VERVANGENDE BASISSTOF 3 VMBO-GT THEMA 4 ERFELIJKHEID Deze basisstof vervangt de basisstof in je hand- en werkboek. 1. Genotype en fenotype In deze vervangende basisstof gaat het over erfelijke eigenschappen en uiterlijk. Je kijkt aan de hand van een familiepaspoort naar uiterlijke kenmerken van gezinsleden. EEN FAMILIEPASPOORT Op wie lijk jij? Natuurlijk lijk je vooral op jezelf, maar ook een beetje op je vader en moeder. Zij hebben tijdens de bevruchting een deel van hun erfelijke eigenschappen aan jou doorgegeven. Het toeval bepaalt of je meer op je vader of je moeder lijkt. We gaan dit bekijken bij een van de bekendste gezinnen van Nederland. In afbeelding 1 zie je een gezinsfoto van prins Willem-Alexander, prinses Máxima en hun drie dochters. In afbeelding 2 zie je het gezin nog een keer, maar nu in de vorm van een stamboom. Van een gezin kun je een familiepaspoort maken. In een familiepaspoort staan uiterlijke kenmerken van het hele gezin. Met behulp van een familiepaspoort kun je bepalen op welke ouder een kind het meeste lijkt. Afb. 1 Op de voorste rij van links naar rechts: Amalia, Alexia en Ariane. 1 © Malmberg ‘s-Hertogenbosch VERVANGENDE BASISSTOF 3 VMBO-GT THEMA 4 ERFELIJKHEID Afb. 2 De stamboom van het koninklijke gezin. prinses Amalia prins Willem-Alexander prinses Alexia prinses Máxima prinses Ariane 2 © Malmberg ‘s-Hertogenbosch VERVANGENDE BASISSTOF 3 VMBO-GT THEMA 4 ERFELIJKHEID OPDRACHT 1 In de tabel hierna zie je een familiepaspoort van het gezin van prins Willem-Alexander en prinses Máxima. Een deel van de kenmerken is al ingevuld. Noteer in de openstaande vakjes telkens het kenmerk dat het meest bij de persoon past. Kies uit: – haarkleur (lichtblond of donkerblond); – oogkleur (blauw of bruin); – kleur van de wenkbrauwen (blond of donker); – vorm van de wenkbrauwen (recht of met boogje); – vorm van de kin (puntig of rond). Let op: sommige antwoorden zijn al gegeven. Kenmerk Willem-Alexander Haarkleur donkerblond Oogkleur blauw Kleur wenkbrauwen Vorm wenkbrauwen Vorm kin Máxima Amalia Alexia Ariane lichtblond donker blond met boogje rond recht puntig met boogje rond Beantwoord de volgende vragen. 1 Stel dat je alleen het familiepaspoort hebt en niet de foto’s. Wie van de dochters lijkt volgens het familiepaspoort het meest op haar vader? En wie op haar moeder? Vader: prinses Moeder: prinses 2 Kloppen de antwoorden bij vraag 1 ook als je alleen naar de foto’s kijkt? JA / NEE, GENOTYPE In thema 1 Organen en cellen heb je geleerd dat de informatie voor erfelijke eigenschappen in je chromosomen ligt. Chromosomen zijn gemaakt van de stof DNA. In dit DNA is jouw erfelijke ‘code’ vastgelegd. De erfelijke informatie in je chromosomen noemen we je genotype. Je genotype blijft je hele leven hetzelfde en bepaalt veel kenmerken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan je haarkleur, haartype, oogkleur, vorm van je neus, sproeten (of juist niet) en lichaamsbouw. 3 © Malmberg ‘s-Hertogenbosch VERVANGENDE BASISSTOF 3 VMBO-GT THEMA 4 ERFELIJKHEID OPDRACHT 2 Beantwoord de volgende vraag. – Kun je in de foto’s het genotype zien van prins Willem-Alexander, prinses Máxima en hun drie dochters? JA / NEE, FENOTYPE Al je uiterlijke kenmerken samen, noemen we je fenotype. Je kunt je uiterlijk veranderen door bijvoorbeeld je haren te verven of gekleurde contactlenzen in te doen. Je verandert dan wel je fenotype, maar niet je genotype. Als je je gekleurde lenzen ’s avonds uitdoet, zijn je ogen niet van kleur veranderd. De oorzaken van veranderingen van je fenotype noem je ‘invloeden uit het milieu’. De invloeden uit het milieu en je genotype vormen samen je fenotype. OPDRACHT 3 Als je naar de familiestamboom van afbeelding 2 en het familieportret van afbeelding 1 kijkt, zie je veranderingen in het uiterlijk van de gezinsleden. Een voorbeeld hiervan zijn de oorbellen van prinses Máxima. – Noem nog een invloed uit het milieu die ervoor zorgt dat het fenotype van een van de gezinsleden veranderd is. Naam: Invloed uit het milieu: Verandering in het fenotype: Je hebt nu de vervangende basisstof doorgewerkt. In je handboek vind je op bladzijde 200 de samenvatting. Daarin staat in doelstellingen aangegeven wat je voor alle basisstoffen moet ‘kennen en kunnen’, dus ook voor deze vervangende basisstof. Met de samenvatting kun je je voorbereiden op de diagnostische toets. 4 © Malmberg ‘s-Hertogenbosch