Liturgie zangdienst 18 juni om 10.00 uur in de Joriskerk Organist: Klaas van Marle Orgelspel: J. G. Bastiaans (1812-1875) : Variaties en finale Psalm 84 Intochtslied (staande) Ps. 84 – 1, 4 en 6 1. Hoe lieflijk, hoe goed is mij, HEER, het huis waar Gij uw naam en eer hebt laten wonen bij de mensen. Hoe brand ik van verlangen om te komen in uw heiligdom. Wat zou mijn hart nog liever wensen dan dat het juichend U ontmoet die leven zijt en leven doet. 4. Van kracht tot kracht gaan zij steeds voort. Hun lied weerklinkt van oord tot oord, tot zij Jeruzalem betreden, waar alle pelgrims binnengaan om voor Gods aangezicht te staan. Aanvaard, o HEER, ook mijn gebeden. Verhoor mij, God van Israël, die alles leidt naar uw bestel. 6. Want God onze Heer die ons mild bestraalt als zon, beschermt als schild, zal in genade ons verhogen. Zijn hand onthoudt het goede niet aan wie oprecht Hem hulde biedt en eerlijk wandelt voor zijn ogen HEER, die het al in handen houdt, welzalig die op U vertrouwt. 2 Welkom met aansteken kaarsen. Een moment van stilte Drempelgebed Zingen : lied 289 – 1, 2 en 3 3 2. Heer ik kom in uw stralend schijnsel, Uit de schaduw in uw nabijheid; Door uw Zoon mag ik staan in uw luister, Toets mij, rest mij, verteer al mjn duister. Schijn op mij, schijn op mij. Refr.: Kom, Jezus, kom …….. 3. Heer, hoe meer wij uw helder licht zien en de weerglans op ons gezicht zien, zal ons leven voor anderen stralen, het verhaal van uw liefde vertalen. Schijn in mij, schijn door mij. Refr.: Kom, Jezus kom, …… Kyrië gebed gerechtigheid, verbondenheid, schoonheid, spiritualiteit Zingen: Ps. 103 c 1. Loof de Koning, heel mijn wezen, gij bestaat in zijn geduld, want uw leven is genezen en vergeven is uw schuld. Loof de Koning, loof de Koning, tot gij Hem ontmoeten zult. 2. Looft Hem als uw vaadren deden, eigent u zijn liefde toe, want Hij bergt u in zijn vrede, zegenend wordt Hij niet moe. Looft uw Vader, looft uw Vader, tot uw laatste adem toe. 4 3. Ja, Hij spaart ons en Hij redt ons, Hij kent onze broze kracht. Hij bewaart ons, Hij ontzet ons van de boze en zijn macht. Looft uw Heiland, looft uw Heiland, die het licht is in de nacht. 4. Snel vergaan de mensenkindren als de bloemen op het veld. God alleen is onverminderd steeds dezelfde sterke held ! Looft de Heer van dood en leven, Hem die onze dagen telt. 5. Engelen, zingt ja en amen met de Koning oog in oog ! Zon en maan, buigt u tezamen en gij sterren hemelhoog ! Looft uw Schepper, looft uw Schepper, looft Hem, die het al bewoog ! Gedicht: ‘Ontmoeting’, van Nel Benschop Er is een vreugde, die te groot voor woorden een uitweg vindt in woordenloos gebed; een stroom van dank, die buiten alle boorden mijn levensakker onder water zet. Er is een rust, die niemand kan verstoren, en een geloof dat mij geen mens ontneemt, de zekerheid, dat ik bij U mag horen, dat niets ter wereld mij van U vervreemd. 5 Er is een haven, waar ik in kan landen, een schuilplaats, waar ik voor de stormen vlucht, een havenlicht, dat altijd hel blijft branden, een ster, die schittert aan de zwarte lucht. Want Gij staat op elk kruispunt van mijn leven, Gij kent mijn zorgen, vóór ik ze U zeg; Ik weet mij door Uw engelen omgeven, en kom U tegen, Heer, op elke weg. Orgelspel: K. G. Umbreit (1763-1829): Cantabile Lezing: Ps. 150 Zingen: lied 870 ( in beurtzang) Vers 1, 2 allen. 3 vrouwen. 4 mannen. 5 allen. 6 vrouwen. 7 mannen. 8 allen allen: 1. 6 allen: 2 Godlof, aan ons is toegezegd dat Gij herleven doet wie zijn gesneuveld in ’t gevecht van ’t kwade tegen ’t goed. vrouwen: 3 Een ander trad in onze plaats, een mens tot ons behoud, geprezen zij de liefde Gods die ons zijn raad ontvouwt. mannen: 4 Uw liefde, God, zo wijs en goed: wat eens in Adam viel, ons menselijke vlees en bloed, wordt leven weer en ziel. allen: 5 Ja, meer dan ziel en leven zijn gegund aan bloed en vlees, Godzelf zal in ons wezen zijn, de ademende Geest! vrouwen: 6 Want wie voor ons gestreden heeft alleen, man tegen man, als God én mens geleden heeft wat niemand lijden kan, mannen: 7 die leidt ons door de doodsjordaan en houdt ons bij de hand, die heeft voor ons de weg gebaand naar het beloofde land. allen: 8 Geprezen, God, uw wijs beleid, de omweg van uw woord, Ver boven alle hoogten uit en alle diepten door. Lezing : Efeze 5 : 15 – 20 7 Zingen: lied 713 1. Wij moeten Gode zingen / halleluja, om alle goede dingen / halleluja, al zijn wij vreemdelingen / in schande en in scha, Gij zendt uw zegeningen / halleluja. 2. Hij schenkt de levensadem,/ Hij geeft de levensgeest, in schande en in schade / is Hij nabij geweest, aan al wie Hem aanbaden, / aan ieder die Hem vreest, komt Hij, de Heer, te stade, / de minsten allermeest. 3. Al leeft uw volk verschoven / kyrieleison, in 't land van vuur en oven,/ in 't land van Babylon, al is de hemel boven / voor mensen doof en stom, nog moeten wij U loven / met stem en fluit en trom. 4. De lier hing aan de wilgen, / misericordia, God zal ons niet verdelgen,/ aan God zij gloria. Zijn woord zal ons genezen, halleluja, zoals het was voor dezen / in Galilea. 5. Wij moeten Gode zingen / halleluja, de Heer van alle dingen/ die leeft in gloria, met alle stervelingen, / niets komt zijn eer te na, wij moeten Gode zingen / halleluja. 8 Zingen: lied 24 uit Borculose bundel: allen 1. Er komen stromen van zegen, dat heeft Gods woord ons beloofd, stromen verkwikkend als regen, vloeien tot elk die gelooft. Stromen van zegen, louter genade steeds weer. Nu kunnen wij er weer tegen, sterk door de kracht van de Heer. 2. Er komen stromen van zegen heerlijk, verkwikkend zal 't zijn. Gods schepping nieuw en volkomen eind aan ellende en pijn. Refrein: stromen van …… 3. Er komen stromen van zegen Pinksteren is het steeds weer. Die heilstroom vloeit alle dagen voor wie het waagt met de Heer. Refrein: stromen van …… 9 Gedicht: Wat in de toekomst ligt verborgen Door: Justus van Trigt Wat in de toekomst ligt verborgen dat houdt God nog voor ons bedekt. Hij weet dat anders grote zorgen in harten worden opgewekt. Want als een mens kon verder kijken wat in de toekomst straks gebeurd. Dan kon het wel eens duidelijk blijken dat menig mens moest opgebeurd. Slecht over een ding laat God weten wat in de toekomst mag verwacht. En wat niet mag worden vergeten Zijn Vrederijk dat op ons wacht. Zijn Koninkrijk dat eens zal komen waarover Jezus heeft verteld. En waar God ons over laat dromen tot dat die dag ons word gemeld. De tijd daar tussen blijft verborgen maar God laat wel de tekenen zien. Gaat daar niet verder in dan morgen genoeg vindt Hij dat bovendien. Maar waakzaamheid is wel geboden dat heeft Hij ook van ons gevraagd. Er zullen komen rampen noden voordat het Godsrijk eindelijk daagt. Maar bovenal laat God ons weten Hij houdt de tijden in Zijn hand. Beloften zal Hij niet vergeten God houdt Zijn Heilig Woord gestand. God heeft de sluiers op doen lichten wat van Zijn toekomst mag verwacht. Als Hij Zijn Koninkrijk zal stichten de wereld tonend al Zijn macht. 10 Zingen: lied 605 allen 2. De toekomst is al gaande, schept doorgang door de vloed, dwars door het ongebaande een pad dat voortgaan doet. 4. De toekomst is al gaande, verborgen en gezien, een stem die te verstaan is, één God die draagt en dient. 3. De toekomst is al gaande, een bron in de woestijn zingt tegen het vergaan in: de dood zal niet meer zijn. 5. De toekomst houdt ons gaande, voert ondanks tegenstand ons uit het doods bestaande naar nieuw, bewoonbaar land. 11 Stilte Orgelspel: Louis Vierne (1870-1937): Meditation Geloofbelijdenis Blijf geloven in de toekomst, ook al lijkt de kans maar klein. Blijf geloven in de wereld, die jou wereld ook kan zijn. Blijf geloven in het leven, in je denken en je doen. Blijf geloven in oprechtheid, en je normen en fatsoen. Blijf geloven in de vrede, en een simpel kort gebed. Blijf geloven in de mens, die zich voor jou heeft ingezet. Blijf geloven in het wonder, dat jouw angsten overwint. Blijf geloven in de onschuld, en de glimlach van een kind. Blijf geloven dat een ander, ook voor jou wat overheeft. Blijf geloven in de liefde, alle dagen dat je leeft. Blijf geloven in de waarde, en het doel van je bestaan. Blijf geloven dat de mensen, eenmaal samen zullen gaan. Zingen: lied 412 – 1, 2, 3 en 6 1. 12 Wij loven U, o God, belijden U als Heer. Eeuwige Vader, U geeft heel de wereld eer. U zingen alle heem'len, serafs, machten, tronen, onafgebroken rijst hun lied op hoge tonen: Gij, driemaal heilig zijt Gij, God der legerscharen, wiens grootheid aard' en hemel heerlijk openbaren! 2. U looft de apostelschaar in heerlijkheid, o Heer, profeten, martelaars vermelden daar uw eer. Door heel uw kerk wordt steeds, daar boven, hier beneden, in strijd en zegepraal, uw grote naam beleden. Zij looft, o Vader, U, oneindig in vermogen, onpeilbaar in verstand, onmeetbaar in meedogen! 3. U, Vader, U zij lof op een verhoogde troon! Lof en aanbidding zij uw eengeboren Zoon. Lof zij uw Geest, die ons ten Trooster is gegeven, ons in de waarheid leidt, de weg van eeuwig leven. U looft uw kerk alom, waar Gij die ook vergaarde; U looft wat loven kan, in hemel en op aarde! 6. Wij zegenen, o Heer, uw goedheid al den dag! Geef dat eeuw in eeuw uit, ons lied U loven mag, geef, dat wij bij uw komst onstraf'lijk wezen mogen: ontferm, ontferm U, Heer, toon ons uw mededogen! Op U steunt onze hoop, o God van ons vertrouwen: zij worden nooit beschaamd, die op uw goedheid bouwen. 13 Gebeden en Stilgebed Afgesloten met onze vader: Onze Vader die in de hemelen zijt. Uw naam worde geheiligd, Uw koninkrijk kome, uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schuld, zoals wij ook onze schuldenaren vergeven. En leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van u is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen. Collecte Slotlied: Lied 416 allen 14 1. Ga met God en Hij zal met je zijn, jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen. Ga met God en Hij zal met je zijn. 2. Ga met God en Hij zal met je zijn: bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden. Ga met God en Hij zal met je zijn. 3 Ga met God en Hij zal met je zijn: in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen. Ga met God en Hij zal met je zijn. 4 Ga met God en Hij zal met je zijn, tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten. Ga met God en Hij zal met je zijn. Dankwoord en Zegen Zingen: lied 415 allen 1. Zegen ons, Algoede, neem ons in uw hoede en verhef uw aangezicht over ons en geef ons licht. 2. Stort, op onze bede, in ons hart uw vrede, en vervul ons met de kracht van uw Geest bij dag en nacht. 3. Amen, amen, amen ! Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer ! orgelspel: J.G. Vierling (1750-1813): Fürs volles Werk 15 16