R E C L A S S E R I N G W I L L E V E N S L A N G TO E Z I C H T O P V R I J G E L AT E N Z E D E N D E L I N Q U E N T: Eelco Hofstra ‘Veiligheid samenleving gaat voor belang van pedofiel’ Reclassering Nederland pleit voor permanente ondertoezichtstelling van zedendelinquenten die terugkeren in hun gemeente en nog steeds een risico vormen voor de samenleving. Directeur Sjef van Gennip: ‘We mogen die mensen niet meer uit het oog verliezen.’ Gebeurde dat tot nu toe niet? ‘Gemeenten houden zich de laatste jaren steeds meer bezig met de opvang en nazorg van ex-gedetineerden. Maar burgemeesters waren nog niet eerder zo gedetailleerd geïnformeerd over de terugkomst van dit soort delinquenten; een groep die in potentie weer een bedreiging voor de maatschappij kan gaan vormen. Tot voor kort kregen gemeenten alleen te horen welke ex-gedetineerden terug zouden keren in de gemeente. Nu horen ze ook aan welk delict deze groep mensen zich precies schuldig heeft gemaakt en hoe de politie het risico van hun terugkeer inschat.’ J Om wie gaat het eigenlijk precies? ‘Om een groep van ongeveer zeventienhonderd gedetineerden op jaarbasis, voor het overgrote deel bestaande uit zedendelinquenten. Maar het kan in principe ook die gewelddadige overvaller zijn die weer in de wijk komt wonen waar hij eerder een omaatje mishandelde. Het zijn in ieder geval mensen die door hun terugkeer heel ingrijpend intreden in de levens van burgers.’ ustitie informeert burgemeesters sinds kort over de terugkeer van zedendelinquenten en zogenaamde ‘plegers van zware levensdelicten’ in hun gemeente. Wat vindt u daarvan? ‘Die proef is er gekomen op basis van een aantal incidenten in het land, onder meer de terugkeer van een pedofiel in zijn flat in Utrecht, en onder druk van de Tweede Kamer. Ik zie veel voordelen in het inlichten van de gemeenten over dit soort dossiers. Tenminste, als de burgemeester ook maatregelen neemt om de terugkeer van zo’n ex-gedetineerde in goede banen te leiden. Voorheen moesten wij als reclassering bijvoorbeeld woonruimte voor voormalige bajesklanten regelen. Nu is de verantwoordelijkheid hiervoor bij de gemeente gelegd. De burgemeester zal om deze risicovolle mensen heen een netwerk op moeten bouwen, zodat hij ze in de gaten kan blijven houden en kan ingrijpen wanneer dat noodzakelijk is.’ Crimelink over Reclassering Nederland Crimelink belicht in een serie artikelen het werk van Reclassering Nederland, de organisatie die zich bezighoudt met het voorkomen en verminderen van crimineel gedrag in de samenleving. In dit artikel behandelen we de terugkeer van ex-zedendelinquenten en zware criminelen in de maatschappij. Eerdere verhalen in deze serie gingen over risico-diagnose, de nieuwe leerstoel reclassering, het effect van taakstraffen, de ‘vroeghulp’ van de reclassering en de nieuwe handhaving van het toezicht door Reclassering Nederland. 28 crimelink Wat kan de reclassering bijdragen aan het toezicht op deze mensen? ‘Wij zijn de aangewezen partij om hen na hun vrijlating in de gaten te houden. Hun terugkeer zal met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid tot een schok gaan leiden in hun oude buurt. Wij confronteren hen daarmee en vertellen ze dat ze met een probleem zitten. Als men eraan mee wil werken, voeren we een risicoanalyse uit naar de criminogene factoren die meespelen in hun gedrag. We onderzoeken hoe groot de kans op terugval is. Op basis van die informatie stimuleren en motiveren we hen tot het volgen van gedragstrainingen. We kunnen ze ook het dringende advies geven om te gaan verhuizen.’ Willen die ex-gedetineerden daar wel aan meewerken? ‘Niet altijd. Een percentage van de ex-gevangenen komt vrij met één of twee jaar reclas- seringstoezicht, waardoor je ze met een stok achter de deur bijvoorbeeld een agressietraining kunt laten volgen. Maar een deel van de ex-gevangenen heeft geen “justitiële titel” meer, waardoor we ze nergens toe kunnen verplichten. En dat zijn vaak net de personen uit de categorie waar we met z’n allen zo bezorgd om zijn. Zij ontkennen vaak dat ze zich ergens schuldig aan hebben gemaakt en zijn daardoor minder aanspreekbaar op hun daden. Daarbij leven we nog steeds in een rechtsstaat, waarin je mensen zolang ze zich normaal gedragen, niet zomaar strafrechtelijk kunt aanpakken. Ook niet als burgers bang zijn voor een buurman die drie jaar in de cel heeft gezeten en weer naast ze komt wonen.’ Maar dan staat u dus in feite met lege handen? ‘Niet helemaal. Door inventief te zijn kunnen we proberen om tot een oplossing te komen. We overleggen met gemeente, buurtbewoners en de wijkagent, om te bekijken of we de geest in de fles kunnen houden. Dat kan bijvoorbeeld door in samenwerking met de woningbouwcorporatie andere woonruimte aan ex-delinquenten aan te bieden. In Utrecht is het onlangs gelukt om een pedofiel die terug wilde keren in de flat waar hij een kind had mishandeld, tot een verhuizing te dwingen. De rechter vond dat nodig in het belang van de openbare orde en veiligheid.’ Maar echt makkelijk gaat het dus niet? ‘Nee, of we erin slagen om de ex-gedetineerde te begeleiden, komt voor een belangrijk deel aan op de vaardigheden van de reclasseringswerker. Via de vorig jaar van kracht geworden Wet Voorwaardelijke Invrijheidstelling zijn er wel meer mogelijkheden voor toezicht gekomen. Gevangenen krijgen als gevolg van die wet niet meer automatisch één derde van de straf kwijtgescholden. Ze tekst joost van der wegen moeten aan voorwaarden gaan voldoen om hier kans op te kunnen maken. De voorwaarden worden opgelegd naar aanleiding van een rapportage die wij in samenwerking met het gevangeniswezen opstellen. Als zij die voorwaarden overtreden, komt de zaak opnieuw voor de rechter en kan alsnog gevangenisstraf volgen.’ Maar als ik het goed begrijp glipt een deel van hen toch nog door het net. Is dat niet onacceptabel? ‘Ik vind het ook ontoelaatbaar dat veroordeelden die een ernstig zedenmisdrijf hebben gepleegd nog steeds zonder voorwaarden op vrije voeten kunnen komen. Wat mij betreft worden er in al deze gevallen voorwaarden verbonden aan de vrijlating. En als het risico op herhaling hoog blijft, moeten we ze voor de rest van hun leven in de gaten blijven houden. Hoewel een garantie op succes nooit te geven is. Tenslotte kunnen we de mensen niet 24 uur per dag aan een touwtje houden.’ Burgemeester Job Cohen van Amsterdam (PvdA) vraagt zich af of het wel zinvol is dat de overheid zich zo vergaand met deze mensen gaat bemoeien? ‘Natuurlijk vinden wij dat je moet oppassen dat je criminelen nadat ze hun straf hebben uitgezeten niet gaat stigmatiseren, zodat ze schoon schip kunnen maken en hun leven weer kunnen opbouwen. Maar het gaat hier wel om mensen die erg risicovol zijn. Mensen die zware zedendelicten hebben gepleegd, kunnen potentiële tijdbommen zijn. Om de burger bescherming te bieden, moet hun belang maar een beetje wijken voor dat van de samenleving. Het lijkt me voor burgemeesters onverstandig om zich daar niet verantwoordelijk voor te voelen. Want als het mis gaat, staan de burgers straks wel bij hen op de stoep.’ Geen nieuwe confrontatie met de dader Burgemeesters kunnen een aantal maatregelen nemen om maatschappelijke onrust of onveiligheid te voorkomen als een ex-gedetineerde in de gemeente terugkeert. De politie kan bijvoorbeeld gevraagd worden in de wijk te patrouilleren. Een contactpersoon van de gemeente kan ervoor zorgen dat een ex-gedetineerde niet opnieuw in zijn oude wijk wordt gehuisvest. De burgemeester kan de casussen van mensen uitgebreider bespreken met justitie of in ‘de driehoek’, om onder meer te voorkomen dat slachtoffers opnieuw worden geconfronteerd met de dader. Er kan ook met de ex-gedetineerde zelf worden gesproken. Bron: Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) crimelink 29