Hoofdstuk 1+2 zonder achtergrond

advertisement
THERMODYNAMICA
Hoofdstuk 1 + 2
ing. Patrick Pilat
lic. Dirk Willem
Algemene begrippen
• Inleiding
Belang van thermodynamica:
-
CV
Menselijk lichaam (comforteisen)
Verbrandingsmotoren, turbines …
Huishoudtoestellen (frigo, dvd-speler, pc …)
Ontwerpen van machines
(afmetingen, materiaal, DT …)
-
…
• Inleiding
Thermodynamica
Thermodynamica  energie-wisseling
 energieoverdracht
Energiebron
zon
wind (kin.energ.)
brandstof
Waterenergie (pot. energ.)
Nucleaire
energie
nuttige energie
mechanische
beweging
elektriciteit
warmte
• Inleiding
Thermodynamica
Enkele voorbeelden van energieomzettingen
1. Waterkrachtcentrale: potentiële energie watermassa →
waterturbine → elek. en.
• Inleiding
Thermodynamica
Enkele voorbeelden van energieomzettingen
2. Klassieke thermische centrale:
verbrandingswarmte → water naar stoom → stoomturbine→
elektrische energie
• Inleiding
Thermodynamica
Enkele voorbeelden van energieomzettingen
3. Kerncentrale:
nucleaire energie → warmte → stoomproductie → elek. en.
• Inleiding
Thermodynamica
Enkele voorbeelden van energieomzettingen
4. Windmolen:
kin. energie wind → elektrische energie
• Inleiding
Thermodynamica
Enkele voorbeelden van energieomzettingen
5. Zonnecentrale:
zonne-energie→ elektrische energie
Planta Solar 10, Sanlucar la Mayor, Spanje: 11 MW
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Stelsel
Omgeving
T, p …
gas
Beïnvloeden elkaar
begrenzing
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Open en gesloten systeem
energietransport
massatransport
GESLOTEN
OPEN
systeem
systeem
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Open en gesloten systeem
Algemene begrippen
• Inleiding
• begrippen
Energie ?
 capaciteit om arbeid te verrichten

BEHOUD VAN ENERGIE
(1ste Hoofdwet v/d
thermodynamica)
energie in een stelsel kan op ≠ manieren opgeslagen
worden
transformeren
Potentiële energie
kinetische energie
transporteren
Arbeid en/of warmte
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Energie ?
Energie  transformeren
Epot
Epot
Ekin
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Energie ?
Energie  transformeren
 transporteren
Epot
Wrijving
Ekin  Warmte naar
omgeving
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Energie ?
Energiebezit  macroscopische energie
 microscopische energie (niet
zichtbaar)
Etot = Ekin + Epot + U
[kJ of J]
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Energie ?
Energiebezit  macroscopische energie
 microscopische energie (niet
zichtbaar)
etot = ekin + epot + u
etot = Etot / m
[kJ/kg
of
J/kg]
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Energie ?
Energiebezit  macroscopische energie
 microscopische energie (niet zichtbaar)
= inwendige energie
vb’n ∆U: - verwarmen van een voorwerp
- samendrukken van een gas
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Energie ?
Energiebezit
Energietransport  WARMTE
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Energie ?
Energiebezit
Energietransport  WARMTE (Q of q)
uitwisseling t.g.v. DT
Men kan nooit zeggen dat een systeem een hoeveelheid warmte bezit
 systeem bezit een hoeveelheid energie die men kan overdragen in de
vorm van warmte
Toestandsverandering  adiabatisch (Q = 0)
 isothermisch (T = cte)
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Energie ?
Energiebezit
Energietransport  WARMTE Q (in J)
q = Q / m (in J/kg)
Q+
Q

Q
Δt
(in W of kW)
Q-
stelsel
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Energie ?
Energiebezit
Energietransport  WARMTE (Q of q)
 ARBEID (W)
elektrische arbeid: We = U.I.DT
mechanische arbeid: W = ∫ F.ds
arbeid van een veer: Wveer = ½ . k. (x2² - x1²)
Volumearbeid: WV = afh. van toestandsverandering
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Energie ?
Energiebezit
Energietransport  WARMTE (Q of q)
 ARBEID (W)
W
w
m
( in J/kg)
W
vermogen : P  W 
Δt
.
(in W)
• Inleiding
• begrippen
Algemene begrippen
Energie ?
Energiebezit
Energietransport  WARMTE (Q of q)
 ARBEID (W)
WW+
stelsel
Q en W zijn energie-interacties tussen stelsel en
omgeving.
Stelsel kan energie bezitten maar GEEN Q en/of W
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Toestand van stelsels
Toestandsgrootheden:
 waarnemingen op macroscopische verschijnselen
 zijn meetbaar (m, V, T, p)
Twee soorten toestandsgrootheden:
 Intensieve toestandsgrootheid: onafhankelijk van de
grootte van het stelsel (p, T, u, …)
 Extensieve toestandsgrootheid: afhankelijk van de grootte
van het stelsel (V, U, …)
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Toestand van stelsels
Toestand van een stelsel:
= toestandsgrootheden hebben een welbepaalde waarde
 stabiele toestand (evenwichtstoestand)
 onstabiele toestand
Toestandsverandering:
wijziging van 1 of meerdere toestandsgrootheden
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Toestandsverandering:
m = 2 kg
°t1 = 20°C
V1 = 1,5 m³
m = 2 kg
°t1 = 20°C
V1 = 2,5 m³
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Bijzondere toestandsverandering:
T = cte (isotherme toestandsverandering)
P = cte (isobare toestandsverandering)
V = cte (isochore toestandsverandering)
Q = 0 (adiabatische toestandsverandering)
! Isotherm niet verwarren met adiabaat !
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Evenwichtige of quasi-statische
toestandsverandering
evenwicht
Begintoestand
evenwicht
eindtoestand
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Voorbeeld
massa
toestand 1
toestand 2
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Voorbeeld
niet evenwichtige toestandsverandering
p
1
1 en 2 zijn
evenwichtstoestanden
2
V
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Voorbeeld
evenwichtige toestandsverandering
p
1
2
V
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Reversibele toestandsveranderingen
= omkeerbare toestandsverandering die evenwichtig verloopt
voorwaarden: evenwichtig + wrijvingsloos
perfect omkeerbare toestandsverandering (wrijvingsloos)
= praktisch nooit mogelijk
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Geïsoleerd stelsel
= geïsoleerd van invloeden van de omgeving (Q = 0, W = 0)
 toestandsverandering door onevenwicht
≠ thermisch geïsoleerd stelsel (Q = 0)
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Soortelijke warmte
= hoeveelheid energie om 1kg van een stof 1°C te laten ↑
dQ
c
m dT
(in J/(kg.K))
c = afh. van T en p
t2
dQ  m c dT  Q   m c dT als c  const : Q  m c DT
t1
dq  c dT 
t2
q   c dT
t1
als c  const : q  c DT
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Soortelijke warmte
= hoeveelheid energie om 1kg van een stof 1°C te laten ↑
c
dQ
m dT
(in J/(kg.K))
c = afh. van T en p
afh. van de soort warmtetoevoer  cp
Bij cte p wordt W geleverd  cp > cv
of
cv
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Ideale gassen
voor alle gassen met voldoende lage r
 eenvoudig verband tussen p, v en T
 ideale gassen (specifieke voorwaarden)
Toestandsverandering  eenvoudig verband:
p . V = n.Ru.T
(Ru : universele gasconstante)
stelsel met m kg ideaal gas
p
. V = (m/M).Ru.T (M: molaire massa)
p. V = m.R.T (R = Ru/M: specifieke gasconstante)
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Ideale gassen
stelsel met m kg ideaal gas
p. V = m.R.T
specifiek volume: v

(R : specifieke gasconstante)
= V/m
p. v = R.T
(in m³/kg)
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Oefeningen:
Hoe lang duurt het om 1 liter water van 60°C door middel van
een waterkoker (1000W) te laten koken?
CH2O = 4,185 kJ/kg.K
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Oefeningen:
Wanneer je 50 liter water van 40°C mengt met 150 liter water
van 80°C. Wat is dan de temperatuur van het gemengd water?
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Oefeningen:
We koelen een stalen blok (3 kg) van 650°C in een oliebad
(100kg, 10°C) af. De temperatuur van de olie stijgt met 6°C.
Cstaal = 0,5 kJ/kg.K
Colie?
• Inleiding
• begrippen
• Toestand
van
stelsels
Algemene begrippen
Oefeningen:
Een compressor zuigt lucht aan op een druk gelijk aan 1 atm.
Tijdens de compressie van de aangezogen lucht blijft de
temperatuur 27°C, maar het volume wordt 5X kleiner. Wat is
het einddruk van de lucht en hoeveel duidt de manometer aan
van de compressor.
(opl. 4,052 bar)
Download