H 2 Bronnen van energie

advertisement
H 2 Bronnen
van energie
Komende periode

Werken voor SE over dit hoofdstuk
 Inleveren
P.O. op papier.
Soorten energie
Uitputbare energie
 Fossiele energie
Hernieuwbare energie
 Duurzame energie
 Kernenergie
Wat is wat? Maak de tabel af.
Uitputbare energie
Hernieuwbare energie
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
-Fossiele energie
- zonne- energie
- bruinkool
- wind energie
- Aardgas
-uranium
- duurzame energie
- hydro-elektrische energie
- steenkool
- kernenergie
-Aardolie
Antwoorden
Uitputbare energie
Hernieuwbare energie
1
Fossiel energie
1
Duurzame energie
2
Bruinkool
2
Zonne- energie
3
Steenkool
3
Hydro elektrische energie
4
Aardgas
4
Wind energie
5
Aardolie
5
6
Uranium
6
Kernenergie
Fossiele brandstoffen
 Waarom
uitputbare energiebronnen?
 Brandstoffen
die in een proces van
miljoenen jaren zijn gemaakt uit resten
van dieren en planten.
 Soorten
, bruinkool, steenkool, aardolie en
aardgas
Bruinkool
 Bestaat
 Hoe
1.
2.
3.
uit dode planten resten
ontstaat het ?
Nederland als moeras > veen
Dikke lagen klei en zand op het veen
Druk en warmte, zorgen er voor de
verandering van veen in bruinkool
Bruinkool
 Voordeel

Op plekken waar de aardlagen met
bruinkool dicht bij het aardoppervlak ligt. Is
het goedkoop te winnen. ( uit de grond te
halen)
 Nadeel

Als je bruinkool verbrand komt er, van de
fossiele brandstoffen, het meeste CO2 vrij.
Steenkool
Ontstaat als bruinkool nog langer onder
hoge druk en warmte is geweest
 Zit nog dieper in de aardkorst.
 Komt door bewegingen in de aardkorst
en erosie aan het aardoppervalk

Steenkool
 Voordeel

Het is goedkoper dan aardolie en aardgas
 Nadeel

Komt meer CO2 vrij dan bij aardolie en
aardgas
Aardgas

Dit ontstaat in het proces waarbij veen
verandert in bruinkool/steenkool
 Een
gas die vrijkomt als dode planten
resten miljoenen jaren onder hoge druk
en warmte staan.
Aardgas
 Voordeel

Minstens CO2 uitstoot van alle fossiele
brandstoffen
 Nadeel

Het opboren van aardgas kan zorgen voor
aardbevingen.
Aardolie

Bestaat miljoenen jaren oude, dode,
plankton, uit de zee

Hoe ontstaat het?
1.
2.
3.
4.
Deze plankton leefde in de diepe zee
De beestjes gingen dood en zakte naar de
bodem > Dikke dode plankton laag
Hier kwamen lagen sediment ( zand en klei)
op .
Gevolg is weer veel druk en warmte,
waardoor het veranderd in olie
Aardolie
 Voordeel

Levert 10x meer energie dan steenkool
 Nadeel

Wordt op grote schaal(heel veel) gebruikt
Fossiele energie ‘verwarmt ’ de
aarde.

1.
2.
3.
4.
5.
6.
Welke invloed heeft het gebruik van fossiele energiebronnen
op de opwarming van de aarde=
In zes stappen:
zonnestralen vallen op het aardoppervlak
de zonnestralen worden omgezet in warmte
de warmte stijgt op maar..
door verbranding van fossiele energie
in de lucht
CO2 houdt de warmte vast
Er straalt minder warmte uit dan
binnenkomt > de aarde warmt op.
komt CO2
er
Duurzame energie
 Energie
die niet vervuilt en ook niet
opraakt.
 Wordt



opgewekt door de natuur zelf
Zonne-energie
Wind-energie
Hydro- elektrische energie
Duurzame energie
 Voordeel

Vervuilt niet en raakt nooit op
 Nadeel

Is nog steeds een stuk duurder dan de
uitputbare energiebronnen
Kernenergie
 Energie
die vrij komt als de atomen
uranium worden gespleten.
Kernenergie
 Voordeel

Levert met weinig Uranium veel energie op.
 Nadeel

Radioactief afval, wat duizenden jaren
straling af geeft.
Paragraaf3
Energie onderweg
Energiebronnen op transport:
aardolie.
1.
Winning aardolie
2.
Ruwe olie per pijpleiding
naar kust
3.
Per tanker naar
oliehaven
4.
Olieraffinage > tot
benzine
5.
Per tankwagen naar
tankstation in de stad
Energie onderweg
 Transport
van fossiele brandstoffen
 Transport
van elektriciteit
Stap I
 Het
winnen van fossiele brandstoffen,
zoals aardolie of aardgas.
Stap II
 Het
transport van aardolie of aardgas
met tankschepen of via pijpleidingen.
Stap III
 Verwerking
van de ruwe olie tot
bijvoorbeeld benzine, diesel en asfalt.
 Opslag in terminals (grote
opslagplaatsen)
Stap IV
 Transport
naar de eindbestemming met
tankwagens of binnenvaartschepen.
Download