Bezoek projectgroep Toekomstvisie Huisartsenzorg 2011 aan: Julius Centrum UMC Utrecht, Afdeling huisartsgeneeskunde Op 31 mei ging de projectgroep voor het eerst op stap en was te gast bij de afdeling Huisartsgeneeskunde (Julius Instituut) van de Universiteit Utrecht. De deelnemers aan de bijeenkomst werd gevraagd mee te denken over een aantal principiële keuzes over de toekomst van de huisartsenzorg. Aan de orde kwam onder meer: de toegankelijkheid van de huisarts, doelmatigheid als uitgangspunt van het huisartsgeneeskundig handelen en de samenwerking met specialisten in het ziekenhuis. Onderstaand een impressie van de discussie in de vorm van citaten van de deelnemers. Over de relatie tussen huisarts – patiënt ‘’We gaan steeds meer toe naar gezamenlijke besluitvorming met de patiënt. Nu wordt vaak gesteld: dit is voor u de beste oplossing’’. ‘’We moeten gaan werken met verschillende huisartspatiënt- modellen. Patiënten met ingrijpende diagnostische of (chronische) behandeltrajecten vragen om een andere aanpak dan patiënten met een veelvoorkomende alledaagse aandoening.’’ ‘’Patiënten zullen ook moeten leren wat doelmatigheid en evidence based medicine betekent. Daar ligt een verantwoordelijkheid voor de huisarts, maar ook voor de overheid, zorgverzekeraars en patiëntenverenigingen.’’ 1 ‘’Voor de deur gaan liggen van de tweede lijn is iets anders dan de patiënt goed voorlichten. Als mensen heel graag flauwekul willen, dan moeten ze dat zelf weten.’’ Over doelmatigheid als leidend principe in de huisartsgeneeskunde: ‘’Doelmatigheid is een intrinsieke waarde van ons vak.’’ ‘’Binnen de kaders van de richtlijnen is marktwerking ok. Als we dat verlaten komen we in een schimmig gebied.’’ “Ik noem mijn vak ‘liefdevol frustreren’. Patiënten willen een MRI en gaan even vrolijk de deur uit zonder MRI.” Over taakdifferentiatie en taakdelegatie “Het gaat om optimaal delegeren. We moeten eerst goed bedenken waar we heel goed in zijn en waarvoor het belangrijk is om de patiënten te zien. En dan, omdat we niet anders kunnen, optimaal delegeren.’’ “Diagnostische onderzoek en integratie: dat is de kern van de kwaliteit van de huisarts” ‘’Eerst moet ik als huisarts met de patiënt een behandelplan maken. Daarna kan veel door anderen worden uitgevoerd. Maar ik moet wel voor de patiënt rechtstreeks toegankelijk zijn als er een probleem is. Dat geeft de patiënt veel vertrouwen en zekerheid.’’ Samenwerking (met de tweede lijn) “In 2022 bestaat er geen eerste en tweede lijn meer.” “We gaan niet overleven als zelfstandige huisarts; we zijn niet ondernemend genoeg. We worden de vooruit geschoven post van het ziekenhuis of onderdeel van de Albert Heijn van de eerste lijn. Maar zelf zou ik het liefst zien dat de huisartsenzorg zelfstandig blijft.” “Je moet in de zorg krachtig gaan organiseren. Dat is niet op te lossen vanuit de tweede lijn.” “Ik wil met specialisten samenwerken op basis van gelijkwaardigheid. Bijvoorbeeld door maandelijks samen met de specialist consulten te doen met de moeilijke gevallen. Als team behandel je dan patiënten en kun je van elkaar leren.’’ “Laten we de nulde lijn niet vergeten. Daar zijn we nu ook al bij betrokken op het gebied van preventie en continuïteit. Daar zit onze kracht.’’ ‘’Laten we vooral doen waar we excellent in zijn.’’ 2