Uit welke delen bestaat een plant? Wortels: hiermee zuigt de plant water met mineralen op. De wortels zorgen er ook voor dat de plant stevig in de grond staat. Stengel: door de stengel lopen kleine “kanaaltjes” die belangrijk zijn voor het vervoer van water. Ook zorgt de stengel ervoor dat de plant rechtop blijft. Bladeren: door bladeren lopen nerven die opgeloste stoffen en water vervoeren. Tussen de nerven zit bladmoes. Bloem: de bloemen zijn voor de voortplanting. Waardoor zijn planten groen? De organen van een plant bestaan, net als bij mensen, uit cellen. Een blad heeft vier lagen cellen, iedere laag heeft zijn eigen vorm en taak. Een groepje cellen met dezelfde taak en vorm noem je weefsel (zie bron 5 in boek). De onderdelen van plantencellen: De celwand: een stevige laag om de cel, een vezelige, taaie stof, voedingsvezels in de groenten die je eet. Het celmembraan: een vlies om het cytoplasma, regelt welke stoffen in- en uit de cel gaan Het cytoplasma: een stroperige vloeistof, hier liggen de celkern en de bladgroenkorrels. De celkern: een klein bolletje in de cel, regelt alles wat er in de cel gebeurt. De vacuole: het blaasje in het midden van de cel, helemaal volgepompt met water, hierdoor is de plant stevig. De bladgroenkorrels: groene bolletjes in het cytoplasma, de bolletjes zijn groen door bladgroen, maken de voedingsstoffen voor de plant. Planten hebben behalve bladgroenkorrels ook nog andere kleurstofkorrels. Een derde type kleurstofkorrels zijn zetmeelkorrels: kleurloze korrels waarin zetmeel opgeslagen wordt. Zetmeel is een reservestof. De ene type korrel kan in de andere overgaan. Een sinaasappel begint groen, wordt daarna geel en eindigt oranje. Hoe blijven planten rechtop? Planten zoals tulpen en madeliefjes zijn kruidachtige planten. Deze hebben water nodig voor de stevigheid. De cellen zuigen zich vol met water. Dat water komt in de vacuole, deze drukt, via het cytoplasma, tegen de celwand aan. Daardoor word de cel stevig, en kan de plant recht op staan. Bomen en struiken zijn houtachtige planten. De stam en de takken bestaan uit cellen met veel houtstof in de celwanden: houtcellen. Bij houtachtige planten zorgt de houtstof voor stevigheid. Hoe komt water in de bladeren? Aan het eind van de wortels zitten wortelharen. Hiermee neemt de plant water en mineralen uit de bodem op. Wortelharen zijn teer en gaan gemakkelijk kapot. Als er veel haren beschadigt zijn, gaat de plant dood. Het water dat de wortelharen opnemen gaat met vaten via de wortels en de stengels naar de bladeren. Meestal liggen vaten bij elkaar, dat noem je een vaatbundel. De vaatbundels beginnen in de wortels en lopen door tot in de bladnerven. De plant neemt steeds weer nieuw water met mineralen op. Dat komt doordat er steeds weer water verdampt via de huidmondjes in de bladeren. Het water wordt bijgevuld via de buurcellen. De plant neemt steeds weer water op via de wortels. Zo blijft de waterstroom op gang. De huidmondjes kunnen open en dicht gaan. Bij warm en droog weer blijven ze dicht, anders zouden ze door verdamping veel te veel water kwijtraken. Waarom verliezen bomen hun blad? In de winter is het te koud voor de wortels om te kunnen werken, ze kunnen dan weinig water opnemen. Als de boom zijn bladeren niet zou laten afvallen, zou hij doodgaan. Voordat de bladeren afvallen, gaat het bladgroen vanuit de bladeren naar de takken en de stam. Daar wordt het opgeslagen voor het volgende jaar. De boom bouwt een scheurlaag tussen de bladsteel en de stengel. Deze laag zorgt ervoor dat er steeds minder water naar de bladeren gaat. Als het blad afvalt, ontstaat er een kurklaag op de plek waar het blad is afgevallen. Zo beschermt de boom zich tegen infecties en waterverlies.