GESPONSORDE TEKST Hoogheemraadschap van Rijnland Werken aan het verbeteren van de waterkwaliteit en ecologie in de Reeuwijkse Plassen De Reeuwijkse Plassen is een prachtig natuur- en recreatiegebied. De elf plassen, met een oppervlakte van circa 735 ha hebben echter een opknapbeurt nodig. Toevoer van voedselrijk water, onder andere door lozing van rioolwater in het verleden en door bemesting, heeft de kwaliteit van het water vanaf 1930 langzamerhand verslechterd. Het water is door de grote hoeveelheid algen vaak zo troebel dat er geen overlevingsmogelijkheden zijn voor waterplanten op de bodem. Hierdoor is in de loop der jaren zelfs de oorspronkelijke visstand gewijzigd. Door algenbloei moet ook het zwemmen lokaal af en toe verboden worden. SCHOON EN MOOI Rijnland heeft, in samenspraak met andere overheden en lokale partijen, onder de naam ‘Schoon en Mooi ’een pakket van maatregelen opgesteld om de waterkwaliteit en ecologie van de plassen te herstellen. Zo richt Rijnland zich bijvoorbeeld op het verminderen van het aantal voedingsstoffen in het water. Minder voedings­stoffen betekent minder algen, waardoor het water helderder wordt en de waterkwaliteit verbetert. Door helderder water kan er meer zonlicht tot de bodem doordringen. Hierdoor krijgen waterplanten en bepaalde vissoorten meer kans zich te ontwikkelen, wat weer gunstig is voor de ecologie. Het verminderen van de voedingsstoffen in het water doet Rijnland enerzijds door te zorgen dat het, door meststoffen zeer voedselrijke, water uit omliggende polders het plassengebied niet meer in kan stromen (afkoppelen polders, zoals Reeuwijk West). Anderzijds zit er in het slib op de bodem voedsel voor algen. Daarom worden er twee proefprojecten uitgevoerd: het baggeren van slib (Klein Vogelenzang) en het ‘vastbinden’ van voedingstoffen in het slib (Sloene). Op deze pagina vertellen we u graag meer over de activiteiten in Klein Vogelenzang. Werkzaamheden Klein Vogelenzang in volle gang Een belangrijk onderdeel in het verbeteren van de waterkwaliteit is het proefproject dat uitgevoerd wordt in de plas Klein Vogelen­ zang. Bij het opzetten van de proef hebben we de ervaring gebruikt van andere waterschappen, universiteiten en het bedrijfsleven. De aanpak kent drie speerpunten. Allereerst wordt de plas met een stuw geïsoleerd van de andere plassen. Vervolgens wordt de sliblaag van de bodem verwijderd door te baggeren. Als derde maatregel worden op dit moment de oevers van de plas natuurvriendelijk ingericht. Baggerwerk Klein Vogelzang: een omvangrijke klus Plas blijft via stuw bereikbaar Om de waterkwaliteit te herstellen is het belangrijk dat het aantal algen in het water afneemt. Rijnland gaat er daarom voor zorgen dat er minder voedsel voor algen in het water komt. Er zit onder andere in het slib op de bodem veel voedsel voor algen. In Klein Vogelenzang experimenteert Rijnland daarom met het verwijde­ ren van de dikke sliblaag. Een onderdeel van de maatre­ gelen om de waterkwaliteit van Klein Vogelenzang te verbete­ ren is het isoleren van de plas, zodat de toevoer van water en slib uit de andere plassen zeer beperkt wordt. Om de plas te isoleren, wordt een stuw geplaatst op de hoek van de Hortemansdijk en de Zoeten­ dijk. Marco Witte, die namens Rijnland verantwoordelijk is voor dit werk, licht graag de werkzaamheden toe. ‘Omdat de plas wel bereik­ baar moet blijven, leggen we momenteel een dam aan bij de ingang. Vervolgens wordt hierin een beweegbare stuw geplaatst. Het betreft een zogenaamde klepstuw, die elektrisch bediend kan worden en doorvaartruimte biedt aan vaartuigen met een afme­ ting van 14 bij 3 meter en een diepte van 1 meter. Gebruikers kunnen de stuw eenvoudig zelf bedienen. Dat kan dag en nacht en eventuele storingen worden meteen doorgegeven.’ KLEIN VOGELENZANG Over de achtergronden van dit werk praten we met Ir. Fred de Haan, projectleider voor het baggeren in Klein Vogelenzang. Fred is specialist op het gebied van baggerwerk en heeft in het hele land al veel ervaring met dit soort projecten opgedaan. Hoewel het een proefproject is, verwacht Fred dat met het baggerwerk juist in Klein Vogelenzang goede resultaten behaald worden. ‘Het is immers een kleine plas die goed van de andere plassen afge­ sloten kan worden. Daarnaast is gebleken dat de concentratie voedingsstoffen (fosfaat) in het slib het hoogste is van het hele plassengebied’. Het verwijderen van het ‘slib gebeurt door middel van een zuiger die het slib boven de oorspronkelijke vaste veenbodem wegzuigt en naar een depot (opslag) verpompt. Dat depot wordt ingericht in weilanden langs de Oud Reeuwijkseweg. Daar wordt het water gezuiverd en terug gepompt naar Klein Vogelenzang. ‘De sliblaag in Klein Vogelenzang varieert in omvang’, vertelt Fred. ‘Van 1,5 meter aan de westzijde van de plas en in de wete­ ringen, tot enkele centimeters aan de oostzijde. In totaal wordt er 130.000 m3 bagger verwijderd. We starten tegen het eind van het jaar en de verwachting is dat we in het najaar van 2014 klaar zijn met de werkzaamheden’. Aanleg natuur­ vriendelijke oevers belangrijk voor gezond water Bagger gaat naar Oud Reeuwijkseweg De 130.000 m3 bagger die uit Klein Vogelenzang wordt gehaald gaat naar het land van veehou­ der Anton de Wit aan de Oud Reeuwijkseweg. Het is niet de eerste keer dat op zijn land een bag­ gerdepot wordt aangelegd, ook in het verleden heeft hij in samenwerking met Rijnland de bagger opgeslagen, die vrijkwam met baggerwerkzaamheden elders in de polder. ‘Dit keer wordt het wel een flink depot’, vertelt Anton. ‘Er is ongeveer 10 ha land nodig.’ Anton hoopt dat er van de bagger uiteindelijk een laag vaste grond overblijft van gemiddeld 30 cm. ‘Daar ligt voor mij de winst naar de toekomst toe’, licht hij toe. ‘Het bagger vult ‘slechte’ delen uit mijn perceel waar in natte jaren nauwelijks een gewas van af te halen is. Als het depot rond 2015 wordt ontmanteld, zijn mijn percelen dermate opgehoogd, dat ze productiever worden.’ In Klein Vogelenzang is in totaal 1 kilometer natuurvrien­ delijke oever aangelegd. Dit geeft een geleidelijke over­ gang van land naar water en een gevarieerde oeverbegroei­ ing. Deze begroeiing gaat ruimte bieden aan vissen, insecten, amfibieën en kleine waterdieren die op hun beurt weer een bijdrage gaan leve­ ren aan een gezond water­ milieu. Het plaatsen van de stuw is niet de enige maatregel die genomen moet worden om de plas te isoleren, vertelt Marco. ‘Door de wetering, langs de Zoetendijk, komt immers ook nog water Klein Vogelenzang binnen. Daarom wordt nog een tweetal waterscheidingen geplaatst. Op één plaats, bij het bruggetje in de hoek Zoe­ tendijk/Bosmankade, staat al een afsluiting die in 2007 geplaatst is om instroom van water richting Sloene tegen te gaan. Die wordt vervangen door een definitieve damwand. De andere afsluiting komt in de directe nabijheid van de stuw tussen de smalle Zoeten­ dijk en het eerste eiland.’ Het plaatsen van de klepstuw is door de onstabiele onder­ grond geen eenvoudige zaak. De stuw wordt daarom in beton uitgevoerd, zodat de fundering stevig genoeg is om alles op zijn plaats te houden. Het is de bedoeling dat de stuw in januari 2014 klaar is. Rijnland informeert u graag Op www.rijnland.net/reeuwijkseplassen leest u meer over alle projecten en binnenkort ook over hoe Rijnland de resultaten van alle projecten en de verbetering van de waterkwaliteit en ecologie monitoort. Via deze website kunt u zich aanmelden voor de digitale nieuwsbrief. Heeft u een directe vraag over de werkzaamheden in het Reeuwijkse Plassengebied? Bel naar (071)306 30 41 of stuur een e-mail naar [email protected]. De projecten worden mede mogelijk gemaakt door de provincie Zuid-Holland namens het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, het ministerie van Infrastructuur en Milieu en door het Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.