Wanneer reagentia worden samengebracht, dan kunnen we experimenteel vaststellen dat de omzetting tot reactieproducten dikwijls onvolledig is. De concentraties van de reagentia dalen, maar blijven na een bepaalde tijd constant. De toestand waarbij geen concentratieveranderingen meer plaatsgrijpen wordt chemisch evenwicht genoemd vb. 2 NO2 (g) N2O4 (g) roodbruin kleurloos 2 NO2 (g) N2O4 (g) 2 NO2 (g) R L N2O4 (g) Na instelling van het evenwicht zijn beide reactiecomponenten nog in aantoonbare mate aanwezig in het reactiemengsel. kleurloos N2O4(g) 2 NO2(g) 2 NO2(g) 2 NO2(g) N2O4(g) N2O4(g) Verloop concentratie in functie van reactietijd ??? 2 NO2 (g) N2O4 (g) concentratie (mol.l-1) (NO2) (N2O4) reactietijd RS R = k R (NO2 ) 2 2 NO2 (g) R L kR kL N2O4 (g) RS L = ( N 2 O4 ) ev. 2 ( NO2 ) ev . = [N 2 O 4 ] [NO2 ]2 = k L ( N 2 O4 ) 2 k R ( NO2 ) ev . RS RSR van maximaal naar kleiner RS R = k L ( N 2 O4 ) ev. = RS L EVENWICHT RSL van nul naar groter reactietijd 2 NO2 (g) R L N2O4 (g) concentratie (mol.l-1) Epot Ea(naar R) (NO2) Ea(naar L) 2 NO2 Hreactie < 0 N2O4 [N2O4] evenwichtconcentraties [NO2] (N2O4) reactietijd kR kL = ( N 2 O4 ) ev. 2 ( NO2 ) ev . = [N 2 O 4 ] [NO2 ]2 = KC = evenwichtsconstante (bij een welbepaalde temperatuur) Uitdrukking voor de evenwichtsconstante voor een algemene reactievergelijking aA + bB KC cC + dD = [C ]c [D]d [A]a [B]b !" 2 NO2 (g) beginconcentraties (mol.l-1) N2O4 (g) Kc evenwichtsconcentraties (mol.l-1) NO2 N2O4 NO2 N2O4 proef 1 0,000 0,100 0,120 0,040 proef 2 0,100 0,000 0,072 0,014 proef 3 0,100 0,100 0,160 0,070 = K ev. = [N 2 O4 ] [NO2 ]2 = 2,7 evenwichtsconcentraties worden altijd uitgedrukt in mol/l De evenwichtsconstante geeft de verhouding van het product van de evenwichtsconcentraties van de componenten (tot een respectievelijke macht gelijk aan het voorgetal) rechts tot het product van de evenwichtsconcentraties (voorgetallen als exponent) van de componenten links in de reactievergelijking # vb 1 !" CO(g) + Cl2(g) Kc = [COCl2 ] [CO][Cl 2 ] COCl2(g) bij 100°C = 5. 10 9 l.mol −1 hoge waarde: reactie verloopt vooral naar rechts vb 2 N2(g) Kc = + O2(g) [NO ]2 [N 2 ][O2 ] 2 NO(g) bij 25°C = 1. 10− 30 lage waarde: reactie verloopt vooral naar links De numerieke waarde van KC geeft aan in welke mate een reactie naar rechts of naar links aflopend is. Ea(R) Ea(L) Ea(R) Ea(L) Ea(R) Ea(L) situatie 1 H <<< 0 sterk exotherm situatie 2 situatie 3 H >>> 0 sterk endotherm $ Wanneer we een evenwichtsreactie achterstevoren schrijven, dan nemen we voor de omgekeerde reactie de inverse van de evenwichtsconstante H2(g) + 2 HI(g) H2(g) + I2(g) I2(g) 2 HI(g) Kc K ' c = [H 2 ][I 2 ] [HI ]2 = [HI ]2 [H 2 ][I 2 ] = 1 Kc Wanneer de voorgetallen in een reactievergelijking worden veranderd, dan vinden we deze factor terug in de exponent van de evenwichtsconstante HI(g) ½ H2(g) + ½ I2(g) K '' c = [H 2 ]12 [I 2 ]12 [HI ] 1 = Kc 2 = Kc $ Wanneer een evenwichtsreactie kan geschreven worden als een som van 2 of meerdere evenwichten dan is de KC-waarde die hoort bij de totaalreactie het product van de KC-waarden van de samenstellende evenwichten Bij 700°C : SO2(g) + ½ O2(g) NO2(g) K c (1) SO3(g) K c ( 2) NO(g) + ½ O2(g) SO2(g) + NO2(g) K c ( 3) = [SO3 ] [SO2 ][O2 ]12 = 20 = [NO ][O2 ]12 [NO2 ] = 0,012 NO(g) + SO3(g) = [NO][SO3 ] [SO2 ][NO2 ] = K c (1) . K c ( 2) = 20. 0,012 = 0,24 Reactie-quotiënt QC = dit is de getalwaarde bekomen door in de wet van de massawerking (uitdrukking voor KC) beginconcentraties in te vullen in plaats van evenwichtsconcentraties vb H2(g) + I2(g) Kc [HI ]2 [H 2 ][I 2 ] Qc = = (HI )02 (H 2 )0 (I 2 )0 2 HI(g) 1 mol H2, 2 mol I2, 3 mol HI V = 10 l T = 490°C = 45,9 = (0,3)2 (0,1) (0,2) QC < KC = 4,5 voor evenwicht : reactie naar rechts % !& Bij gasevenwichten kan de evenwichtsbetrekking of wet van de massawerking eveneens geschreven worden als de verhouding van partieeldrukken, met evenwichtsconstante KP. vb N2(g) + 3 H2(g) Kc = [NH 3 ]2 [N 2 ][H 2 ]3 2 NH3(g) 2 PNH 3 {R T }2 = PN 2 3 H2 P {R T } {R T }3 Voor een algemene evenwichtsreactie: Kc KP = K P {R T } − ∆n g = K c {R T } ∆n g = 2 PNH 3 PN 2 PH32 {R T }{R T }3 {R T }2 2 { } R T = KP partieeldrukken worden uitgedrukt in kPa (soms bar !!! zie later) ' & ( " ! ' 2 SO2(g) + O2(g) kR kL 2 SO3(g) evenwichtssituatie [SO3]ev = 0,068 mol/l conc. [SO2]ev = 0,032 mol/l [O2]ev = 0,016 mol/l [SO3]nieuw VERSTORING: 0,1 mol/l SO3 wordt toegevoegd [SO3] [SO2] [O2] [SO2]nieuw [O2]nieuw tijd NIEUW EVENWICHT STELT ZICH IN [SO3]ev = 0,146 mol/l [SO2]ev = 0,054 mol/l [O2]ev = 0,027 mol/l ' toevoeging van : systeem in evenwicht 2 [ SO3 ] QC = = KC 2 [SO2 ] [O2 ] QC > Kc reactie : 2 SO2(g) + O2(g) kR kL 2 SO3(g) systeem opnieuw in evenwicht ' rekenvoorbeeld : bij 520°C zijn de evenwichtsconcentraties van de reactie : 2 HI(g) H2(g) + I2(g) [H2] = [I2] = 0,010 mol.l-1 [HI] = 0,080 mol.l-1 Aan dit reactiemengsel wordt van buitenaf 0,12 mol/l HI toegevoegd. Bereken de concentraties bij nieuwe instelling van het evenwicht 2 HI(g) H2(g) + I2(g) evenwicht 1 0,080 M 0,010 M 0,010 M na toevoeging (0,080 + 0,12)M 0,010 M 0,010 M 0,200 M Kc = [H 2 ][I 2 ] [HI ]2 K C > QC = (0,010)2 (0,080)2 = 0,0156 >Q c = (H 2 ) (I 2 ) (HI )2 = (0,010 )2 (0,20)2 = 0,0025 reactie verloopt naar rechts, verandering wordt tegengewerkt ' 2 HI(g) H2(g) evenwicht 1 0,080 M 0,010 M 0,010 M na toevoeging 0,200 M 0,010 M 0,010 M zal verminderen + I2(g) zal toenemen VOLGENS DE STOECHIOMETRIE VAN DE REACTIE nieuw evenwicht 0,200 M – 2x Kc = [H 2 ][I 2 ] [HI ]2 = (0,010 + x )2 (0,20 − 2 x )2 0,010 M + x = 0,0156 0,010 M + x waaruit : x = 0,012 mol/l ' ) Omkeerbare reacties, waarbij minstens één van de componenten gasvormig is, zijn in hun evenwichtsligging soms te beïnvloeden door druk- of volumeveranderingen. Wanneer bij constante temperatuur het volume van een reactievat kleiner of groter wordt, zal de druk evenredig vergroten of verkleinen. De concentratie (n/V) van de gassen zal dan groter of kleiner worden. Druk/volume veranderingen zullen echter de evenwichtsligging van een reactie slechts beïnvloeden als: ∆ng = ngas na − ngas voor ≠ 0 ' ) vb vorming van NH3 N2 (g) + 3 H2(g) Wannner deze reactie naar rechts verloopt: dan daalt het aantal gasmoleculen van 4 naar 2 NH3(g) 2 Bij constant volume resulteert dit in een drukvermindering (P.V = n.R.T) Le Chatelier: door uitwendige drukverhoging (of volumeverlaging), zal het evenwicht verschuiven in de richting van het kleinste aantal gasmoleculen. Hierdoor zal de drukverhoging (volumeverlaging) tegengewerkt worden drukverlaging (volumeverhoging) geeft de omgekeerde verschuiving Voor het voorbeeld geldt: P (V ) : evenwicht verschuift naar rechts QP < Kp P (V ) : evenwicht verschuift naar links QP > Kp Verstoren van een systeem in evenwicht wijziging van druk en volume De invloed van druk/volume wijziging en dus concentratieverandering op de ligging van het evenwicht (bij systemen met ∆ng ≠ 0) laat zich ook rechtstreeks afleiden uit de wet van de massawerking N2 (g) + 3 H2(g) NH 3 ] [ = [N 2 ] [H 2 ]3 2 KC Als V (P 2 NH3(g) n NH 3 = nN2 V 2 V nH 2 3 V = nNH 3 ² n N 2 nH 2 ³ ) wordt in dit voorbeeld de teller groter Om het evenwicht te herstellen, moet de noemer groter worden Dit kan alleen door verschuiving van het evenwicht naar links. • V² ' 2 NH3(g) N2(g) + 3 H2(g) (a) systeem in evenwicht (b) uitwendige verandering van de druk, maar nog geen nieuw evenwicht (c) nieuw evenwicht heeft zich ingesteld na de drukverandering ' ) Voorbeelden PCl5 (g) PCl3(g) + Cl2(g) ∆ng = +1 P (V ) : evenwicht zal naar links verschuiven P (V ) : evenwicht zal naar rechts verschuiven H2 (g) + I2(g) 2 HI(g) ∆ng = 0 druk/volume verandering zal de evenwichtsligging niet beïnvloeden het aantal gasmoleculen voor en na de reactie is immers gelijk ' Rekenvoorbeeld: Voor volgend reactie-evenwicht bij 227 °C zijn de concentraties bij evenwicht PCl5(g) PCl3(g) + Cl2(g) [PCl5] = 1 mol.l-1 [PCl3] = [Cl2] = 0,204 mol.l-1 PCl5(g) PCl3(g) evenwicht 1 mol.l-1 4157 kPa 0,204 848 0,204 848 actie 0,5 mol.l-1 2078 kPa 0,102 424 0,102 424 + Cl2(g) Reactievat laten expanderen tot dubbel volume DRUK van alle componenten gehalveerd CONCENTRATIE van alle componenten gehalveerd Kc Kp = = (0,204) 2 1 (848)2 4157 = 0,0416 = 173 PCl5(g) Qc > Qp PCl3(g) = = + (0,102)2 0,5 (424)2 2078 = 0,0208 = 86,5 Cl2(g) evenwicht 1 mol.l-1 4157 kPa 0,204 848 0,204 848 actie 0,5 mol.l-1 2078 kPa 0,102 424 0,102 424 evenwicht 2 (0,5 - x) mol.l-1 (2078 - y) kPa (0,102 + x) (0,102 + x) (848 + y) (848 + y) x = 0,0368 mol.l-1 ideale gaswet y = 153 kPa ' De druk kan echter ook vergroot worden door toevoeging van een inert (= niet reagerend) gas aan het reactiemengsel. Ook al wordt de totale druk groter, het evenwicht zal niet verschuiven. De concentraties / partieeldrukken van de componenten veranderen immers niet Noot Wanneer alleen vloeistoffen (of vaste stoffen) aanwezig zijn in het reactieevenwicht, zal een drukverandering het evenwicht praktisch niet beïnvloeden. Voor evenwichten in oplossing, kunnen volume-veranderingen (oplosmiddel H2O toevoegen, indampen) wel een invloed hebben op de evenwichtsligging A (opl) + B (opl) [C ] = nC ⋅V KC = [A] [B] nA ⋅ nB C (opl) Bij volumeverhoging door toevoegen van H2O, zal dit evenwicht verschuiven naar links c A ( fase I ) c A ( fase II ) = K (T ) VERDELINGSWET VAN NERNST c A ( gas ) c A ( vloeistof ) CaCO3(v) constant CaCO3 (g) = K (T ) CO2(g) CO2 (g) + c A ( gas ) c A ( vaste stof ) = K ' (T ) CaO(v) + CaO (g) constant HOMOGEEN HETEROGEEN CaCO3 (v) HETEROGEEN CaO (v) const1 pCO2 = pCaO pCaCO3 pCO2 = = const1 const1 const3 const2 pCO2 const 2 const3 = Kp Voor de reactie 2 NaHCO3 (v) Kc = Kp Na2CO3 (v) [CO2 ][H 2O ] = K c ( RT ) + Kp ∆n g CO2 (g) = + pCO2 p H 2O = K c ( RT ) 2 H2O (g) Rekenvoorbeeld: C (v) + CO2 (g) 2 CO (g) KP = 192,5 kPa De totale druk in het reactievat bedraagt 202,6 kPa Bereken de partieeldrukken aan CO2 en CO Bij evenwicht: Kp = Ptot = p 2CO p CO2 = 192,5 kPa p CO2 + p CO = 202,6 kPa Stelsel van 2 vergelijkingen en 2 onbekenden oplossen, Geeft ons de partieeldrukken van CO2 (79 kPa) en CO (124 kPa)