichtbaar zijn met een duidelijke dubbele lijn in het rood. Met chroom behandelde stenen hebben een vaag spectrum in het rood met vaak maar 1 brede en vage lijn. Het valt niet mee om met je handspectroscoop het onderscheid te maken, maar met een moderne UV-VIS-NIR spectroscoop is dit meteen duidelijk. Ook de concentratie van pigmenten in de steen is meestal zichtbaar onder de microscoop. Hierbij is ook een stukje gezond verstand belangrijk. Dat prachtige groene stuk jade voor een lage prijs, dat kan niet anders als gekleurd of nep zijn. Een wattenstaafje met wat aceton kan al genoeg zijn om een kleurstof aan te tonen. In sommige gevallen kan het vulmateriaal fluoresceren. Geverfde violette jadeïet kan oranje fluoresceren onder SWUV. Onderscheid in kwaliteit Net als bij diamanten is er bij jade een duidelijke kwaliteiten hiërarchie. Ten eerste het onderscheid in nefriet en jadeïet waarbij de eerste vaak “soft jade” of “old jade” wordt genoemd. Van de nefriet jade wordt de witte variant als de meest waardevolle beschouwd. Nefriet wordt in de regel gebruikt voor carvings omdat het de transparantie en de intense kleuren van jadeïet niet benadert. Het meest gewaardeerd is “new jade” oftewel de jadeïet. Hierin wordt een groot onderscheid gemaakt tussen de verschillende kwaliteiten. Het onderscheid wordt gemaakt op basis van kleur, helderheid, transparantie en textuur. (zie pagina 17). Omdat jadeïet één van de meest waardevolle edelstenen is hebben kleine verschillen in kwaliteit grote consequenties voor de prijs. Waar men met de andere edelstenen vaak werkt met de 3 C’s werkt men bij jade naast kleur met de twee T’s (transparantie & textuur). Kleur is de belangrijkste factor bij het beoordelen van jadeïet waarbij een helder groen het meest geliefd is. Kleur bij edelstenen wordt meestal beschreven als een combinatie van de elementen: Tint (positie in het spectrum), verzadeging (helderheid van de kleur) en intensiteit (licht naar donker). 15 Ook wordt er veel gebruik gemaakt van secundaire tinten om kleuren te beschrijven. Groen kan bijvoorbeeld naar geel of naar blauw neigen waarbij het geel of blauw dan de secundaire tint is. Ook grijs en bruin zijn secundaire kleuren die de waarde van jade enorm omlaag kunnen halen. Het meest gewild is een pure groen tint ongeveer als die van smaragd maar dan iets lichter ook bekend als “ijsvogeljade”. Zoals de fel groen gekleurde veren van een Aziatische ijsvogel. De saturatie van de kleur is eveneens zeer belangrijk. Hoe intenser de kleur hoe beter. Kleuren met de optimale saturatie zijn ook de kleuren die het meest opvallen als zonnebloem-geel, fel blauw en verkeersbord-rood. De toon van deze kleuren moet dan ook precies goed zijn, niet de licht, niet te donker en zonder de secundaire tint die de kleur bedoezeld. Het derde element van kleur is de distributie ervan. Het meest geliefd is een egale kleurverdeling. Helaas is dit bij jadeïet een zeldzaamheid doordat het een gesteente betreft en de afzonderlijke korrels verschillende tinten hebben. Meestal is er sprake van een grondkleur met hierin vegen, vlekken en strepen van groen, bruin, grijs en paars. Elke vorm van vlekkerigheid die de kleur beïnvloedt, is een kwaliteits vermindering. Helderheid is ook van groot belang. Helderheid betekent hier niet de transparantie maar het ontbreken van insluitsels en andere oneffenheden die de transparantie en tint beïnvloeden. Jadeïet heeft meestal insluitsels van witte en bruine vlekken, kleine holtes en kanaaltjes tussen de afzonderlijke korrels en barstjes en insluitsels in de individuele korrels. Binnen een jadeïet kristal liggen alle vezels parallel wat soms voor reflecties van een kattenoog/silk effect zorgt. De vezels zijn altijd begrenst door de omtrek van het kristal.Vooral het voorkomen van barstjes kan de waarde van jadeïet enorm aantasten omdat dit ingaat tegen de gedachte dat jade een symbool van duurzaamheid en perfectie is. Albiet insluitsels in jadeïet Foto: RWH Transparantie is ook zeer geliefd in jadeïet. Jadeïet is opgebouwd uit afzonderlijke korrels (kristallen) die ineen gegroeid het gesteente vormen. Hoe groter de korrelgrootte hoe lager de transparantie. Zeer fijn jadeïet kan bijna als glas zijn. Die wordt ook wel ijs-jade genoemd. Deze hoge transparantie in 16 combinatie met een intense kleur groen is de hoogste jade kwaliteit. Dit komt zelden voor omdat, als hierboven beschreven, jadeïet bijna altijd insluitsels heeft wat ook logisch is voor een gesteente. Het impregneren van jadeïet (B-jade) kan deze transparantie enorm verbeteren. De textuur van het materiaal is het gevolg van de korrelgrootte en uniformiteit hiervan. In de regel is jadeïet opgebouwd uit korrels (ineengegroeide kristallen) van verschillende afmetingen. IJs-jadeïet, de glasheldere Van microscopisch tot 10 mm. De grote korrels hebben op hun beurt weer een vezelige structuur jade variant. Foto: Google die aan nefriet doet denken. De combinatie van grote en kleine korrelgrootte en kleurvariaties levert een eindeloze variatie op. Daarbij is het zo dat hoe egaler de textuur, hoe fijner de kleurverdeling. Hoe grover de structuur van de jadeïet, hoe duidelijker de imperfecties en kleurafwijkingen. De textuur wordt daarom ingedeeld in 3 categorieën. Fijn, middel en grof. De fijnste structuur is ook bekend als “Old Mine” jadeïet. Dit is een typische Chinese benadering dat alles wat oud is beter is. Daarnaast wordt de term “relatively old mine” jade gebruikt voor jadeïet met een middelmatige textuur en kleurverdeling. De laagste kwaliteit heet “New Mine” voor de grofste variant. Old mine materiaal heeft dus de fijnste textuur door de kleinste korrelgrootte en hierdoor de meest egale kleurverdeling. Hoge kwaliteit $ Lage kwaliteit 17 Links: Jadeïet kleurenspectrum. Rechts: Kwaliteitsverschillen in transparantie en textuur Foto: MaysonKay.com Imitaties en simulanten Omdat jade zo gewild is, wordt alles wat erop lijkt, aangeboden als jade. Een aantal natuurlijke mineralen of gesteenten kunnen er overtuigend als jade uit zien. De enige voorwaarde is dat het mooi bewerkbaar is en qua kleur en transparantie overeen komt met jade. Bekende voorbeelden zijn: Boweniet serpentijn Net als de jades bestaat serpentijn ook uit fijn ineen gegroeide naalden. Het materiaal is echter zachter en heeft een lager soortelijke massa. Het kan groen, bruin tot zwart zijn in verschillende tinten. Het meest bekend is de boweniet variëteit. Deze edele serpentijn wordt veel gebruikt voor kralen en carvings en kan een overtuigende jade uitstraling hebben. Boweniet is vrij transparant en in het materiaal zitten gebruikelijk witte vlekken of wolken die dieper in de steen nog zichtbaar zijn. Het is vaak het beste te herkennen aan de fletsgroene kleur en de gelige gloed in combinatie met een egale kleurverdeling. Steatiet Steatiet is een gesteente dat voornamelijk uit talk bestaat. Het is daarmee zeer zacht en makkelijk te bewerken. Het is divers in uiterlijk en kleur. Alle grijs, bruin, groen, wit en zwart combinaties komen voor. Nooit heldere kleuren en niet transparant. Door de zachtheid valt het ook niet te polijsten waardoor steatiet carvings een lage glans hebben. Door de zachtheid zijn op de onderkant van zo’n carving altijd witte krassen zichtbaar wat een eenvoudig herkenningspunt is. Het is om die reden ook volledig ongeschikt als steen voor sieraden en kralen. Aventurijn kwarts Dit is een massieve kwartsvariëteit die door de insluitsels van fijn groene muscoviet een egale groene kleur heeft gekregen. Het heeft een overtuigende jade kleur maar de typische jade gesteente-structuur ontbreekt. Door de insluitsels van muscoviet heeft het oppervlak een structuur van fijne putjes en barstjes waar de muscoviet uit de oppervlakte is geslepen. Ook zorgt de muscoviet voor een fijne tot duidelijke schittering van de kristalletjes die het licht reflecteren. Daarbij is de soortelijke massa lager en de hardheid hoger dan het nefriet waar aventurijn zo op lijkt. 18 Chrysopraas Ook dit is een groene massieve kwarts-soort. Het is een chalcedoon gekleurd door nikkel. Dit metaal zorgt voor een groen kleur die duidelijk naar het blauw neigt en daarmee het belangrijkste herkenningspunt is. Het ruwe materiaal is vaak niet groot genoeg voor carvings van massief materiaal. Het word veel gebruikt voor kralen en cabochons. het is translucent en gelijkmatig gekleurd en kan goed gepolijst worden. Insluitsels zijn meestal witte vlekken, wolken en gedeeltelijk geheelde barsten en bruin moedergesteente. De kleur, hoge glans, egale structuur en afwijkende soortelijke massa en RI maken het eenvoudig te onderscheiden van jade. Zoisiet (saussuriet), Prehniet en Vesuvianiet Deze mineralen komen veel voor in metamorfe gesteenten waaruit ook de echte jades komen. Ook de kleur en textuur van deze mineralen kan er overeenkomen met jade. In het geval van saussuriet is dit een mengsel van fijnvezelig zoisiet met andere mineralen als albiet en epidoot. Dit is een overtuigende gevlekte jade simulant die op grote schaal wordt gebruikt voor carvings. Prehniet is een allochromatisch mineraal dat meestal groen gekleurd is. Translucente variëteiten kunnen eruit zien al mooie fijne jade, al is de kleur altijd flets. Ook is het mineraal minder vezelig en vaak radiaalstralig, iets wat jades niet hebben. Een massieve groene vesuvianiet uit Californië wordt ook als jade-imitatie gebruikt onder de naam “Californiet”. Al lijkt het veel op jade, ook door de hoge glans na polijsten, dit materiaal is veel geler dan de gebruikelijke jade tinten (foto). Hydrogrossulaar granaat Deze opaak tot translucente variëteit van grossulaar is een goede jade simulant. Door de massieve fijnkorrelige structuur en de jade-achtige groentinten waarin het voorkomt is het een geliefde jade-imitatie in sieraden. Omdat het hardste is van alle jade simulanten is het daarvoor perfect geschikt. De hoge RI en soortelijke massa zijn uitstekende herkenningspunten om het te kunnen onderscheiden van alle andere jade-achtigen. Het meeste materiaal heeft kleine zwarte insluitsels die kenmerkend zijn voor hydrogrossulaar. Hydrogrossulaar kan niet alleen groen zijn door chroom maar ook roze tot rood door mangaan. Er bestaan ook stenen met een 19 verloop van roze naar groen, rood-groen, roze-wit-geel-groen enz. Dit kleurverloop is veel egaler dan het kleurverloop in jades waar de kleur vlekkeriger verdeeld is. Groen hydrogrosulaar komt in vele gedaantes voor en kan geband of gevlekt zijn in diverse tinten van bijna zwart tot fel gras-groen en wit. Op het oog is het lastig te onderscheiden van jadeïet. Gekraakt en groen geverfd kwarts Met de stijgende vraag naar edelstenen ontstaat er een grote markt voor imitaties en synthetica. Een nieuw dieptepunt is de productie van gekraakte en geverfde kwarts. Hierbij worden stukjes kwarts door middel van een thermische schok volledig “gekraakt”. De steen krijgt hierdoor een fijn verdeeld netwerk van fijne barstjes. Deze barstjes kunnen vervolgens gevuld worden met een groene kleurstof waarna de steen opeens op jade lijkt. Doordat de kleurstof alleen in de barstjes zit en de rest van het materiaal kleurloos is, is dit goed Geverfd kwarts met zichtbaar met een loep. Ook zijn de barstjes zichtbaar aan de kleur concentraties in oppervlakte in gereflecteerd licht. Een goedkope jade-imitatie de barstjes. Foto: PG die helaas veel gebruikt wordt. Ook de kwartsvarianten agaat en chalcedoon kunnen eenvoudig groen geverfd worden. In beide gevallen is kleurzonering door de gelaagde structuur van het materiaal goed zichtbaar. Alle fijnkorrelige groene gesteenten, al dan niet geverfd. Buiten de gesteentes die jade genoemd worden of hierboven beschreven staan, zijn er nog vele die ook groen zijn maar niets met jade te maken hebben. Zij hebben dan niet de kwaliteit van het ijzersterke nefriet waar de mensheid voor viel. Zij hebben wel de prachtige groene kleur waar alle antieke volkeren zich mee versierden. Veel van de jade artefacten voor persoonlijke versiering uit Zuid-Amerika zijn dan ook geen jade maar een willekeurig ander groen gesteente. Er zijn vele mineralen die een gesteente groen kunnen kleuren. De mogelijkheden zijn eindeloos en bijna altijd metamorf. Dat geldt met de moderne technieken ook voor alle poreuze gesteenten die geverfd kunnen worden. Fijnkorrelig marmer laat zich onder druk impregneren met kleurstoffen die zo een jade imitatie vormt. Ook hier concentreert de kleurstof zich in de bestaande barsten tussen de korrels of in het gesteente en is daarmee goed herkenbaar. Een wattenstaafje met aceton is vaak al voldoende om een kleurstof aan te tonen. Inferieure jade-achtige gesteente wordt op grote schaal bewerkt met de meest uiteenlopende technieken om er mooie kwaliteit jade mee te imiteren. 20 Samengestelde stenen. Er zijn nog wat manieren om je jade als beter voor te doen. In sommige gevallen wordt een laklaag aangebracht voor een hoge glans. Die laklaag wordt ook gebruik om een aan de oppervlakte aangebrachte kleurstof af te schermen. Deze laklaag is zacht en beschadigd snel. En andere optie is om van je donkere jade een holle cabochon te maken van één mm schaaldikte en een kleurloos inzetstukje om de kleur te intensiveren en met lijm het geheel te verbinden. Als de steen gezet is in een dichte zetting is dit nauwelijks te ontdekken. Luchtbellen kunnen hierbij zichtbaar zijn door de dunne jadelaag. Syntheses Van de synthetische materialen is een combinatie van wit en groen glas de meest voorkomende. Dit materiaal bevat luchtbellen en heeft een kolkende structuur. In het geval van de-vitrificatie van het glas zitten hier langwerpige kristallen in (wollastoniet). Objecten van glas zijn in een mal gegoten en hebben krimpsporen en randje rondom waar de twee delen van de mal samenkomen. Om de spierwitte nefriet stenen na te maken die in Hotan worden gevonden, wordt ook glas gebruikt. Dit is opake witte glasmassa met ruwweg de samenstelling van het mineraal canasiet. Het heeft ook een korrelige en gelaagde structuur met ingesloten naaldjes maar ook luchtbelletjes waarmee het door de mand valt. Dit is overigens niet eenvoudig vast te stellen en de soortelijke massa komt ook goed overeen met nefriet. Ook kunststoffen zijn gebruikt, maar deze voelen warm aan en zijn veel te licht. Het toevoegen van steenpoeder, het zogenaamde polystone, kan het gewicht aanzienlijk verhogen. Deze kunststoffen zijn net als glas gegoten en de sporen daarvan zijn veelal zichtbaar Jade imitatie van glaspasta. Let op de (bellen en vloeisporen). Door het op vele belletjes in het oppervlak. Ook de grote schaal voorkomen van gesteenten opbouw van de decoratie klopt niet. met een jadeachtige structuur die prima behandeld en geverfd kunnen worden, is het maken van een volledig synthetische jade niet winstgevend. Foto’s van het maken van imitaties: http://www.ministryoftofu.com/2011/07/ unscrupulous-workshops-turn-cheap-stones-into-hazardous-fake-jade/ 21 Conclusie Caveat Emptor, Dit is de Latijnse uitdrukking voor “koper, wees op je hoede” en daarmee de meest voor de hand liggende uitdrukking voor allen die een jade collectie willen aanleggen. Jade is een mooi, mythisch en bijna magische edelsteen die de mensheid al duizenden jaren fascineert. Tot op de dag van vandaag is het een belangrijk statussymbool in Aziatische culturen en bestaat er een levendige handel in. De prijzen die voor de beste kwaliteiten worden betaald, zijn gelijk aan de prijzen voor diamanten en robijnen waarmee het zijn reputatie als een van de meest kostbare edelstenen bevestigd. Het moge daarom duidelijk zijn dat er een complete industrie bestaat gericht op het namaken van hoge kwaliteit jadeïet. Dit is vergelijkbaar met de huidige robijn industrie die door glasvullingen en verhittingstechnieken grote hoeveelheden edelsteenkwaliteit produceren voor een fractie van de prijs. Helaas zijn bij de jades dit type behandelingen nog lastiger te herkennen door de grote variatie van kleur, textuur en structuur. Het goed beoordelen van jade is dan ook alleen weggelegd voor mensen met veel ervaring. Dit geldt ook voor de antieke objecten van nefriet die een populair verzamelgebeid vormen. In de regel worden altijd de beste kwaliteiten geïmiteerd. Elk mooi gekleurd en /of transparant stuk jade is verdacht. Zoals hierboven beschreven, zijn de mogelijkheden eindeloos. Vooral jadeïet wordt behandeld en in veel mindere mate ook nefriet. Veel andere typen metamorf gesteenten of mineralen kunnen, door al dan niet behandelen, erg op jade lijken. Vooral carvings en armbanden worden van dit materiaal gemaakt en kunnen lastig te determineren zijn. Dit maakt jade niet minder aantrekkelijk, maar juist een van de meest uitdagende edelstenen op deze mineraalrijke planeet. Bronnen: Jade, Roger Keverne. Lorentz books ,1995 Mineralogie en archeologie. E.J.A. Burke. GEA blad Juni 2003, pag 45-51. Identification of bleached polymer impregnated jadeïte. E. Fritsch et al, Gems &Gemmology, Fall 1992. Pag. 176-187. Burmese Jade: The inscrutable gem. R.W. Hughes et al, Gems &Gemmology, Spring 2000. Pag. 2-25. Jade. Fred Ward. 1996 www.ruby-sapphire.com, Site van RW Hughes (RWH). Bevat vele interessante edelsteen gerelateerde essay’s o.a. over jade. 22 Puzzel Hieronder vindt u weer een nieuwe puzzel. Deze keer is het een woordzoeker met als thema jade. Nadat u alle woorden uit het lijstje heeft weggestreept (woorden zijn alleen van links naar rechts & van boven naar beneden), houdt u 56 letters over. Deze kunt u in volgorde van links naar rechts en van boven naar beneden invullen in de lege vakjes voor de oplossing. Deze zin kunt u uiterlijk 13 december insturen naar [email protected]. Op 17 december wordt de winnaar/winnares getrokken uit de goede inzenders. De winnaar/winnares ontvangt een vuuragaat. Veel puzzelplezier! j c p i e d r a d e i j a d a e t a i o n s j b o w e n i e t y u r a y g r o e n l l e t a a n e f r i e t n e i d a u o c a n a d a e c r f e i t s u i a f e e a a r n o d i m n a t a u g i e t e n s m j i x t r e m o l i e t i h c h i n a t h t a a e c e e b t e e n g i n u i q i n g e e i y d t h m c i d f e e r e o r u m a o r i e e a e b i a e r e a n u o t l a s a u s s u r i e t e c l p m j m k n e z i a m a w s i t s i t t h h a t a f a b e r g e d e i m o n t e z u m a a v e n t u r i j n t n e w r i v e r n c h r y s o p r a a s n i n actinoliet Arahura augiet aventurijn Birma boweniet Canada China chrysopraas Confucius dynastie Fabergé Fei-­‐Tsui groen Guatemala heerser jade jadeiet Maori maw-­‐sit-­‐sit Maya Montezuma nefriet new river Old Mine piedra de ijada Qing recept saussuriet steatiet tremoliet ya'ax Chich yu Het goede antwoord van de puzzel die in Gemma 55 staat, is: garnet De inzendtermijn is inmiddels verstreken. Op 17 september wordt de winnaar/ winnares getrokken uit de goede inzendingen. De prijs die hij/zij mee mag nemen is een geslepen kleurwisselgranaat uit Tanzania. 23 KATTENOOG STENEN Jaap Bos INLEIDING Het identificeren van kattenoog stenen is vaak een probleem. Deze cabochons laten het door de insluitsels vaak niet toe om eenvoudige testen zoals ‘is deze steen dubbelbrekend’ uit te voeren. Omdat er meestal geen mooi vlak gepolijst oppervlak aanwezig is, kan de brekingsindex slechts bij benadering bepaald worden met een zogenaamde ‘spotmeting’. Ook de combinatie van die geschatte brekingsindex en een soortelijke massa bepaling is vaak niet voldoende om eenduidig vast te stellen om welk kattenoog het gaat. In deze bijdrage laat ik zien dat met een aantal hulpmiddelen (een spectroscoop, een sterke magneet en een thermische diamant tester) het in de meeste gevallen mogelijk is een correcte identificatie te doen. KATTENOOG STENEN Het meest eenvoudige geval om te determineren is het chrysoberyl kattenoog. Deze steen, ook wel cymophaan genoemd, is de enige steen die ‘kattenoog’ zonder verdere toevoeging genoemd mag worden. Alle andere kattenogen moeten met de volledige naam genoemd worden, bijvoorbeeld ‘enstatiet kattenoog’. De cymophaan zal een spotmeting voor de brekingsindex van 1.73 tot 1.74 geven. Tezamen met een soortelijke massa van omstreeks 3.70 is dat voldoende voor een positieve identificatie, er zijn geen andere kattenoog stenen met die constanten. Maar moeilijker wordt dit met het volgende drietal: diopsiet/enstatiet/kornerupien. Een katteoog apatiet kristal waarbij de parallele insluitsels mooi oplichten. 24 Deze stenen kunnen als kattenoog in verschillende kleuren voorkomen, maar zijn vaak groen en hebben overlappende Fig. 1. Enstatiet spectrum (prisma) waarden voor brekingsindex en soortelijke massa. Typische waarden zijn 1.651.67 voor de brekingsindex en 3.28-3.32 voor de soortelijke massa. Hoewel de stenen er van boven vaak donker en ondoorzichtig uitzien, kan er vanuit het bodemvlak meestal wel voldoende licht ingestraald worden om een spectrum te verkrijgen. Ziet men het spectrum van fig. 1 door een prisma spectroscoop, met een sterke lijn op 506 nm en een zwakkere lijn op 545 nm, dan is dat een positieve identificatie voor een enstatiet kattenoog. Diopsiet en kornerupien geven geen duidelijke spectraallijnen. Diopsiet bevat altijd wat ijzer en als men het met de bolle kant op een glad oppervlak legt, zal men met een sterke magneet zien dat de steen aangetrokken wordt, dit is bij kornerupien niet het geval. Hiervoor moet je wel gebruik maken van een sterke neodymium magneet, zoals die beschreven is in Gemma 52 blz. 6. Dus met eenvoudige hulpmiddelen kan men voor het drietal diopsiet/enstatiet/ kornerupien besluiten met welke kattenoog men het van doen heeft. Echter, voor een wat grotere diopsiet kattenoog, waarvan de steen niet mooi ‘bol’ geslepen is kan het soms moeilijk zijn om te zien of er aantrekking door de magneet is. In dat geval gebruik ik een door gemmologen verfoeid hulpmiddel, namelijk de kraspen. Diopsiet heeft een hardheid 5 tot 6 en kan met een hardheidsstift 6 bekrast worden. Voor kornerupien met hardheid 6.5 tot 7 heb je daarvoor een hardheidsstift 7 nodig. Deze test, waarbij er op de onderkant van het cabochon een krasje ontstaat dat je met een loupe moet zoeken, kun je mijns inziens echt niet destructief noemen. Voor de drie besproken stenen is de goede volgorde van onderzoek dus: 1) kijk of je het spectrum van fig. 1 ziet, dan is het een enstatiet ; 2) zie je geen spectrum, maar is er aantrekking door een magneet dan is het een diopsiet; 3) zie je geen aantrekking door een magneet dan heb je vrijwel zeker te maken met een kornerupien, maar doe voor de zekerheid een hardheidstest voor het geval dat het toch een diopsiet is die te zwaar of niet goed bol geslepen is. Voor kornerupien, dat ook vaak in grijze en bruine tinten voorkomt, kan er nog verwisseling voorkomen met één van de meest voorkomende kattenoog stenen, namelijk Een kattenoog sillimaniet 25 sillimaniet. Dit mineraal heeft als kattenoog meestal een brekingsindex van 1.68 en een soortelijke massa van Fig. 2. Apatiet spectrum (prisma) 3.24-3.25, dus dicht bij de waarden voor kornerupien. Sillimaniet vertoont geen duidelijk spectrum, wordt niet door een magneet aangetrokken, maar in tegenstelling tot kornerupien (of diopsiet en enstatiet) heeft het een goede thermische geleidbaarheid en zal op een thermische diamant tester een duidelijke uitslag geven.Een andere zeer veel voorkomend kattenoog is het apatiet kattenoog. Dit mineraal geeft een spot brekingsindex in de buurt van 1.62 en heeft een soortelijke massa van 3.22. Kenmerkend voor deze steensoort is het spectrum zoals afgebeeld in fig. 2. Tussen 575 en 585 nm is een band die samengesteld is uit een aantal zeer fijne lijnen, veroorzaakt door de zeldzame aarden neodymium en dysprosium. In de niet-kattenoog variëteit van apatiet komt dit spectrum heel vaak (maar niet altijd) voor. In de zes apatiet kattenogen met diverse kleuren die ik bekeken heb was deze spectrale band in alle gevallen aanwezig. Een kunziet kattenoog komt met constanten 1.65 en 3.17 redelijk in de buurt van een apatiet, maar mist het kenmerkende spectrum en is bovendien goed te herkennen aan de rozerode fluorescentie onder zowel korte- als lange golf uv-licht. Ook scapoliet kattenogen komen veelvuldig voor. Een typische waarde voor de brekingsindex is 1.55, met een soortelijke massa van 2.74-2.75. Dat is vrij dicht bij de waarden die je voor kwarts kattenogen vindt. Echter, scapoliet toont een karakteristieke dof rode fluorescentie onder korte golf uv-licht, terwijl kwarts kattenogen inert onder de uv-lamp zijn. Ook een sterke magneet kan behulpzaam zijn om het onderscheid tussen deze twee soorten kattenogen te maken. Hoewel in de structuurformule van scapoliet geen elementen voorkomen die door een magneet aangetrokken worden, reageren de insluitsels die het kattenoog veroorzaken wel op een magneet. De vijf scapoliet kattenogen die ik getest heb reageren alle zeer sterk op een magneet, terwijl kwarts kattenogen niet aangetrokken worden. Op eBay worden veel spectroliet kattenogen aangeboden. Spectroliet is een variant van labradoriet veldspaat, maar met een mooier kleurenspel. Omdat die kattenogen vaak egaal zwart zijn, lijkt die naam wat vergezocht. Het exemplaar dat ik kocht, had een brekingsindex van 1.56 en een soortelijke massa van 2.74. Net als Een kattenoog apatiet 26 scapoliet werd het door een magneet aangetrokken en had het dezelfde dof rode fluorescentie bij korte golf uv-licht. Spectroliet en scapoliet zouden dus niet van elkaar te onderscheiden zijn? Om het zeker te weten heb ik het grondvlak van de spectroliet gevlakt en gepolijst. Uit de nauwkeurige brekingsindexbepaling, die toen mogelijk was, kwamen waarden van 1.556 voor de buitengewone straal en 1.580 voor de normale straal. Het is uniaxiaal negatief, dus geen biaxiale veldspaat, maar gewoon scapoliet. Hoewel ik maar één spectroliet op deze manier mishandeld heb, lijken de afbeeldingen op internet zodanig op elkaar dat ik er vrij zeker van ben dat spectroliet kattenoog een fantasienaam voor scapoliet is. Een andere naam suggereert blijkbaar iets nieuws en aparts. Toermalijn kattenogen hebben een brekingsindex van 1.61-1.63 en een soortelijke massa van 3.00-3.20. Met deze constanten kunnen zij mogelijk verward worden met apatiet, maar zij missen het karakteristieke spectrum van een apatiet. Een ander onderscheid is het goed zichtbare pleochroïsme in donker/licht tinten van dezelfde kleur. Ook reageren de drie groene en één bruine toermalijn kattenogen die ik onderzocht heb sterk op een magneet, iets dat apatiet niet doet. Omdat ik geen andere toermalijn kattenogen bekeken heb, weet ik niet of dit ook voor andere kleuren dan groen en bruin geldt. Er zijn nog veel meer andere kattenogen zoals opaal, ioliet, maansteen en zo voort, maar in bovenstaand verhaal zijn de meest voorkomende behandeld. Waar kattenoog edelstenen zijn, kom je uiteraard ook namaak kattenogen tegen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de mooie synthetische kattenogen die gemaakt worden door de evenwijFig. 3 (rechts). ‘Cathay’ kattenoogkraal. dige bundels lichtgeleiders Dit materiaal is in elke denkbare kleur in de handel. in communicatie-kabels in Fig. 4 (links). Fiber optics cabochons. cabochonvorm te slijpen. Vaak worden ook kattenoog-kralen zo gemaakt. Kijk je in de richting van het boorgat, dus in de lengterichting van de vezels, dan word je door de hexagonale structuren ( zie figuur 3) gewaarschuwd dat je het met een zogenaamde ‘Cathay’ steen uit lichtgeleidermateriaal (fiber optics) te maken hebt. Ook de bollen van 4-6 cm doorsnede die op beurzen aangeboden worden onder de misleidende fantasienaam ‘cat’s eye opal crystal ball’ bestaan uit dit lichtgeleidermateriaal. Kattenogen van dit soort hebben een brekingsindex van 1.51-1.53 en een tamelijk variërende soortelijke massa van 2.64 tot 2.90. 27 OPMERKING OVER THERMISCHE DIAMANT TESTERS De sterke reactie van sillimaniet vergeleken met geen reactie voor kornerupien is gemeten met mijn 20 jaar oude Presidium Diamond Fact meter. Modernere analoge meters zoals de Presidium Duotester zijn echter veel gevoeliger, daar zal kornerupien wel een zwakke (vergelijkbaar met glas) uitslag geven. Verwisseling met sillimaniet is echter niet mogelijk, dat mineraal geeft een veel grotere uitslag die vergelijkbaar is met andere, goed thermisch geleidbare edelstenen zoals topaas en spinel. chrysoberyl sillimaniet diopsied enstatiet kornerupien spodumeen apatiet toermalijn scapoliet kwarts RI SM 1.73-­‐1.74 1.68 1.65-­‐1.67 1.65-­‐1.67 1.65-­‐1.67 1.65 1.62 1.61-­‐1.63 1.55 1.54-­‐1.55 3.70 3.24-­‐3.25 3.28-­‐3.32 3.28-­‐3.32 3.28-­‐3.32 3.17 3.22 3.00-­‐3.20 2.74-­‐2.75 2.65 Spectrum Magneet * * * Thermal Tester Fluore-­‐ Pleochro-­‐ centie isme * * * * * * * Fig. 5 Lijst met determinatie kenmerken van veel voorkomende kattenoogstenen. Van de redactie Color Encyclopedia of Gemstones op internet De tweede editie van dit boek van Joel E. Arem, dat ik als één van de beste beschrijvende edelsteenboeken beschouw , is door hem integraal op internet gezet. Het is te vinden op: www.joelarem.com/color-encyclopedia-of-gemstones.html 28 Complete jaargangen van Gems&Gemology online! Gems&Gemology is één van de toonaangevende tijdschriften op het gebied van edelsteenkunde. Sinds enkele jaren is het op hun webpagina www.gia.edu/ gems-gemology mogelijk, elk van de (meestal) vier bladen die elk jaar uitkomen, gratis te downloaden. Iemand heeft de moeite genomen om alle jaargangen van 1934 tot en met 2012 te downloaden en in één Pdf-file achter elkaar te zetten. Deze uit de kluiten gewassen file van 16294 A4 pagina’s is 1.13 GByte groot en zal in de toekomst op de website van Gems&Gemology geplaats worden. Tot die tijd is de file te downloaden op https://archive.org/details/ GEMSandGEMOLOGY-January1934-Fall2012 (denk om de ‘s’ achter de ‘http’). JB. Tweede editie Handbook of Gemmology In Gemma 55 blz. 14 werd u attent gemaakt op een digitaal boek, geschikt voor desktop, tablet en mobiele telefoon. Inmiddels is de tweede editie beschikbaar van het ‘Handbook of Gemmology’ geschreven door Geoffrey Dominy (gemmoloog en taxateur) en Tino Hammid (gerenommeerd edelsteen en juwelen fotograaf) . Aangezien ik een voorstander ben om zoveel mogelijk kennis te verspreiden ben ik de uitdaging aangegaan om dit project te sponsoren. Inmiddels omvat de uitgave 860 pagina’s met 900 prachtige kleurenafbeeldingen. In het eerste gedeelte komen hoofdstukken aan de orde zoals optica, kristallografie, instrumenten, behandelingen, mijnbouw en synthetische stenen. In het middelste gedeelte (73 pagina’s) worden prachtige kleurenfoto’s getoond. De derde sectie omvat twaalf hoofdstukken die betrekking hebben op de identificatie van edelstenen op basis van hun kleur en transparantie plus natuurlijke, imitatie en gekweekte parels, en geavanceerde gem testen technieken. Kortom naar mijn idee een basis document voor iedereen die van edelstenen en determineren houdt. U kunt dit boek bestellen via www.handbookofgemmology.com maar u kunt dit ook via mij, voor dezelfde prijs bestellen (deluxe versie voor 37,50€, stuur daarvoor een e-mail naar [email protected]) zodat je Nederlandse uitleg bij installatie kan krijgen, kijk hiervoor op www.briljantestenen.nl . De route via mij is vooral aantrekkelijk voor mensen die geen PayPal account hebben, of aarzelen om een creditcard op het internet te gebruiken: bij mij kunt u het geld gewoon via uw bankrekening overmaken. Leone Langeslag 29 International Gemmological Congress and 16th FEEG Symposium Leone Langeslag In de derde week van januari 2014 werd in Madrid een Internationaal Congres georganiseerd door het IGE (het Spaanse Gemmologisch Instituut), samen met het 16e FEEG (Federation for European Education in Gemmology) symposium. Reden genoeg om naar Madrid te gaan en daar de sfeer te proeven, en hopelijk wat kennis op te doen. Het was zoals gebruikelijk bij dit soort symposia een volle agenda met interessante lezingen. Over een paar onderwerpen zal ik iets verder uitweiden. De ons welbekende Dr. Klaus Schollenbruch hield een lezing over glas gevuld korund, waarbij je niet alleen moet denken aan glas- gevulde robijnen maar inmiddels ook aan glas- gevulde saffieren. Het vullen (of eigenlijk: impregneren) van edelstenen met glas wordt al zo’n 30 jaar uitgevoerd, maar dan vooral aan de oppervlakte van de steen. Het glas kan dan gedetermineerd worden bij reflecterend licht door het verschil in glans van korund en glas (zie figuur 1). Ook kan men door de RI te meten uit komen op 1.51 – 1.52 en dit hoort bij de RI van glas, en is veel te laag voor korund (1.76-1.77). Dit veranderde in 2004 toen de eerste met loodglas gevulde robijnen in de handel kwamen, afkomstig uit Oost- Afrika. Er worden verschillende soorten loodglas gebruikt om de stenen te vullen, maar het verraderlijke eraan is dat ze een veel hogere RI hebben en deze zit dicht tegen die van korund aan en is dus minder makkelijk te determineren. Inmiddels weten we wel dat deze glas- gevulde robijnen redelijk makkelijk te onderscheiden zijn van onbehandelde robijnen door de donkere, ingesloten luchtbellen en blauwe of oranje flitseffecten bij gebruik van de microscoop (fig 2). Wat ik nog niet wist is dat ze dit ook al met saffieren doen en de eerste exemplaren zijn in 2007 al gesignaleerd in de markt. Naast de flitseffecten en luchtbellen als insluitsels kunnen ook kleurconcentraEen glas gevulde robijn. 30 ties bij breuken een duidelijke indicatie zijn voor glas-gevuld saffier. Afgezien van deze ontwikkeling op zich, waarvan nog niet duidelijk is hoe zich dit verder in de markt zal ontwikkelen, is men ook bezorgd over de terminologie en de stabiliteit van het loodglas. Dit laatste heeft te maken met het feit dat met loodglas gevulde korunden het ultrasonisch bad niet zullen overleven. Hitte en verscheidene chemicaliën die tijdens het schoonmaakproces gebruikt worden hebben een dramatisch effect op de stabiliteit van de steen. Ik verwacht in de volgende Gemma hier iets meer over te kunnen vertellen, als Klaus zijn nieuwe artikel gepubliceerd heeft. Een ander bijzondere presentatie werd gegeven door Victor Tuzlukov (College of Gemcutting Russia), een echte artiest wat betreft het slijpen van edelstenen. Behalve dat je het ambacht van slijpen dus uitstekend moet beheersen moet je ook wel een Boven: Fig.2 Een blauwe glasvulling creatieve inslag hebben, en vooral het in korund. geduld, om in kleine stenen duidelijke Onder: Fig. 1 Zichtbare glasvulling op symbolen weer te kunnen geven. het oppervlak van een saffier. Naast presentaties over o.a. Dominicaans barnsteen, Raman spectrografie methodes en een mooie presentatie van diamanten uit het Mineralogisch Museum van de St. Petersburg State University, hield Geoff Dominy een korte lezing over het de economische aspecten waarmee slijpers te maken hebben en hoe wetenschap en handel hierover met elkaar in botsing kunnen komen. Daarnaast hield hij een voordracht ter promotie van de 2e editie van het Handbook of Gemmology. Ik vind dit echt een prachtig digitaal boek dat op een betaalbare manier heel veel informatie geeft. Een must voor elke gemmoloog, kenner of geïnteresseerde in edelstenen. Elk jaar zal dit boek aangevuld worden met de nieuwste ontwikkelingen. Kortom het was weer een mooie belevenis en erg goed voor de Spaanse taalontwikkeling want de Spanjaarden hielden ervan hun presentaties in het Spaans te houden en de simultaantolken hadden af en toe best moeite met de edelsteenkundige vaktermen. 31 Beursagenda Tweede halfjaar 2014 September 13 en 14 28 Giethoorn, Lapidari-weekend MTN De Bilt, NLC Oktober 3 t/m 6 4 en 5 12 19 24 t/m 26 Idar-Oberstein, Duitsland, Intergem Rijswijk, De Broodfabriek (Darling Market) ’s-Hertogenbosch, De Helftheuvel Amsterdam, Borchlandhal, Borchlandweg 6-12, GEA-beurs München, Duitsland, Mineralientage November 1 2 8 en 9 9 15 15 en 16 22 Purmerend, Partycentrum Concordia Weert, Wertastraat 1 Luik, België, Intermineral Oss, D’n Iemhof (Geosfeer) Zwijndrecht, Geode beurs Antwerpen, België, Intergem Hoevelaken, Hal Intres December 14 Haarlem, NLC, Kennemer sportcentrum Colofon GEMMA is een zelfstandige vereniging Bestuur: Dr A.R. (Tom) Peters, voorzitter William Wold FGA, secretaris en vice-voorzitter adres: De Protter 2, 8502 DG Joure, t:06-229 55 845, [email protected] Arjo Stork, Penningmeester Redactie: Jaap Bos Leone Langeslag EG Cyntha Slootweg FGA DGA Contactgegevens redactie: tel. 035-6951422, e-mail: [email protected] Vormgeving & opmaak: Peter Slootweg FGA Kvk Amsterdam: 53037944 ING-rekening nummer: NL39INGB0004751736 ten name van: Vereniging Gemma, Amsterdam Uw advertentie hier? Informeer bij de redactie. UNIVERSAL GEMSTONE Gespecialiseerd in kristallen, geslepen en ruwe edelstenen uit Tanzania Tanzaniet, Tsavoriet, Robijn, Saffier, Spinel, Diopsied, Maansteen, Zonnesteen Rhodoliet, Spessartien, Ioliet, e.v.a. Joyce van Dronkelaar-Kessy Transportweg 12 4501 PS Oostburg Tel. 0117 - 453 168 www.universal-gemstone.com