Gezonde voeding voor honden

advertisement
Dierengeneeskunde
Hilde Maris
Gezonde voeding
voor honden
Vlees of granen?
De meeste mensen geloven dat ze hun hond het allerbeste geven door hem brokken te serveren. De
dierenvoedingsindustrie beweert immers dat in zo’n brok alles zit wat een hond nodig heeft. Maar in feite zitten er vaak
dingen in die honden niet nodig hebben, met name granen. Honden zijn vleeseters en hebben geen granen nodig, en al
helemaal niet in de grote hoeveelheden die in de meeste brokken zitten. Te veel granen maken honden dik en ziek.
Oorsprong van brokken
Het idee om honden brokken te geven zou ontstaan zijn door
de opvattingen van Prof. Dr. W.F. Donath, die rond de tweede
wereldoorlog boeken schreef over hondenvoeding en daarin uit­
eenzette wat honden moesten eten om gezond te blijven. Hij was
een voorstander van rauw vlees, organen en botten, aangevuld
met een beetje groenten. Zijn idee was om een soort alles-in-één
voeding als aanvulling te geven om geen tekorten aan voedings­
stoffen te ontwikkelen, maar door het gemak ervan en de zeker­
heid dat er alles in zat, werden brokken uiteindelijk de ‘standaard­
voeding’ voor honden.
Ondertussen is er een enorme variëteit aan brokken op de markt,
niet alleen met verschillende ingrediënten en smaken, maar ook
voor elke levensfase of specifieke behoefte een andere samenstel­
ling. Steeds meer ‘nieuwe formules’ en ‘nog completere voeding’
beloven een supergezonde hondenbrok.
Van vleeseter…
Het gebit en maagdarmkanaal van de gedomesticeerde hond is nog
steeds hetzelfde als dat van zijn verre voorvader, de wilde wolf (zie
tabel). Zijn tanden zijn erop voorzien om grote stukken rauw vlees en
organen af te scheuren en botten te versplinteren of af te kloven. Zijn
spijsverteringskanaal is kort en biedt een heel zuur milieu om dierlijke
34
PlaceboNocebo
eiwitten en vetten gemakkelijk te verteren en bacteriën uit rottend
vlees te doden.
Om de darmwand te prikkelen en de darmbeweging te bevorde­
ren eten wolven en wilde honden de maag en de darmen van hun
prooi op. Daarin zitten voorverteerde planten en granen.
… naar graaneter
De moderne hond lijdt aan dezelfde ziekten als de moderne mens:
overgewicht, allergie, huidaandoeningen, gewrichtsklachten,
diabetes, hart- en vaatziekten en kanker. Veel mensen geloven dat
ze deze ziekten bij hun hond kunnen voorkomen door ze gespe­
cialiseerde dierenvoeding te geven. Helaas is het vaak juist deze
voeding die voor een groot deel verantwoordelijk is voor degene­
ratieziekten bij honden.
Wat zit er in brokken?
Granen
Granen vormen meestal het hoofdbestanddeel van brokken (30 tot
70%). Graan is echter geen onderdeel van het natuurlijke voedings­
pakket van de hond. Honden kunnen granen niet goed verteren, ze
hebben daar niet de juiste spijsverteringsenzymen voor. Te veel gra­
nen (en gluten) leiden bij honden – net als bij de mens – onder meer
tot allergie, overgewicht, diabetes, huidziekten, gewrichtsklachten en
anaalklierproblemen.
Vlees
Op de verpakking van hondenbrokken lees je ‘vlees en dierlijke
bijproducten’. Dat kan in het gunstigste geval echt vlees en
orgaanvlees zijn, maar meestal is het slachtafval dat niet geschikt
is voor menselijke consumptie. Wat er precies in zit kom je niet te
weten, want dat valt onder het productiegeheim.
Bovendien wordt dit ‘vlees’ (in de vorm van meel) samen met de
granen verhit, waardoor de suikers uit het graan reageren met de
aminozuren uit het vlees. De eiwitten versuikeren (denk aan de
korst van brood, het bruine korstje op een gratinschotel, de kara­
mellaag van crème brulée) en vormen de zogenaamde advanced
glycation end products (AGE’s), heel schadelijke stoffen waar het
lichaam niets mee kan doen. AGE’s veroorzaken onder andere
atherosclerose, cataract, alzheimer, gewrichtsklachten, huidverou­
dering en kanker.
Gedenatureerde eiwitten
Ook zonder de aanwezigheid van suikers veranderen de eiwit­
ten tijdens het verhitten van structuur, waardoor ze moeilijker
opneembaar en verteerbaar zijn. Men noemt dit gedenatureerde
eiwitten, waar het lichaam in feite niet veel mee kan doen. Ge­
denatureerde eiwitten geven ook meer aanleiding tot allergische
reacties. Honden die bijvoorbeeld allergisch zijn voor kip in brok­
ken blijken dat vaak niet te zijn voor rauwe kip.
Geoxideerde vetten
In brokken zitten weinig vetten, omdat deze ranzig worden. Vet­
ten die vóór het verhitten zijn toegevoegd oxideren en vormen
zeer schadelijke stoffen (vrije radicalen) die ontstekingsreacties
veroorzaken en cellen en weefsels kunnen beschadigen.
De nieuwe trend is om overal omega-3 en omega-6 aan toe te
voegen en dat als een gezondheidsbonus te promoten. Omega-3
en omega-6 zijn onverzadigde vetzuren die door blootstelling aan
lucht, licht en hitte veel sneller oxideren dan verzadigde vetten.
Er worden dan vrije radicalen gevormd, die een kettingreactie van
inflammatie en schade aan alle weefsels kunnen veroorzaken en
onder andere tot het ontstaan van kanker kunnen leiden. On­
verzadigde vetzuren zouden dus alleen in verse voeding mogen
zitten, die niet te lang bewaard en niet verhit is.
Honden hebben vetzuren nodig, en die zitten vaak niet genoeg in
brokken. Als ze er wel inzitten, zijn ze vrijwel zeker geoxideerd.
Toevoegingen
Afhankelijk van het merk vind je in hondenbrokken een heel
aantal stoffen die er zeker niet in thuishoren, zoals kleur-, geur-,
smaak- en bewaarstoffen. Deze vormen een zware toxische be­
lasting voor je hond, vooral als hij ze dag in dag uit te eten krijgt,
wat meestal het geval is.
Vitaminen en mineralen
Door de bewerking en verhitting van de ‘natuurlijke’ ingrediën­
ten is het grootste deel van de vitaminen en mineralen verloren
gegaan. Die worden er daarom terug aan toegevoegd, helaas
meestal in de synthetische vorm, waardoor ze niet alleen niet
goed werken, maar ook nog eens een extra belasting vormen
voor het lichaam.
Blikvoer of ‘natte’ voeding bevat meestal dezelfde ingrediënten
als brokken, maar dan met veel water erbij. Blikvoer is daarom
minder geconcentreerd, je moet er meer van geven.
Is jouw hond gezond?
Wanneer je over de nadelen van brokken spreekt, werpen de
meeste mensen tegen dat hun hond er toch niet slecht bij vaart,
dat hij immers niets mankeert. Maar is dat wel zo? Gezondheid is
meer dan de afwezigheid van een specifieke ziekte. Kleine kwaal­
tjes worden vaak ten onrechte als normaal beschouwd.
Wanneer is je hond gezond en wanneer weet je dat hij het goed
doet op de voeding die hij krijgt? Hij mag niet te veel ontlasting
hebben, de ontlasting moet zacht en stevig zijn (niet te hard, niet
te plat), hij mag niet winderig zijn en niet te mager of te dik wor­
den. Zijn vacht moet zacht en glanzend zijn, hij mag niet overma­
PlaceboNocebo
35
tig verharen, geen vetbulten, talgbulten,
oorontstekingen en overvolle anaalklie­
ren hebben. En hij mag geen tandsteen
krijgen.
Verband tussen granen
& tandsteen
Er wordt vaak beweerd dat brokken
nodig zijn om tandsteen te voorkomen.
Natuurgeneeskundige dierenartsen zijn
van mening dat brokken juist tandsteen
veroorzaken. Dat komt doordat het
zetmeel uit de granen neerslaat op de
tanden. Mensen hebben in hun speeksel
een enzym dat zetmeel afbreekt, namelijk
amylase. Honden hebben geen amylase in
hun speeksel, waardoor het zetmeel niet
afgebroken wordt, maar op de tanden
neerslaat en verkalkt. Honden die geen
granen eten, maar voornamelijk vlees en
botten, hebben zelden tandsteen.
Afvalstoffen
Brokken zijn geen geschikte bron van ei­
witten voor honden. Een groot deel van de
eiwitten is namelijk afkomstig van granen
en de meeste eiwitten zijn gedenatureerd.
Deze van structuur veranderde voedings­
stoffen moeten afgebroken worden om ze
bruikbaar te maken. Daarbij komen veel
afvalstoffen vrij die verwijderd moeten
worden via de nieren, de darmen of de
huid. Dat geeft aanleiding tot het ontstaan
van nier- en blaasproblemen, chronische
diarree, huidproblemen, oorontstekin­
gen, anaalklierverstopping en -ontsteking
en talgbulten. Gedenatureerde eiwitten
worden door het lichaam niet herkend en
worden door het immuunsysteem aange­
vallen. Dit geeft aanleiding tot allergie en
auto-immuniteit.
Verstoorde darmflora
Brokken zijn meestal dood voedsel, alle
bacteriën en enzymen zijn vernietigd
(tenzij de brokken onder lage tempera­
tuur geproduceerd zijn). De enzymen zijn
echter nodig voor de vertering van het
voedsel en de bacteriën zijn nodig om een
stabiele darmflora op te bouwen.
Een hond met een verstoorde darmflora
zal bij de minste verandering van voeding
diarree krijgen. Bovendien zal zijn weer­
stand verzwakt worden en zal hij vat­
baarder zijn voor wormen, parasieten en
huidziekten.
Niet alle brokken en blikvoer bevatten
granen. Er zijn al verschillende merken
die granenvrije brokken en blikvoer
aanbieden. Er zijn ondertussen brokken
en blikvoer op de markt met een goede
samenstelling, die minimaal of nauwe­
lijks verhit zijn. Toch blijft verse voeding
een betere keuze.
Vers voer
Er zijn verschillende boeken geschreven
door natuurgeneeskundige dierenartsen
over het zelf samenstellen van maaltijden
voor je hond. De methodes en de samen­
stellingen die in deze boeken beschreven
worden verschillen enigszins van elkaar,
maar in grote lijnen komt het op hetzelfde
neer: geef je hond zo veel mogelijk vers,
rauw vlees, orgaanvlees en botten, een
beetje rauwe of gestoomde groenten en
eventueel supplementen.
Er zijn ook ‘kant-en-klaar’ rauwe diep­
vriesmaaltijden verkrijgbaar. Deze kunnen
handig zijn wanneer je weinig tijd hebt en
ze kunnen het in het begin gemakkelijker
maken om over te schakelen.
Waar men het ook over eens is, is dat
honden één dag per week zouden moeten
vasten om hun spijsvertering te laten
rusten, schade te herstellen en afvalstoffen
te elimineren. Dat advies geldt niet voor
puppy’s, zwangere en zogende teven en
honden die er gewoon niet tegen kunnen.
Vlees & vis
™™ kip, rund, kalf, lam, schaap, eend,
konijn, kalkoen, duif, kwartel, hert, geit,
fazant, patrijs
™™ geen varkensvlees
™™ als je botten geeft met veel vlees aan,
hoef je minder extra vlees te geven
™™ vette vis, zoals zalm, makreel, haring,
tonijn, forel: vers of uit blik (zalm en
forel best ingevroren, omwille van
parasieten die bij honden de zogenaamde
‘zalmvergiftiging’ kunnen veroorzaken)
Botten
™™ geef niet meteen botten aan honden
die geen vers vlees gewend zijn
™™ in het begin is het beter om er
voldoende vlees aan te laten (half
vlees/half bot)
™™ geef geen botten aan gulzige eters of
geef ze pas een bot na een vleesmaaltijd,
zodat ze al voldaan zijn en het eten in
hun maag mogelijke splinters inkapselt
™™ geef in het begin geen dragende botten
(poten, schenkels), maar wel ribben,
wervels, schouderbladen, nekken en
staarten
™™ kippenpoten, kippenvleugels en
kippennekken geven haast nooit
problemen
De huidige ‘perfecte brok’ lijkt in
niets meer op het oorspronkelijke
voedsel van de hond
36
PlaceboNocebo
™™ geef nooit gekookte botten, deze splinteren gemakkelijk;
rauwe botten zijn veel elastischer
™™ zorg ervoor dat je hond kauwt en blijf in de buurt wanneer hij
botten eet tot hij ervaren is
™™ als je hond botten roekeloos eet, of als je er echt niet gerust in bent,
kan je hem gemalen botten geven (onder het vlees gemengd)
Groenten
Dingen die je best niet geeft
™™ rauwe groenten fijnmixen en onder het vlees mengen
™™ andijvie, spinazie, sla, wortel, paksoi, tomaten, paprika,
komkommer, courgette, waterkers, alfalfa, selder, peterselie,
sperziebonen, ...
™™ broccoli, spruitjes, kool en bloemkool kunnen winderigheid
veroorzaken
™™ geen rauwe uien en prei (bevatten stoffen die de rode
bloedcellen afbreken als er te veel van gegeten wordt)
™™ af en toe een beetje knoflook: goed voor de weerstand en
tegen vlooien, teken en wormen – niet te veel, want er zitten
net als in uien en prei stoffen in die de rode bloedcellen kunnen
afbreken wanneer te veel rauwe look gegeten wordt
™™ niet te veel zetmeelhoudende groenten, zoals knolgewassen en
aardappelen
™™ niet te veel fruit: fruit bevat veel suikers die honden niet nodig
hebben
™™ granen, graanproducten
™™ melk, kaas
™™ chocolade
™™ suiker, kunstmatige zoetstoffen (xylitol)
™™ gist, deeg (brood, gebak)
™™ druiven, rozijnen
™™ macadamia noten
™™ avocado
™™ koffie
Overschakelen
Schakel langzaam over op een versvoer dieet. Begin met stapsge­
wijs rauw vlees en groenten toe te voegen, zodat je hond eraan
kan wennen. Als je hond gevoelig is voor veranderingen, kan je
hem tijdens het overschakelen een probioticum geven. ‘Gevoelige’
darmen zijn meestal het gevolg van een verstoorde darmflora.
Orgaanvlees
Katten?
™™ hart, lever, nieren, longen, vuile pens
™™ liefst biologisch orgaanvlees, zeker lever
™™ geen milt en baarmoeder
Voor katten gelden over het algemeen dezelfde principes, alleen
zijn zij echte carnivoren en hebben zij maar heel weinig groenten
nodig. Katten die gewend zijn om alleen maar brokken te eten,
willen vaak niets anders. Overschakelen op versvoer vraagt bij hen
heel wat geduld, doorzettingsvermogen en trucjes.
Het is handiger als ze het van jongs af aan leren. Verse voeding voor
katten, zoals eendagskuikens, muizen, ratten, kwartels, duiven, enz.
is ingevroren te krijgen, bijvoorbeeld in winkels (of bij verenigingen)
die voeding voor roofvogels verkopen. Ontdooien in de koelkast en
een uurtje op kamertemperatuur zetten voor je het aan je kat geeft.
Een kat die buiten leeft, kan natuurlijk best zelf haar prooien vangen.
Een kat kan evenveel van een kluif genieten als een hond. Als je
geen verse voeding geeft, kan je haar toch af en toe trakteren op
een stuk rib.
Supplementen
™™ rauwe eieren, eierdooier (met de schaal)
™™ kruiden en planten: peterselie, tijm, rozemarijn, ...
™™ visolie, vlaszaadolie, teunisbloemolie
™™ gemalen noten, zaden, kiemen (niet te veel); noten en zaden
kan je ‘voorverteren’ door ze te laten weken
™™ gember, knoflook, spirulina, algen
™™ kefir, yoghurt
™™ probiotica
™™ multivitaminen-mineralen
Carnivoren – vleeseters
(wolven, honden, katten)
Herbivoren – planteneters
(koeien, schapen)
Omnivoren –
vlees- en planteneters
(varkens, beren, mensen)
Scherpe, lange tanden om een prooi te doden en
te verscheuren. Kaken die verticaal (op en neer)
bewegen en ver opengaan, om grote stukken
vlees af te scheuren en in te slikken.
Platte, vierkante maaltanden om planten te pletten
en te malen. Minder wijde kaken, die zijdelings
bewegen om te kauwen. Niet geschikt om vlees af
te scheuren.
Scherpe snijtanden en platte maaltanden,
om zowel te kunnen bijten als malen.
Kaken die zijdelings bewegen om te
kunnen kauwen.
Kort, eenvoudig en zuur spijsverteringskanaal.
Geschikt om snel en gemakkelijk dierlijke eiwitten
en vetten te verteren en bacteriën te doden.
Heel lang spijsverteringskanaal om plantaardig
voedsel af te kunnen breken.
Spijsverteringskanaal van gemiddelde
lengte, flexibel om zowel dierlijk als
plantaardig voedsel te verteren.
Geen amylase in het speeksel. Amylase is een
enzym om zetmeel (koolhydraten) te verteren.
Amylase in het speeksel om zetmeel te verteren. Het
kauwen zorgt ervoor dat het voedsel goed gemengd
wordt met amylase voor een goede voorvertering.
Amylase in het speeksel om zetmeel te
verteren.
Meer info over stoffen die gevaarlijk zijn voor honden lees je in
het artikel ‘Dierenvergif in de keukenkast – De twintig meest
gevaarlijke stoffen voor huisdieren’ in PlaceboNocebo nr. 9,
september/oktober 2013.
1.
2.
3.
4.
5.
Tannetje Koning. Voer voor carnivoren. 2008 Uitgeverij Aspekt ISBN 90-5911-354-3
Dr. Ian Billinghurst. Give your dog a bone. Alexandria, Australia: Bridge Printery, 1993 ISBN 0-6461628-1
Dr. Ian Billinghurst. The BARF diet. 2001 ISBN: 0-9585925-1-9
Tom Lonsdale. Raw Meaty Bones Promote Health. Dogwise Publishing (August 2001) ISBN 0-64639624-2
Tom Lonsdale. Work Wonders. Feed your dog raw meaty bones. Dogwise Publishing; 1 edition (September 30,
2005) ISBN 97571740-5
PlaceboNocebo
37
Download