Kwalificatieprofiel: Vakfunctionaris Natuur en Techniek Examenstandaard: Agrarisch en Groen Loonwerk en Techniek (150-4c) Leeractiviteit: KRACHTOVERBRENGING FIETS. Oefensituatie: Repareren werktuigen en machines Leervragen: Wat is kracht overbrenging? Wat gebeurt er als ik een ketting niet goed span? Wat is de beste tandwiel verhouding? Beschrijving van de activiteit: 1. ALGEMEEN. Fig. 5.1. 1.1 Fietsketting Bereken de overbrengingsverhouding. De overbrengingsverhouding i = 1 : ………….. 1.2 Dit is een versnelling / vertraging. 1.3. Het moment of koppel wordt dus groter / kleiner. 1.4 Bij de trapperas ontstaat het ingaande moment. Pagina 1 van 3 1.5 1.6. De kracht F1 = ________________________ N. De lengte L1 = ________________________ m. Het moment M1 = ______ x ______ = ______ Nm. Bij de achterwielas ontstaat het uitgaande moment. Het moment M2 = M1 x _________ = ______Nm. De kracht F2 = ________________________ N. Opdracht aan fiets op bok in lokaal 2. OVERBRENGINGSVERHOUDING 2.1. Hoeveel omwentelingen maakt het achterwiel als je de trapperas 20 x rond draait? _____________________ 2.2. De overbrengingsverhouding is dus: n1 : n2 = 20 : _____ = 1 : ______ 3. MOMENTEN Hang een gewicht van 100 Newton aan de trapper en meet de trekkracht met een unster aan het achterwiel volgens onderstaande afbeelding. Zorg er voor dat de trapper horizontaal staat!! 3.1. De kracht op de trapper is __________________ N (Newton) De lengte van de trapper is __________________ m (meter) Het moment trapperas _______ x _______ Nm = Pagina 2 van 3 3.2. De kracht waarmee het achterwiel wil draaien is ______________ N (Newton) De straal van het achterwiel is ______________ m (meter) Het moment achterwiel = _______ x _______ Nm 3.3. Het toerental van het achterwiel is ______ x zo klein / groot geworden (zie 2.2) 3.4. Het moment van het achterwiel is ______ x zo klein / groot geworden (zie 3.1 en 3.2) 3.5. Vergelijk de uitkomsten van 3.3 en van 3.4 met elkaar. Conclusie? ___________________________________________________________________ 3.6. Waarom zal de uitkomst bij 3.4 altijd iets kleiner zijn dan 3.3 in de praktijk? ___________________________________________________________________ 3.7. Wanneer we bij veel tegenwind de trekkracht willen vergroten moet er een groter of een kleiner achtertandwiel op? ___________________________________________________________________ Tips voor de uitvoering: Bijz. Hulpmiddelen: fiets. Toelichting, gewenst resultaat en criteria: De leerling kent/kan… - een overbrengingsverhouding berekenen - een moment meten - een moment berekenen - met de i de verandering van toerental en moment berekenen Bronnen: Literatuur: Theorie boek Bijbehorende competenties: Repareren van machines en werktuigen Pagina 3 van 3