Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS Albanië (AL) Potplanten van Anthurium / Marantaceae/ Musa/ Philodendron/ Strelitzia Algerije (DZ) Potplanten van Anthurium/ Calathea/Ctenanthe/Citrus/ Fortunella/Maranta / Musa/ Philodendron/ Poncirus/Stromanthe Algerije (DZ) consumptie- aardappelen Algerije (DZ) consumptie- aardappelen Angola (AO) consumptie- aardappelen Anguilla (AI) consumptie- aardappelen AntiguaBarbuda (AG) consumptie- aardappelen Argentinië (AR) Potplanten van Anthurium/ Chamaedorea/ Spathiphyllum Argentinië (AR) Consumptie- aardappelen Argentinië (AR) Pootaardappelen Argentinië (AR) consumptie- aardappelen Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 ORGANISME Radopholus sp. Radopholus sp. Globodera sp. (aardappelmoeheid) Ralstonia solanacearum (Bruinrot) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Radopholus sp. Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Ralstonia solanacearum (Bruinrot) TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. knollen per 100 ton 200 knollen Bovenmaats pootgoed hoeft niet opnieuw te worden bemonsterd. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd knollen Per 25 ton 200 knollen 1 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Tab 06 16 Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Australië (AU) GEWAS Planten bestemd voor opplant, m.u.v. zaden uit de families, genoemd in het veld "OPMERKINGEN" Barbados (BB) consumptie- aardappelen Belarus (BY) consumptie- aardappelen Belize(BZ) consumptie- aardappelen Benin (BJ) Consumptie- aardappelen Benin (BJ) Pootaardappelen Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL Xylella spp. Bladeren, inclusief volledige bladsteel of stengelstukjes / dunne twijgjes. Indien er geen bladsteeltjes aanwezig zijn, zoals bijv. bij Lavandula, neem dan stengelstukjes / dunne twijgjes. Bemonster bij plantjes met een bladsteel(diameter) dunner dan 1,5 mm geen bladeren maar stengeltjes/twijgjes. Bij monstername van stengelstukjes/twijgstukjes moeten de blaadjes van het stengeltje/twijgje afgestript worden (dus bladloze stengelstukjes/ twijgstukjes insturen). Voor planten in rust (zonder blad): stengelstukjes / dunne twijgjes met knop. Neem per stengel/twijg een stukje van ca. 1,5 cm. Neem niet de top van de stengel/twijg, maar een tussenstukje onder de top. Neem van weefselkweek-materiaal stukjes stengel van 1,5 cm. Neem, indien mogelijk, niet de top van de plant, maar een tussenstukje onder de top. Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Alle cystenvormende aaltjes Alle cystenvormende aaltjes OPMERKINGEN Ingeval van weefselkweekmateriaal de moederplanten bemonsteren, in andere gevallen het product zelf. Verzamel zo mogelijk minimaal 50 gram materiaal. Geen groeimedium / wortels in het monster stoppen. Neem van partijen tot 200 (moeder)planten van elke plant het te bemonsteren deel, neem van partijen vanaf 200 (moeder)planten van 200 planten het te bemonsteren deel. Bedrijfsbemonstering op soortniveau (bijv. Hedera helix) is mogelijk. Toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum monstername. Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. Gewas: Acanthaceae, Adoxaceae, Altingiaceae, Amaranthaceae, Amaryllidaceae, Anacardiaceae, Annonaceae, Apiaceae, Apocynaceae, Aquifoliaceae, Araliaceae, Arecaceae, Asparaguaceae, Asteraceae, Balsaminaceae, Berberidaceae, Betulaceae, Bignoniaceae, Boraginaceae, Brassicaceae, Bromeliaceae, Cannabaceae, Caprifoliaceae, Caryophyllaceae, Celastraceae, Cistaceae, Clethraceae, Commelinaceae, Convolvulaceae, Cornaceae, Cucurbitaceae, Cupressaceae, Cyperaceae, Ebenaceae, Elaeagnaceae, Equisetaceae, Ericaceae, Escalloniaceae, Euphorbiaceae, Fabaceae, Fagaceae, Geraniaceae, Ginkgoaceae, Hamamelidaceae, Hydrangeaceae, Juglandaceae, Lamiaceae, Lauraceae, Lythraceae, Magnoliaceae, Malpighiaceae, Malvaceae, Meliaceae, Montiaceae, Moraceae, Myrtaceae, Nyctaginaceae, Oleaceae, Onagraceae, Orobanchaceae, Oxalidaceae, Passifloraceae, Paulowniaceae, Phytolaccaceae, Pinaceae, Pittosporaceae, Plantaginaceae, Platanaceae, Poaceae, Polygalaceae, Polygonaceae, Portulaceae, Proteaceae, Ranunculaceae, Rhamnaceae, Rosaceae, Rubiaceae, Rutaceae, Salicaceae, Sapindaceae, Solanaceae, Talinaceae, Theaceae, Ulmaceae, Urticaceae, Verbenaceae, Vitaceae, Xanthorrhoeaceae, Zygophyllaceae Bemonster bij plantjes met een bladsteel(diameter) dunner dan 1,5 mm geen bladeren maar stengeltjes/twijgjes. Bij monstername vanmaximum stengelstukjes/twijgstukjes de blaadjes van het s aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een van 250 ton permoeten monster. Voor planten in rust (zonder blad): stengelstukjes / dunne twijgjes met knop. aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Neem per stengel/twijg een stukje van ca. 1,5 cm. Neem nietaanhangendegrond de top van de stengel/twijg, maar eenéén tussenstukje onder de top. bemonstering: monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Neem van weefselkweek-materiaal stukjes stengel van 1,5 cm. Neem, indien mogelijk, niet de top van plant, maar een tussenstukje onder de top. aanhangendegrond bemonstering: éénde monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd 2 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS Bermuda (BM) Potplanten van Araceae, Citrus, Fortunella, Marantaceae, Musaceae, Piper nigrum, Poncirus en Strelitziaceae Bosnië Herzegovina (BA) consumptie- aardappelen Bosnië Herzegovina (BA) Planten van Araceae, Musaceae, Marantaceae, Persea en Strelitziaceae Brazilië (BR) consumptie- aardappelen Brazilië (BR) Pootaardappelen Burkino Faso (BF) consumptie- aardappelen ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Radopholus sp. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond zeefgrondbemonstering. Proefzendingen onder de 500 kg. hoeven niet bemonsterd. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond Minimaal 200 cc. Zie register: Bedrijven met waterplanten vrij van Globodera sp. Radopholus sp. Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Canada (CA) Planten van Butomus/ Nymphaea Canada (CA) Planten van Pelargonium Ralstonia solanacearum, Race 3, (Biovar 2) Stengelstukjes of bladsteeltjes Planten met groeimedium Alle Nematoden en overige in het groeimedium voorkomende organismen (zoals mijten en springstaarten). Van 200 moederplanten het stengelstukje van de oudste (onderste) zijstengel of het bladsteeltje van het onderste blad (gedeelte van één cm dat het dichtst bij de stengel zit) in het monster stoppen. Bij partijen tot 200 moederplanten elke plant bemonsteren. Plant met groeimedium Agar wordt in dit verband niet als groeimedium beschouwd. Minimaal 10 planten per geslecht/groeimedium opsturen naar Canadese PD. Zie register: Toegelaten bedrijven geconditioneerde teelt Canada. Canada (CA) Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 3 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS ORGANISME Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) TE BEMONSTEREN DEEL Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg Canada (CA) Plantuitjes/ plantsjalotten Canarische eilanden (XC) Potplanten van Anthurium, Anubias (waterplant), Calathea, Ctenanthe, Maranta, Monstera, Philodendron, Scindapsus, Spathiphylum, Strelitzia, Stromanthe, Syngonium en Zamioculcas Radopholus sp. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Chili (CL) Planten van Acer, Cotoneaster, Dicentra, Fragaria, Malus, Prunus, Pyrus Pratylenchus penetrans wortels Geteeld op zandgrond. Minimaal 25 gram. Chili (CL) Potplanten van Anthurium, Dieffenbachia, Philodendron en potplanten en voortkwekingsmateriaal van Chamaedorea Radopholus sp. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Chili (CL) Planten van Cactaceae Cactodera (Heterodera) cacti Wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Chili (CL) Consumptie- aardappelen grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Globodera sp. (aardappelmoeheid) bollen OPMERKINGEN 4 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Chili (CL) Chili (CL) Chili (CL) Chili (CL) Chili (CL) GEWAS ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN blad Moederplanten bemonsteren Heterodera fici Wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Xiphinema americanum grond Minimaal 300 ml Monilinia fructigena takjes Neem van alle planten , met een maximum van 10 planten, één takje met blad. Aphelenchoides fragariae groeipunten 60 groeipunten / 10.000 planten (maximaal 4 monsters à 60 st per bedrijf) Uitslag bedrijfsbemonstering blijft 6 maanden geldig vanaf datum monstername stengel Onbeworteld stek: moederplanten bemonsteren grond Minimaal 300 ml --wortels --Minimaal 25 gram grond Minimaal 300 ml Voortkwekingsmateriaal van Carnation necrotic fleck Dianthus virus en Carnation ringspot virus Planten van Ficus Planten van Cydonia (beworteld) Planten van Cydonia Planten van Alstroemeria (zaailingen), Anthurium, Asplenium, Gerbera, Limonium (be- en onbewortelde stekken en zaailingen) Erwinia chrysanthemi m.u.v. E. chrysanthemi pv. dianthicola en E. chrysanthemi pv.zeae Chili (CL) Limonium (Be- en onbewortelde stekken en zaailingen) Chili (CL) Planten van Malus (beworteld) Xiphinema americanum en X. diversicaudatum --Phytophthora cambivora Chili (CL) Planten van Pyrus (beworteld) Xiphinema americanum en X. diversicaudatum Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 5 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS China (CN) Potplanten van Anthurium / Marantaceae/ Musa/ Philodendron China (CN) Pootaardappelen China (CN) Pootaardappelen Bloembollen van tulp, narcis, gladiool China (CN) China (CN) Colombia (CO) Colombia (CO) Colombia (CO) Colombia (CO) Congo dem. Rep. (CD) Bloembollen van lelie Consumptie-uien (Allium cepa) Planten van Aconitum Zantedeschia bloembollen Zantedeschia weefselkweek materiaal Consumptie aardappelen Cuba (CU) Consumptie-uien (Allium cepa) Cuba (CU) consumptie- aardappelen Cuba (CU) wortelen/peen Cuba (CU) wortelen/peen Cyprus (Turks) (CY) Potplanten van Anthurium/ Citrus/ Fortunella/ Marantaceae/ Musa/ Philodendron/ Poncirus/ Strelitzia Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 ORGANISME Radopholus sp. TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Alle cystenvormende aaltjes Phoma exigua grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd knollen Monster opslaan bij temperatuur 4-5 °C. Knollen kneuzen na zes weken beoordelen ArMV bollen Bemonstering van partij na oogst, bij teler of exporteur. Tenminste 25 % van de partij dient aanwezig te zijn. ArMV, SLRSV bollen Plantgoedtoets bij teler op ArMV. Bemonstering bij exporteur voor toets op ArMV, SLRSV. Tenminste 25 % van de partij dient aanwezig te zijn. Ditylenchus sp. consumptie-uien Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. Aaltjes DSMV, KoMV wortels blad DSMV, KoMV blad Alle cystenvormende aaltjes Minimaal 25 gram. Of warmwaterbehandeling Minimaal 480 blaadjes per BKD lotnummer. 2 plantjes per geïsoleerde groeipunt Zie ook Protocol weefselkweekmateriaal Zantedeschia voor Colombia grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Ditylenchus sp. consumptie-uien Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. wortelen Neem per 30 ton, een monster van 60 wortelen. aanhangende grond aanhangende grond bemonstering: een monster per partij. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden G. pallida, G. rostochiensis, H. avenae, H. schachtii Ditylenchus destructor, Meloidogyne chitwoodi Globodera sp. (aardappelmoeheid) Radopholus sp. 6 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Cyprus (Turks) (CY) Planten van Ficus Heterodera fici Wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Cyprus (Turks) (CY) Allium spp (consumptie) Ditylenchus sp. o.a. consumptie uien, prei, knoflook sjalotten Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. Cyprus (Turks) (CY) Plantuitjes/ plantsjalotten Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje)/ Sclerotium cepivorum (witrot) bollen Dominicaanse Republiek (DO) Pootaardappelen Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd Dominicaanse Republiek (DO) consumptie- aardappelen Globodera rostochiensis, Globodera pallida, Heterodera sp. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Egypte (EG) Pootaardappelen grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd Egypte (EG) consumptie- aardappelen grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. El Salvador(SV) consumptie- aardappelen grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Filippijnen (PH) Potplanten van Anthurium wortels Minimaal 25 gram. Filippijnen (PH) consumptie- aardappelen grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Filippijnen (PH) Frans Polynesië (PF) Rosa Chrysanthemum voortkwekingsmateriaal wortels m.u.v. stentlingen, gestekt materiaal en potrozen. Minimaal 25 gram. blad Moederplanten bemonsteren Gabon (GA) consumptie- aardappelen grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Plantparasitaire aaltjes Globodera sp. (aardappelmoeheid) Pratylenchus penetrans Tomato spotted wilt virus Globodera sp. (aardappelmoeheid) Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg 7 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS Georgië (GE) consumptie- aardappelen Ghana (GH) consumptie- aardappelen Guatemala (GT) Consumptie-uien (Allium cepa) Guyana (GY) consumptie- aardappelen Honduras (HN) Consumptie-uien (Allium cepa) Honduras (HN) consumptie- aardappelen Honduras (HN) Pootaardappelen India (IN) Allium spp (consumptie) India (IN) India (IN) Allium porrum, in vitro Alstroemeria, in-vitro Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 ORGANISME Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Ditylenchus sp. consumptie-uien Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Ditylenchus sp. consumptie-uien Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd consumptie uien, knoflook, sjalotten Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Ditylenchus sp. Iris yellow spot virus Arabis mosaic virus, Freesia mosaic virus en Tobacco rattle virus 8 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND India (IN) India (IN) India (IN) GEWAS Araceae in vitro (zie register Plantenfamilies) ORGANISME Dasheen mosaic virus Chrysanthemum, in-vitro Chrysanthemum vein mottle virus, Tomato spotted wilt virus and Tospovirus. Geranium, in-vitro Pelargonium leaf curl virus, Arabis mosaic virus, Tomato ring spot virus, Tomato black ring virus en Tobacco necrosis virus India (IN) Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Gerbera in-vitro Tomato spotted wilt virus TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. 9 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND India (IN) India (IN) India (IN) GEWAS ORGANISME Lilium in-vitro Arabis mosaic virus , Lily mottle virus, Lily virus X, Tobacco rattle virus, Tulip breaking virus, Tulip mosaic virus en Necrotic fleck virus complex Limonium in-vitro Orchidaceae in vitro Tomato bushy stunt virus en Clover yellow vein virus Cymbidium mosaic, Vanilla necrosis, Odontoglosum ring spot, orchid fleck TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. India (IN) overig in-vitro materiaal (relevante) virussen blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. Indonesië (ID) Consumptie-uien (Allium cepa) Ditylenchus dipsaci consumptie-uien Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 10 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND ORGANISME Residu onderzoek Maleic Indonesië (ID) Hydrazide (MH) Globodera sp. Indonesië (ID) consumptie- aardappelen (aardappelmoeheid) Globodera sp. Indonesië (ID) Pootaardappelen (aardappelmoeheid) Globodera sp. Irak (IQ) Pootaardappelen (aardappelmoeheid) Globodera sp. Iran (IR) consumptie- aardappelen (aardappelmoeheid) Sclerotium cepivorum Consumptie-uien en Israël (IL) Urocystis cepulae en sjalotten vrije levende alen Aphelenchoides Voortkwekingsmateriaal van Israël (IL) ritzemabosi en Aconitum Meloidogyne chitwoodi Planten van Agapanthus, Israël (IL) Meloidogyne chitwoodi Kniphofia en Tricyrtis Israël (IL) Israël (IL) GEWAS Consumptie-uien (Allium cepa) Potplanten van Anthurium, Maranta, Philodendron, Strelitzia In-vitro materiaal van Bacopa Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Radopholus sp. Tobacco ringspot virus TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN consumptie-uien Neem per 30 ton, een monster minimaal 1 kg of 10 bollen. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. bollen Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. (één monster voor onderzoek op nematoden en schimmels)( onderzoek niet verplicht, alleen onderzoek indien de bijschrijving prior to shipment wordt gebruikt) neuzen (groeipunten) en wortels Hele plant is dus nodig voor deze 2 testen wortels partijen tot 120 planten: 50% van de planten bemonsteren, van partijen > 120 planten: 60 stuks wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. 11 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS ORGANISME Israël (IL) Israël (IL) Israël (IL) Israël (IL) TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN In-vitro materiaal van Begonia Erwinia chrysanthemi, Xanthomonas axonopodis pv. begoniae, Arabis mosaic virus, Impatiens necrotic spot virus en Tomato spotted wilt virus. blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. Voortkwekingsmateriaal (stek / zaailingen) van Begonia Aphelenchoides ritzemabosi groeipunten 60 groeipunten / 10.000 planten (maximaal 4 monsters à 60 st per bedrijf) Onbeworteld stek: moederplanten bemonsteren Uitslag bedrijfsbemonstering blijft 6 maanden geldig vanaf datum monstername Planten van Cactaceae Cactodera (Heterodera) cacti Wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Onbeworteld stek van Calibrachoa Tomato spotted wilt virus, Tobacco ringspot virus, Impatiens necrotic spot virus, Tomato ringspot virus, Tobacco rattle virus, Tomato chlorothic dwarf viroid en Tomato bushy stunt virus blad Moederplanten bemonsteren Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 12 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS Israël (IL) In-vitro materiaal van Calibrachoa Israël (IL) Camellia stekken Israël (IL) In-vitro materiaal van Cattleya Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 ORGANISME Erwinia chrysanthemi, Ralsonia solanacearum race 1, Tobacco rattle virus, Tomato black ring virus, Tobacco ringspot virus, Tomato ringspot virus, Tomato bushy stunt virus, Broad bean wilt virus,Tomato aspermy virus, Potato stolbur mycoplasma, Potato spindle tuber viroid, Tobacco mild green mottle virus, Tomato chlorothic dwarf viroid en Impatiens necrotic spot virus. Ciborinia camellia, Phytophthora cinnamomi Cymbidium mosaic virus, Tomato ringspot virus, Odontoglossum ringspot virus en Acidovorax avenae subsp. cattleyae TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. wortels en indien aanwezig bloem Partijbemonstering: minimaal 25 gram. Bedrijfsbemonstering: zie register Bemonsteren en verpakken Onbeworteld stek: moederplanten bemonsteren blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. 13 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN In-vitro materiaal van Chrysanthemum Chrysanthemum B virus, Tomato aspermy virus, Tomato spotted wilt virus en Chrysanthemum stunt viroid. blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. Israël (IL) Potplanten van Cattleya Cymbidium mosaic virus, Tomato ringspot virus en Odontoglossum ringspot virus blad Het jongste, volledig ontwikkelde, blad nemen. Bedrijfs bemonstering: toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum monstername Israël (IL) Potplanten van Codiaeum en Croton Phytophthora cinnamomi Wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram. Bedrijfsbemonstering: zie register Bemonsteren en verpakken Israël (IL) Cymbidium mosaic virus, Orchid fleck virus, Potplanten van Cymbidium Tomato ringspot virus en Paphiopedilum en Odontoglossum ringspot virus blad Het jongste, volledig ontwikkelde, blad nemen. Bedrijfs bemonstering: toetsuitslag blijft tot 15 mei geldig, mits monstername is uitgevoerd tussen 1 september en 15 december, anders 6 maanden Israël (IL) Cymbidium mosaic Voortkwekingsmateriaal van virus, Orchid fleck virus, Cymbidium en Tomato ringspot virus Paphiopedilum en Odontoglossum ringspot virus blad Het jongste, volledig ontwikkelde, blad nemen. Bedrijfs bemonstering: toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum monstername blad Het jongste, volledig ontwikkelde, blad nemen. Bedrijfs bemonstering: toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum monstername Stengelstukjes Moederplanten bemonsteren. Neem een stengelstukje van 3 cm, zo dicht mogelijk bij de grond Israël (IL) Israël (IL) Israël (IL) GEWAS ORGANISME Cymbidium mosaic virus, Orchid fleck virus, ………….……… Tomato Potplanten van Dendrobium ringspot virus en Odontoglossum ringspot virus Onbeworteld stek van Fusarium sp. Dianthus Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 14 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Israël (IL) Israël (IL) Israël (IL) Israël (IL) GEWAS ORGANISME In-vitro materiaal van Euphorbia Curtobacterium flaccumfaciens pv. poinsettiae, Erwinia chrysanthemi, Xanthomonas axonopodis pv. poinsetiicola en Phytoplasma TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. In-vitro materiaal van Gerbera Phytoplasma's blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. Onbeworteld stek van Hibiscus Hibiscus chlorotic ringspot virus en Hibiscus latent ringspot virus blad Moederplanten bemonsteren blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. In-vitro materiaal van Lavandula Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Yellow decline of Lavandula (stolbur group) 15 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Israël (IL) In-vitro materiaal van Mentha Lychnis ring spot virus blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. Israël (IL) Potplanten van Miltonia, Oncidium, Zygppetalum Cymbidium mosaic virus, Orchid fleck virus en Tomato ringspot virus blad Het jongste, volledig ontwikkelde, blad nemen. Bedrijfs bemonstering: toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum monstername Israël (IL) Stek van Pelargonium Ralstonia solanacearum Stengelstukjes of bladsteeltjes Van 200 moederplanten het stengelstukje van de oudste (onderste) zijstengel of het bladsteeltje van het onderste blad (gedeelte van één cm dat het dichtst bij de stengel zit) in het monster stoppen. Bij partijen tot 200 moederplanten elke plant bemonsteren. Israël (IL) Beworteld stek van Pelargonium Xanthomonas pelargonii Stengelstukjes of bladsteeltjes Van 200 planten het stengelstukje van de oudste (onderste) zijstengel of het bladsteeltje van het onderste blad (gedeelte van één cm dat het dichtst bij de stengel zit) in het monster stoppen. Bij partijen tot 200 planten elke plant bemonsteren. 50 (moeder)planten bemonsteren, onderzoek door Naktuinbouw. Geen blad en wortels in monster stoppen i.v.m. verontreiniging Israël (IL) Rhodococcus fascians In-vitro materiaal van Pelargonium Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 klein stukje stengel met bladsteel (het gaat om de knop) Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. 16 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND In-vitro materiaal van GEWAS Pelargonium ORGANISME Israël (IL) Xanthomonas pelargonii en Ralstonia solanacearum. Israël (IL) Erwinia chrysanthemi, Ralsonia solanacearum race 1, Tobacco rattle virus, Tomato black ring virus, Tobacco ringspot virus, Tomato ringspot virus, Tomato bushy stunt virus, Broad bean wilt virus,Tomato aspermy virus, Potato stolbur mycoplasma, Potato spindle tuber viroid, Tobacco mild green mottle virus, Tomato chlorothic dwarf viroid en Impatiens necrotic spot virus. In-vitro materiaal van Petunia Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 TE BEMONSTEREN DEEL Stengelstukjes of bladsteeltjes blad OPMERKINGEN Van 200 moederplanten het stengelstukje van de oudste (onderste) zijstengel of het bladsteeltje van het onderste blad (gedeelte van één cm dat het dichtst bij de stengel zit) in het monster stoppen. Bij partijen tot 200 moederplanten elke plant bemonsteren. Uitslag moederplanten blijft 6 maanden geldig, echter indien deze moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. 17 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Israël (IL) Israël (IL) Israël (IL) Israël (IL) Israël (IL) Israël (IL) GEWAS ORGANISME Erwinia chrysanthemi, Ralsonia solanacearum race 1, Tobacco rattle virus, Tomato black ring virus, Tobacco ringspot virus, Tomato ringspot virus, Tomato bushy Onbeworteld stek van stunt virus, Broad bean Petunia wilt virus, Impatiens necrotic virus, Tobacco mild green mottle virus, Potato spindle tuber viroid, Tomato chlorothic dwarf viroid en Tomato aspermy virus. Cymbidium mosaic Potplanten en virus, Orchid fleck virus voortkwekingsmateriaal van en Tomato ringspot Phalaenopsis virus Aphelenchoides Voortkwekingsmateriaal van ritzemabosi en Paeonia Meloidogyne chitwoodi Voortkwekingsmateriaal Aphelenchoides (stek / zaailingen / tubers) ritzemabosi van Phlox Agrobacterium tumefascians, Curtobacterium In-vitro materiaal van Phlox fascians, Raspberry ring spot virus, Tobacco rattle virus en Tomato black ring virus Planten Rhododendron sp. Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Phytophthora cinnamomi TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN blad Moederplanten bemonsteren blad Het jongste, volledig ontwikkelde, blad nemen. Bedrijfs bemonstering: toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum monstername neuzen (groeipunten) en wortels monster met neuzen en wortels insturen groeipunten 60 groeipunten / 10.000 planten (maximaal 4 monsters à 60 st per bedrijf) Onbeworteld stek: moederplanten bemonsteren Uitslag bedrijfsbemonstering blijft 6 maanden geldig vanaf datum monstername blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. Wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram. Bedrijfsbemonstering: zie register Bemonsteren en verpakken 18 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Israël (IL) Israël (IL) GEWAS In-vitro materiaal van Scaevola In-vitro materiaal van Stevia ORGANISME Tospovirus groep (o.a. TSWV & INSV) Phytoplasma's TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. Israël (IL) In-vitro materiaal van Torenia Impatiens necrotic spot virus en Tobacco mild green mottle virus blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. Israël (IL) consumptie- aardappelen Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg Israël (IL) Plantuitjes/ plantsjalotten Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) bollen Israël (IL) Pootaardappelen Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd 19 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS Israël (IL) In-vitro materiaal van Viola Jamaica (JM) consumptie- aardappelen Japan (JP) Landplanten van Aconitum Japan (JP) m.i.v. 24-52017 Japan (JP) m.i.v. 24-52017 ORGANISME Cherry leaf roll virus, Beet curly top virus en phytoplasma Globodera sp. (aardappelmoeheid) Aphelenchoides fragariae/ Pratylenchus penetrans TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. wortels Minimaal 25 gram. Of warmwaterbehandeling Minimaal 200 ml Monstername conform AM-bemonstering 200 ml per 1/3 ha. Dicht bij de plant prikken, zodat er ook wortels in het monster komen. Potplanten en voortkwekingsmateriaal met ondergrondse delen van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Heterodera schachtii groeimedium en wortels Potplanten en voortkwekingsmateriaal met ondergrondse delen van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Meloidogyne chitwoodi groeimedium en wortels Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Beta, Brassica en Rheum rhabarbarum Uit Albanië, Armenië, Australië, Azerbeidzjan, Belarus, België, Bosnië Herzegovina, Bulgarije, Canada, Chili, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Gambia, Georgië, Griekenland, Hongarije, Ierland, Iran, Irak, Israël, Italië, Jordanië, Kaapverdië, Kazachstan, Kirgizië, Kosovo, Kroatië, Letland, Libië, Litouwen, Macedonië, Marokko, Mexico, Moldavië, Montenegro, Nederland, Nieuw Zeeland, Oekraïne, Oezbekistan, Oostenrijk, Pakistan, Peru, Polen, Roemenië, Rusland, Senegal, Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tadzjikistan, Tsjechië, Turkmenistan, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten van Amerika, Zuid Afrika, Zuid Korea, Zweden, Zwitserland Minimaal 200 ml grond en 25 gram wortels Monstername grond conform AM-bemonstering 200 ml per 1/3 ha. Acer, Beta vulgaris, Betula pendula, Cimicifuga racemosa, Daucus carota, Dicentra, Erica cinerea, Iris germanica, Lonicera xylosteum, Potentilla fruticosa, Scorzonera hispanica, Solanum arcanum, S. cheesmaniae, S. chilense, S. galapagense, S.lycopersicum, S. peruvianum, S. pimpinellifolium, Uit Argentinië, België, Duitsland, Frankrijk, Mexico, Nederland, Turkije, Verenigde Staten van Amerika (excl. Hawaï), Zuid Afrika, 20 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Japan (JP) m.i.v. 24-52017 GEWAS Potplanten en voortkwekingsmateriaal met ondergrondse delen van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Minimaal 200 ml grond en 25 gram wortels Monstername grond conform AM-bemonstering 200 ml per 1/3 ha. Meloidogyne fallax groeimedium en wortels Acer palmatum, Aconitum napellus, Asparagus officinalis, Beta vulgaris, Betula pendula, Chionodoxa luciliae, Daucus carota, Dicentra, Fragaria x ananassa, Laburnum anagyroides, Lonicera xylosteum, Scorzonera hispanica, Solanum arcanum, S. cheesmaniae, S. chilense, S. galapagense, S.lycopersicum, S. peruvianum, S. pimpinellifolium, S. tuberosum Uit Australië, België, Frankrijk, Nederland, Nieuw Zeeland, Zwitserland Minimaal 200 ml grond en 25 gram wortels Japan (JP) m.i.v. 24-52017 Potplanten en voortkwekingsmateriaal met ondergrondse delen van de geslachten en soorten, Meloidogyne enterolobii genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen groeimedium en wortels Ajuga reptans, Angelonia angustifolia, Arecastrum romanzoffianum, Artocarpus heterophyllus, Bidens pilosa, Callistemon citrinus, Callistemon viminalis, Capsicum annuum, Citrullus lanatus, Clerodendrum ugandense, Coffea Arabica, Cucumis sativus, Cucurbita pepo, Daucus carota, Enterolobium contortisiliquum, Erechtites hieraciifolius, Euphorbia cyathophora, Euphorbia punicea, Fatoua villosa, Gossypium hirsutum, Ipomoea batatas, Malpighia, Manihot esculenta, Maranta arundinacea, Morus nigra, Musa acuminata, Myrica cerifera, Nicotiana tabacum, Oeceoclades maculate, Paulownia elongate, Plectranthus scutellarioides, Psidium guajava, Solandra maxima, Solanum americanum, Solanum arcanum, Solanum cheesmaniae, Solanum chilense, Solanum galapagense, Solanum lycopersicum, Solanum melongena, Solanum peruvianum, Solanum pimpinellifolium, Tecomaria capensis, Tibouchina elegans, Ziziphus jujube Uit Brazilië, Burkina Faso, Caribisch gebied, China, Costa Rica, Guatemala, Ivoorkust, Malawi, Mexico, Senegal, Senegal, Sri Lanka, Thailand, Venezuela, Verenigde Staten van Amerika (excl. Hawaii), Vietnam, Zuid Afrika, Zwitserland, Minimaal 200 ml grond en 25 gram wortels Japan (JP) m.i.v. 24-52017 Potplanten en voortkwekingsmateriaal met ondergrondse delen van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Nacobbus aberrans groeimedium en wortels Beta, Capsicum annuum, Cucumis sativus, Cucurbita pepo, Escobaria vivipara, Opuntia fragilis, Opuntia macrorhiza, Portulaca oleracea, Solanum arcanum, S. cheesmaniae, S. chilense, S. galapagense, S. lycopersicum, S. peruvianum, S. pimpinellifolium, S. tuberosum, Tragopogon porrifolius Uit Argentinië, Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Bolivia, Chili, Ecuador, Estland, Finland, Georgia, India, Kazachstan, Kyrgizië, Letland, Litouwen, Mexico, Moldavië, Nederland, Oekraïne, Oezbekistan, Peru, Russische Federatie, Tadzjikistan, Turkmenistan, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten van Amerika (excl. Hawaii) 21 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Tab 06 16 Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Minimaal 200 ml grond en (bij partijbemonstering) 25 gram wortels Abelmoschus esculentus, Annona squamosa, Anthurium, Arachis hypogaea, Areca catechu, Beta, Calathea, Camellia sinensis, Canna edulis, Celosia nitida, Cocos nucifera, Coffea, Colocasia esculenta, Cupressus lusitanica, Cupressus macrocarpa, Curcuma longa, Cyrtosperma merkusii, Dioscorea alata, Maranta, Musa, Persea americana, Piper, Philodendron, Saccharum officinarum, Solanum arcanum, Solanum cheesmaniae, Solanum chilense, Solanum galapagense, Solanum lycopersicum, Solanum melongena, Solanum peruvianum, Solanum pimpinellifolium, Solanum tuberosum, Zea mays, Zingiber officinale Japan (JP) m.i.v. 24-52017 Potplanten en voortkwekingsmateriaal met ondergrondse delen van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Radopholus similis groeimedium en wortels Uit Australië, Bangladesh, België, Belize, Brazilië, Canada, Congo DR, Colombia, Costa Rica, Cuba, Denemarken, Dominica, Dominicaanse Republiek, Duitsland, Ecuador, Egypte, El Salvador, Ethiopië, Fiji, Filipijnen, Frankrijk, Gabon, Ghana, Grenada, Guadeloupe, Guatemala, Guinea, India, Indonesië, Ivoorkust, Jamaica, Kameroen, Kenia, Madagaskar, Malawi, Maleisië, Martinique, Mexico, Mozambique, Nederland, Nicaragua, Nigeria, Nieuw Caledonië, Oeganda, Oman, Pakistan, Panama, Papoea Nieuw Guinea, Peru, Polen, Puerto Rico, Reunion, Saint Lucia, Saint Vincent, Samoa, Senegal, Singapore, Soedan, Somalië, Sri Lanka, Suriname, Tanzania, Thailand, Tonga, Trinidad en Tobago, Venezuela, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten van Amerika, Vietnam, Zambia, Zimbabwe, Zuid Afrika, Zuid Soedan Optie met betrekking tot het wortelmonster: Afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Voortkwekingsmateriaal van Anthurium, Calathea, Ctenanthe, Maranta, Monstera, Musa, Philodendron, Stomanthe en Strelitzia, worden vanwege het plantenpaspoort bemonsterd door de Naktuinbouw. Het plantenpaspoort staat ervoor dat het voortkwekingsmateriaal vrij is. Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 22 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Minimaal 300 ml grond en 25 gram wortels Japan (JP) m.i.v. 24-52017 Potplanten en voortkwekingsmateriaal met ondergrondse delen van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Ampelopsis aconitifolia, Chenopodium, Citrus, Cupressus sempervirens, Ficus, Fragaria x ananassa, Gomphrena globosa, Morus alba, Nicotiana rustica, Olea europaea, Parthenocissus tricuspidata, Petunia, Pinus, Pistacia, Prunus, Rosa, Solanum, Urtica urens, Vitis Xiphinema index groeimedium en wortels Uit Albanië, Algerije, Argentinië, Armenië, Australië, Azerbeidzjan, Bosnië Herzegovina, Brazilië, Bulgarije, Chili, Cyprus, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, India, Irak, Iran, Israël, Italië, Kroatië, Kosovo, Libanon, Macedonië, Malta, Moldavië, Montenegro, Oekraïne, Oezbekistan, Oostenrijk, Pakistan, Peru, Polen, Portugal, Roemenië, Servië, Slovenië, Spanje, Tadzjikistan, Turkije, Turkmenistan, Verenigde Staten van Amerika (excl. Hawaii), Zuid Afrika, Zwitserland Per partij één monster nemen. Neem van alle planten, met een maximum van 25 planten, één blad. Japan (JP) Japan (JP) Potplanten, snijbloemen en siertakken, voortkwekingsmateriaal m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Potplanten, voortkwekingsmateriaal m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Potato spindle tuber viroid (PSTVd) blad Brugmansia, Calibrachoa, Capsicum annuum, Cestrum, Dahlia, Persea americana, Petunia, Physalis peruviana, Solanum arcanum, Solanum cheesmaniae, Solanum chilense, Solanum galapagense, Solanum jasminoides, Solanum lycopersicum, Solanum muricatum, Solanum peruvianum, Solanum pimpinellifolium, Solanum pseudocapsicum, Solanum rantonnetii, Solanum tuberosum, Streptosolen jamesonii uit Afghanistan, Australië, Belarus, België, Chili, China, Costa Rica, Dominicaanse Republiek, Duitsland, Egypte, Frankrijk, Ghana, Griekenland, India, Iran, Israël, Italië, Kroatië, Malta, Nederland, Nieuw Zeeland, Nigeria, Oostenrijk, Oekraïne, Peru, Polen, Rusland, Slovenië, Tsjechië, Turkije, Venezuela, Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten van Amerika: Per partij één monster nemen. Neem van alle planten, met een maximum van 25 planten, één blad. Tomato chlorotic dwarf viroid (TCDVd) blad Petunia, Pittosporum tobira, Solanum arcanum, Solanum cheesmaniae, Solanum chilense, Solanum galapagense, Solanum lycopersicum, Solanum peruvianum, Solanum pimpinellifolium, Verbena, Vinca minor uit Finland, Frankrijk, India, Mexico, Slovenië, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk en Verenigde Staten van Amerika 23 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS Japan (JP) Potplanten, voortkwekingsmateriaal m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Japan (JP) Potplanten, voortkwekingsmateriaal m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Per partij één monster nemen. Neem van alle planten, met een maximum van 25 planten, één blad. Columnea latent viroid (CLVd) blad Brunfelsia undulate, Columnea erythrophaea, Gloxinia gymnostoma, Gloxinia nematanthodes, Gloxinia purpurascens, Solanum arcanum, Solanum cheesmaniae, Solanum chilense, Solanum galapagense, Solanum lycopersicum, Solanum peruvianum, Solanum pimpernellifolium, Nematanthus wettsteini Uit: Canada, Costa Rica, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Mali, Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika Per partij één monster nemen. Neem van alle planten, met een maximum van 25 planten, één blad. Pepper chat fruit viroid (PCFVd) blad Capsicum annuum, Solanum arcanum, Solanum cheesmaniae, Solanum chilense, Solanum galapagense, Solanum lycopersicum, Solanum peruvianum, Solanum pimpinellifolium uit Canada, Nederland, Thailand Per partij één monster nemen. Neem van alle planten, met een maximum van 25 planten, één blad. Japan (JP) Potplanten, snijbloemen en siertakken, voortkwekingsmateriaal m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Pepino mosaic virus (PepMV) blad Amaranthus, Bassia scoparia, Calendula arvensis, Calystegia sepium, Chenopodium morale, Chrysanthemum segetum, Convolvulus, Conyza albida, Coronopus, Datura innoxia, Diplotaxis erucoides, Echium creticum, Echium humile, Heliotropium europaeum, Malva, Moricandia arvensis, Nicotiana glauca, Onopordum, Piptatherum multiflorum, Plantago, Rumex, Sisymbrium irio, Sonchus, Solanum arcanum, Solanum cheesmaniae, Solanum chilense, Solanum galapagense, Solanum lycopersicum, Solanum muricatum, Solanum nigrum, Solanum peruvianum, Solanum pimpinellifolium, Solanum tuberosum, Taraxacum vulgare uit: België, Bulgarije, Canada, Chili, China, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Ecuador, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Litouwen, Mexico, Nederland, Oostenrijk, Peru, Polen, Spanje, Syrië, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten van Amerika, Zuid Afrika, Zweden en Zwitserland Fulfills item 25 of the Annexed Table 2-2 of the Ordinance for Enforcement of the Plant Protection Act (MAF OrdinanceNo73/1950) 24 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Japan (JP) Japan (JP) GEWAS Planten van Lycopersicon esculentum (tomaat) t.b.v. de zaadteelt. Potplanten, voortkwekingsmateriaal m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Japan (JP) Diverse snijbloemen Japan (JP) Vruchtgroenten Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Potato spindle tuber viroid (PSTVd) blad Per partij één monster nemen. Neem van alle planten, met een maximum van 25 planten, één blad. Per partij één monster nemen. Neem van alle planten, met een maximum van 25 planten, één blad. Tomato apuical stunt viroid (TASVd) blad Brugmansia, Cestrum, Solanum arcanum, Solanum cheesmaniae, Solanum chilense, Solanum galapagense, Solanum jasminoides, Solanum lycopersicum, Solanum peruvianum, Solanum pimpernellifolium, Solanum pseudocapsicum, Solanum rantonetii, Streptosolen jamesonii Uit: Canada, Costa Rica, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Mali, Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika Target-organismen Ceratitis capitata (Middellandse zeevlieg) organismen Dit is geen verplichte monstername! Vruchten Specifiek met Japan afgestemde werkinstructie 25 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Ingeval van weefselkweekmateriaal de moederplanten bemonsteren, in andere gevallen het product zelf. Japan (JP) Potplanten en voortkwekingsmateriaal, m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Xylella spp. Neem van partijen tot 200 (moeder)planten van elke plant het te bemonsteren deel, Bladeren, inclusief volledige bladsteel of neem van partijen vanaf 200 (moeder)planten van 200 planten het te bemonsteren deel. stengelstukjes / dunne twijgjes. Indien er Bedrijfsbemonstering op soortniveau (bijv. Hedera helix) is mogelijk. Toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum geen bladsteeltjes aanwezig zijn, zoals bijv. monstername. bij Lavandula, neem dan stengelstukjes / Verzamel zo mogelijk minimaal 50 gram materiaal. dunne twijgjes. Geen groeimedium / wortels in het monster stoppen. Bemonster bij plantjes met een Uitslag moederplanten blijft 6 maanden geldig, echter indien deze moederplanten in een laboratorium als weefselkweek bladsteel(diameter) dunner dan 1,5 mm worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een geen bladeren maar stengeltjes/twijgjes. Bij mogelijkheid. Voor alle getoetste en relevante organismen is de toetsuitslag geldig tot einde productie moederplanten, monstername van zolang de productie onder laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het stengelstukjes/twijgstukjes moeten de bedrijf zelf opgezette en duidelijke administratie blaadjes van het stengeltje/twijgje afgestript worden (dus bladloze stengelstukjes/ Acer, Aesculus hybrid, Alnus rhombifolia, Ampelopsis arborea, Artemisia douglasiana, Baccharis, Bidens pilosa, Callicarpa twijgstukjes insturen). americana, Carya illinoinensis, Catharanthus roseus, Celastrus orbiculatus, Cercis canadensis, Cercis occidentalis, Voor planten in rust (zonder blad): Chamaecrista fasciculata, Citrus, Coffea, Coprosma repens, Cornus florida, Encelia farinosa, Erodium, Eucalyptus stengelstukjes / dunne twijgjes met knop. camaldulensis, Eucalyptus globulus, Fagus crenata, Ficus carica, Fortunella, Fraxinus pennsylvanica, Genista Neem per stengel/twijg een stukje van ca. monspessulana, Geranium dissectum, Ginkgo biloba, Hedera helix, Hemerocallis, Heteromeles arbutifolia, Hibiscus 1,5 cm. Neem niet de top van de syriacus, Ilex vomitoria, Jacaranda mimosifolia, Juglans californica, Juniperus ashei, Lagerstroemia indica, Liquidambar stengel/twijg, maar een tussenstukje onder styraciflua, Liriodendron tulipifera, Lonicera japonica, Magnolia grandiflora, Malva parvifolia, Marrubium vulgare, de top. Metrosideros, Morus alba, Morus rubra, Nandina domestica, Nerium oleander, Olea europaea, Origanum majorana, Neem van weefselkweek-materiaal stukjes Parthenocissus quinquefolia, Persea americana, Phyla nodiflora (syn. Lippia nodiflora), Pinus taeda, Pistacia vera, Platanus stengel van 1,5 cm. Neem, indien mogelijk, occidentalis, Platanus racemosa, Polygala myrtifolia, Poncirus trifoliata, Prunus, Pyrus, Quercus, Ranunculus repens, niet de top van de plant, maar een Ratibida columnaris, Rubus, Salix, Salvia apiana, Salvia mellifera, Sambucus, Schinus molle, Simmondsia chinensis, tussenstukje onder de top. Solidago fistulosa, Spartium junceum, Ulmus, Vaccinium, Veronica, Vinca, Vitis, Westringia fruticosa afkomstig uit Argentinië, Brazilië, Canada, Costa Rica, Ecuador, Frankrijk, Iran, Italië, Mexico, Paraguay, Taiwan, Turkije, Venezuela en de Verenigde Staten van Amerika m.u.v. Hawaï Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 26 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Japan (JP) Japan (JP) GEWAS Potplanten en voortkwekingsmateriaal, m.u.v. zaden, van de soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Potplanten en voortkwekingsmateriaal, m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Jordanië (JO) consumptie- aardappelen Kameroen (CM) consumptie- aardappelen Kenia (KE) Consumptie- aardappelen Kenia (KE) Pootaardappelen Kenia (KE) Planten van Rosa Kirgizië (KG) consumptie- aardappelen Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 ORGANISME (Candidatus) Liberibacter solanacearum TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Planten van: Apium graveolens, Capsicum annuum, Capsicum frutescens, Cyphomandra betacea, Daucus carota, Lycium barbarum, Nicotiana tabacum, Solanum arcanum, Solanum cheesmaniae, Solanum chilense, Solanum dulcamara, Solanum elaeagnifolium, Solanum galapagense, Solanum lycopersicum, Solanum melongena, Solanum peruvianum, Solanum pimpinellifolium, Solanum tuberosum, Physalis ixocarpa, Physalis peruviana blad en/of stengel Afkomstig uit: Duitsland, El Salvador, Finland, Frankrijk, Guatemala, Honduras, Marokko, Mexico, Nicaragua, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Spanje, Verenigde Staten m.u.v. Hawaï, Zweden, Neem voorafgaand aan monstername tijdig contact op met [email protected] om eventuele bijzonderheden te bespreken. Planten van: Apium graveolens, Armoracia rusticana, Catharanthus roseus, Citrus, Daucus carota, Fortunella, Poncirus, Sesamum indicum Spiroplasma citri blad Afkomstig uit: Algerije, Cyprus, Egypte, Frankrijk, Italië, Irak, Iran, Israël, Jordanië, Libanon, Libië, Maleisië, Marokko, Mexico, Nieuw Zeeland, Oman, Pakistan, Saoedi Arabië, Soedan, Somalië, Spanje, Syrië, Tunesië, Turkije, Venezuela, Verenigde Arabische Emiraten, Verenigde Staten m.u.v. Hawaï, Yemen Neem voorafgaand aan monstername tijdig contact op met [email protected] om eventuele bijzonderheden te bespreken. Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Alle cystenvormende aaltjes Punctodera punctata / Globodera pallida en Globodera rostochiensis Pratylenchus pratensis/ Pratylenchus vulnus Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd wortels m.u.v. budwood, stentlingen, gestekt materiaal en potrozen, gestekt in nieuw, schoon medium. Minimaal 25 gram. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. 27 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS Koeweit (KW) Potplanten van Anthurium/ Citrus/ Fortunella/ Marantaceae/ Musa/ Philodendron/ Strelitzia Kosovo consumptie- aardappelen Macedonië (MK) consumptie- aardappelen Malawi (MW) Potplanten van Anthurium/ Marantaceae/ Philodendron/ Strelitzia Malawi (MW) Pootaardappelen Marokko (MA) Rijst (onbehandeld) Marokko (MA) Potplanten van Anthurium/ Marantaceae/ Philodendron Marokko (MA) Marokko (MA) Marokko (MA) ORGANISME Radopholus sp. Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Radopholus sp. Globodera sp. (aardappelmoeheid) Aphelenchoides besseyi Radopholus sp. Globodera sp. (aardappelmoeheid) Tomato ringspot virus Rubus idaeus vruchtbomen, en Tomato spotted wilt minimaal klasse E (Elite) virus Arabis mosaic virus, Cherry leafroll virus, Raspberry ringspot Rubus idaeus vruchtbomen, virus, Strawberry latent niet minimaal klasse E ringspot virus, Tomato (Elite) ringspot virus en Tomato spotted wilt virus. consumptie- aardappelen Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd korrels 100gr/1000kg wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. blad/takken zie register bemonsteren en verpakken tabel 1 blad/takken zie register bemonsteren en verpakken tabel 1 28 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Martinique (MQ) Mauretanië (MR) GEWAS consumptie- aardappelen consumptie- aardappelen Mauritius (MU) consumptie- aardappelen Mexico (MX) Consumptie- aardappelen Mexico (MX) Pootaardappelen Mexico (MX) Mexico (MX) Mexico (MX) Montenegro (ME) Plantuitjes/ plantsjalotten ORGANISME Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) Cymbidium (potplanten en Cymbidium mosaic virus en Odontoglossum voortkwekingsmateriaal, ringspot virus m.u.v. planten in-vitro) Phalaenopsis (potplanten en Cymbidium mosaic virus en Odontoglossum voortkwekingsmateriaal, ringspot virus m.u.v. planten in-vitro) Planten van Araceae, Musaceae, Marantaceae, Persea en Strelitziaceae Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Radopholus sp. TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd bollen Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg blad Het jongste, volledig ontwikkelde, blad nemen. Bedrijfs bemonstering: toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum monstername blad Het jongste, volledig ontwikkelde, blad nemen. Bedrijfs bemonstering: toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum monstername wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden 29 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL Montenegro (ME) Potplanten en voortkwekingsmateriaal van Catharanthus roseus (syn. Vinca rosea), Coffea, Malva sylvestris, Nerium oleander, Olea europaea, Polygala myrtifolia, Portulaca oleracea, Prunus avium, Prunus dulcis, Quercus, Sorghum halapense en Westringia fruticosa Xylella spp. Bladeren, inclusief volledige bladsteel of stengelstukjes / dunne twijgjes. Indien er geen bladsteeltjes aanwezig zijn, zoals bijv. bij Lavandula, neem dan stengelstukjes / dunne twijgjes. Bemonster bij plantjes met een bladsteel(diameter) dunner dan 1,5 mm geen bladeren maar stengeltjes/twijgjes. Bij monstername van stengelstukjes/twijgstukjes moeten de blaadjes van het stengeltje/twijgje afgestript worden (dus bladloze stengelstukjes/ twijgstukjes insturen). Voor planten in rust (zonder blad): stengelstukjes / dunne twijgjes met knop. Neem per stengel/twijg een stukje van ca. 1,5 cm. Neem niet de top van de stengel/twijg, maar een tussenstukje onder de top. Neem van weefselkweek-materiaal stukjes stengel van 1,5 cm. Neem, indien mogelijk, niet de top van de plant, maar een tussenstukje onder de top. Nicaragua (NI) Consumptie-uien (Allium cepa) Ditylenchus dipsaci consumptie-uien Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. Nicaragua (NI) consumptie- aardappelen Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Nieuw Caledonie (NC) consumptie- aardappelen Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Ditylenchus sp. consumptie-uien Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. Aaltjes Wortels o.a. de witte ondergrondse delen bemonsteren. 20 - 50 gram. Nieuw- Zeeland (NZ) Nieuw- Zeeland (NZ) GEWAS Consumptie-uien (Allium cepa) Gescheurde stekken en wortelstokken van Alstroemeria Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 OPMERKINGEN Ingeval van weefselkweekmateriaal de moederplanten bemonsteren, in andere gevallen het product zelf. Verzamel zo mogelijk minimaal 50 gram materiaal. Geen groeimedium / wortels in het monster stoppen. Neem van partijen tot 200 (moeder)planten van elke plant het te bemonsteren deel, neem van partijen vanaf 200 (moeder)planten van 200 planten het te bemonsteren deel. Bedrijfsbemonstering op soortniveau (bijv. Hedera helix) is mogelijk. Toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum monstername. Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. 30 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Nieuw- Zeeland (NZ) Nieuw- Zeeland (NZ) GEWAS consumptie- aardappelen Plantuitjes/ plantsjalotten Weefslekweekmateriaal van Argyranthemum, Browallia, Brunfelsia, Calibrachoa, Cestrum, Chrysanthemum Nieuw- Zeeland (m.u.v. C. morifolium), (NZ) Dahlia, Diascia, Fabiana, Iochroma, Nierembergia, Petunia en Scopolia (overig) Sierteelt voortkwekingsmateriaal van Argyranthemum, Browallia, Brunfelsia, Calibrachoa, Nieuw- Zeeland Cestrum, Chrysanthemum (NZ) (m.u.v. C. morifolium), Dahlia, Diascia, Fabiana, Iochroma, Nierembergia, Petunia en Scopolia Nigeria (NG) consumptie- aardappelen Noorwegen (NO) consumptie- aardappelen /alleen mogelijk bij aanwezigheid invoervergunning Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 ORGANISME Globodera sp. (aardappelmoeheid) TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) bollen Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg Potato spindle tuber viroid (PSTVd) blad Moederplanten bemonsteren Per partij één monster nemen. Neem van alle planten, met een maximum van 25 planten, één blad. Potato spindle tuber viroid (PSTVd) blad Per partij of van de moederplanten per partij, één monster nemen. Neem van alle planten, met een maximum van 25 planten, één blad. Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. 31 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS Noorwegen (NO) Potplanten van Anthurium/ Marantaceae/ Musa/ Philodendron/ Strelitzia ORGANISME Radopholus sp. TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg Noorwegen (NO) Plantuitjes/ plantsjalotten Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) bollen Noorwegen (NO) Planten van Brugmansia, Cestrum, Lycianthes rantonnetii (syn. Solanum rantonnetii), Solanum jasminoides, Streptosolen, Verbena en Vinca Pospiviroïden blad Per partij één monster nemen. Neem van alle planten, met een maximum van 200 planten, één blad. Bedrijfs bemonstering: toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum monstername blad 1 plant per partij twijgen of blad indien aanwezig, anders wortel Bemonster per 1000 planten 1 plant, met een minimum van 1 plant Monstername en onderzoek wortel moet gebeuren tussen einde teelt en 1 april. twijgen of blad indien aanwezig, anders wortel. Indien Pyrus geënt op Cydonia: twijgen of blad. Bemonster per 1000 planten 1 plant, met een minimum van 1 plant Monstername en onderzoek wortel moet gebeuren tussen einde teelt en 1 februari. grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Noorwegen (NO) Noorwegen (NO) Noorwegen (NO) Oeganda (UG) Oman (OM) Pakistan (PK) Planten van Dracaena Tospovirus groep (o.a. surculosa TSWV & INSV) Planten bestemd voor Candidatus phytoplasma opplant, m.u.v. zaden, van mali Malus Planten bestemd voor Candidatus phytoplasma opplant, m.u.v. zaden, van pyri Cydonia en Pyrus Alle cystenvormende Pootaardappelen aaltjes Globodera pallida en Pootaardappelen Globodera rostochiensis en Heterodera spp.) Globodera sp. consumptie- aardappelen (aardappelmoeheid) Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 32 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg Pakistan (PK) Plantuitjes/ plantsjalotten Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) bollen Palestina (XP) Planten van Aconitum Aaltjes wortels Minimaal 25 gram. Of warmwaterbehandeling Palestina (XP) Potplanten van Anthurium/ Philodendron/ Strelitzia Radopholus sp. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Palestina (XP) Planten van Azalea (Rhododendron simsii) Trichodorus sp. Wortels Minimaal 25 gram. Wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg Palestina (XP) Planten van Cactaceae Palestina (XP) consumptie- aardappelen Palestina (XP) Pootaardappelen Panama (PA) consumptie- aardappelen Cactodera (Heterodera) cacti Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Panama (PA) Plantuitjes/ plantsjalotten Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) bollen Panama (PA) Consumptie-uien (Allium cepa) Ditylenchus dipsaci en D. destructor consumptie-uien Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. 33 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS Peru (PE) consumptie- aardappelen Puerto Rico (PR) Plantuitjes/ plantsjalotten Puerto Rico (PR) Planten van Butomus/ Nymphaea Reunion (RE) consumptie- aardappelen ORGANISME Globodera sp. (aardappelmoeheid) Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. bollen Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg grond Minimaal 200 cc. Zie register: Bedrijven met waterplanten vrij van Globodera sp. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg Reunion (RE) Plantuitjes/ plantsjalotten Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) bollen Reunion (RE) Pootaardappelen Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd Reunion (RE) Planten van Araceae, Marantaceae , Strelitziaceae en Heleconia wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Rusland (RU) Pootaardappelen grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd Rusland (RU) consumptie- aardappelen grond Saudi Arabie (SA) aanhangendegrond bemonstering: één monster per maximaal 30 ton produkt, te nemen uit de voor export gereedstaande partij. Pootaardappelen grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd Senegal (SN) consumptie- aardappelen grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Radopholus sp. Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid). 34 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS Senegal (SN) Plantuitjes/ plantsjalotten Senegal (SN) Pootaardappelen Servië (RS) consumptie- aardappelen Servië (RS) Planten van Araceae, Musaceae, Marantaceae, Persea en Strelitziaceae Singapore Planten van Ficus St. Lucia consumptie- aardappelen St. Vincent consumptie- aardappelen Syrië (SY) consumptie- aardappelen Syrië (SY) Pootaardappelen Taiwan (TW) Consumptie-uien (Allium cepa) Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 ORGANISME Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) Alle cystenvormende aaltjes Globodera sp. (aardappelmoeheid) Radopholus sp. Heterodera fici Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) + Ditylenchus sp. TE BEMONSTEREN DEEL bollen OPMERKINGEN Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd consumptie-uien Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. 35 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Taiwan (TW) GEWAS Plantuitjes/ plantsjalotten ORGANISME Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) TE BEMONSTEREN DEEL bollen OPMERKINGEN Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg Ingeval van weefselkweekmateriaal de moederplanten bemonsteren, in andere gevallen het product zelf. Verzamel zo mogelijk minimaal 50 gram materiaal. Geen groeimedium / wortels in het monster stoppen. Taiwan (TW) Potplanten en voortkwekingsmateriaal, m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Xylella spp. Bladeren, inclusief volledige bladsteel of Neem van partijen tot 200 (moeder)planten van elke plant het te bemonsteren deel, stengelstukjes / dunne twijgjes. Indien er neem van partijen vanaf 200 (moeder)planten van 200 planten het te bemonsteren deel. geen bladsteeltjes aanwezig zijn, zoals bijv. Bedrijfsbemonstering op soortniveau (bijv. Hedera helix) is mogelijk. Toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum bij Lavandula, neem dan stengelstukjes / monstername. dunne twijgjes. Bemonster bij plantjes met een Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden bladsteel(diameter) dunner dan 1,5 mm (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. geen bladeren maar stengeltjes/twijgjes. Bij Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van monstername van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot stengelstukjes/twijgstukjes moeten de einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar blaadjes van het stengeltje/twijgje afgestript gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. worden (dus bladloze stengelstukjes/ twijgstukjes insturen). Acacia longifolia, Acer, Aesculus californica, Alnus rhombifolia, Ampelopsis arborea, Artemisia douglasiana, Bromus, Voor planten in rust (zonder blad): Callicarpa americana, Canna, Carya illinoinensis, Catharanthus roseus, Cercis occidentalis, Chenopodium quinoa, Citrus, stengelstukjes / dunne twijgjes met knop. Coffea, Daucus carota var. sativa, Duranta repens, Ficus carica, Fortunella, Fragaria californica, Fraxinus dipetala, Fuchsia Neem per stengel/twijg een stukje van ca. magellanica, Ginkgo biloba, Hedera helix, Heteromeles arbutifolia, Hordeum vulgare, Hydrangea paniculata, Jacaranda 1,5 cm. Neem niet de top van de mimosifolia, Juniperus ashei, Lathyrus, Liquidambar styraciflua, Lolium multiflorum, Lonicera japonica, Magnolia stengel/twijg, maar een tussenstukje onder grandiflora, Mentha, Morus alba, Nerium oleander, Olea europaea, Parthenocissus quinquefolia, Pelargonium hortorum, de top. Persea americana, Pittosporum crassifolium, Platanus occidentalis, Poncirus, Prunus, Quercus, Rosa californica, Neem van weefselkweek-materiaal stukjes Rosmarinus officinalis, Rubus, Sambucus canadensis, Sorghum vulgare, Syringa vulgaris, Trifolium, Ulmus, Umbellularia stengel van 1,5 cm. Neem, indien mogelijk, californica, Vicia faba, Vinca major, Vitis. niet de top van de plant, maar een tussenstukje onder de top. afkomstig uit Argentinië, Brazilië, Canada, Costa Rica, Iran, Italië, Paraguay, Turkije, Venuzeuela en de Verenigde Staten van Amerika 36 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL Taiwan (TW) Potplanten en voortkwekingsmateriaal, m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Arabis mosaic virus (ArMV) blad Taiwan (TW) Potplanten en voortkwekingsmateriaal, m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen OPMERKINGEN Ingangsdatum 1-1-2017 Apium graveolens, Armoracia rusticana, Beta vulgaris, Cucumis sativus, Fabaceae, Forsythia suspense, Fragaria × ananassa, Humulus lupulus, Lactuca sativa, Olea europaea, Prunus avium, Prunus armeniaca, Prunus cerasus, Prunus domestica, Prunus dulcis, Prunus laurocerasus, Prunus persica, Rheum palmatum, Rosa spp., Rubus idaeus, Sambucus nigra, Trifolium repens, Vitis vinifera afkomstig uit Australië, België, Bulgarije, Canada, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Ierland, Italië, Joegoslavië, Luxemburg, Moldavië, Nederland, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Oekraïne, Polen, Roemenië, Slovenië, Russische Federatie, Spanje, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Zuid Afrika, Zweden, Zwitserland Ingangsdatum 1-1-2017 Brugmansia, Capsicum, Cestrum, Dahlia, Datura, Lycianthes rantonnetii, Persea americana, Petunia, Physalis peruviana, Solanum, Streptosolen jamesonii Potato spindle tuber viroid (PSTVd) blad afkomstig uit Afghanistan, Australië, Azerbeidzjan, Bangladesh, Belarus, België, Brazilië, China, Costa Rica, Dominicaanse Republiek, Duitsland, Egypte, Georgië, Griekenland, Hongarije, India, Israël, Italië, Japan, Kroatië, Malta, Mexico, Montenegro, Nederland, Nieuw Zeeland, Nigeria, Oekraïne, Oostenrijk, Peru, Polen, Russische Federatie, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Turkije, Venuzuela en Verenigd Koninkrijk Ingangsdatum 1-1-2017 Datura stramonium, Ocimum basilicum, Solanum Taiwan (TW) Potplanten en voortkwekingsmateriaal, m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN", afkomstig uit genoemde landen Tanzania (TZ) Potplanten van Anthurium/ Marantaceae/ Philodendron Radopholus sp. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Tanzania (TZ) Consumptie- aardappelen Alle cystenvormende aaltjes grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Pepino mosaic virus (PepMV) blad afkomstig uit België, Bulgarije, Canada (Brits Columbia, Ontario), Chili, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Ecuador, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Litouwen, Mexico, Nederland, Oekraïne, Oostenrijk, Peru, Polen Spanje (incl. Canarische eilanden) Syrië, Turkije, Verenigde Staten (Alabama, Arizona, Californië, Colorado, Florida, Maryland, Minnesota, Oklahoma, Texas), Zuid Afrika en Zwitserland 37 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS Thailand (TH) Pootaardappelen Thailand (TH) Planten van Cactaceae ORGANISME Globodera sp. (aardappelmoeheid) TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd Wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Radopholus sp. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Pratylenchus sp. Globodera sp. (aardappelmoeheid) wortels Minimaal 25 gram. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Pratylenchus spp. wortels Geteeld op zandgrond. Minimaal 25 gram. Cactodera (Heterodera) cacti Trinidad en Tobago (TT) Potplanten van Anthurium Trinidad en Tobago (TT) consumptie- aardappelen Tsjaad (TD) consumptie- aardappelen Tunesië (TN) Potplanten van Anthurium/ Marantaceae/ Philodendron Tunesië (TN) Bollen met wortels in bulk Tunesië (TN) consumptie- aardappelen Tunesië (TN) Planten van Malus/ Prunus/ Pyrus Tunesië (TN) Planten van Rosa Pratylenchus sp. wortels Tunesië (TN) Pootaardappelen Globodera sp. (aardappelmoeheid) m.u.v. stentlingen/ gestekt materiaal/ potrozen/ materiaal in nieuw, schoon medium/ gestekt materiaal/ materiaal in nieuw, schoon medium. Minimaal 25 gram. grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Radopholus sp. Globodera sp. (aardappelmoeheid) Globodera sp. (aardappelmoeheid) 38 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS ORGANISME TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Ingeval van weefselkweekmateriaal de moederplanten bemonsteren, in andere gevallen het product zelf. Verzamel zo mogelijk minimaal 50 gram materiaal. Geen groeimedium / wortels in het monster stoppen. Turkije (TR) Planten bestemd voor opplant, m.u.v. zaden, van de geslachten en soorten, genoemd in het veld "OPMERKINGEN" Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Xylella spp. Neem van partijen tot 200 (moeder)planten van elke plant het te bemonsteren deel, Bladeren, inclusief volledige bladsteel of neem van partijen vanaf 200 (moeder)planten van 200 planten het te bemonsteren deel. stengelstukjes / dunne twijgjes. Indien er Bedrijfsbemonstering op soortniveau (bijv. Hedera helix) is mogelijk. Toetsuitslag blijft een half jaar geldig vanaf datum geen bladsteeltjes aanwezig zijn, zoals bijv. monstername. bij Lavandula, neem dan stengelstukjes / dunne twijgjes. Bemonstering op perceelsniveau is mogelijk, mits hierbij alle partijen van de genoemde geslachten en soorten in het Bemonster bij plantjes met een monster zijn vertegenwoordigd. Een perceel wordt hier gezien als een stuk grond, in gebruik bij één gebruiksgerechtigde, bladsteel(diameter) dunner dan 1,5 mm dat als een geheel wordt bewerkt en is afgebakend door permanent in het veld aanwezig zijnde grenzen, zoals bijv. een geen bladeren maar stengeltjes/twijgjes. Bij weg of een sloot. monstername van Toetsuitslag blijft een half jaar, of tot het volgende teeltseizoen, geldig. stengelstukjes/twijgstukjes moeten de blaadjes van het stengeltje/twijgje afgestript Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden worden (dus bladloze stengelstukjes/ (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. twijgstukjes insturen). Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. 39 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Tab 06 16 Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS ORGANISME idem idem idem Turkije (TR) Planten van Ficus Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 Heterodera fici TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Voor planten in rust (zonder blad): Acacia longifolia, Acacia saligna, Acer, Aesculus, Agrostis gigantea, Albizia julibrissin, Alnus rhombifolia, Alternanthera stengelstukjes / dunne twijgjes met knop. tenella, Amaranthus blitoides, Ambrosia acanthicarpa, Ambrosia artemisiifolia,Ambrosia trifida, Ampelopsis arborea, Neem per stengel/twijg een stukje van ca. Ampelopsis cordata, Artemisia douglasiana, Artemisia vulgaris var. heterophylla, Avena fatua, Baccharis halimifolia, 1,5 cm. Neem niet de top van de Baccharis pilularis, Baccharis salicifolia, Bidens pilosa, Brachiaria decumbens, Brachiaria plantaginea, Brassica, Bromus stengel/twijg, maar een tussenstukje onder diandrus, Callicarpa americana, Capsella bursa-pastoris, Carex, Carya illinoinensis, Cassia tora, Catharanthus, Celastrus de top. orbiculata, Celtis occidentalis, Cenchrus echinatus, Cercis canadensis, Cercis occidentalis, Chamaecrista fasciculata, Neem van weefselkweek-materiaal stukjes Chenopodium quinoa, Chionanthus, Chitalpa tashkinensis, Citrus, Coelorachis cylindrical, Commelina benghalensis, Coffea, stengel van 1,5 cm. Neem, indien mogelijk, Conium maculatum, Convolvulus arvensis, Conyza canadensis, Cornus florida, Coronopus didymus, Cynodon dactylon, niet de top van de plant, maar een Cyperus eragrostis, Cyperus esculentus, Cytisus scoparius, Datura wrightii, Digitaria horizontalis, Digitaria insularis, tussenstukje onder de top. Digitaria sanguinalis, Disphania ambrosioides, Duranta erecta, Echinochloa crus-galli, Encelia farinosa, Eriochloa contracta, Erodium, Escallonia montevidensis, Eucalyptus camaldulensis, Eucalyptus globulus, Eugenia myrtifolia, Euphorbia hirta, Fagus crenata, Ficus carica, Fragaria vesca, Fraxinus americana, Fraxinus dipetala, Fraxinus latifolia, Fraxinus pennsylvanica, Fuchsia magellanica, Genista monspessulana, Geranium dissectum, Ginkgo biloba, Gleditsia triacanthos, Hedera helix, Helianthus annuus, Hemerocallis, Heteromeles arbutifolia, Hibiscus schizopetalus, Hibiscus syriacus, Hordeum murinum, Hydrangea paniculata, Ilex vomitoria, Ipomoea purpurea, Iva annua, Jacaranda mimosifolia, Juglans, Juniperus ashei, Koelreuteria bipinnata, Lactuca serriola, Lagerstroemia indica, Lavandula dentata, Ligustrum lucidum, Lippia nodiflora, Liquidambar styraciflua, Liriodendron tulipifera, Lolium perenne, Lonicera japonica, Ludwigia grandiflora, Lupinus aridorum, Lupinus villosus, Magnolia grandiflora, Malva, Marrubium vulgare, Medicago polymorpha, Medicago sativa, Melilotus, Melissa officinalis, Metrosideros, Modiola caroliniana, Montia linearis, Morus, Myrtus communis, Nandina domestica, Neptunia lutea, Nerium oleander, Nicotiana glauca, Olea europaea, Origanum majorana, Paspalum dilatatum, Persea americana, Phoenix reclinata, Phoenix roebelenii, Pinus taeda, Pistacia vera, Plantago lanceolata, Platanus, Pluchea odorata, Poa annua, Polygala myrtifolia, Polygonum arenastrum, Polygonum lapathifolium, Polygonum persicaria, Populus fremontii, Portulaca, Prunus, Pyrus pyrifolia, Quercus, Ranunculus repens, Ratibida columnifera, Rhamnus alaternus, Rhus diversiloba, Rosa californica, Rosmarinus officinalis, Rubus, Rumex crispus, Salix, Salsola tragus, Salvia mellifera, Sambucus, Sapindus saponaria, Schinus molle, Senecio vulgaris, Setaria magna, Silybum marianum, Simmondsia chinensis, Sisymbrium irio, Solanum americanum, Solanum elaeagnifolium, Solidago virgaurea, Sonchus, Sorghum, Spartium junceum, Spermacoce latifolia, Stellaria media, Tillandsia usneoides, Toxicodendron diversilobum, Trifolium repens, Ulmus americana, Ulmus crassifolia, Umbellulari californica, Urtica dioica, Urtica urens, Vaccinium, Verbena litoralis, Veronica, Vicia faba, Vinca, Vitis, Westringia fruticosa, Xanthium spinosum, Xanthium strumarium Wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden 40 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND GEWAS Turkije (TR) Planten van Araceae, Musaceae, Marantaceae, Persea en Strelitziaceae Turkije (TR) TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN Radopholus sp. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden consumptie- aardappelen Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Turkije (TR) Allium spp (consumptie) Ditylenchus sp. o.a. consumptie uien, prei, knoflook sjalotten Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. Turkije (TR) Pootaardappelen Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd Uruguay (UY) Potplanten van Anthurium/ Chamaedorea/ Marantaceae/ Philodendron/ Syngonium Radopholus sp. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Uruguay (UY) consumptie- aardappelen grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Verenigde Arabische Emiraten (AE) Globodera sp. (aardappelmoeheid) Pootaardappelen Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd Radopholus sp. wortels Partijbemonstering: minimaal 25 gram per partij Bedrijfsbemonstering: afkomstig van een bedrijf uit het register: Bedrijven met planten vrij van Radopholus similis, Heterodera fici en Cactodera cacti. Deze bedrijven dienen 2 keer per jaar bemonsterd te worden Globodera sp. (aardappelmoeheid) grond Minimaal 200 cc. Zie register: Bedrijven met waterplanten vrij van Globodera sp. Potplanten van Anthurium/ Chamaedorea/ Dieffenbachia/ Hedychium/ Verenigde Marantaceae/ Musa/ Staten van Amerika (US), Monstera/ Nephthytis/ Peperomia/ Persea/ alleen voor Philodendron/ Scindapsus/ Californië Spathiphyllum/ Syngonium/ Trichosporum Verenigde Staten van Amerika (US) Planten van Butomus/ Nymphaea Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 ORGANISME 41 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Verenigde Staten van Amerika (US) GEWAS Plantuitjes/ plantsjalotten Vietnam (VN) Onbewortelde stekken van Begonia elatior IJsland (IS) consumptie- aardappelen Zambia (ZM) Consumptie- aardappelen Zambia (ZM) Pootaardappelen Zimbabwe (ZW) Zimbabwe (ZW) Consumptie- aardappelen Pootaardappelen ORGANISME Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) TSWV, INSV en Xanthomonas axonopodis pv. begoniae Globodera sp. (aardappelmoeheid) Alle cystenvormende aaltjes Globodera sp. (aardappelmoeheid) Alle cystenvormende aaltjes Alle cystenvormende aaltjes TE BEMONSTEREN DEEL bollen OPMERKINGEN Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg blad Moederplanten bemonsteren. Bemonstering conform het ELITE-programma van Naktuinbouw grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd Verzamel uit elke te bemonsteren zak uitjes/sjalotten een mengmonster van: - minimaal 6 kg plantuitjes, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 2 kg - minimaal 20 kg plantsjalotten maat 10/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 9 kg - minimaal 15 kg plantsjalotten maat 7/15, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 6 kg - minimaal 10 kg plantsjalotten maat 7/10, meng deze en haal hier het te onderzoeken monster uit van 4 kg Zimbabwe (ZW) Plantuitjes/ plantsjalotten Ditylenchus dipsaci (stengelaaltje) bollen Zimbabwe (ZW) Planten van Rosa Pratylenchus sp. wortels Zuid-Afrika (ZA) Allium spp (consumptie uien, sjalotten, knoflook) Ditylenchus dipsaci, D. destructor en Urocystus magica m.u.v. stentlingen/ gestekt materiaal/ potrozen/ materiaal in nieuw, schoon medium/ gestekt materiaal/ materiaal in nieuw, schoon medium. Minimaal 25 gram. Allium spp(consumptie uien, sjalotten, knoflook) Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 42 van 43 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Tab 06 16 Register: Verplichte monstername bij export Verplichte monstername bij export Let op! Waarmerken kan pas plaatsvinden, wanneer de uitslag van de monstername negatief is. (het organisme waarop is bemonsterd is niet aangetroffen). Pootaardappelen; uitsluitend als aanhangende grondbemonstering: 1 monster per / 70 ton (gereedstaand product). Op basis van de AM historie van het geografische perceel, waar de aardappelen zijn gegroeid kan een ontheffing gegeven worden van deze bemonstering. Beoordeling of er sprake is van ontheffing vindt plaats door de NAK op basis van informatie van kaartlagen in de AM-viewer. Zonodig aangevuld met andere beschikbare informatie. Voor de Russische Federatie geldt: 1 monster per maximaal 30 ton (= 1 monster per vracht) en geen vrijstelling op basis van perceelhistorie. Consumptie aardappelen: uitsluitend aanhangende grondbemonstering, monstergrootte 600 CC. / (in principe) 1 monster per partij , waarbij een maximum van 250 ton per monster geldt. (Bij grotere partijen 1 monster per 250 ton of gedeelte daarvan). Een uitzondering geldt voor de Russische Federatie. Voor deze bestemming is uitsluitend monstername uit de gereedstaande partij van toepassing. Daarbij geldt 1 monster per maximaal 70 ton. Groente en fruit: Bij onderzoek op plantparasitaire nematoden en Sclerotium cepivorum en Urocystis cepulae altijd per 30 ton verspreid uit de partij een monster nemen van 60 stuks, met een maximum van 10 monsters verspreid uit een partij. Toetsuitslag: Tijdens de inspectie moet (een kopie van) de uitslag worden getoond, of het bedrijf/ product moet in een 'vrij' register staan. (zie opmerkingen) LAND Zuid-Afrika (ZA) Zuid-Afrika (ZA) Zuid-Afrika (ZA) Zuid-Afrika (ZA) Zuid-Afrika (ZA) Zuid-Afrika (ZA) Zuid-Afrika (ZA) Zuid-Afrika (ZA) GEWAS Allium spp (plantuien, sjalotten, knoflook en preibulbillen) Allium spp (plantuien, sjalotten, knoflook en preibulbillen) Planten van Aconitum Moederplanten van in-vitro materiaal, welke in de landeneisen staan vermeld ORGANISME Ditylenchus dipsaci, D. destructor en Radopholus similis TE BEMONSTEREN DEEL OPMERKINGEN "bollen" Neem per 30 ton, een monster van 60 bollen. Tomato black ring virus en Tobacco rattle virus "bollen" Zie register bemonsteren en verpakken Aaltjes wortels Minimaal 25 gram. Of warmwaterbehandeling blad Moederplanten bemonsteren Uitslag (moeder)planten blijft 6 maanden geldig, echter indien moederplanten onder laboratoriumomstandigheden (blijven) staan, blijft de uitslag 12 maanden geldig. Wanneer nieuwe moederplanten in een laboratorium als weefselkweek worden opgezet voor de productie van weefselkweek planten is bemonstering van de eerste nakomelingen een mogelijkheid. Deze toetsuitslag blijft geldig tot einde productie moederplanten, zolang de productie onder steriele/laboratorium omstandigheden aantoonbaar gewaarborgd is. Dit moet blijken uit een door het bedrijf zelf opgezet protocol en een duidelijke administratie. blad Planten of moederplanten bemonsteren Uitslag bedrijfsbemonstering / bemonstering moederplanten blijft 6 maanden geldig vanaf datum monstername diverse virussen, viroïden en mucoplasma's Dahlia, be- en onbewortelde Impatiens necrotic spot planten / stekken virus Voortkwekingsmateriaal, m.u.v. in-vitro, van Euphorbia (<2 jaar) Pootaardappelen Consumptie- aardappelen Rhodococcus fascians Alle cystenvormende aaltjes Alle cystenvormende aaltjes klein stukje stengel met bladsteel (het gaat om de knop) 50 planten bemonsteren, onderzoek door Naktuinbouw. Geen blad en wortels in monster stoppen i.v.m. verontreiniging grond aanhangendegrond bemonstering: proefzendingen onder 500 kg. hoeven niet bemonsterd grond aanhangendegrond bemonstering: één monster per partij, met een maximum van 250 ton per monster. Landen waarvoor het grondmonsteronderzoek op aardappelmoeheid voor pootaardappelen per 01-07-2010 is vervallen: Albanië, Angola, Anguilla, Antigua en Barbuda, Barbados, Chili, El Salvador, georgië, India, Iran, Jamaica, Kazachstan, Kosovo, Kroatië, Libië, Marokko, Mauretanië, Montenegro, Nicaragua, Niger, Panama, Servië, St. Lucia, St. Vincent en Per 10-11-2010: Libanon / Per 24-11-2010: Venezuela Versie 1.151 Datum: 28-6-2017 43 van 43